Extra ondersteuning

Schrijf de begrippen voor jezelf op in Word en schrijf vervolgens de betekenis erachter. Controleer je antwoorden door middel van de begrippenlijst bij de laatste kolom.

  1. Fabriek =
  2. Industrie =
  3. Arbeiders =
  4. Kooplieden =
  5. Grondstoffen =
  6. Stoommachines =
  7. Industrialisatie =
  8. Huisnijverheid =