Jullie hebben ervoor gekozen om met het thema afval aan de slag te gaan. De opdrachten die je met je groepje moet uitvoeren vind je allemaal op deze website, waarmee je door het project geloodst wordt. Op deze website staan oefeningen, links, video’s en de opdrachten.
Les 2: Afval en duurzaamheid
Introductie
Jullie hebben gekozen voor het onderwerp afval, en als het goed is zijn er nu ook groepjes gemaakt. De opdrachten die je vanaf nu krijgt maak je met je groepje, tenzij anders vermeld.
Afval is natuurlijk een ontzettend breed begrip. Laten we eerst eens proberen op een rijtje te krijgen wat er allemaal onder afval valt. Maak daarom nu eerst gezamenlijk opdracht 2.1, de startopdracht.
Klimaat en afval
De aarde wordt niet alleen opgewarmd door menselijk handelen, maar ook vervuild. Dat heeft grote effecten op de natuur. Denk bijvoorbeeld aan de plastic soep in de oceanen, zwerfaval in bossen en de ontbossing in Zuid-Amerika. De leefomgeving van dieren en planten wordt aangetast en zij kunnen zich niet snel genoeg aanpassen, waardoor sommige dier- en plantsoorten zelfs uitsterven.
Maar wat doet afval met het broeikaseffect? In een onderzoek van is aangetoond dat ook plastic zwerfafval een bijdrage levert aan de opwarming van de aarde, doordat methaan en ethyleen vrijkomt uit plastic in zonlicht. Van al het zwerfafval is veruit het meeste plastic afval. Bekijk het overzicht hieronder over de World Cleanup Day 2020, een initiatief van Plastic Soup Foundation en Nederland Schoon.
Maak opdracht 1.4 hieronder.
Praktische opdracht
Zwerfafval is niet goed voor het klimaat en de natuur. Daarom is het goed dat er initiatieven bestaan zoals de World Cleanup Day. Toch is dat niet genoeg. Als je op straat loopt, zie je vast vaak iets liggen, op de grond, in de sloot, op parkeerplaatsen, grasvelden, in struiken.. Het wordt tijd om daar iets aan te doen.
Je gaat met je groepje naar buiten, ieder groepje krijgt een vuilniszak en een knijper. Jullie gaan afval opruimen en tegelijkertijd bijhouden hoeveel en wat je opruimt, zodat je een beeld hebt van het soort en de hoeveelheid zwerfafval in de buurt van de school. Maak onderscheid tussen de volgende categorieën:
Plastic
Groente- fruit of tuinafval
Glas
Hout
Papier/karton
Textiel
Overig
Maak bij terugkomst opdracht 1.5.
Bij de startopdracht ben je er als het goed is achter gekomen dat er veel verschillende soorten afval zijn en verschillende manier van afvalverwerkingen. De opdracht die jullie met je groepje gaan uitvoeren gaat vooral over afval en afvalverwerking op school. Het einddoel is dat jullie met een plan of ontwerp komen om (een onderdeel van) het proces van afval en afvalverwerking te verduurzamen. Jullie moeten het ontwerp of plan pitchen aan een jury die bestaat uit mensen van de schoolleiding en deskundigen op het gebied van afval en/of duurzaamheid.
Heel veel succes en plezier!
Les 3: Recycling
Wat is recycling?
Bekijk onderstaande video van MilieuCentraal over wat er gebeurt met gescheiden afval.
Op de website van Milieucentraal staan vier voordelen van het scheiden van afval:
Het spaart grondstoffen uit: bijvoorbeeld bomen voor papier, aardolie voor plastic, (zeldzame) metalen voor apparaten en blik.
Landbouwgrond kan dan gebruikt worden om voedsel te verbouwen.
Recyclen kost meestal (veel) minder energie dan het winnen van grondstoffen en maken van nieuwe materialen. Voor nieuw aluminium is bijvoorbeeld 20 keer zoveel energie nodig als voor het omsmelten van oud aluminium. De kwaliteit van gerecyclede materialen is meestal net zo goed.
Recyclen zorgt voor minder broeikasgassen dan afval verbranden.
Het scheiden van afval kost minder energie en geeft minder broeikasgassen en dat is goed voor het klimaat. De opwarming van de aarde zal daardoor minder snel gaan en dat is nodig. Toch doet nog niet iedereen aan afvalscheiding en dat is zonde. Daar moeten we iets aan doen!
Als het goed is kan je nu in je eigen woorden omschrijven wat recyclen precies is en waarom het belangrijk is dat we dat doen. Maak opdracht 3.1.
Reduce, reuse, recycle
Naast recyclen bestaat er ook upcyclen en downcyclen. Je kunt een product upcyclen door het volledige product te gebruiken en er een nieuw, ander product van te maken zonder dat de kwalitiet erop achteruit gaat. Bijvoorbeeld door van een vat een stoel maken. Bij downcyclen gebruik je juist niet het hele product, maar alleen delen ervan, en de waarde van het nieuwe product is wel minder. Glas is bijvoorbeeld heel goed te recyclen, omdat glas goed omgezet kan worden in glas, zonder dat het kwaliteit verliest. Kunststof is daarentegen juist een voorbeeld van een grondstof dat wordt gedowncycled, omdat het aan kwaliteit verliest tijdens het proces.
Recyclen alleen is niet genoeg. Drie belangrijke begrippen zijn reduce, reuse en recycle. Bekijk daarover onderstaand filmpje.
Maak nu opdracht 3.2.
Proces van recycling
Als je een plastic flesje recyclet en dus bij het plastic afval weggooit, wat gebeurt er dan met zo'n flesje? En hoe komt dat plastic uiteindelijk weer terecht in andere plastic items? Levert één gerecycled plastic flesje ook weer één nieuw plastic flesje op? Dat ga je nu uitzoeken.
Zoek op internet uit hoe het proces van plasticverwerking verloopt. Verwerk je bevindingen in opdracht 3.3.
Recycling op school
Nu je weet wat recycling is en waarom het belangrijk is, gaan we eens uitzoeken wat de school doet aan recycling en afvalverwerking. Wat voor soort afval produceert een school? Wat wordt er met het afval gedaan? Dat gaan jullie zelf onderzoeken. Aan de hand van de resultaten van je onderzoek kan je een onderwerp kiezen voor jullie verbetering voor de school.
Het is de bedoeling dat je nu in kaart gaat brengen wat voor afval er allemaal is op school en wat de school al doet aan recycling. Daarvoor loop je een rondje door het gebouw, praat je met medewerkers van de school en ga vooral ook op zoek naar de medewerker die verantwoordelijk is voor de afvalverwerking. Verwerk je resultaten in opdracht 3.4.
Les 4: Werken aan je project
Onderwerp kiezen
De vorige les is geëindigd met het doen van onderzoek naar het proces van afvalverzameling- en verwerking op school. Je weet nu wat er al wordt gedaan aan het verzamelen en recyclen van afval op school en aan de hand daarvan kan je een keuze maken voor je project. Wat wil je graag verbeteren? Geef hieronder in het formulier aan wat jullie gekozen onderwerp is, de docent moet het onderwerp goedkeuren (go) voordat je verder mag.
Aan de slag
Je mag de rest van de tijd van de les gebruiken om met je groepje aan het project te werken. Gebruik de rubric (beoordelingsmodel) zodat je kan zien wat voor eisen aan het eindproduct gesteld worden. Lees hieronder eerst de beschrijving van de opdracht.
Stap 1: projectbeschrijving
Beschrijf jullie plan zo uitgebreid en gedetailleerd mogelijk en geef aan wat de noodzaak is van jullie plan. Beargumenteer duidelijk waarom jullie voor dit plan hebben gekozen en niet voor iets anders. Waarom past dit plan het beste bij jullie school? Geef hierin ook een beschrijving van jullie school waarin je de verzamelde gegevens uit de eerdere opdracht meeneemt. Ondersteun het plan eventueel grafisch met afbeeldingen/tekeningen.
Stap 2: implementatie
Beschrijf hier in chronologische volgorde hoe jullie dit plan willen gaan invoeren op jullie school. Maak inzichtelijk hoeveel tijd de invoering gaat kosten. Bedenk bij elke stap goed welke middelen je daarvoor nodig hebt. Dit kan gaan om geld, maar denk ook aan de mankracht die je nodig hebt en de materialen.
Stap 3: effectiviteit
Jullie moeten inzichtelijk maken dat jullie plan daadwerkelijk iets verandert in de energiehuishouding van de school. Wees concreet in de veranderingen die jullie plan teweeg gaat brengen. Wat maakt jullie plan duurzaam?
Stap 4: presentatie
Naast dit schriftelijke document moeten jullie je plan ook gaan pitchen. Wat die pitch precies inhoudt leer je de volgende les. Wel moeten jullie alvast nadenken over hoe jullie je plan gaan presenteren. De vorm mag je zelf kiezen. Denk aan de volgende opties:
Je mag deze les gebruiken om met je groepje aan het project te werken. Gebruik de rubric (beoordelingsmodel) zodat je kan zien wat voor eisen aan het eindproduct gesteld worden. Vraag tussendoor ook om feedback van de docent.
Les 6: Tussentijdse beoordeling
Samen met je groepje ben je nu twee lessen bezig geweest met het werken aan je project. Als het goed is zijn jullie daarom al een heel eind gekomen. Tijdens deze les is het de bedoeling dat je je werk laat zien aan de docent en dat je vertelt wat er nog gedaan moet worden. De docent geeft tips en beoordeelt of de planning die jullie voor ogen hebben realistisch is. Deze tussentijdse beoordeling heeft geen invloed op je eindbeoordeling, het is alleen bedoeld om feedback te geven zodat mogelijke problemen op tijd gesignaleerd worden en eventuele fouten verbeterd kunnen worden voor de eindpresentatie.
Belangrijk bij de tussentijdse presentatie is dat de volgende punten worden besproken:
planning voor de laatste lessen
vormgeving eindproduct
manier van presentatie
vragen van het groepje aan de docent
Zorg dat jullie dit hebben voorbereid zodat de tussentijdse beoordeling vlot en soepel verloopt. De docent maakt een schema zodat je weet wanneer jullie groepje aan de beurt is. De overige tijd gebruik je om verder te werken aan het project.
Aan de slag
Als je de beoordeling van de docent hebt gehad mag je verder werken aan je project. Verwerk de ontvangen feedback en zorg dat je een goede planning hebt voor de laatste twee lessen, zodat je project op tijd af komt.
Gebruik de rubric, daarin kan je zien waarop het eindproduct beoordeeld wordt.
Les 7: Werken aan je project
Wat is een pitch?
De volgende les moet ieder groepje zijn eindproduct pitchen. Maar, wat is pitchen eigenlijk? Bekijk onderstaand filmpje van het Klokhuis waarin dat wordt uitgelegd. Er worden ook tips gegeven.
Ballondebat
Hiervoor heb je geleerd dat de bedoeling van een pitch is om in een zo kort mogelijke tijd de ander te overtuigen van jouw product. Om alvast eens te oefenen met het overtuigen van een ander gaan we een ballondebat houden. Dit doen we klassikaal, dus alle groepjes komen deze les weer even samen. Het ballondebat spelen we in 3 rondes.
Ronde 1
Elke leerling krijgt een blanco papiertje waarop hij of zij de naam van een bekend persoon schrijft. De briefjes worden dichtgevouwen verzameld in een bak. Er worden zes leerlingen gekozen die een briefje moeten pakken uit de bak.
Ronde 2
We hebben nu zes leerlingen. Elke leerling speelt nu de rol van de bekende persoon op zijn of haar briefje. Deze zes bekende personen zitten samen in een luchtballon. Hun luchtballon dreigt echter tegen een gebouw aan te vliegen en daarom zullen drie van hen overboord moeten. Maarja, wie dan? Het publiek gaat dat bepaken. Elk bekend persoon krijgt één minuut de tijd om het publiek te overtuigen waarom hij/zij in de luchtballon moet blijven. Dit doe je door met zinnige en creatieve argumenten te komen. Na de zes pitches mag het publiek gaan stemmen. De drie persoon die de minste stemmen krijgen zullen helaas de luchtballon moeten verlaten.
Ronde 3
Het eerste gevaar is geweken. Maar een nieuw gevaar dreigt. Opnieuw doemt er in de verte een hoog gebouw op. Deze keer is de situatie zo extreem dat slechts één persoon kan achterblijven in de luchtballon. Opnieuw krijgt elk bekend persoon een minuut de tijd om te pitchen. Ditmaal moet de pitch gericht zijn op waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven. Na de pitches gaat er weer gestemd worden (de afgevallen leerlingen mogen nu ook meestemmen) en komt er een absolute winnaar uit!
Aan de slag
Je mag dit laatste gedeelte van deze les gebruiken om met je groepje aan het project te werken. Gebruik de rubric (beoordelingsmodel) zodat je kan zien wat voor eisen aan het eindproduct gesteld worden. Vraag tussendoor ook om feedback van de docent.
Les 8: Pitch
Deze les staat in het teken van het pitchen van de eindproducten. Ieder groepje moet een pitch geven, waarin je jouw product/proces aanbeveelt en probeert te 'verkopen'. De jury stelt vragen over jullie product, die iedereen van het groepje moet kunnen beantwoorden. De pitch wordt beoordeeld en die beoordeling is een onderdeel van je cijfer.
Het arrangement Duurzaamheid thema afval is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.