1. Inleiding
Hoi jongens en meisjes,
Ik ben Peter en ben 12 jaar geleden geboren in Nederland. Mijn ouders en ik zijn allemaal niet gelovig maar ik ben er wel heel nieuwsgierig naar. Wanneer ik buiten speel of met mijn moeder naar de stad ga, zie ik verschillende dingen. Ik zie mensen met een ketting met een kruis om hun nek, vrouwen met een hoofddoek of mannen met een klein petje op hun hoofd. Wanneer ik aan mijn vader of moeder vraag wat dit is, zeggen zij dat dit hoort bij hun geloof.
Omdat ik hier zoveel mogelijk over wil weten, heb ik een vraag aan jullie. Willen jullie mij helpen uit te zoeken welke godsdiensten er in Nederland zijn?
Ik weet bijvoorbeeld al wel dat er Christenen, Moslims en Joden zijn. Maar ik weet niet wat dit betekent, waarin zij geloven en welke feesten zij hebben. Ook zie ik in Zoetermeer verschillende gebouwen die horen bij een geloof zegt mijn moeder.
Ik weet ook dat sommige mensen in een god geloven maar dat die bij alle godsdiensten anders heet en dat snap ik niet helemaal. Is er nu maar 1 god of zijn er meer?
Kunnen jullie mij misschien vertellen welke godsdiensten er in Nederland zijn en kunnen jullie mij meer informatie geven zodat ik het ga snappen?
GA VERDER NAAR HET KOPJE OPDRACHT!
2. Opdracht
Opdracht!
Lieve jongens en meisjes, wat fijn dat jullie mij willen helpen.
Ik zou graag drie dingen willen weten van jullie:
* Kunnen jullie drie godsdiensten noemen die in Nederland aanwezig zijn?
* Kan je van elk geloof dat je hebt gevonden een feest beschrijven dat hoort bij de godsdienst?
* Welk heilig boek hebben de geloven en wat staat er in het heilige boek?
Om de antwoorden op deze vragen te vinden zal je op onderzoek moeten gaan. Dit doe je individueel maar mag je altijd hulp aan de juf of meester vragen.
Graag wil ik de antwoorden die jullie hebben gevonden weten. Zouden jullie alles in een kort verslag op je laptop willen maken? In het verslag maak je een opbouw. Net als bij een werkstuk begin je met een inhoudsopgave, dan volgt het midden van je verslag waarin je alle antwoorden zet en sluit je het verslag af met een slot. In het slot schrijf je op wat je hebt geleerd van de verschillende godsdiensten. Ik zou het ook heel gaaf vinden als jullie mooie plaatjes of foto's in het verslag willen zetten zodat ik alles nog beter kan begrijpen en ik weet welke godsdiensten er allemaal in Nederland zijn.
Ga verder naar het kopje Handelingen
3. Handelingen
Aan het werk:
Op de vorige pagina heb ik de opdracht gegeven om antwoord te geven op drie vragen. Jullie gaan op zoek naar informatie en dit in een kort verslag zetten. Het verslag heeft minimaal 3 kantjes maar meer mag ook. Je maakt in ieder geval een voorblad, een inhoudsopgave en een blad met de antwoorden.
Vergeet niet te denken aan mooie plaatjes en foto's zodat ik jullie antwoorden nog beter ga begrijpen.
Nog één keertje de vragen:
* Kunnen jullie drie godsdiensten noemen die in Nederland aanwezig zijn?
* Kan je van elk geloof dat je hebt gevonden een feest beschrijven dat hoort bij de godsdienst?
* Welk heilig boek hebben de godsdiensten en wat staat er in het heilige boek?
Tip:
Als jullie van elke vraag een hoofdstuk maken, dan hebben jullie meteen een hoofdstukindeling. Als jullie dan uitgebreid antwoord geven op de vragen weten jullie ook zeker dat alles erin staat wat erin moet.
Gebruik bij het onderzoeken het stappenplan hieronder:
- Maak op jullie laptop een word document aan en sla deze op een goede plek op. Om het zeker te weten kan je dit aan de juf of meester vragen.
- Bij bronnen vinden jullie websites. Die kunnen jullie gebruiken om de informatie te vinden bij de vragen.
- Gebruik kopieer en plak om informatie in jullie word document te zetten. Als dat niet lukt mogen jullie de tekst overtypen.
- Print als dat kan informatie uit. Kies wat je belangrijk vindt voor het verslag.
- Zoek of maak afbeeldingen en foto’s voor in jullie verslag.
- Maak jullie verslag nog mooier af met een voorblad met titel en je naam, inhoudsopgave, de afbeeldingen, foto’s en de antwoorden op de vragen.
- Controleer bij afsluiting en beoordeling of alles goed is
Kijk nog een keer goed bij het kopje beoordeling of je alles in je verslag hebt gezet!
4. Bronnen
5. Beoordeling
Hieronder is te lezen waar de meester of juf naar kijkt bij het geven van een cijfer.
Inhoud:
Zwak: Er is weinig informatie gezocht en in het werkstuk gezet. Sommige informatie uit het werkstuk klopt niet. De tekst is letterlijk geplakt en is niet in eigen zinnen gezet. 0-9 punten
Voldoende: Er is voldoende informatie verzameld en in het werkstuk gezet, maar niet uitgebreid genoeg. Sommige informatie klopt niet helemaal. Sommige stukjes zijn wel in eigen zinnen gezet maar andere stukjes niet. 10-14 punten
Uitstekend: Alle informatie is verzameld en in het werkstuk gezet. verwerkt. Alle informatie is in eigen woorden opgeschreven. Alle informatie is juist en weten jullie meer over godsdiensten in Nederland. 15-20 punten
Opbouw:
Zwak: Het werkstuk maakt een slordige indruk. Er is weinig aandacht geweest voor het houden aan de opbouw. Er missen onderdelen in het werkstuk en er zijn te weinig plaatjes gebruikt. 0-4 punten
Voldoende: Het werkstuk heeft een paar kleine slordigheden, maar ik zie dat jullie je best hebben gedaan om een mooi werkstuk te maken. In het werkstuk staan leuke plaatjes. Ook hebben jullie een indeling gemaakt maar klopt deze niet helemaal. 0-6 punten
Uitstekend: Top!!! Het is een super goed werkstuk, goed gedaan. Het werkstuk heeft een leuke titel en zijn er veel plaatjes gebruikt. De indeling van het werkstuk is volgens de opdracht. 7-10 punten
Manier van schrijven:
Zwak: In het werkstuk staan teveel spelfouten. Sommige zinnen kloppen niet of er zijn hoofdletters en punten vergeten. Het verhaal loopt niet lekker en zijn het losse zinnen. 0-4 punten
Voldoende: De spelling is goed. Maar sommige zinnen lopen niet helemaal lekker. Sommige hoofdletters en punten zijn vergeten. 5-6 punten
Uitstekend: De spelling is goed. Het werkstuk is fijn om te lezen en goed opgebouwd. 7-10 punten
6. Afsluiting
Hoi jongens en meisjes. Als het goed is hebben jullie allemaal een verslag ingeleverd. Maar wat hebben jullie nu eigenlijk geleerd.
Door het maken van het verslag hebben jullie geleerd:
* Hoe het is om een webquest op internet te maken.
* Welke verschillende godsdiensten er in Nederland zijn.
* Welke feesten er bij de verschillende godsdiensten horen.
* Welke heilige boeken er zijn.
* Hoe jullie de gevonden informatie van het internet kunnen gebruiken om de vragen uit de webquest te beantwoorden.
* Hoe jullie de gevonden informatie in een verslag kunnen zetten met tekst en plaatjes.
7. Leerkracht
Deze webquest is een activerende, onderzoekende en interactieve lesvorm.
Deze webquest is een door mij gemaakte onderzoeksgerichte opdracht waarbij leerlingen voornamelijk op zoek gaan naar informatie, afkomstig van het internet. Deze webquest is een onderdeel van een verslag levensbeschouwing voor de Pabo studie bij Inholland.
-
WebQuest titel: Godsdiensten in Nederland
-
Onderwerp: Welke godsdiensten weten de leerlingen te vinden op het internet.
-
Beschrijving: In de inleiding van de webquest is een fictief jongetje op zoek naar antwoorden op vragen rondom de aanwezige godsdiensten in Nederland. De webquest is geschikt voor kinderen uit groep 7 en 8 van het (speciaal) basisonderwijs. Welke godsdiensten zijn er, welke feesten horen er bij de verschillende godsdiensten en welke heilige boeken zijn er.
-
Schooltype: (speciaal) basisonderwijs
-
Bestemd voor groep: 7 en 8
-
Vakgebied: Levensbeschouwing
-
Uitvoering door: individueel, in tweetallen of groepjes van 4.
-
Tijdinvestering voor leerling(en): 4 lesuren
-
Opbrengst van de WebQuest: kort verslag
-
Leerpunten
-
Welke godsdiensten zijn er in Nederland
-
Vergroten van ICT vaardigheden
-
Gebruik maken van verschillende functies van Word
-
WebQuestmaker: Peter Hanselaar.