De lesdoelen
Paragraaf 3.1: De veroveringen van een groot rijk
•Uitleggen hoe Rome zo snel tot een machtige stad kon uitgroeien.
•Uitleggen hoe de Romeinse Republiek is ontstaan.
•Uitleggen wat de functies zijn van de senaat, consuls en volkstribune.
•Uitleggen hoe het Romeinse Rijk groeide via veroveringen.
•Uitleggen hoe er een einde kwam aan de Romeinse Republiek en het Keizerrijk begon.
Controlevragen en huiswerk
Paragraaf 3.1: De verovering van een groot rijk
- Wat was de eerste staatsvorm die de Romeinen gebruikten?
- Waaruit bestond de senaat en welke macht had de senaat?
- Als we kijken naar de eerste staatsvorm van de Romeinen, waarom koos de Republiek dan twee consuls?
- Wat waren de taken van de senaat, consuls en volkstribunen in de Republiek?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- In welke drie fases werd het rijk uitgebreid en benoem per fase welke landen (van nu) bij het rijk kwamen.
- Wat wordt er bedoeld met een imperium?
- Geef drie redenen waarom het Romeinse leger zo goed functioneerde.
- Geef twee oorzaken voor de succesvolle veroveringen van de Romeinen.
- Noem vier voordelen voor leven onder Romeinse heerschappij.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Wat waren de twee redenen dat het Romeinse rijk steeds moeilijker werd om te besturen?
- Als we denken aan de eerste staatsvorm van Rome, waarom was het idee van een dictator dan zo gehaat en gevreesd?
- Wie beëindigde het geweld in Rome?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Wat is het voordeel van de senaat laten bestaan, als de Romeinen vrezen voor een alleenheersende koning?
- “Augustus liet zich bovendien tot volkstribuun benoemen”. Welke taak vervulde hij nu als volkstribuun?
- Noem drie kenmerken van de Pax Romana
Paragraaf 3.2: Leven in het Romeinse Rijk
- Noem drie gewassen die de Romeinse boeren verbouwden en benoem welke producten men daarvan maakten.
- Leg uit hoe er steeds minder vrije boeren kwamen in het Romeinse Rijk.
- “Op het platteland kwam ondertussen steeds meer grond in handen van een kleine groep grootgrondbezitters.” Hoe heeft deze ontwikkeling gezorgd voor sociale en economische problemen aan het einde van de Romeinse Republiek? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Noem twee gevolgen van de veranderingen op het platteland voor de Romeinse steden.
- Hoe wilde de elite een opstand onder de proletariërs voorkomen?
- Welke vier sociale lagen kenden de Romeinse bevolking binnen de steden?
- "Gladiatoren kwamen vanuit het Romeinse Rijk vandaan. Zij hadden geen rechten en dienden enkel hun meester. Voor hun vrijheid konden zij hun leven wagen in de arena's, waar zij vochten tegen andere gladiatoren en dieren. Vaak waren deze gladiatoren heel goed in vechten, omdat ze oorspronkelijk soldaten waren geweest en waren verslagen door de Romeinen in oorlogen".
- Leg uit waarom gladiatoren vaak slaven waren. Geef antwoord via de drie stappen. Je hoeft niet heel de bron over te nemen in jouw schrift.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
8. "In het Romeinse Rijk leefden heel veel slaven: rond 100 v.C. was daar 1/3 van de mensen slaaf."
- Leg via twee gebeurtenissen uit paragraaf 3.1 uit waarom er rond die tijd zoveel slaven waren.
9. Slaven kwamen vaak uit veroverde gebieden of werden zo geboren. Er was nog een manier om slaaf te worden, via economische problemen, leg dit uit.
10. Noem twee overeenkomsten tussen vrouwenrechten in Athene en vrouwenrechten in Romeinse steden tijdens de Oudheid.
Paragraaf 3.3: De Grieks-Romeinse cultuur
1. Wat wordt er bedoeld met de Grieks-Romeinse cultuur en wat zijn drie voorbeelden van cultuurelementen die de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen?
2. Wat is een verschil in de manier hoe de Grieken hun cultuur verspreidden in vergelijking met de Romeinen?
3. Waarin waren de Romeinen niet te overtreffen en hoe past dit bij de Pax Romana?
4. In welke gebieden werd de Grieks-Romeinse cultuur verspreid en wat waren voordelen van het overnemen van die cultuur?
5. Wat zijn drie verschillen tussen de Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur?
6. Welke vijf problemen brachten het West-Romeinse Rijk tot verval?
7. Leg uit hoe de volksverhuizingen hielpen voor en tegen het verval van het rijk.
8. Geef drie verschillen en twee overeenkomsten tussen het Oost-Romeinse Rijk en West-Romeinse Rijk.
Paragraaf 3.4: Het christendom in het Romeinse Rijk
1. Leg uit welk probleem de Romeinse keizer had met het monotheïstische geloof van de joden.
2. Leg uit hoe het jodendom, in vergelijking met het Grieks-Romeinse geloof, een dogmatische godsdienst is.
3. Leg uit hoe Jezus Christus een gevaar vormde voor de joden en wat het gevolg daarvan was.
4. Noem drie voordelen die het christendom, in vergelijking met het jodendom, een laagdrempelige godsdienst maken.
5. Waarom vormden de christenen wel een gevaar voor de Romeinen, maar de joden niet?
6. Hoe veranderde keizer Constantijn de Grote de positie van christenen in het Romeinse Rijk?
7. Het christendom werd de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. Wat zou dit betekenen voor de Grieks-Romeinse godsdienst?
Enkele oefenvragen
1.Leg uit waarom de Republiek Rome twee consuls had via de voormalige staatsvorm van de Rome.
2.Geef twee redenen waarom het Romeinse leger zo succesvol was.
3.Leg uit wat er wordt bedoeld met de Grieks-Romeinse cultuur.
4.Zet de vijf sociale lagen van de Romeinse samenleving in de volgorde van machtig naar niet-machtig.
5.Welke verschillen en overeenkomsten waren er tussen de West- en Oost-Romeinse Rijk?
6.Leg uit waarom het christendom aantrekkelijker was dan het Jodendom, maar daardoor het christen wel een gevaar waren voor de Romeinen en het jodendom niet.