V2_hoofdstuk 2_wetenschappelijke Revolutie, Verlichting, Frankrijk

V2_hoofdstuk 2_wetenschappelijke Revolutie, Verlichting, Frankrijk

Controlevragen hoofdstuk 2

Paragraaf 2.1: De Wetenschappelijke Revolutie

•Benoem twee redenen voor het ontstaan van de Wetenschappelijke Revolutie.

•Benoem drie grote uitvindingen uit de Wetenschappelijke Revolutie.

•Benoem 4 wetenschappers uit die tijd.

•Benoem de gevolgen van de Wetenschappelijke Revolutie.

•Benoem minimaal 3 verschillen tussen de klassieke Griekse wetenschappers en de 17e -eeuwse wetenschappers.

•Benoem de drie manieren hoe de 17e -eeuwse onderzoekers onderzoek deden.

 

Paragraaf 2.2: De Verlichting (deel 1)

•Benoem hoe verlichters dachten over:

       •Hoe de bevolking moest deelnemen aan de samenleving.
       •Op welke gebieden de mensen vrij moesten zijn.
       ​•Wie de politieke macht moest hebben.

       •Wat de rol was van de koning en kerk voor de samenleving.
       •Hoe men het volk moest onderwijzen.
       •Het effect van standplaatsgebondenheid.

•Leg uit wat abolitionisme inhoudt.

•Leg uit wat verlicht absolutisme inhoudt.

•Benoem de verlichte invloed op godsdienst.

•Leg uit wat de Trias Politica inhoudt.

 

Paragraaf 2.2: De Verlichting (deel 2)

•Hoe werd de Verlichting verspreid?

•Waarom was de Verlichting vooral een elitaire stroming?

•Noem drie bekende verlichters en leg per verlichter uit waar die om bekend staat.

•Waarom past de Encyclopedie bij de Verlichting?

•Hoe heeft de Verlichting de Franse Revolutie mogelijk gemaakt?

 

paragraaf 2.3: Oorzaken van de Franse Revolutie

1. Welke kritiek was er op het bestuur van Frankrijk en welk kenmerk van de Verlichting kan je hieraan koppelen?

2. Welke financiële problemen kende Frankrijk in de 18e eeuw en wat waren de oorzaken van die problemen?

3. Welke sociale problemen kende Frankrijk in de 18e eeuw en wat waren de oorzaken van die problemen?

4. Welke privileges (voorrechten) hadden de adel en geestelijkheid in vergelijking met het volk?

5. Waarom riep koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeen en waarom was het stemproces daarvan oneerlijk?

6. Vergelijk de positie van de Bourgeoisie met de rijke burgerij in de Republiek en benoem een verschil qua rechten.

7. Leg uit wat censuur inhoudt en tegen welk kenmerk van de Verlichting dit ingaat.

8. Hoe wisten de Verlichters hun ideeën ondanks de censuur te publiceren?

9. Geef drie redenen waarom het Franse bestuur niet goed functioneerde. Tegen welk kenmerk van de Verlichting ging het benoemen van de ministers in?

10. Leg uit hoe Montesquieu's Triaspolitica (driemachtenleer) kon helpen om Frankrijk beter te besturen (voor hulp: zie powerpoint over paragraaf 2.2).

 

Paragraaf 2.4: Van de Bastille tot de Terreur

1. Leg uit waar de Derde Stand ontevreden over was binnen de Staten-Generaalvergaderingen en hoe dit heeft geleid tot het uitroepen van de Nationale Vergadering.

2. Hoe is De Verklaring van de rechten van de mens (1789) een gevolg van de Verlichting?

3. Lees de bron en beantwoord de bronvraag via de drie stappen. Je hoeft niet de hele bron over te nemen in jouw schift.

Juli 1789 was een tijd van angst, toenemende haat en onzekerheid. Een leger van 15.000 man zou met iedere minuut dichterbij Parijs komen, dus bouwden de Parijzenaren blokkades en hingen alarmklokken op. Op 13 juli wisten burgers zo’n 30.000 tot 40.000 musketten in handen te krijgen, nu alleen nog het buskruit vinden! Eenmaal bij het fort La Bastille brak de strijd los. Burgers en militairen die trouw waren aan de Derde Stand vochten tegen de bewakers van het fort. De menigte werd in de val gelokt en zo’n 83 burgers kwamen om. Aan de andere kant kwam er maar één fortbeveiliger om. Echter, ‘s avonds zouden andere bewakers worden opgezocht door de menigte en werden omgebracht voor verraad. Hoofdbeveiliger De Launay’s hoofd werd teruggevonden op een spies en als trofee door Parijs gedragen.

- Leg via de bron uit hoe deze gebeurtenis kan worden gezien als het begin van de Terreur (een periode van georganiseerde publiekelijke moorden). Gebruik de drie stappen.

4. De periode van juli t/m augustus 1789, wordt ook wel De Grote Angst genoemd. Benoem welke bevolkingslagen waar bang voor waren.

5. Benoem hoe de geestelijkheid en adel minder invloedrijk werd in 1789 en benoem waarom dit zulke ingrijpende veranderingen zijn voor de eerste en tweede stand als we kijken naar hun machtspositie van de afgelopen eeuwen.

6. Hoe hebben de Oostenrijkse en Pruisische aanvallen gezorgd dat Frankrijk een republiek werd?

7. Wat waren twee groepen binnen de Franse revolutionairen en welke meningsverschillen waren er tussen die groepen?

8. Welke hervormingen vonden plaats onder de radicalen binnen het leger?

9. Leg uit hoe de radicalen de Terreur gebruikten om hun politieke doelen te behalen.

 

Paragraaf 2.5: Napoleon de nieuwe heerser van Frankrijk

1. Leg uit dat de bourgeoisie zich na 1795 net zo gedroeg als de adel voor 1789.

2. Leg uit dat twee problemen tijdens het Directoire overeenkwamen met de situatie voor de         Franse Revolutie.

3. Leg uit hoe Napoleon de drie standen binnen Frankrijk achter zich wist te krijgen.

4. Leg via de Code Napoleon uit hoe Napoleon kan worden gezien als een Verlichte absolutist.

5. Leg uit dat de meningen van vorsten verschilden met die van de bevolken over de Franse Revolutie.

6. Geef twee voordelen en twee nadelen aan leven onder Napoleons heerschappij.

7. Noem drie veranderingen uit de Franse Revolutie die na Napoleon in Europa bleven en welke juist teruggedraaid werden naar de tijd voor 1789.

  • Het arrangement V2_hoofdstuk 2_wetenschappelijke Revolutie, Verlichting, Frankrijk is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ferry Van der Horst Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-02-13 18:50:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.