Skelet

Skelet

Skelet

inleiding

wij zijn Bo, Julia, Saloua, Donna en Femke en gaan wat vertellen over het skelet.

hierin kun je informatie over de opbouw, functie en aandoeningen van het skelet verwachten.

wij proberen je zo veel mogelijk te informeren over het skelet met de kennis die wij hebben.

 

 

opbouw

Het menselijk skelet is opgebouwd uit: de schedel. De wervelkolom: zeven halswervels, twaalf borstwervels, vrij lendenwervels, het heiligbeen en het staartbeen. Het tongbeen, het enige bot dat aan geen enkel ander bot vastzit.

Het skelet is een flexibel en sterk geraamte waardoor we rechtop staan en ons kunnen bewegen. Botten beschermen ook onze organen. Een ander woord voor botten is beenderen. Daarom noemen ons skelet wel eens beenderenstelsel.

De botten bestaan uit de volgende materialen: kalk(zouten) en lijmstof. Kalkzouten zorgen voor de stevigheid en hardheid. De lijmstof zorgt ervoor dat je bot een beetje buigzaam blijft. Bij kleine kinderen zijn de botten meer buigzaam doordat er meer lijm stof en minder kalk in hun botten zit. Hoe ouder je wordt, des te steviger je botten worden. Dan bestaan je botten meer uit kalk en minder uit lijmstof.

Melk, bonen en granen kunnen ervoor zorgen dat je botten harder worden, in deze producten zitten voornamelijk kalk.

Wij hebben verschillende soorten botten:

· Naad.

Een naad zijn vergroeide botten. Ze vormen dan samen een geheel. Een voorbeeld hiervan is de schedel. Schedelbeenderen bestaat in het begin uit losse stukjes. Hierdoor kan er ook geen beweging komen in de hersen.

· Kraakbeen.

Sommige botten zij verbonden doormiddel van kraakbeen. Kraakbeen is buigzaam. Daardoor kan een beetje beweging voorkomen. Een voorbeeld hiervan is je borstkast tijdens ademhaling.

· Gewrichten.

Botten kunnen ook verbonden zijn doormiddel van gewrichten. Deze komen vooral voor in benen en armen. Er is veel beweging mogelijk.

functie

De meeste dieren op aarde hebben een skelet. Het skelet beschermt de hersenen en de rest van onze kwetsbare ingewanden. Ook zitten er aan het skelet spieren vast. Doordat de spieren aan het skelet vastzitten, kunnen dieren bewegen. Ook geeft het skelet vorm aan het lichaam van de dieren. Bij de mensen en vele andere dieren zit het skelet aan de binnenkant. Maar er zijn ook veel dieren waarbij het skelet aan de buitenkant zit. Als het skelet aan de binnenkant zit, dan noemen we dat een inwendig skelet. Zit het skelet aan de buitenkant, dan heeft het organisme een uitwendig skelet. De meeste dieren met een inwendig skelet voelen lekker zacht aan. Dieren met een uitwendig skelet zijn hard aan de buitenkant. Mensen hebben een inwendig skelet. Hoewel de meeste dieren op aarde een skelet hebben, bestaan er ook veel organismen zonder skelet. Maar wat zijn nou echt de functies van het skelet ?.

1. Onze botten zijn hard en stevig waardoor we rechtop kunnen staan. Ze geven ons stevigheid. Zouden we geen stevige botten hebben dan zouden we als een pudding in elkaar zakken

2. Sommige botten bieden belangrijke tere organen bescherming. De hersenen worden bijvoorbeeld beschermd door de botten van de schedel. Hart en longen worden beschermd door de botten van de ribbenkast

3. In veel pijpbeenderen maken we bloedcellen aan

4. In de lange holle botten slaan we vet op.

5. Ons skelet (geraamte) geeft ons vorm. De vorm van het lichaam is aangepast aan de omgeving waar het dier in leeft en de leefstijl die het dier er op nahoudt. Bij dieren is de vorm van de poten aangepast aan de leefstijl van het dier. Mensen lopen rechtop en hebben zeer beweeglijke armen en handen.

6. Onze botten maken ook beweging mogelijk. Dat zit zo; tussen de botten zitten gewrichten die beweging mogelijk maken. Samen met de spieren die aan de botten vastzitten zorgen de gewrichten ervoor dat wij ons kunnen bewegen.

Niet alle botten zitten aan elkaar vast. Als alle botten aan elkaar vast zouden zitten, dan is bewegen erg moeilijk. Daarom zitten botten met verschillende verbindingen aan elkaar: gewrichten bijvoorbeeld. Bij het rolgewricht rollen elleboog en spaakbeen om elkaar heen. Hierdoor kan de hand draaien. In je heup zit een kogelgewricht. Het dijbeen heeft als uiteinde namelijk de vorm van een kogel. En die past precies in het komvormige deel van het heupbeen. Daardoor kunnen je benen bijna alle kanten op. Maar er zijn ook andere verbindingen, zoals een kraakbeenverbinding. Tussen de wervels zitten tussenwervelschijven van kraakbeen. Hierdoor kan je rug een beetje bewegen. Het ingewikkeldste gewricht is de knie: dit is een scharniergewricht en het wordt beschermd door de knieschijf. Het kniegewricht lijkt op een scharnier, zoals bij een deur. Dankzij kraakbeenverbindingen en gewrichten hebben wij zo’n flexibel skelet dat we kunnen lopen, rennen, dansen en sporten. De één wat beter dan de ander natuurlijk, hè.

Er zijn vier botverbindingen om deze 200 botten aan elkaar vast te zetten:

Met een naadverbinding (geen beweging meer mogelijk tussen de botten)

Vergroeid (geen beweging meer mogelijk tussen de botten)

Met kraakbeen (een beetje beweging mogelijk tussen de botten)

Met een gewricht (veel beweging mogelijk tussen de botten)

aandoeningen

Botbreuk: Als er een botbreuk is, zit er een klein scheurtje in het bot of is het helemaal verbrijzeld. De botbreuken die het vaakste voorkomen zijn: gebroken pols, gebroken been of gebroken rib. Een andere naam voor botbreuk is ook wel een fractuur.

Oorzaak: Een botbreuk kan komen door een ongeluk, langdurende terugkomende belasting (door sporten bijvoorbeeld), pathologische factoren ( gevolg van een ziekte bijvoorbeeld een tumor).

Voorkomen: Je kan ervoor zorgen dat je botten stevig zijn door veel te bewegen, naar buiten te gaan zodat de huid vitamine D kan maken en voeding te eten dat bijvoorbeeld kalk bevat voor de aanmaak en versterking van botweefsel, dus de botten.

Genezen: De dokter kan helpen om de botten in de goede richting aan elkaar te laten groeien, maar het lichaam moet het bot weer genezen. Artsen gebruiken gips, spalken, pinnen of andere hulpmiddelen om een fractuur/botbreuk in de goede positie/richting te houden tijdens het genezingsproces.

Groeipijn: één op de vijf kinderen heeft er last van: pijn in beide benen, meestal rond de knieën, kuiten, scheenof dijbenen. Dit wordt groeipijn genoemd. Meestal is de pijn er 's nachts en is er overdag weinig aan te merken.

Oorzaak: Het komt door de groei van de botten. Groeipijn is niet afkomstig van de botten zelf maar van spieren en pezen die erom heen zitten en waar dus aan getrokken wordt. Dit komt omdat de spieren en pezen langzamer groeien dan de botten.

Voorkomen: Je kan de groeipijn niet voorkomen maar je kan de pijn wel verlichten door over de benen te wrijven, de benen te strekken of ze warm te houden.

Genezen: Je kan groeipijn niet behandelen of genezen, het gaat vanzelf weg. Het kan wel verlicht worden. Als de pijn zo heftig is, mogen er pijnstillers gegeven worden.

Scoliose: Een andere naam voor Scoliose is ‘kromme rug’. De wervelkolom is zijdelings gekromd en in vaak ook om zijn as gedraaid. Deze aandoening komt meestal voor bij meisjes tussen de 10 en 18 jaar. Oorzaak: Het kan er zijn vanaf de geboorte door een of meerdere aangeboren wervelafwijkingen. Meestal ontstaat scoliose tijdens de groei van baby. Meisjes hebben een groeispurt in het jaar voor hun eerste menstruatie en daardoor is de kans op scheefstand/scoliose groter.

Voorkomen: Je kan scoliose niet voorkomen maar hoe eerder je de aandoening merkt/ziet hoe beter de behandeling zal zijn. Genezen: De behandeling van scoliose hangt af van hoeveel graden de scoliose is. Bij een scoliose van minder dan 20 graden zal er oefentherapie gebruikt worden als behandeling om zo te voorkomen dat de scoliose erger word. Bij een scoliose tussen 2 en 40 graden krijgen ze een bracebehandeling. Bij een scoliose vanaf 40 graden zullen ze gaan opereren en geven ze eventueel een gipsverband.

Lordose: Een andere naam voor lordose is holle rug en is een aandoening waarbij de ruggengraat in de onderrug bovenmatig gekromd is. Lordose begint wanneer de natuurlijke kromming in de onderrug meer dan normaal gaat krommen. Dit kan tot een hoge druk op de wervelkolom leiden, waardoor de pijn ontstaat.

Oorzaak: Lordose komt vaak voor bij jongeren zonder dat daar een echte reden voor is. Lordose kan op elke leeftijd voorkomen. Het kan veroorzaakt worden door: een slechte houding, obesitas, osteoporose, discitis, kyfose, spondylosithese en achondroplasie. Voorkomen: Het kan niet altijd voorkomen worden maar het kan de kans op lordose verminderen door een goede houding, een gezond gewicht en een gezonde leefstijl.

Genezen: De behandeling hangt af van de ernst van de kromming en de aanwezigheid van andere klachten. Je kan lordose behandelen met medicatie om de pijn en de zwelling te verminderen, fysiotherapie, yoga, gewichtsverlies, een brace en een operatie. Gewrichtsslijtage: Een ander woord voor deze aandoening is artrose. Dit is het langzame verval van het kraakbeen dat de boteinden in de gewrichten bedekt. Dit kan pijn veroorzaken, het gewricht kan gaan zwellen en er kan een stijf gevoel komen. Hierdoor is het moeilijker worden om te bewegen. Het is een soort van reuma.

Oorzaak: Vaak is er geen oorzaak van artrose. Er zijn wel risico factoren als: leeftijd, overgewicht, erfelijkheid en gewrichtsschade.

Voorkomen: Het is moeilijk om dit te voorkomen omdat er meestal geen oorzaak van is. Bij overgewicht kan het helpen om af te slanken.

Genezen: Artrose kan nog niet genezen worden. De behandeling richt zich dan ook enkel op het verzachten van de pijn. Bij erge pijn kan de dokter een injectie met corticosteroïden geven. Het is belangrijk om een goed evenwicht te vinden tussen rusten en bewegen, een fysiotherapeut kan daarbij help

bronnen

https://biologielessen.nl/index.php/dna-50/484-het-skelet

https://wikikids.nl/Skelet

 

  • Het arrangement Skelet is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Skelet
    Laatst gewijzigd
    2021-11-29 19:11:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    de opbouw, functie en aandoeningen van het skelet worden hier genoemd.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Loopbaan; Loopbaansturing;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.