Voor Nederlands ga je in 4-vwo in de komende periode werken aan verschillende vaardigheden.
Quest taalkunde
Praten jongens meer dan meisjes? Wanneer is taal ontstaan? Bestond er vroeger ook al straattaal? Wat is dyslexie? Dit soort vragen stel jij misschien ook wel eens. Taalkundigen bestuderen deze vragen ook en hebben allerlei interessante antwoorden gevonden. Op sommige vragen vind jij misschien ook wel een of meer antwoorden.
In deze periode doe je een mini-onderzoek, een eigen quest over een taalkundig onderwerp. Taalkunde omvat verschillende onderzoeksgebieden over taal. Je kunt denken aan taalvariatie (groepstaal, streektaal, straattaal), de verandering van taal (‘u of jij?’), communicatie en de sociale rol van taal (pragmatiek). Verderop vind je daar meer over, zodat je een keuze kunt maken voor jouw onderzoekje.
Hiervoor verdiep je je in artikelen die je over jouw gekozen onderwerp verzamelt. Die artikelen vind je via Blink, de bronnenlijst in deze wikiwijs of door je eigen inbreng. Zorg ervoor dat jouw gebruikte artikelen altijd zijn goedgekeurd door je vakcoach.
Eindproduct: column
Je werkt hiermee toe naar het eindproduct, een aantrekkelijk geschreven column, waarin je een conclusie trekt. Tijdens de toetsweek heb je hiervoor een schrijfzitting, waarin je je column schrijft. Je mag hierbij je eerdere aantekeningen gebruiken. LET OP: Voor 4-havo telt dit mee als SE1, voor 4-vwo is dit een formatieve toets.
Theorie onderzoek, schrijven, taal en spelling
De hoofdstukken uit het papieren handboek Blink zijn bedoeld als theorie en naslagwerk. Maak aantekeningen in je schrift en bekijk goed waar jij vooral aandacht aan moet besteden. Misschien hoef je spelling niet goed te bestuderen, maar weet je nog weinig van onderzoeksvaardigheden. In totaal ben je niet meer dan 4 uur per week bezig met Nederlands, als je onderstaande planning volgt.
Stuur mij een bericht in Teams, als je de opdrachten in Egodact hebt staan en/of feedback wilt.
Bestudeer deze periode uit Blink HANDBOEK:
Hoofdstuk 1 Tekstdoelen, tekstgenres, tekstvormen
Hoofdstuk 6 Onderzoeks- en informatievaardigheden 6.2 en 6.3
Hoofdstuk 8 Taalgebruik
Hoofdstuk 9 Spelling
Leesclub
Tot slot: natuurlijk lees je weer een boek, met je leesclubje (Litlab!). Doe hiervoor inspiratie op bij www.litlab.nl/leesclubs of bij de ronde boekenkast op High. Kom je er niet uit? Overleg dan zeker met mij! Zet een afbeelding van jullie boek (titel en auteur zichtbaar!) in Seesaw/Egodact en vul de tegel Leesdossier verder in.
Doe actief mee met de bloX, dan ben je zeker goed voorbereid op de toetsen die komen gaan.
- Het is aan te raden veel verschillende teksten te lezen, dat is handig als voorbereiding op je schoolexamens.
- Theorie/Herhaling: In Blink (website en handboek) vind je alle theorie. In het Reisblog wordt ook handige informatie gegeven.
- Het lezen doen we vaak samen, in een soort 'leesclub'. Vwo-kandidaten lezen in totaal 12 boeken. Overleg ALTIJD met je vakcoach welk boek je gaat lezen. Geschikte boeken vind je onder meer op Litlab en Lezen voor je lijst
Als je het weekschema volgt en actief meedoet, ben je goed voorbereid om deze periode goed af te sluiten.
Je werkt met deze opdracht onder meer aan de volgende leerdoelen Schrijfvaardigheid 3F:
Ik kan uiteenzettende, beschouwende en betogende teksten schrijven;
Ik kan op basis van een hoofdvraag een verslag, werkstuk of artikel schrijven, waarbij een stelling wordt uitgewerkt met argumenten;
Ook kan ik daarbij argumenten voor of tegen deze stelling verwoorden en kan ik de voor- en nadelen van verschillende keuzes uitleggen;
Ik kan informatie uit verschillende bronnen in één tekst samenvoegen tot een samenhangend geheel.