M&N - Onderzoek is een feestje

M&N - Onderzoek is een feestje

0. Info startweek

  • Inleiding in twee zinnen, vooral gericht op inhoud: Je gaat een eigen kwantitatief onderzoek uitvoeren binnen het thema 'feesten'.
  • Aantal XM: 5-15 XM (in overleg met gekozen vakdocent)
  • Coaches die de quest begeleiden: Mevrouw Schollaardt (biologie), meneer Hogenhuis (natuurkunde) en meneer Heijna (scheikunde)
  • Begeleiding met Blox, aantal en start: een Teamschat met iedereen die bij jou gekozen vakdocent hoort (meld je aan het begin van de periode bij de vakdocent, zodat hij/zij de groep kan aanmaken). Verder zijn er 2 checkpoints tussendoor waarbij je je werk laat controleren door je vakdocent voor je verdergaat met de Quest.
  • Building Learning Power: vindingrijkheid staat bij deze Quest centraal. Ga op zoek naar connecties, stel vragen, denk logisch na en kruip in de huid van een echte onderzoeker!
  • Belangrijkste opbrengsten: Geen opdrachten tussendoor. Voor deze Quest lever je alleen je eindproduct (een onderzoeksverslag) in.

 

Inhoud en eXplore miles

Waarom zou je voor deze quest willen kiezen?

Als je wil leren hoe de wereld om je heen eruit ziet, dan is dit een Quest voor jou! In deze Quest oefen je met het stellen van vragen, kritisch kijken naar de omgeving, hoe wetenschappers nieuwe dingen ontdekken en kennis koppelen.

Waar gaat deze quest over?

Deze quest gaat over hoe een kwantitatief natuurwetenschappelijk onderzoek in elkaar zit. De rest is aan jou!

Hij hoort bij het domein Mens en Natuur (biologie, natuurkunde en scheikunde).

 

Welke producten moet je leveren?

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

  • (checkpoint 1 & 2-> niet inleveren, maar laten afvinken voordat je verder mag)
  • Eindproduct: onderzoeksverslag

 

 

 

eXplore miles

 

Deze quest levert jou 5-15 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle deliverables op tijd levert. Overleg dit van tevoren met je gekozen vakcoach. Het aantal hangt onder andere af van het onderzoek dat je gaat uitvoeren en het aantal personen waarmee je je onderzoek gaat uirvoeren.

 

1. Jij begint

Motivatiemotor

➜ Maak een tegel aan in Egodact. Beschrijf daarin waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen. 

 

Verderkijker

Voor deze Quest ga je een eigen onderzoek uitvoeren. Je mag deze Quest met een groep doen (maximaal 5 leerlingen), maar let er dan wel op dat hoe meer mensen meedoen met het onderzoek, des te groter jullie onderzoek moet zijn voor hetzelfde aantal XM.

 

➜ Zet je resultaat (checkpoint 1, checkpoint 2 en je eindproduct) in seesaw en zet een link daar naartoe in je logboek van je tegel in egodact.

Checkpoint 1

2a. Onderzoek

Checkpoint 1: Voorbereiding van je onderzoek

Omdat we tenslotte bezig zijn met het thema feest, moet jullie onderzoek iets te maken hebben met feest. Er zijn veel onderwerpen die je kan behandelen in de context van feesten, zoals:

  • Muziekvoorkeur
  • Alcohol-/drugsgebruik
  • Soorten feestjes
  • Gehoorschade
  • Voedsel
  • Slaap(gebrek)
  • Etc.

 

Voorbereiding (15% van de tijd)

  • Lees de tekst hieronder over het uitvoeren van een onderzoek. De uitleg staat in het zwart, de voorbeelden zijn blauw.
  • Bedenk een onderwerp: wat wil je graag weten en waarom? Wat weet je al van dit onderwerp? Wat zouden goede bronnen zijn bij de voorbereiding van je onderzoek en bij het verklaren van je resultaten? Zorg ervoor dat je hier een kwantitatieve onderzoeksvraag bij kan bedenken: de resultaten hebben met aantallen te maken (bv. voorkeur voor fruit, aantal vogels, de gummybeertjes van welk merk het meeste groeien in water, etc.)
  • Bedenk een onderzoeksvraag (en evt. deelvragen) waarvoor je een experiment kan opzetten dat je zelf kan uitvoeren.
  • Bedenk een hypothese bij de onderzoeksvraag
  • Laat je onderzoeksvraag en hypothese controleren bij de vakdocent

 

Een goed onderzoek leidt tot 3 dingen:

  • Je deelt je kennis met andere mensen
  • Je komt meer te weten over een bepaald organisme, verschijnsel, etc.
  • Andere onderzoekers komen tot dezelfde resultaten als ze jouw onderzoek na doen (het was dus geen toeval dat jij die resultaten kreeg)

Maar hoe is zo'n goed onderzoek dan opgebouwd? Zet je altijd dezelfde stappen?

 

Stap 1: De probleemstelling

Je begint breed. Waar ben je nieuwsgierig naar? Waarom is het interessant/handig om te weten?

 

Bijvoorbeeld: Wat voor invloed heeft licht op planten? Als we weten hoe licht dingen als groei, ontwikkeling en voortplanting van planten beïnvloed, kunnen we deze kennis inzetten om de voedselproductie te stimuleren.

 

Stap 2: De onderzoeksvraag

Ieder onderzoek begint altijd met een vraag. Dat is tenslotte wat je gaat onderzoeken. Een goede onderzoeksvraag is niet te lang, niet te moeilijk, duidelijk, compleet en moet in de beschikbare tijd te beantwoorden zijn.

 

Slechte vragen zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe druk is het verkeer in de stad?
    • Deze vraag is niet duidelijk/compleet genoeg. Welke stad? Kijk je naar al het verkeer of alleen naar automobilisten? Welke tijd (van de dag/het jaar; bijvoorbeeld in een stad met veel toeristen zal het in augustus drukker zijn dan oktober)?
  • Hoe zat het ook alweer met het water in de zee of zo?
    • Niet goed geformuleerd, niet compleet en niet duidelijk wat je nu precies wil weten.

Goede vragen kunnen zijn:

  • Rijden er in de spits meer auto's in Hoofddorp dan buiten de spits?
  • Is de Noordzee het hele jaar door even zout?

 

Stap 3: De hypothese

Vervolgens geef je een voorlopig antwoord op je onderzoeksvraag. Dit is namelijk wat je gaat testen: je gaat dit antwoord bevestigen of verwerpen.

De makkelijkste manier om een hypothese te bedenken is door een groot deel van de onderzoeksvraag te herhalen. Dan ben je altijd compleet.

 

Een slechte hypothese op ‘Is de Noordzee het hele jaar door even zout?’ zou zijn: 'misschien’. Dit is veel te kort, onduidelijk en bovendien geeft het geen voorlopig antwoord.

Een goede hypothese op ‘Is de Noordzee het hele jaar door even zout?’ zou zijn: ‘De Noordzee is niet het hele jaar door even zout’.

 

Stap 4: De materiaal en methode

Zoals de naam al zegt ga je hier beschrijven wat nodig gaat hebben (materiaal) en wat je precies gaat doen (methode). Het doel is om ervoor te zorgen dat iemand anders jouw proef exact na kan doen zonder dat hij iets aan jou hoeft te vragen.

  • Materiaal: Maak een mooi "boodschappenlijstje” van wat je nodig gaat hebben. Beschrijf het zo nauwkeurig mogelijk, zodat niets dat je bij de proef gebruikt ontbreekt.
  • Methode: De proefopstelling (= hoe je proef eruitziet/in elkaar zit) moet compleet en nauwkeurig worden opgeschreven, net als bij de materialen. Beschrijf precies hoe je je proef gedaan hebt. Soms is het ook nodig om een tijdsplanning te geven (bijvoorbeeld als je zaadjes plant voor je onderzoek, is het relevant om te zeggen hoe vaak, wanneer en hoeveel water je ze geeft).

 

Stap 5: Uitvoering & resultaten

Je voert nu je proef stap voor stap uit, zoals je het hebt opgeschreven. Als er iets misgaat of onverwacht anders loopt, schrijf dit dan op.

Noteer tijdens het uitvoeren je waarnemingen en meetresultaten. Heel belangrijk: schrijf hier alles objectief (feitelijk, zonder mening) op en interpreteer nog niks. Je mag dus zeggen: de man geeft de vrouw een gratis ijsje. Je mag niet zeggen: de man is verliefd op de vrouw. Dat kan juist zijn, maar het kan ook onjuist zijn. Misschien was hij gewoon de ober en moet hij iedere jarige klant een gratis ijsje geven. Beschrijf dus alleen wat je waarneemt.

 

Verwerk je resultaten eerst in een tabel en vat ze achteraf samen in een figuur (als je nog niet weet wat dit is/wat de regels zijn: https://biologiepagina.nl/grafiekmaken.htm). Voeg eventueel ook tekeningen toe als je denkt dat ze verhelderend kunnen zijn.

Tabellen en tekeningen kun je tijdens je proef soms al invullen of maken. Met een grafiek gaat dat niet. Die maak je altijd achteraf.

In het hieronderstaande voorbeeld van een tabel en grafiek zie je hoe de patronen van de gegevens uit de tabel makkelijker te zien zijn in de grafiek. Je hoeft niet te tellen, maar kan nu in 1 oogopslag alle gegevens zien.


 

Dat wat je meet zet je op de y-as (waar de temperatuur staat in het plaatje). Het andere zet je op de x-as (waar de tijd staat in het plaatje).

 

Stap 6: Conclusie

Geef nu het echte antwoord op je onderzoeksvraag en geef aan of je hypothese klopte of niet. Betrek hierbij altijd je resultaten en probeer je uitkomsten te verklaren: waar baseer je je conclusie op?

Zijn er nog andere conclusies die je kunt trekken op basis van je resultaten?

 

Stap 7: Discussie

In een discussie doe je 3 dingen:

  • Zijn er nog dingen anders gelopen dan gepland? Hebben ze mogelijk invloed gehad op je resultaten?
  • Vergelijk je resultaten met literatuur (websites, andere onderzoeken, boeken, tijdschriften, etc.). Komen ze overeen of heb jij iets totaal anders gevonden?
  • Bedenk een vervolgonderzoek.

 

Bijvoorbeeld:

Onderzoek ging over tomaten

Onderzocht werd of de hoeveelheid licht invloed had op de groei van tomatenplanten. Hiervoor werden 5 planten in het donker gezet, 5 in schemerig licht en 5 in het licht.

 

Discussie van onderzoek tomaten

Mijn proef is anders gelopen dan gepland. Ik heb namelijk plantje ‘Donker 3’ op de tiende dag overgeslagen bij het geven van water, maar zijn groei week niet af van de andere planten in zijn ruimte. Daarom denk ik dat mijn resultaten nog steeds betrouwbaar zijn.

Mijn conclusie was dat tomatenplanten langer worden als ze meer licht krijgen. Uit eerdere onderzoeken van xxx en yyy blijkt dat zij hetzelfde hebben gevonden bij komkommerplanten. Dat komt dus overeen met mijn resultaten.

Ik zag dat de bladeren van mijn planten niet dezelfde tint groen waren in donker, schemer en licht. Een vervolgonderzoek zou kunnen onderzoeken of tomatenplanten bij meer licht opgroeien meer bladgroenkorrels maken dan tomatenplanten die in minder licht opgroeien.

 

Stap 8: Literatuurlijst

Noteer hier al je bronnen (websites, boeken, etc.)

Checkpoint 2

Checkpoint 2: Opzet

Opzet van je onderzoek (5% van de tijd)

  • Beschrijf nauwkeurig wat je gaat doen en wat je nodig hebt.
  • Beschrijf wat je verwacht te zien als je hypothese klopt.
  • Laat dit controleren bij de vakdocent

Eindproduct: Onderzoeksverslag

Eindproduct Uitvoering en Onderzoeksverslag

Uitvoering (10-30% van de tijd)

  • Voer je experiment zo goed mogelijk uit op de manier die je opgeschreven had.
  • Houd tussendoor een logboek bij: wat heb je wanneer gedaan? Waren er afwijkingen van normale omstandigheden/je opzet?

 

Eindproduct onderzoeksverslag (50-70% van de tijd)

Je onderzoeksverslag - of een goed onderzoeksverslag - bevat dus de volgende onderdelen:

 

Voorblad:

-Titel

-Naam

-Coachgroep

-4K of 4M

-Datum van inlevering

 

Inleiding

-Beschrijf wat je gaat onderzoeken

-Beschrijf waarom jouw onderzoek relevant is voor de wetenschap en/of maatschappij

-Beschrijf het organisme dat je onderzoekt (onderdelen + functies, etc.)

 

Onderzoeksvraag

-Zie Checkpoint 1

 

Hypothese

-Zie checkpoint 1

-Licht je hypothese kort toe (gebruik bronnen)

 

Verwachting

-Beschrijf wat je verwacht te zien in je experiment als je hypothese klopt

 

Materiaal en methode

-Welke materialen heb je gebruikt?

-Wat was je proefopstelling?

-Beschrijf wat je hebt gedaan

 

Resultaten

-Beschrijf kort je belangrijkste resultaten. Wat heb je waargenomen?

-Een tabel indien van toepassing.

 

Conclusie

-Klopte je hypotheses?

-Wat is het antwoord op je deelvragen en hoofdvraag (je conclusie)?

 

Discussie

-Zijn er nog dingen geweest die je resultaten hebben kunnen beïnvloeden (bv. een keer vergeten water te geven). In hoeverre denk jij dat het de betrouwbaarheid heeft beïnvloed?

-Klopte je resultaten met je verwachtingen? Verklaar een eventueel verschil.

-Verklaar je resultaten met literatuur (eerdere onderzoeken, sites, boeken, etc.)? Komt het hiermee overeen? Of deden jouw plantjes compleet iets anders?

-Wat zou een goed vervolgonderzoek zijn?

 

Bronnenlijst

-Zet hier al je bronnen ((school)boeken, tijdschriften, websites, etc.)

-Gebruik voldoende bronnen!!! 1 of 2 is niet genoeg.

 

Bijlages

-Je foto’s (als je die hebt)

-Je logboek: wat heb je wanneer gedaan?

-Eigen aanvullingen indien nodig

 

Zorg er daarnaast natuurlijk ook voor dat je verslag er netjes uitziet en dat je goede, volledige Nederlandse zinnen gebruikt.

3. Afronding

3a. Assessment

  In de eXpoweek lever je bewijs door je checkpoint tijdig af te hebben laten vinken bij je gekozen vakdocent en door je eindproduct in te leveren via Seesaw & Egodact.

3b. Terugkijker

Reflective journal

➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:
  • Vraag 1. Heeft deze Quest jouw manier van denken veranderd? Waarom wel/niet?
  • Vraag 2. Hoe zou je jouw geleerde vaardigheden/kennis kunnen inzetten in de toekomst?
  • Het arrangement M&N - Onderzoek is een feestje is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2021-10-25 13:00:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    -
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (z.d.).

    Template quest met cyclus eXplore miles - feest

    https://maken.wikiwijs.nl/180031/Template_quest_met_cyclus_eXplore_miles___feest