Welkom!
Fijn dat je er bent!
Dit arrangement is bedoeld om jou zelfstandig een hoofdstuk van het vak Bedrijfseconomie - Exploiteren en Beheren te laten afsluiten.
Volg de instructies op, ga stap voor stap door het arrangement, lees teksten, kijk filmpjes, maak opdrachten en sluit daarna af met de toets.
Veel succes!
Inleiding
Waaruit is de brutoverkoopprijs (de consumentenprijs) opgebouwd?
Wat is BTW en wat doet een bedrijf daarmee?
Wat is brutowinst, brutowinstmarge en brutowinstopslag?
Je gaat de consumentenprijs (ook wel de brutoverkoopprijs) opsplitsen in kleine stukjes.
Waaruit bestaan deze kleine stukjes?
Die vraag kun je na afloop van deze Wikiwijs beantwoorden.
Dit arrangement kun je gebruiken bij:
Hoofdstuk twee uit het theorieboek Exploiteren en Beheren van de methode Perspectief van EduHint
Hoofdstuk één uit het boek Financieel I van de Methode Perspectief van Eduhint.
Instructie
- Dit arrangement is opgenbouwd uit drie delen:
- Deel I: De BTW
- Deel II: Nettoverkoopprijs
- Deel II: Brutowinst, brutowinstmarge en -opslag.
- Elk deel bestaat uit een aantal pagina's tekst en/of video's.
- Je sluit ieder deel af met een oefenopdracht.
- Deze opdrachten zijn bedoeld om te checken of je de stof begrepen hebt.
- Opdrachten worden niet beoordeeld en tellen niet mee.
- Het is de bedoeling dat je het arrangement van begin tot eind doorloopt.
- Onder aan elke pagina zie je < en >, daarmee kun je naar de vorige of volgende pagina.
- Links staat een dropdown menu waarmee je door het arrangement kan navigeren.
- Succes!
Leerdoelen
Na het maken van deze wikiwijs kun je:
- Uitleggen uit welke onderdelen de consumentenprijs bestaat;
- De verschillende BTW-tarieven benoemen en beschrijven (met voorbeelden!);
- De BTW berekenen vanuit de nettoverkooprijs;
- De BTW berekenen vanuit de brutoverkooprijs;
- De nettoverkoopprijs berekenen;
- De brutowinst berekenen;
- Het verschil benoemen tussen brutowinstmarge en brutowinstopslag;
- De brutowinstmarge en brutowinstopslag berekenen.
Deel I: De BTW
Wat is BTW?
BTW staat voor Belasting Toegevoegde Waarde en wordt ook wel OMZETBELASTING genoemd.
- BTW is een verbruikersbelasting
- De verbruiker = de consument betaalt!
- De verbruiker betaalt niet direct aan de belastingdienst, maar via de winkelier.
- Elk bedrijf in Nederland is verplicht om BTW te berekenen over de nettoverkoopprijs per product (= netto-omzet !!)
- De winkelier neemt de BTW namens de Belastingdienst in ontvangst van zijn klanten > de winkelier treedt hier op als een doorgeefluik.
- De winkelier ontvangt BTW over zijn omzet van de klant en betaalt deze BTW daarna aan de Belastingdienst, vandaar de naam omzetbelasting.
- De BTW die de winkelier moet betalen noemen we te betalen BTW.
- De BTW die een winkelier betaalt over zijn inkopen mag hij terugvragen aan de Belastingdienst. Dit noemen we te vorderen BTW.
- Een keer per kwartaal doet de winkelier aangifte omzetbelasting.
- Bij de aangifte verrekent de winkelier de te betalen BTW met de te vorderen BTW. Het verschil is de af te dragen BTW. De af te dragen BTW is het bedrag dat de winkelier overmaakt aan de Belastingdienst.
- Af te dragen BTW = Te betalen BTW - Te vorderen BTW.
- Er zijn 3 BTW-tarieven:
- 0% = exportproducten
- 9% = eerste levensbehoeften
- 21% = algemene tarief luxegoederen
BTW Berekenen
Je kunt de BTW op 2 manieren bereken, welke je gebruikt ligt aan welke info je hebt!
- Je weet de consumentenprijs = de prijs inclusief BTW
- Je weet de nettoverkoopprijs = de prijs exclusief BTW.
Belangrijk om te onthouden:
De nettoverkoopprijs is ALTIJD 100%!
Optie 1:
Je weet de consumentenprijs!
De consumentenprijs is het bedrag inclusief 21% (of 9%) BTW.
De consumentenprijs staat gelijk aan 121%
Je wilt nu de nettoverkoopprijs weten. De nettoverkoopprijs is ALTIJD 100%
Hoe kom je van 121% naar 100% ? :121 x100 >>> dit is hetzelfde als delen door 1,21 !
Het BTW-bedrag vind je op 2 manieren:
- BTW = consumentenprijs - nettoverkoopprijs
- BTW = 21/121 deel van de consumentenprijs. BTW = consumenteprijs :121 x 21
Optie 2:
Je weet de netttoverkoopprijs!
De nettoverkoopprijs is het bedrag exclusief 21% (of 9%) BTW.
De nettoverkoopprijs staat ALTIJD gelijk aan 100%
Je wilt nu de consumentenprijs weten. De consumentenprijs is ALTIJD 109 of 121%.
Hoe kom je van 100% naar 121% ? :100 x121 >>> dit is hetzelfde als vermenigvuldigen met 1,21 !
Het BTW-bedrag vind je op 2 manieren:
- BTW = consumentenprijs - nettoverkoopprijs
- BTW = 21/100 deel van de nettoverkoopprijs. BTW = nettoverkoopprijs :100 x 21
Oefenopgaven
Oefening: Oefenopgaven BTW
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Deel II: Nettoverkoopprijs
Wat is de nettoverkoopprijs?
De nettoverkoopprijs = het bedrag dat de winkelier in de kassa ontvangt = de omzet van 1 product.
Wat moet de winkelier van dit bedrag allemaal betalen?
- De inkoopprijs: prijs die winkelier betaalt voor het product bij zijn leverancier;
- Een bedrag voor de dekking van zijn bedrijfskosten (gas, water, personeel, huur);
- Hij wil ook nog wat overhouden! Dus een beetje winst.
- Nettoverkoopprijs - inkoopprijs = Brutowinst
- Nettoverkoopprijs - inkkoopprijs - bedrijfskosten = Nettowinst
Brutoverkoopprijs
BTW -
Nettoverkoopprijs (verkoopprijs ex. btw)
Inkoopprijs -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst
Oefenopgaven Deel II: Nettoverkoopprijs
Oefening: Oefenopgaven nettoverkoopprijs
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
DEEL III: Brutowinst, brutowinstmarge en -opslag
Wat is brutowinst en wat is brutowinstopslag en brutowinstmarge?
Om iets te kunnen verkopen moet een bedrijf eerst iets inkopen.
Als een bedrijf iets verkoopt is het doel: er wat aan verdienen!
Dus moet de inkoopprijs worden verhoogd met een bedrag aan winst.
Het verschil tussen nettoverkoopprijs en de inkoopprijs noemen we BRUTOWINST.
We hebben net gezien:
Nettoverkoopprijs (verkoopprijs ex. btw)
Inkoopprijs -
Brutowinst
Brutowinst = Nettoverkoopprijs - inkoopprijs !
- De brutowinst is de winst waar de bedrijfskosten nog vanaf gaan!
- Brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst
De brutowinst wordt heel vaak aangegeven in een percentage%. Dit kan op 2 manieren:
- De brutowinst als % van de inkoopprijs = BRUTOWINSTOPSLAG
- Formule : brutowinst / inkoopprijs x 100%
- De brutowinst als % van de nettoverkoopprijs = BRUTOWINSTMARGE
- Formule : brutowinst / nettoverkoopprijs x 100%
LET OP!!
BRUTOWINSTOPSLAG = De brutowinst als % van de inkoopprijs >>>> DE INKOOPPRIJS = 100%
BRUTOWINSTMARGE = De brutowinst als % van de nettoverkoopprijs >>>> DE NETTOVERKOOPPRIJS = 100%
De som blijft hetzelfde!:
Inkoop
Brutowinst +
Nettoverkoopprijs
Daardoor:
BRUTOWINSTOPSLAG = de nettoverkoopprijs > 100%
BRUTOWINSTMARGE = de nettoverkoopprijs = 100%
Oefenopgaven Deel III: Brutowinst, brutomarge en -opslag.
Oefening: Oefenopgaven Brutowinst
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
