Tropische regenwouden zijn uitgestrekte bossen. Ze hebben een lage breedtegraad: ongeveer tussen 10°NB en ZB. Je vindt tropische regenwouden dus altijd in de buurt van de evenaar. Het grootste regenwoud is het Amazonegebied, dat lig in Zuid-Amerika en is vernoemd naar de rivier de Amazone, de op één na langste rivier op aarde.
Regenwouden vind je ook op andere wereldelen: in Afrika, Azië, Australië en Midden-Amerika.
Landschapszone
De gebieden dicht bij de evenaar worden de tropische landschapszone genoemd. Een landschapszone is een groot gebied op aarde hetzelfde klimaat en dezelfde platengroei. Vandaar ook de naam tropisch regenwoud.
Warm en vochtig
Dicht bij de evenaar is het altijd erg warm: het wordt er niet kouder dan 18° C. Er valt ook heel veel neeslag: mininaal 2.000 mm per jaar. In deze warme en vochtige omstandigheden kan het tropisch regenwoud ontstaan. Een tropisch regenwoud is een bos rond de evenaar.
Doordat het er altijd warm en vochtig is, kunnen er in deze landschapszoneveel verschillende planten groeien en leven er veel verschillende dieren. De variatie aan levensvormen is groot. Dit noemen we een hoge biodiversiteit. Het wordt in een regenwoud nooit koud. Daarom houden de bomen het hele jaar door hun bladeren.
Etages
Een tropisch regenwoud is opgebouwd uit een aantal lagen. Die lagen noemen we etages. Bovenin de bomen leven andere dieren dan in de lagere delen. Elke etage is weer een leefomgeving voor bepaalde dieren en in elke laag leven weer aandere dieren. Daarom spreken we van etages. De eerste etage is de bodem. Er groeit daar niet veel: wat varens en struiken. Daarboven vind je de tweede etage: de jonge bomen. Dit zijn bomen die nog niet volgroeid zin en proberen hoger te groeien. Omdat ze niet veel licht vangen, groeien ze niet snel. Ze blijven heel lang klein, soms wel honderd jaar. Tot er op een dag een grote boom omvalt, waardoor er een gat in de boomlaag ontstaat. Dan schijnt er ineens veel licht naar beneden en groeien de jonge boompjes als kool. De boom die als eerste bovenaan is, maakt met met zijn kruin het gat in het bladerdak dicht en krijgt veel zonlicht als beloning. De derde etage wordt gevormd door delianen.Dit zijn planten die als een soort touwen aan bomen groeien. De lianen groeien aan de bomen. De bladeren van deze bomen vormen samen de vierde etage: het dichte bladerdek. Daarboven vind je de vijfde etage: dit zijn de gastplanten. Dit zijn planten die langs boomstammen omhoog groeien om zo boven het bladerdek uit te komen. Op deze manier kunnen ze dan toch zonlicht krijgen. Als je rondloopt in een regenwoud, zul je zien dat het er nogal donker is. Dat wordt veroorzaakt door het dichte bladerdek.Dit zijn de bladeren van de bomen die dicht op elkaar groeien en zo een soort dak vormen, waardoor er maar weinig licht tot de grond kan doordringen. De gastplanten leven langs de stammen van de hoogste bomen. Die worden ook wel woudreuzen genoemd: ze kunnen wel 50 m hoog worden. Deze boomreuzen is de zesde etage.
Warm
Tropische regenwouden ontstaan dus in de warme en vochtige gebieden van de evenaar. Maar waarom is het bij de evenaar zo warm en vochtig?
Bij de evenaar is het altijd warm door twee oorzaken. Ten eerste is dit het deel van de aarde dat het dichts bij de zon staat. Verder van de evenaar moet het zonlicht verder reizen dan bij de evenaar. Daardoor is het bij de polen koud en bij de evenaar warm.
Ten tweede staat de zon bij de evenaar recht boven de aarde. De zonnestralen komen recht van boven. Daardoor hoeft het zonlicht een kleiner deel te verwarmen dan verder van de evenaar. Daar staat de zon schuiner ten opzichte van de aarde. En daardoor moet het zonlicht een groter oppervlak verwarmen.
En vochtig
Dicht bij de evenaar is het dus altijd warm. Maar het is daar vaak ook erg vochtig. Warme lucht heeft als eigenschap dat het wil stjgen. Hoe hoger deze lucht stijgt, hoe kouder die wordt. Bij de evenaar is de warme lucht ook erg vochtig: er zit veel waterdamp in. Dit is water in gasvorm. Je ziet het niet maar het is er wel. Door dat de lucht stijgt koelt hij af. Koude lucht krimpt in elkaar. Daardoor gaan de waterdampdruppels naar elkaar toe en vormen grotere druppels. Hierdoor ontstaan dan wolken. Als de druppels steeds groter worden, dan ontstaat daar er regen. We noemen deze vorm van neerslag stijgingsregen.
Het arrangement Thema landschappen op aarde: regenwouden is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.