Deze periode ga je leren hoe je omgaat met baby's tijdens het werken als pedagogsich medewerker. Je leert de basisvaardigheden en hoe je in de dagelijkse praktijk omgaat met baby's.
Les 1 Introductie werken met baby's
Welkom in de eerste les van het vak 'skills' werken met baby's. We starten met een stukje uitleg over het vak en de indeling van de lessen. Verder start je met een 0-meting. Dit doe je door de vragen hieronder te beantwoorden. Wanneer iedereen de vragen heeft beantwoord, zal er een vragenronde worden gehouden en zullen de ervaringen worden gedeeld. Veel plezier!
Gezamenlijke start
De lessen zijn iedere week hetzelfde opgedeeld. Namelijk als volgt:
- Gezamenlijke start: bespreken onderwerp en uitvoeren opdracht
- Zelfstandige opdracht 1
- Zelfstandige opdracht 2
- Bij sommige lessen is een derde opdracht toegevoegd of een verdiepende opdracht.
- Evaluatie en reflectie (gezamenlijk of individueel)
Zelfstandige opdracht 1
0-meting: 0-meting werken met baby's
0%
Het kan zijn dat je tijdens je stage of werk gaat werken of al werkt met baby's. Het betreft een specifieke benadering en handelingen. Het is daarom van belang om bewust om te gaan met baby's en dat kan alleen door de theoretische kennis te vergroten. Beantwoord de vragen om erachter te komen hoeveel jij al weet van deze theorie.
Let op!
Houd zelf bij welke vragen je niet goed had! Schrijf ze op.
Ervaringsrondje. Hierin bespreken we wat je (specifieke) ervaring is in het werken met baby's en welke ervaring je hebt van het invullen van de 0-meting.
Les 2 Algemene ontwikkeling baby
Doelen van de les:
Kennis van de cognitieve, taal, fijne en grove motoriek, zintuigelijke en de sociaal-emotionele ontwikkeling
Kennis van de mijlpalen gerelateerd aan cognitieve, taal, fijne en grove motoriek, zintuigelijke en sociaal-emotionele ontwikkelingsgebieden
Inhoud van de les:
Gezamenlijke start: Van baby naar dreumes
Zelfstandige opdracht 1: Ontwikkeling van 0-jarige
Zelfstandige opdracht 2: Herken jij de mijlpalen van een baby?
Evaluatie en reflectie: Wat neem jij mee?
Bron:
Basisboek Opvoeding en ontwikkeling
Gezamenlijke start: Van baby naar dreumes
Bekijk gezamenlijk eerst foto 1 en daarna foto 2. Start een kringgesprek met vragen zoals:
Waar denken jullie aan bij foto 1?
Waar denken jullie aan bij foto 2?
Welke verschillen zien jullie in de foto’s?
Welke ontwikkeling denk jij dat er plaatsvindt bij een baby die uitgroeit tot een dreumes?
Les 2, opdracht 2 Welke mijlpalen zie je terug bij de baby?
Evaluatie en reflectie
Optie 1: Reflectiewandeling
Docent laat de volgende 3 vragen zien. De studenten gaan in 3 rondes rondlopen. Als de docent “Ja” roept dan zoek je de medestudent op die het dichtste bij je staat en stel je beide aan elkaar één van de 3 vragen. Heb jullie beide vragen beantwoord ga je naast elkaar staan richting de docent, zodat de docent weet dat jullie klaar zijn voor de volgende ronde. Zorg ervoor dat je in willekeurige volgorde minimaal alle drie de vragen hebt gesteld aan je medestudenten in de drie rondes.
3 vragen:
Wat is je belangrijkste inzicht van vandaag?
In welke situaties kun je de inhoud van vandaag gebruiken?
Wat zou jij jouw collega of medestudent vandaag vertellen over de les?
Optie 2: Wat denk jij?
Bij zelfstandige verwerking geef je uitgebreid antwoord op de volgende vragen:
Wat is je belangrijkste inzicht van vandaag?
In welke situaties kun je de inhoud van vandaag gebruiken?
Wat zou jij jouw collega of medestudent vandaag vertellen over de les?
Les 3 Zintuigelijke ontwikkeling
Doelen van de les:
Kennis van de zintuigelijke ontwikkeling
Kennis van de mijlpalen gerelateerd aan zintuigelijke ontwikkelingsgebieden
Zelfstandige opdracht 2: Casus “Rust voor de baby creëren ”
Evaluatie en reflectie: Leren in beeld
Bron:
Basisboek Opvoeding en ontwikkeling
Gezamenlijke start
Kringgesprek:
Leef je in de baby's die op het plaatje in de grondbox liggen en gebruik hierbij je ervaringen in je werk op een kinderdagverblijf (mocht je deze reeds hebben).
Ga met elkaar in gesprek:
- Wat kunnen deze baby's ervaren?
- Welke zintuigen komen naar voren?
- Wat zouden de baby's fijn vinden?
- Wat zouden de baby's minder fijn vinden?
Zelfstandige opdracht 1
Opdracht 1 (zelfstandig)
Stap 1: Voordat je verder kunt met de opdracht start je met het lezen van een stukje theorie over de zintuigelijke ontwikkeling van de baby. Deze informatie gebruik je vervolgens voor de opdracht.
Lees de volgende onderdelen van basisboek “Opvoeding en ontwikkeling”:
Hoofdstuk 3 “Het lichaam ontwikkelt”. Blz 65 vanaf onderdeel zintuigen tot onderdeel 4 houdingen
Hoofdstuk 7 “Het kind en de groep”. Blz. 193 & 194 “De wereld ontdekken via spel: 0-2 jaar
Stap 2: Na het doorlezen van de theorie lees je de 10 stellingen hieronder door. De informatie heb je zojuist doorgelezen. Geef bij elke stelling aan of deze juist is of onjuist. Let op: De informatie uit het boek moet gebruikt worden dus geen informatie opzoeken op internet!
We gaan terugkijken op wat je hebt geleerd in deze les. De docent geeft je zo een paar minuten de tijd. Bedenk eerst wat het belangrijkste is wat jij uit deze les gehaald hebt en ga daarna op zoek naar een afbeelding dat dit in beeld brengt. Zodra je de afbeelding hebt gevonden verstuur je deze afbeelding naar de docent. De docent verzamelt de afbeeldingen. De afbeeldingen en wat ze uitbeelden worden daarna gezamenlijk besproken.
Optie 2: Individuele afsluiting
We gaan terugkijken op wat je hebt geleerd in deze les. Bedenk eerst wat het belangrijkste is wat jij uit deze les gehaald hebt en ga daarna op zoek naar een afbeelding dat dit in beeld brengt. Zodra je de afbeelding hebt gevonden plaats je deze in de uitwerking van de opdracht. Beschrijf in minimaal 5 zinnen wat je hebt geleerd en hoe dit terug komt in de afbeelding.
Les 4 Babybrein en hechting
het babybrein
Doelen van de les:
Je weet hoe de hersenen werken bij de baby
Je hebt algemene kennis over hechting bij baby’s
Inhoud van de les:
Gezamenlijke start:
Zelfstandige opdracht 1: het babybrein
Zelfstandige opdracht 2: Hechting bij baby’s
Zelfstandige opdracht (verdiepende opdracht)
Evaluatie en reflectie: bekend, benieuwd, bewaard
Bron:
Basisboek Opvoeding en ontwikkeling
Hoofdstuk 4 “Denken en leren”. Blz. 90 ‘de ontwikkeling van een brein’ en blz. 92 ‘Jongere kinderen leren zo’.
Gezamenlijke start
Klassikaal lezen
Hoofdstuk 4 “Denken en leren”. Blz. 90 ‘de ontwikkeling van een brein’ en blz. 92 ‘Jongere kinderen leren zo’.
Zelfstandige opdracht 1
Hoe zit het brein in elkaar?
Zet in een WORD-document de volgende vragen en geef er antwoord op naar aanleiding van het filmpje:
Vraag 1:
Uit hoeveel lagen bestaat ons brein grofweg? Schrijf ook op hoe deze lagen in het filmpje worden genoemd en waar de laag verantwoordelijk voor is.
Vraag 2:
Bij gevaar reageert je oerbrein onmiddellijk. Er komt een stresshormoon vrij waarop je lichaam reageert. Welke 2 reacties kunnen ontstaan?
Zelfstandige opdracht 2
Brein van de baby
Zoals in het filmpje naar voren komt heeft een baby veiligheid en geborgenheid nodig om zich veilig te voelen. Wanneer een baby zich veilig voelt hecht het zich aan de personen die voor hem zorgen (vader/ moeder/ broer/ zus/ opa/ oma/ oppas etc.) Hechting gebeurt in de eerste maanden van het nieuwe leven en is essentieel voor de mate waarin een kind op latere leeftijd zich zeker kan voelen, sociale contacten kan aangaan en het vertrouwen kan hebben in de medemens.
Na het doorlezen van de theorie en het bekijken van de filmpjes maak je de volgende opdracht.
De kennis die je hebt opgedaan uit de filmpjes, de website en de theorie uit het boek gebruik je voor deze opdracht.
Stel: je gaat solliciteren op een baan als pedagogisch medewerker bij een kinderopvang- specifiek babygroep. De volgende vraag wordt gesteld “Op welke manier denk jij dat je invloed hebt op het gevoel van veiligheid bij de baby?” Wat zou jouw antwoord zijn?
Schrijf in een WORD-document een pleidooi van ongeveer 200 woorden. Geef een paar voorbeelden en geef aan waarom jij denkt dat het belangrijk is.
Opdracht 1
Geef 2 praktische voorbeelden van hoe je veiligheid voor baby’s kunt creëren op de groep. Leg uit waarom je kiest voor deze aanpak.
Opdracht 2
Geef 2 praktische voorbeelden van wat je kunt doen als een baby huilt wanneer hij/zij net op de groep is gebracht. Leg uit waarom je kiest voor deze aanpak.
Evaluatie en reflectie
Les 5 Activiteiten en materialen
Doelen van de les:
Spel- en ontwikkelingsmaterialen die geschikt zijn voor 0-jarigen
Kan kansen signaleren, creëren en benutten om passende activiteiten, spel- en ontwikkelingsmaterialen aan te bieden
Inhoud van de les:
Gezamenlijke start: Brainstorm
Zelfstandige opdracht 1: Geschikte materialen
Opdracht 2: Casus “Tim wilt rollen”
Zelfstandige opdracht 3: Activiteiten gericht op de baby
Evaluatie en reflectie: En de prijs gaat naar..
Bron:
Basisboek Didactiek, communicatie en organisatie
Gezamenlijke start
Brainstorm
De les wordt gestart met een gezamenlijke brainstorm. Je kunt digitaal antwoorden geven via de link die de docent geeft. (bij via answergarden, Padlet of Mentimeter) of je geeft antwoorden op het bord.
In het midden staat “speelgoed van de baby”. Iedereen benoemd of beschrijft wat er opkomt. Als de brainstorm klaar is, gaan jullie samen de brainstorm bekijken.
Tim is een baby van ruim 5 maanden op de groep de Bambi. De laatste paar dagen is Tim niet helemaal zichzelf. Hij ligt op zijn rug de grond en draait dan elke keer naar zijn zij. Wanneer hij op zijn zij ligt begint hij te spartelen met zijn benen en begint hij te kreunen. Je bespreekt dit met je collega en zij geeft aan dat ze denkt dat hij graag wilt omrollen, maar zijn arm zit elke keer nog in de weg. Samen ga je in overleg wat jullie kunnen doen om Tim te helpen.
Stap 2: In de casus komt naar voren dat Tim de motivatie heeft om te gaan omrollen, maar het lukt hem nog net niet helemaal. Geef antwoord op de volgende vragen:
Op welke manier zou jij Tim kunnen helpen in het omrollen? Geef een voorbeeld.
Welke materialen zijn volgens jou geschikt om in te zetten om deze ontwikkeling te stimuleren?
Welke materialen zijn volgens jou ongeschikt om in te zetten om deze ontwikkeling te stimuleren?
Je kiest één activiteit uit van de vorige opdracht en legt deze kort uit op een post it/padlet. De docent zet een streep in het midden van het bord met aan de ene kant “baby 0-6 maanden” en aan de andere kant “baby 6 – 12 maanden” of maakt kopjes op de padlet. Plak of zet jouw activiteit bij de juiste doelgroep. Als iedereen zijn bijdrage heeft gegeven ga je kijken welke activiteit volgens jou eruit springt. Kijk daarbij of de activiteit passend is bij de ontwikkeling en de behoefte van de baby, maar kijk ook naar originaliteit. Geef deze activiteit een streepje bij de post it of een hartje via de padlet. De top 3 wordt gezamenlijk bepaald en gezamenlijk besproken.
Les 6 interactie tussen baby's
Doelen van de les:
Kan interacties tussen baby’s herkennen en stimuleren
Kan benoemen waarom het stimuleren van interacties tussen kinderen zo belangrijk is
Inhoud van de les
Gezamenlijke start: ervaringen delen
Zelfstandige opdracht 1: onderlinge interacties
Zelfstandige opdracht 2: dicht bij de baby
Evaluatie en reflectie: keuzeopdracht
Bron:
Basisboek ‘Opvoeding en ontwikkeling’ hoofdstuk 7
Gezamenlijke start
Maak een klassikale woordweb en geef antwoord op de vraag: op welke manier communiceer jij met baby’s?
Hier gaat het over bijv. grondhouding en het bewust aandacht geven aan de wensen en behoeften van de baby’s.
Stel: Je mag je droomopvang creëren. Je hebt alle middelen en mogelijkheden ter beschikking. Hoe zou jouw droomopvang eruit zien? Maak een schets van de indeling van je opvang. Beschrijf welke materialen je minimaal wilt gebruiken voor de baby’s in jouw opvang. Tip: je kunt een digitaal programma gebruiken om een tekening te maken. Bijv. Intelligent Diagramming | Lucidchart
Evaluatie en reflectie
Optie 1: Gezamenlijke afsluiting
We kijken samen naar de gemaakte plattegronden en vertellen elkaar (onderbouwd met theorie) waarom we dit idee het beste vinden
Optie 2: Individuele afsluiting
Je schrijft voor jezelf 3 kernwoorden op die je hebt meegekregen uit de les.
Woorden die ertoe leiden dat je bewust bent (geworden) van het belang van interactie tussen kinderen stimuleren.
Les 7 Slaap- en waakritme
Doelen van de les
Kan inspelen op het individuele slaap- waakritme
Kan antwoorden geven op vragen van ouders over ontwikkeling en welbevinden
Inhoud van de les
Gezamenlijke start: Meetmoment start van de les
Zelfstandige opdracht 1: Slaap-waakritme
Zelfstandige opdracht 2: Casus “Baby moet NU slapen ”
Evaluatie en reflectie: Meetmoment einde van de les
De docent start de les met de vraag “Welk cijfer (1 t/m 10) zou je jezelf geven op je kennis en het geven van advies aan ouders gericht op het thema slapen van baby’s?”. Iedereen schijft eerst voor zichzelf een cijfer op. De docent noemt de cijfers van 1 t/m 10 op. Iedereen staat op wanneer het cijfer opgenoemd wordt dat is opgeschreven.
De docent geeft enkele studenten het woord en vraagt door:
Waarom heb je dit cijfer gekozen?
Wat heb je nodig om er een hoger cijfer van te maken?
Veel vragen van ouders van baby’s die je zult krijgen als pedagogisch medewerker gaan over het slapen van de baby. Iedere ouder heeft zijn eigen wensen, ideeën en opvattingen over het slapen. Je probeert altijd zoveel mogelijk rekening te houden met de wensen met ouders, maar wat doe je als de wensen van een ouder niet in lijn staan met het welbevinden van de baby op de groep.
Lees allereerst de volgende casus:
Twee weken geleden heb je de intake gehad van Beer (3 maanden). Tijdens de intake heeft de moeder van Beer aangegeven dat hij thuis op vaste tijdstippen slaapt. Ze geeft aan dat deze tijden strak aangehouden moeten worden, omdat hij anders in de avond niet op tijd in bed ligt. Tijdens de intake heb jij aangegeven dat jullie het gaan proberen om dit ook aan te houden op de groep, maar dat er meer prikkels op Beer afkomen dus het kan zijn dat het slaapritme van Beer op de groep anders kan zijn. De weken die daarop volgen proberen jullie de wensen van de moeder van Beer aan te houden, maar Beer valt niet in slaap. Hij lijkt niet moe genoeg en huilt veel in bed. Dit bespreek je tijdens de overdrachten, maar moeder geeft aan dat ze het erg vervelend vindt dat er niet naar haar geluisterd wordt en blijft bij haar standpunt dat Beer op de vaste tijdstippen op bed moet liggen. Na een maand ga je het gesprek aan met moeder.
Je kunt je voorstellen dat dit een lastig gesprek kan zijn. Het uiteindelijke resultaat moet zijn dat moeder zich gehoord voelt in haar wensen en het welbevinden van de baby op de groep verbetert kan worden. Beschrijf voor deze opdracht uitgebreid in minimaal 10 zinnen hoe jij zou reageren op deze moeder.
Evaluatie en reflectie
Optie 1: Gezamenlijke afsluiting
We gaan terugkijken op jouw ontwikkeling in deze les. Dit doen we door opnieuw antwoord te geven op de vraag: “Welk cijfer (1 t/m 10) zou je jezelf geven op je kennis en het geven van advies aan ouders gericht op het thema slapen van baby’s?”. Iedereen schrijft voor zichzelf een cijfer op. De docent noemt weer de cijfers 1 t/m 10 op. Iedereen staat op wanneer het cijfer opgenoemd wordt dat is opgeschreven.
De docent vraagt door:
Waarom is je cijfer nu hoger of lager?
Wat heb je nodig om er een hoger cijfer van te maken?
Optie 2: Individuele afsluiting
Je gaat zelfstandig terugkijken op jouw ontwikkeling in deze les. Allereerst start je door opnieuw antwoord te geven op de volgende vraag: “Welk cijfer (1 t/m 10) zou je jezelf geven op je kennis en het geven van advies aan ouders gericht op het thema slapen van baby’s?”. Schrijf je cijfer op en beantwoord de volgende vragen:
Is je cijfer nu hoger of lager?
Waarom is je cijfer nu hoger of lager?
Wat heb je nodig om er een hoger cijfer van te maken?
Het arrangement Specifieke scholing 0-jarige - BOL is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
0-meting werken met baby's
Oefening juist of onjuist
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
Les 2 opdracht 1 (individueel)
'zo werkt het kinderbrein'
