In deze quest ga je meer leren over de vroege Middeleeuwen. Wie woonden er in Europa tussen 500 en 1000 na Christus, wat deden ze voor werk en hoe zag hun dagelijks leven eruit? Ook leer je over de opkomst van het Christendom, en over wie de macht had in de vroeg Middeleeuwse maatschappij.
Je kunt kiezen voor twee niveaus in deze quest: - VMBO basis/kader
- MAVO/HAVO
Wat ga je doen en maken in deze quest?
- Je maakt een heleboel opdrachten om kennis op te doen over de vroege Middeleeuwen. Om je kennis te testen, maak je een digitale toets.
- Je maakt een spel over de Middeleeuwen.
1. Jij begint
Motivatiemotor.
De middeleeuwen ken je misschien al van verhalen over ridders en de jonkvrouwen, maar er is nog veel meer te vertellen over deze periode van het jaar 500 tot 1000.
Wat zou jij nog graag willen leren over de middeleeuwen?
➜ Schrijf in je schrift drie vragen die je nog hebt rondom de Middeleeuwen.
➜ Ga in gesprek met een klasgenoot. Weet hij/zij misschien het antwoord op jouw vragen? En weet jij het antwoord op die van hem/haar?
➜ Wat lijkt je interessant aan de Middeleeuwen? Schrijf dit op in je schrift.
Verderkijker.
Wat weet jij eigenlijk al over de Middeleeuwen? Laat je hersens kraken in deze quiz!
➜ Doe deze Quiz over de middeleeuwen. Tip: weet je het antwoord niet? Bij veel vragen zitten filmpjes met het antwoord erin verstopt!
➜ Schrijf in je schrift drie nieuwe weetjes op die je in deze quiz tegen gekomen bent.
Leerdoelen.
Bij deze quest ga je de komende weken werken aan de volgende leerdoelen:
Je weet hoe de machtsverdeling werkte in het feodale stelsel en het hofstelsel van de Middeleeuwen.
Je weet hoe het Christendom als wereldreligie opkwam tijdens de vroege Middeleeuwen.
Je kunt personen en begrippen classificeren (ordenen/indelen in groepen).
Je kunt je inleven in het dagelijks leven van mensen uit de Middeleeuwen.
En verder oefen je ook nog met de volgende vaardigheden:
Samenvatten
Samenwerken
Verbanden leggen tussen begrippen, gebeurtenissen en personen.
Je verworven kennis toepassen op creatieve manieren.
2. Opkomst van het Christendom
Tijdvak 3 monniken en ridders
Jullie gaan aan de slag met de opkomst van het Christendom tijdens de Middeleeuwen. Hierbij kun je kiezen uit twee niveaus:
- VMBO basis/kader
- MAVO/HAVO/VWO
Klik links op het niveau dat jij wilt volgen in deze quest.
Hier vind je een introductie en een overzicht van wat je in dit onderdeel gaat doen
- Aan de slag
Hier vind je twee stappen:
Het hofstelsel
Val van het West-Romeinse Rijk
- Afronding
Hier vind je een creatieve eindopdracht.
Hofstelsel
Intro
In deze opdracht gaat het over het hofstelsel.
Dat is de manier waarop een landgoed in de Middeleeuwen werd beheerd.
Belangrijke begrippen die bij het hofstelsel horen zijn: vroonland, hoeveland en horige.
Kijk maar eens naar de volgende video.
Hierin wordt uitgelegd wat het hofstelsel is.
Let goed op de betekenis van de verschillende begrippen.
Ze komen later deze opdracht terug.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen dat de periode na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 n. Chr. de Middeleeuwen wordt genoemd.
uitleggen waarom de steden uit de tijd van de Romeinen verdwenen en waarom de handel in verval raakte.
het hofstelsel beschrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het bestuderen van Kennisbank 'Hofstelsel' kun je vragen beantwoorden over de vroege middeleeuwen en het hofstelsel.
Stap 2
Je kunt met behulp van een bron hoe het hofstelsel werkt.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Een tekening of collage over het hofstelsel.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Het hofstelsel
Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het onderdeel over het hofstelsel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In 476 viel het West-Romeinse Rijk.
Vanaf die tijd is er in West-Europa steeds minder geld in omloop.
Het gebrek aan geld werd opgevangen door het hofstelsel.
Oefening: Hofstelsel
0%
Over boerderijen bij een klooster in Frankrijk zijn de volgende gegevens verzameld:
De mannelijke horigen van deze boerderijen zijn verplicht om twee of drie dagen per week op het land van de abdij te werken. De horigen moeten zesmaal per jaar karrendienst verrichten om wijn naar het klooster te rijden. En de horigen moeten ieder jaar leveren:
± 600 kg gemout graan voor het maken van bier
± 350 kg meel
3 kuikens en 20 eieren.
De bron is een goed voorbeeld van het hofstelsel in de vroege middeleeuwen
De vragen in deze oefening gaan over de tekst hierboven.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Einde West-Romeinse Rijk
Het West-Romeinse rijk eindigde in 476 n.Chr. Germaanse en Keltische stammen kregen de macht en richtten eigen koninkrijken op in het gebied.
Middeleeuwen
Tijdperiode van 500 tot 1500 n.Chr.
De middeleeuwen worden ook wel 'de donkere eeuwen' genoemd.
Horigen en boeren
Op een landgoed leefden en werkten horigen en boeren. Zij moesten verplicht diensten leveren aan hun heer.
Ze moesten een deel van hun oogst aan hem af te staan. In ruil daarvoor kregen ze van de heer bescherming. Horigen moesten toestemming vragen om van het land af te mogen. Boeren waren vrij. Horigen hadden zelf geen lapje grond. Boeren pachtten (huurden) een stukje grond van hun heer.
Hofstelsel
In de middeleeuwen waren er grote landgoederen die werden beheerd volgens het hofstelsel. De vorst of koning gaf een stuk land als 'leen' aan een leenheer.
In ruil moest de leenheer de koning beschermen.
Een leenheer liet op zijn land horigen en boeren werken.
Zij beschermden de leenheer en betaalden een deel van hun oogst als belasting.
Vroonland
Op het vroonland stond het kasteel of landgoed.
Vanaf het vroonland bestuurde de leenman het domein of landgoed. Het vroonland bestond uit bouwland, weideland en onontgonnen gebieden.
Hoeveland
Het hoeveland bestond uit landbouwgrond.
Op het hoeveland woonden en werkten de horigen en boeren.
Eindopdracht: Tekening/Collage
Als eindproduct van deze opdracht maak je een tekening of collage.
Met behulp van de tekening/collage leg je uit hoe het hofstelsel werkt.
De tekening/collage moet duidelijk maken:
in welke periode het hofstelsel de manier was waarop het land werd beheerd.
wat het verschil is tussen vroonland en hoeveland.
wat het verschil is tussen een boer en een horige.
Je maakt de tekening/collage met zorg en zorgt ervoor dat je hem op tijd klaar hebt. Maak hierover afspraken met je docent.
Beoordeling
Laat de tekening/collage beoordelen door je docent.
Je krijgt een goede beoordeling voor je tekening/collage als:
duidelijk is in welke periode het hofstelsel bestond.
duidelijk is wat het verschil is tussen vroonland en hoeveland.
duidelijk is wat het verschil is tussen een boer en een horige.
de tekening/collage met zorg is gemaakt.
de tekening/collage op tijd klaar is. Maak afspraken met je docent.
Klaar? Lever je tekening/collage in bij je docent.
Met een tekening kun je informatie presenteren. Je kunt je tekening eventueel combineren met stukjes tekst. Door je tekening kun je bijvoorbeeld ook laten zien welk standpunt je inneemt en hoe je over iets denkt.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kon je al veel informatie uit de video halen?
Was dit handig voor de verdere opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Heb je gekozen voor de tekening of de collega? Vond je het lastig om de betekenis van de verschillende begrippen duidelijk te maken in je werk?
HAVO/VWO niveau
Je maakt de opdrachten hieronder:
- Hofstelsel
Hier vind je een introductie en een overzicht van wat je in dit onderdeel gaat doen
- Aan de slag
Hier vind je drie stappen:
Val Romeinse Rijk
Het hofstelsel
Pestepidemie
- Afronding
Hier vind je een creatieve eindopdracht.
Hofstelsel
Intro
De manier waarop een landgoed in de middeleeuwen werd beheerd, werd het hofstelsel genoemd. Belangrijke begrippen in dit verband zijn vroonland, hoeveland en horige. In deze opdracht staat dat hofstelsel centraal.
Kijk maar eens naar de volgende video.
Hierin wordt uitgelegd wat het hofstelsel is. Let goed op de betekenis van de verschillende onderstreepte termen. Ze komen later deze opdracht terug.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de benaming verklaren van de periode die begon na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 en duurde tot 1500: de middeleeuwen.
in eigen woorden uitleggen waarom de steden uit de tijd van Romeinen verdwenen en beschrijven hoe de handel in verval raakte.
illustreren hoe het hofstelsel werkte.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het bestuderen van Kennisbank 'Hofstelsel' kun je vragen beantwoorden over de vroege middeleeuwen en het hofstelsel.
Stap 2
Je kunt met behulp van een bron hoe het hofstelsel werkt.
Stap 3
Je kunt de 'pauze' tussen de grote pestepidemieën verklaren aan de hand van het hofstelsel.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Je kunt in een tekening of collage uitleggen hoe het hofstelsel werkt.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Val Romeinse Rijk
Val Romeinse Rijk en begin middeleeuwen
Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het onderdeel over het hofstelsel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Na de val van het West-Romeinse Rijk was er in West-Europa steeds minder geld in omloop.
Het gebrek aan geld werd onder andere opgevangen door het hofstelsel.
Oefening: Hofstelsel
0%
Over boerderijen van de abdij St.-Bertin uit Saint Omer in Frankrijk omstreeks het jaar 850
zijn de volgende gegevens verzameld:
De mannelijke horigen van deze boerderijen zijn verplicht om twee of drie dagen per week op het land van de abdij te werken, zesmaal per jaar karrendienst verrichten om wijn naar het klooster te rijden en om elk jaar te leveren:
± 600 kg gemout graan voor het maken van bier
± 350 kg meel
3 kuikens en 20 eieren.
De vrouwen moeten een bepaald gewicht aan vlas spinnen.
Deze bron is een goed voorbeeld van het hofstelsel in de vroege middeleeuwen.
Beantwoord de volgende vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Volksverhuizingen
Het Romeinse Rijk kreeg aan de noordgrens vanaf 300 n.C. te maken met verschillende invallen van Germaanse stammen: de volksverhuizingen.
Hofstelsel
In het rijk van Karel de Grote waren grote landgoederen die zelfvoorzienend waren, Zo’n landgoed heet een domein of hof. Het hofstelsel ontstond vanaf de vijfde eeuw, was een economisch stelsel en deed zich voor op dorpsniveau.
Domeinen - horigheid
Op het landgoed leefden en werkten boeren. Zij zijn horigen: gebonden aan de grond en verplicht om diensten te leveren aan de heer (herendiensten) en delen van de oogst aan hem af te staan. In ruil daarvoor kregen ze van de heer bescherming.
Middeleeuwen
Tijdsperiode van 500 tot 1500 n.Chr.
Vroonland
Vanaf het vroonland bestuurde de leenman het domein of landgoed. Het vroonland bestond uit bouwland, weideland en onontgonnen gebieden.
Hoeveland
Op het hoeveland woonden horige boeren op kleine boerderijen met een kleine lap grond. Ze waren verplicht om werk te verrichten en in ruil voor veiligheid aan hun heer belasting te betalen. Dat betaalden ze met een deel van de opbrengst van hun stukje grond.
Eindopdracht: Tekening/Collage
Eindproduct - hofstelsel
Als eindproduct van deze opdracht maak je een tekening of collage.
Met behulp van de tekening/collage leg je uit hoe het hofstelsel werkt.
De tekening/collage moet duidelijk maken:
in welke periode het hofstelsel de manier was waarop het land werd beheerd.
wat het verschil is tussen vroonland en hoeveland.
wat het verschil is tussen een boer en een horige.
Natuurlijk maak je de tekening/collage met zorg en zorg je ervoor dat je de tekening op tijd klaar hebt. Maak hierover afspraken met je docent.
Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je tekening/collage als:
duidelijk is in welke periode het hofstelsel de manier was waarop het land werd beheerd.
duidelijk is wat het verschil is tussen vroonland en hoeveland.
duidelijke is wat het verschil is tussen een boer en een horige.
de tekening/collage met zorg is gemaakt.
de tekening/collage op tijd klaar is.
Klaar?
Laat de tekening/collage beoordelen door je docent.
Met een tekening kun je informatie presenteren. Je kunt je tekening eventueel combineren met stukjes tekst. Door je tekening kun je bijvoorbeeld ook laten zien welk standpunt je inneemt en hoe je over iets denkt.
Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kon je al veel informatie uit de video halen? Was dit handig voor de verdere opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je het ontstaan van de middeleeuwen uitleggen en illustreren hoe het hofstelsel werkt?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Heb je tijd te kort gehad?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Heb je gekozen voor de tekening of de collega? Vond je het lastig om de betekenis van de verschillende begrippen duidelijk te maken in je werk?
4. Het feodale stelsel
Route VMBO
Je maakt de opdrachten hieronder:
- Feodalisme
Hier vind je een introductie en een overzicht van wat je in dit onderdeel gaat doen
- Aan de slag
Hier vind je twee stappen:
Het feodalisme
Rechten
- Afronding
Hier kun je kiezen uit twee eindopdrachten: een kennistoets (A) of een creatievere opdracht (B)
Feodalisme
Intro
In de tijd van monniken en ridders (de middeleeuwen) was er een
standenmaatschappij. Dat betekent dat de bevolking was opgedeeld in verschillende groepen die elk hun eigen rechten en plichten hadden.
In deze opdracht onderzoek je deze standenmaatschappij.
Je kijkt vooral naar één speciaal kenmerk van de standenmaatschappij,
het feodalisme of het feodale leenstelsel.
Hieronder zie je een video waarin het feodale leenstelsel wordt uitgelegd.
Probeer na de video te vertellen wie er bovenaan in het leenstelsel stonden.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven hoe het feodale leenstelsel werkte.
uitleggen dat het leenstelsel de basis van het bestuur vormde.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je kunt na het lezen van de Kennisbank en het kijken van een video vragen beantwoorden over het feodale leenstelsel.
Stap 2
Je kunt aangeven welk recht horigen wel hadden in het standenstelsel.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
Hier vind je de kennisbank en begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B geef je de verhoudingen binnen de standen weer in een piramide.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Materiaal voor het maken van je eindproduct.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Het feodalisme
Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:
Bekijk nu de volgende video over de drie standen.
Uit welke drie standen bestond de standenmaatschappij?
Bespreek dit na het kijken met een klasgenoot.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het feodalisme in de middeleeuwen kun je vergelijken met een piramide. In de piramide staat de koning bovenaan. Hij schenkt aan mensen die hij vertrouwt een leen. Dat maakt de vorst tot leenheer. Teken zelf een piramide zoals hieronder.
Zet de volgende personen op de juiste plek: Leenheer (vorst) - achterleenman - leenman - boeren en horigen -achterachterleenman.
Geef in de piramide met pijlen aan wie van wie afhankelijk is.
Zoek bij iedere laag in de piramide een passende afbeelding.
Beoordeling
Laat je piramide en afbeeldingen beoordelen door je docent.
Je krijgt een goede beoordeling voor je piramide als:
de personen op de juiste plek in de piramide staan.
pijlen duidelijk maken wie van wie afhankelijk is.
er passende afbeeldingen in je piramide staan.
je piramide met zorg gemaakt is.
je piramide op tijd klaar is.
Klaar? Lever je piramide in bij je docent.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vond je het prettig om de video aan het begin van de opdracht te zien?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je het fijn om alleen te werken?
Heb je gekozen voor de toets of de piramide? Was je blij met de keuze die je gemaakt hebt?
Route HAVO/VWO
Je maakt de opdrachten hieronder:
- Feodalisme
Hier vind je een introductie en een overzicht van wat je in dit onderdeel gaat doen
- Aan de slag
Hier vind je driecstappen:
Het feodalisme
Drie standen
Eed
- Afronding
Hier kun je kiezen uit twee eindopdrachten: een kennistoets (A) of een creatievere opdracht (B)
Feodalisme
Intro
In de tijd van monniken en ridders (de middeleeuwen) was er sprake van een standenmaatschappij: de bevolking was opgedeeld in verschillende groepen die elk hun eigen rechten en plichten hadden. In deze opdracht onderzoek je deze standenmaatschappij. Je kijkt vooral naar één speciaal kenmerk van de standenmaatschappij, het feodalisme of het feodale leenstelsel.
Hieronder zie je een video waarin het feodale leenstelsel wordt uitgelegd.
Zorg dat je na de video kan vertellen wie bovenaan en wie onderaan in het leenstelsel stonden.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
in eigen woorden uitleggen hoe het feodale leenstelsel werkte.
illustreren dat het leenstelsel de basis van het bestuur vormde.
de verschillen en overeenkomsten tussen het feodale leenstelsel en hofcultuur vastleggen in een schema.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je kunt na het lezen van de Kennisbank en het kijken van twee video's vragen beantwoorden over het feodale leenstelsel.
Stap 2
Je kunt aangeven hoe de standen procentueel verdeeld zijn.
Stap 3
Je kunt aangeven welke eed hoort bij welke stand.
Stap 4
Je kunt aangeven welk recht horigen wel hadden in het standenstelsel.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij de opdracht.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B geef je de verhoudingen binnen de standen weer in een piramide.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
-
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Het feodalisme
Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:
Bekijk de volgende video over Karel de Grote.
Waarom wordt Karel de Grote de vader van Europa genoemd? Deze vraag kun je beantwoorden na het kijken.
(Kijk van 3:40 tot 4:47 min.)
Bekijk nu de volgende video over de drie standen. Waarom geloofden de mensen in de standenmaatschappij?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Leenstelsel – feodale stelsel
Karel deelde zijn rijk op in delen, die edelen en bisschoppen namens hem bestuurden. Het feodalisme of leenstelsel ontstond vanaf de negende eeuw, was een politiek stelsel en manifesteerde zich op continentaal, Europees niveau.
Leenheren
Die bestuurders kregen het gebied in leen van de keizer: de keizer was de leenheer en de bestuurders waren leenmannen of vazallen.
Leenmannen / vazallen
De leenmannen kregen een gebied in leen van hun leenheer.
Drie standen
In de tijd van monniken en ridders ontwikkelden zich drie maatschappelijke standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren.
Geestelijkheid, eerste stand
Geestelijken traden ook op als bestuurders en kregen grote invloed op het dagelijks leven van de mensen.
Adel, tweede stand
De adel (de heren, de leenmannen) ontwikkelde zich tot een erfelijke stand.
Boeren, derde stand
Boeren (de werkers op het land), bezetten de derde stand.
Franken - Karel Martel
De Frankische koning Karel Martel was de eerste vorst die op deze manier grond als leen aan zijn krijgsheren toevertrouwde.
Eindopdracht A: Toets
Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je kiest voor eindopdracht B maak je een piramide.
Het feodalisme in de middeleeuwen wordt soms voorgesteld als een piramide.
Teken zelf een piramide zoals hieronder en zet de verschillende leenheren/leenmannen op de juiste plaats in de piramide.
Zet de landbouwbevolking (boeren en horigen) ook in de piramide.
Geef in de piramide met pijlen aan wie van wie afhankelijk is.
Zoek bij iedere laag in de piramide een passende afbeelding.
Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je piramide als:
duidelijk wordt uitgelegd hoe het leenstelsel in elkaar zit.
je piramide met zorg gemaakt is.
je piramide op tijd klaar is.
Klaar?
Laat je piramide en afbeeldingen beoordelen door je docent.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vond je het prettig om de video aan het begin van de opdracht te zien?
Kon je na het kijken van de video al aangeven wat de volgorde van het leenstelsel was?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Lukt het je om het feodale leenstelsel uit te leggen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Is het gelukt om de opdracht binnen die tijd af te krijgen?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je het fijn om de opdracht alleen te doen?
Heb je gekozen voor de toets of de piramide? Was je blij met de keuze die je gemaakt hebt?
5. Eindproduct: ontwikkelen van een middeleeuws spel.
Tijdvak monniken en ridders
Wat gaan we doen?
Maak een groepje van 4 leerlingen.
Stem met je groepje af hoe spicy jullie het willen hebben, 1 of 3 pepers?
Jullie kunnen uit twee soorten spellen kiezen voor de eindopdracht: een kwartet (1 peper) of een bordspel (3 pepers).
1 peper
Kwartet.
Een kwartetspel kennen jullie misschien nog wel van thuis. Je hebt een aantal categorieën met 4 of 5 dingen die daar bij horen. De bedoeling is dat je alle begrippen/dingen van die categorie bij elkaar vraagt door aan je tegenstanders te vragen of zij die kaart hebben voor jou.
Nu is het aan jullie om zelf een kwartetspel te maken. Dit spel moet gaan over de drie onderwerpen die voorbij zijn gekomen in de quest.
Onder het kopje "beoordeling kwartet" vinden jullie de verdere uitleg.
3 pepers
Bordspel.
Bordspellen kennen de meeste van jullie wel. Van Monopoly, Risk tot Ganzenbord, er zijn honderden opties!
Nu is het aan jullie om een mooi bordspel te maken over de drie onderwerpen die in deze quest zijn behandeld! Bedenk een mooi concept en werk dat met zijn vieren uit.
Onder het kopje beoordeling bordspel vinden jullie wat wij van jullie verwachten.
Beoordeling kwartetspel
1 peper
Voor dit eindproduct gaan jullie in een groepje van 4 een kwartetspel maken.
Dit kwartetspel bevat begrippen die jullie hebben geleerd over het Christendom, het hofstelsel en het feodaal stelsel. Het spel moet daarom ook minimaal 3 categorieën bevatten. Als jullie meer categorieën hebben is dat heel erg goed, dan kan je meer punten verdienen.
Het spel moet goed uitgelegd zijn zodat iedereen het snapt en kan spelen! Even een opfrisser nodig? Op deze website staat een korte uitleg: https://www.spelregels.eu/kwartet/
Hier onder vind je een tabel, hierin staat uitgebreid hoe jullie spel wordt beoordeeld. Hou dit dus naast jullie spel om te kijken of jullie aan de verwachtingen voldoen.
Onderdelen
0p Onvoldoende
1p
Redelijk
2p
Voldoende
3p
Uitstekend
In het spel moeten de volgende drie onderwerpen terugkomen: Christendom, hofstelsel en feodaal stelsel.
0 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
1 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
2 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
3 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
Het kwartetspel bevat 3 categorieën.
Het spel bevat 1 categorie (oftewel onspeelbaar).
Het spel bevat 2 categorieën.
Het spel bevat 3 categorieën.
Het spel bevat meer dan drie categorieën.
Het spel moet een uitleg bevatten waarin de regels staan.
De uitleg mist en er zijn geen regels opgesteld.
Er is een uitleg, maar de regels missen.
Er is een uitleg met regels. Deze regels zijn erg onduidelijk en het spel is niet goed uit te voeren.
Er is een uitleg met duidelijke regels.
Opmaak.
Er is niks ingeleverd.
Geen gebruik van plaatjes, alleen woorden op wit papier.
Er is gebruik gemaakt van plaatjes en woorden. De plaatjes sluiten niet aan bij de woorden.
Verzorgd met gekleurd papier en gebruik van plaatjes en woorden.
Totaal aantal punten:
12 punten.
Beoordeling bordspel
3 pepers
Bordspel.
Voor dit eindproduct gaan jullie in groepjes van 4 een bordspel maken.
Bij het idee van een bordspel moeten jullie denken aan een ganzenbord, 30 seconds of bijvoorbeeld monopoly. Heb je zelf een leuk bordspel in gedachten? Vooral doen
Bij het bordspel is het van belang dat jullie de drie onderwerpen van de quest goed verwerken: het Christendom, het hofstelsel en het feodaal stelsel.
Het spel moet speelbaar zijn, dus een goede uitleg met regels zijn van belang. Denk hierbij aan: zijn er teams? Wat gebeurt er als er wordt vals gespeeld? Wanneer heeft wie de beurt? Wat is precies de bedoeling wat de spelers gaan doen? Wat is het doel wat de spelers moeten behalen?
Hieronder vinden jullie een tabel, hierin staat uitgebreid hoe jullie spel beoordeeld wordt. Hou dit dus naast jullie spel om te kijken of jullie aan de verwachtingen voldoen.
Onderdelen
0p Onvoldoende
1p Redelijk
2p Voldoende
3p Uitstekend
In het spel moeten de volgende drie onderwerpen terugkomen: Christendom, hofstelsel en feodaal stelsel.
0 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
1 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
2 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
3 van de 3 onderwerpen uit deze quest zijn gebruikt in dit spel.
Het bordspel bevat uitdagende opdrachten/vragen.
Alleen de basis van de stof is gebruikt.
Er is weinig verdieping en uitdaging.
Er is uitdaging, maar geen verdieping.
Er is zowel uitdaging als verdieping terug te zien in het spel.
Het spel moet een uitleg bevatten waarin de regels staan.
De uitleg mist en er zijn geen regels opgesteld.
Er is een uitleg, maar de regels missen.
Er is een uitleg met regels. Deze regels zijn erg onduidelijk en het spel is niet goed uit te voeren.
Er is een uitleg met duidelijke regels.
Opmaak.
Er is niks ingeleverd.
Geen gebruik van plaatjes, alleen vakjes op wit papier.
Er is gebruik gemaakt van plaatjes en kleur.
Verzorgd met kleur, waarin duidelijk is wat de rol van de kleuren is op het bord. Ook de plaatjes sluiten aan bij het onderwerp en spelen een rol in het spel.
Het arrangement M&M - De middeleeuwen in balans is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.