Spieren
Kennisbank
Om te kunnen bewegen, hebben wij ook spieren nodig. Het spierstelsel werkt nauw samen met je skelet, maar ook met je zenuwstelsel (K11). Maar je spieren vind je niet alleen op en om je skelet. Ook verschillende organen bestaan (deels) uit spierweefsel. Je bent dus gespierder dan je denkt...
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Spieren'
KB: Spieren
Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.
Toepassingen
Soorten spierweefsel
Lees onderstaand stukje informatie eerst door:
Spierweefsels
Skeletspieren, de hartspier en gladde spieren zien er ook anders uit.
Skeletspieren bestaan uit dwarsgestreept spierweefsel. Dit weefsel kan snel samentrekken en staat onder de invloed van je eigen wil. Het raakt snel vermoeid. Het is te herkennen aan de nette rijen van 'streepjes'.
De hartspier bestaat uit hartspierweefsel. Dit type spierweefsel kan je niet zelf aansturen. Hartspierweefsel kan snel en krachtig samentrekken en raakt bovendien niet snel vermoeid.
Spieren in je darmwand, je luchtwegen, bloedvaten en andere organen bestaan uit glad spierweefsel. Dit type spierweefsel trekt langzaam samen en raakt niet snel vermoeid. Ook staat het niet onder invloed van je wil.
Hieronder staan een aantal vragen. Beantwoord ze met behulp van de informatie uit de kennisbank en bovenstaande tekst.
- Bloedvaten kunnen nauwer of wijder worden. Daarmee reageren ze op veranderingen in temperatuur en de bloeddruk.
Leg uit welk type spierweefsel zich in de wand van bloedvaten bevindt.
- Hartspierweefsel lijkt op dwarsgestreept spierweefsel, maar raakt niet snel vermoeid. Waarom is dit nodig?
- Dwarsgestreept spierweefsel bestaat uit nette rijen van streepjes. De spierbundels zijn ook vrij recht (zie afbeelding). Bij hartspierweefsel zijn de spierbundels vertakt.
Leg uit, aan de hand van de bewegingen die beide spieren maken, waarom dit verschil er is.
Rode en witte spiervezels
In de Kennisbank heb je kunnen lezen over witte en rode spiervezels.
Werk in tweetallen.
Vlees is het spierweefsel van gewervelde dieren bedoeld voor consumptie door de mens. Beantwoord de volgende vragen over een biefstuk en een kipfilet.
Wissel je antwoorden uit en beantwoord de laatste vraag samen.
Oefening: Rode en witte spiervezels
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Verwerken
Examenopgaven
Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende examenvragen.
Volgend onderwerp
3. Skelet en bewegen
