Basisvaardigheden WORD les 1 en 2

Basisvaardigheden WORD les 1 en 2

Basisvaardigheden WORD 2016. Wat ga je leren in les 1 en 2?

Les 1 Les 2
Stap 1 Stap 1

 

  • Hoe start je Word op.
  • Hoe werkt het lint.

 

  • Hoe kun je tussendoor opslaan?
  • Hoe typ je speciale tekens?
Stap 2 Stap 2

 

  • Hoe open je een nieuw of een bestaand document?

  • Hoe kun je dingen ongedaan maken?

  • Hoe gebruik je de tab toets?
  • Hoe stel je zelf een tab in?

 

 

Stap 3 Stap 3

 

  • Hoe bewerk je een tekst.
  • Hoe sla je een bestand op.

 

  • Hoe zie je een afdrukvoorbeeld.
  • Hoe moet je printen.

 

Wat betekenen de icoontjes in de les.

 

Wat ga je leren? Uitleg Instructiefilm Sneltoets Opdracht Wat weet je al?

 

Word 2016 Les 1

Stap 1 les 1

  • Lees alles zorgvuldig! Dan sla je geen informatie of stappen over. Iets onduidelijk? Vraag je docent om hulp.
    • In deze les leer je:
  • Hoe je Word opstart.
  • Hoe het lint werkt.

 

 

 

 

  • Opdracht:
  • Klik op de Windowsknop

  • Scroll naar beneden en zoek het Word icoontje.

  • Of klik in de zoekbalk en typ Word.

  • Of kijk op de Startpagina.

  • Heb je Word al aan je taakbalk vast gemaakt?
    (De taakbalk is de onderste balk op je scherm)
  • Heb je het Word icoontje gevonden in Windows, klik er dan met je rechtermuisknop op en kies: aan taakbalk vastmaken

 

 

 

 

 

Zodra je Word hebt geopend, gaan de meeste mensen meteen maar beginnen met tekst typen. Daar is het immers voor bedoeld toch? Maar bedenk goed, hoe meer je weet over wat het programma voor je kan betekenen, hoe meer je er uit kunt halen enh hoe makkelijker het werkt! Dus je gaat eerst observeren (= kijken) wat je eigen in beeld hebt.

Om te beginnen zie je het lint. Het lint heeft vier onderdelen:

  1. De tabbladen
  2. De groepen
  3. De opdrachten
  4. Het snelmenu

Wat rood omlijnd is, wordt omschreven.

1. De tabbladen

2. De Groepen

3. De opdrachten

 

 

Stap 2 Les 1

  • Lees zorgvuldig de tekst en voer de stappen uit.
  • Hoe open je een nieuw of een bestaand document?
  • Hoe kun je dingen ongedaan maken?
 

 

We gaan aan de slag met een nieuw document.

  • Opdracht:
    Klik op de knop linksboven: Bestand
  • Klik op het icoontje Nieuw (er opent zich een 'schoon' document)

Een bestaand document openen doe je zo:

  • Klik op Openen.
  • Zoek op je laptop naar je document.
  • Klik diegene aan die je wilt/zoekt.

of

  • Kik op Recent
  • Je krijgt een overzicht met recent (onlangs, kortgeleden) geopende documenten.

 

 

 

Je kunt ook met sneltoetsen werken (op je toetsenbord) in plaats van alles met de muis. Je hebt dan altijd de ctrl-knop nodig. Die vind je zowel links als rechts op je toetsenbord. Je gebruikt de ctrl-knop altijd in combinatie met een andere toets. Naarmate je verder komt in de lessen, leer je steeds meer sneltoetsen. Je zult merken dat ze erg handig (kunnen) zijn!

Probeer er maar eens twee:

Ctrl + 0 = Open een Document
Ctrl + N = Maak een nieuw Document.

 

 

 

 

Als je iets verkeerd hebt gedaan in je document, dan kun je dat ook weer ONGEDAAN maken.

Gebruik daarvoor het Terug pijltje in het Snelmenu.

Het programma heeft onthouden welke stappen je hebt gezet en welke dus ongedaan gemaakt kunnen worden. Zo hoef je niet (meer) in paniek te raken als je denkt dat 'iets' weg is of fout.

Je kunt het 'pijltje' gebruiken, maar het gaat nog sneller met de toetsencombinatie Ctrl + Z

Probeer maar eens uit. Typ maar wat in je document, zet een 'enter' te veel of geef een woord een ander lettertype. Druk daarna de toetsencombinatie in zoals hieronder beschreven:   

Ctrl + Z = Ongedaan maken.
   

 

 

Stap 3 les 1

Je gaat aan de slag in een nieuw document. Open een nieuw document zoals je geleerd hebt. Zorg dat je deze opdrachten ook open hebt staan, zo kun je steeds 'switchen' tussen Word en Wikiwijs.

 

  • Tekst kun je onderstrepen,
    vet ,en cursief maken. Daar gaan we mee oefenen in de volgende stappen (de opdracht staat steeds in het rood, zodat je weet dat je dan iets in je Word-document gaat oefenen).
  • Om tekst vetcursief of te onderstrepen, maken we gebruik van de Opmaakbalk.
  • Opdracht:
    Klik op het tabblad Start (die heb je waarschijnlijk al in beeld).
    Gebruik de groep Lettertype.

 

Opdracht:

  • ​​​Begin bovenaan in je document de volgende onderdelen te typen: Naam, adres en woonplaats.
  • Selecteer* je naam en maak dit vet
  • Selecteer je woonplaats en maak het cursief.
  • Selecteer je adres en zet er een streep onder.
  • Let op : *selecteren doe je door voor de tekst te gaan staan, linkermuisknop ingedrukt houden en over de tekst te bewegen.

Voor vet, cursief en onderstrepen zijn ook sneltoetsen. Typ nog eens iets over jezelf en probeer dan de sneltoetsen uit.
Ctrl+B

Ctrl+I

Ctrl+U

 

 

  • Opdracht:
    We gaan nu het lettertype en de lettergrootte veranderen.
  • Selecteer om de beurt je naam, adres en woonplaats en geef elke regel een ander lettertype.
  • Nu ga je elke regel een andere grootte geven.
  • Kijk op het plaatje welke rood is omrand, zoek het nu zelf op in het lint. Kun je de icoontjes vinden?
  • Let op: ga niet groter dan 22

  Misschien vind je het leuk om
  met kleur te werken.


     Opdracht:

  • Selecteer de eerste regel (je naam bijvoorbeeld)
  • Zoek de knop (in het lint) om tekst te kleuren.
  • Klik op het driehoekje en maak de regel rood.
  • Geef de andere regels ook een kleur. Wissel af!

      Je weet nu hoe je een andere
  kleur kan  gebruiken, maar er is
  nog een manier.

     Opdracht:

  • Zoek de knop van de markeerstift.
  • Selecteer in elke regel een woord en geef het een kleur met de markeerstift.

 

  • Een nieuw document moet je bewaren. Zolang je hem niet opslaat, noemt het document zich 'Document 1'
  • Dit heet: Opslaan als. Klik op 'bestand' linksboven en kies voor 'opslaan als'. Je moet het document een naam geven en plaatsen in een map. Een mappenstructuur is uitermate belangrijk om al je documenten overzichtelijk te houden en alles terug te vinden. Maak een nieuwe map met de naam 'Quest, basisvaardigheden Word' op je bureaublad. 
  • Zo kan je het de volgende keer weer makkelijk terug vinden.
  • Een nieuw document sla je altijd aan het begin op. 
    Doe dit niet pas op het eind. 

 

 

  • Opdracht:
  • Klik op Bestand
  • Kies dan: Opslaan als.
  • Geef het de naam: xxxx.docx in de map Mijn documenten (of de map die je hebt gemaakt voor deze lessenserie)
     

 

 

   

Word 2016 Les 2

Stap 1 Les 2

  • Hoe kun je tussendoor opslaan?
  • Hoe typ je speciale tekens?
 

  • Heb je pas één regel getypt?
  • Sla dan toch vast je document op.
  • Geef het document een herkenbare naam.

 

  • Heb je het document opgeslagen en wil je tijdens het werk nogmaals opslaan.
  • Klik op het Opslaan icoontje in de werkbalk Snelle toegang.
Ctrl+s = tussendoor opslaan  

 

  • Speciale tekens typen?
  • Bijvoorbeeld puntjes of streepjes op de e.
  • Zo dus: ë, é, è
  • Je hebt deze speciale tekens vaak nodig bij het leren van moderne vreemde talen als Frans. Erg handig als je weet hoe dat moet op je toetsenbord!
  • Opdracht:
  • Gebruik je Word-document waar je al in aan het oefenen was.
  • Je moet soms de SHIFT toets gebruiken.
  • De shift zit aan beide kanten van je toetsenbord.
  • Typ eerst een aanhalingsteken (toets links naast de 'enterknop').
  • Je ziet eerst niets op je scherm.
  • Typ daarna een kleine letter e.
  • Dan zie je ë.
 
  • Probeer eens uit hoe dat werkt met:
  • á à ë ï ó õ
  • Typ ook eens de regel:
  • René maakte 10 kopieën voor Máxima.
  • Dat lukt dus allemaal met je toetsenbord! Leuk hè :)

  • Het kan ook anders.
  • Opdracht:
  • Klik op het Tabblad Invoegen.
  • Klik dan in de groep Symbolen op Symbool.
  • Kijk maar eens welke symbolen en tekens er allemaal zijn.
  • Voeg maar een paar symbolen aan je tekst toe. 

Stap 2 Les 1

  • Hoe gebruik je de tab toets?
  • Hoe stel je zelf een tab in?
 

  • Linksboven op je toetsenbord zit een TAB toets
  • Daarmee kun je je tekst mooi UITLIJNEN. Dat betekent dat je de tekst mooi naast en onder elkaar kunt zetten zonder dat je spaties gebruikt. Dat is vanaf nu verboden!
  • Het programma Word heeft al standaard Tabs voor je ingesteld.
  • Maar je kunt ook heel precies Tabs instellen, zoals jij dat wilt. Daar gaan we weer mee oefenen.

 

  • Opdracht:
  • Daarvoor moet je eerst de Lineaal aanzetten.
  • Ga naar het Tabblad Beeld.
  • In de groep Weergeven/verbergen zet je het vinkje bij Lineaal aan.
  • Als je TABS gaat gebruiken kan de lineaal heel handig zijn.

 

  • Opdracht:
  • Gebruik het WORD-document die je steeds hebt gebruikt.
  • Probeer eerst maar eens tabs uit met de Tabtoets.
  • Typ EEN en dan een TAB. (links zie je in het rood wat de bedoeling is)
  • Typ TWEE en dan weer een TAB.
  • Ga zo door tot tien.
  • Probeer het ook uit met cijfers: 1, 2, enz.
  • Zie dat er steeds een gelijke afstand tussen de woorden zit?

 

 

 

  • Links in het scherm zie je een klein icoontje. Een soort L-vorm.
  • Door een keuze te maken uit een van de tabstops kun je zelf een tab instellen.

 

  • Je kunt verschillende tabstops kiezen:
  • Links uitlijnende tab
  • Rechts uitlijnende tab
  • Centreer tab
  • Decimale tab; gebruik je bij getallen.
  • Je kunt een tabstop kiezen door op het icoontje te klikken.

  • Opdracht:
  • Kies bijvoorbeeld een Links uitlijnende tab .
  • Klik onder  de lineaal op positie 1, 3 en 5.
  • Je ziet dan de tabstops in de lineaal verschijnen.
  • Druk de tabtoets in en typ 10, weer een tab 20, weer een tab 30. (Het gaat vanzelf!)

 

  • Opdracht:
  • Wil je de tabstop verwijderen?
  • Klik in de lineaal op het tekentje.
  • Houd de linker muisknop goed ingedrukt en sleep het tekentje naar beneden.
  • En weg...
  • En lukte dat?

 

Stap 3 Les 2

  • Hoe zie je een afdrukvoorbeeld.
  • Hoe moet je printen.

 

 

  • Voordat je gaat printen kun je zien hoe je pagina er uit ziet.
  • Klik op de knop: Bestand.
  • Klik op Afdrukken
  • Naast het menu zie je hoe het document er geprint uit gaat zien.

 

 

  • Ben je tevreden over het resultaat dan kun je gaan afdrukken.
  • Klik op Bestand
  • Wil je meer dan één exemplaar printen dan kun je dat ook veranderen.
  • Kies voor Afdrukken en klik bovenaan in het venster op Afdrukken.

 

 

 

  • Let op: vanaf jouw eigen laptop kun je niet op school printen. Dat lukt wel vanaf een vaste computer in het computerlokaal. 
  • Door deze opdracht weet je nu hoe je een printopdracht kunt maken, maar tover je hem dus niet uit het apparaat.

Ctrl+P

 
  •  

Klaar met oefenen! Tijd voor opdrachten.

Opdracht 1 Les 2

Opdracht 1:

Symbolen-poster

  • Je gaat een kleine poster maken. Je mag hem zo creatief mogelijk maken.
  • Jouw poster komt vol met symbolen, lettertypes, kleuren, vreemde tekens etc. Je mag zelf bepalen waar je de symbolen, vreemde tekens etc neerzet. Zolang je je poster er maar mee volmaakt.
  • Gebruik zoveel mogelijk symbolen en vreemde tekens. Maak gebruik van de vele mogelijkheden.
  • Kijk of je ook letters kunt kleuren.
  • Sla je poster op. Geef het de naam: Symbolen

  • Ga naar Magister -> opdrachten en lever je poster in. Maak daarna opdracht 2.

Opdracht 2 Les 2

Opdracht 2:

Tabstops

 

  • Open een nieuw document in WORD.
  • Je gaat een lijstje maken van 10 leerlingen uit je klas.
  • Ga eerst de namen verzamelen, schrijf ze op een kladje.
  • Vraag ook naar de leeftijd. Nu ga je werken in je document met tabstops.
  • Stel 2 linkslijnende tabstops in op positie 1 en 7.
  • Stel een rechtslijnende tabstop in op postie 15.
  • Heb je de gegevens?
  • Typ dan eerst de leeftijd, dan de voornaam en dan de achternaam.
  • Sla het document op met de naam Tabstops.

Lever je document in via Magister -> opdrachten. 

Opdracht 3 Les 2

Je weet nu:
  • Hoe Word werkt
  • Hoe je een document moet opslaan
  • Hoe je symbolen in je tekst zet
  • Hoe sneltoetsen werken
  • Wat de functie is van tabstops
  • Hoe je een printvoorbeeld van je document kunt weergeven.

 

Test jezelf

Test jezelf.
Test jezelf.

Test: Test jezelf 1

Start

Test: Test jezelf 2

Start

  • Het arrangement Basisvaardigheden WORD les 1 en 2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Piritta Poortenga Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2024-09-24 19:40:49
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Basis lessen Word 2016
    Leerniveau
    HAVO 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VWO 1;
    Leerinhoud en doelen
    Computervaardigheden/ICT;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Hoe sla je een bestand op
    https://www.screencast.com/t/KRt7dupuJlSF
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Het Perron ICT Vaardigheden. (2018).

    Word 2016 Les 1 & 2

    https://maken.wikiwijs.nl/105254/Word_2016_Les_1___2

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Test jezelf 1

    Test jezelf 2

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.