Thema 4: Overbrengingen

Thema 4: Overbrengingen

Thema 4: Overbrengingen

Leerdoelen

In het thema: Overbrengen ga je aan de slag met beweging en krachten. Hieronder staan de leerdoelen van dit thema beschreven.

Aan het einde van het thema:

  • Kan de leerlingen voorbeelden van een krachtbron, overbrenging en werkend deel benoemen
  • Kan de leerlingen in eigen taal de werking uitleggen, en voorbeelden benoemen van de volgende overbrengingen:
    • Riem en snaar
    • Tandwielen
    • Krukas en drijfstang
    • Windas en kabel
    • Worm en schroef
    • Nokkenas en stang
    • Katrollen
    • Hydrauliek en pneumatiek
  • Heeft de leerling met ijzerdraad een krukas en drijfstang gemaakt
  • Heeft de leerling met spuiten en slangen een hydraulische en/of pneumatische overbrenging gemaakt

Theorie: Krachtbronnen

In bewegende apparaten onderscheiden we 3 verschillende onderdelen. Namelijk de krachtbron, overbrenging en werkend deel. Hieronder staan een aantal voorbeelden.


  1. Electromotor (krachtbron)
  2. Tandwielen (overbrenging)
  3. Boorkop (werkend deel)

  1. Benen (krachtbron)
  2. Tandwielen en ketting (overbrenging)
  3. Achterwiel (werkend deel)

 

Theorie: van rond naar rond!

Soms wil je een ronde beweging omzetten naar een ronde beweging. Bijvoorbeeld op de fiets. Je benen bewegen rond op de trappers om de wielen rond te laten draaien.

Riem en snaar

Riemen en snaren zijn platte brede banden. Zoals je op de afbeelding ziet verbindt een riem een drietal wielen met elkaar. Snaren en riemen zijn goedkoop om te maken, en maken geen lawaai. Wanneer je te veel kracht zet op de wielen slippen de riemen. Slippen betekent dat de wielen wel bewegen maar te snel gaan en daarom niet de riem of snaar mee laten bewegen. Dit zie je ook wanneer een auto te snel wilt wegrijden. Dan draaien de wielen heel snel rond, zo snel dat de auto niet vooruit gaat.

In plaats van een platte riem is er ook een V-snaar (zie de afbeelding hieronder). De vorm van de snaar zorgt ervoor dat er de wielen minder snel slippen.

 

Tandwielen en kettingen

Tandwielen geven ons een beweging van rond naar rond. Wat ze ook kunnen is de beweging langzamer maken, of versnellen. Dit zorgt ervoor dat je bijvoorbeeld makkelijk de berg op kan fietsen, of heel snel over de snelweg kan rijden met de auto! Hieronder staan een aantal voorbeelden en leren we meer over tandwielen en kettingen.

Tip: Klik op de link onder elke afbeelding om de tandwielen in actie te zien!

Aandrijfwiel en volgwiel.

De draairichting van tandwielen?

De draairichting van kettingen.

De snelheid blijft gelijk.

De beweging langzamer maken.

De beweging versnellen.

Tandwielen in een accuboor, een enorme vertraging!

Theorie: van rond naar recht

Soms wil je een ronde beweging omzetten naar een rechte beweging. In de motor van een auto gaan de cilinders van boven naar beneden. Een rechte beweging. De wielen moeten ronddraaien, een ronde beweging.

Krukas en drijfstang

Deze overbrenging ga je gebruiken bij het machientje van niks. Een krukas draait rond, en de drijfstang gaat met een rechte beweging heen en weer. Op de afbeelding hieronder zie je in het rood 4 krukassen die de grijze drijfstang heen en weer laat gaan.

Krukassen komen in veel vormen, hieronder een paar voorbeelden, met als bekendste een stoomlocomotief.

Windas en kabel

In de afbeelding hieronder zie je hoe een windas aan een boot trekt. De kabel (rood) zit om de windas heen en trekt de boot naar zich toe.

Worm en schroef

Als je twee stukken hout met elkaar wilt verbinden kan je een schroef gebruiken. De schroef draait rond en gaat recht het hout in! Hieronder zie je een bankschroef. Wanneer je aan de hendel draait, gaan de bekken dicht of open.

Nokkenas en stang

Hieronder zie je een draaiende as. Op de as zitten nokken die een stang naar onder duwen. In de motor van een auto wordt dit gebruikt om op het goede moment benzine in de cylinder te spuiten.

Theorie: van recht naar recht

Katrollen

Katrollen in werking!

Hydrauliek en pneumatiek

Een andere manier van beweging overbrengen is door middel van een cylinder en een zuiger. Je vult de cylinder met een vloeistof of lucht en drukt de zuiger er doorheen. De zuiger duwt de vloeistof en lucht weg en kan iets anders laten bewegen. Vloeistof en lucht hebben allebei andere eigenschappen en daarom ook andere namen.

Pneumatiek.

Als je de cilinder vult met lucht dan noem je het pneumatiek. Lucht is samendrukbaar. Dat betekent dat je een beetje op de zuiger kan drukken voordat er iets gebeurt. Wanneer een trein de deuren sluit hoor je een sissend geluid. Dit is de lucht die hoort. Een trein maakt dus gebruik van pneumatiek. Omdat de lucht samendrukbaar is breek je niks wanneer je arm vast komt tussen de deuren, en dat is maar goed ook!

Hydrauliek

Als je de cilinder vult met vloeistof dan noem je het hydrauliek. Meestal wordt er olie gebruikt. Een vloeistof is niet samendrukbaar. Dat betekent dat wanneer je op een zuiger drukt, de vloeistof meteen gaan bewegen!

Praktijk: machientje van niks

Werkstuk: machientje van niks!

Je gaat werken aan het machientje van niks! In de machine maak je gebruik van een overbrenging door middel van een krukas en drijfstang.

Eisen:

  • Het werkstuk draait soepel en zit stevig in elkaar
  • Er is gebruik gemaakt van minimaal 1 krukas en drijfstang
  • De drijfstang laat een voorwerp bewegen

Stappenplan.

Eerst ontwerpen.

Zoals altijd ga je eerst een duidelijk ontwerp tekenen. In het ontwerp moet je minimaal het boven, zij en vooraanzicht laten zien. Wanneer je het ontwerp af hebt, dan laat je dit goedkeuren door de docent en mag je verder naar de volgende stap.

Krukassen buigen van ijzerdraad.

De krukassen ga je buigen van ijzerdraad. Zie de afbeelding hieronder voor een voorbeeld vorm van een krukas, deze kan je gebruiken voor je eigen machientje!

Oogjes buigen voor de staanders.

Om de krukas soepel te laten bewegen houden de staanders de as in de lucht. Dit doe je door oogjes te maken aan de uiteinden van ijzerdraad, en door het oogje de krukas te steken. Het maken van een oogje doe je op de volgende manier:

1. Pak het ijzerdraad hoog vast in een rondbektang of platbektang.

2. Zet je duim er op en draai het ijzerdraad om de tang heen.

3. Nu lijkt je staander op de letter P, maar we willen het oogje boven de stang hebben. Vouw daarom het oogje nog een beetje terug.

4. Als het oogje er uit ziet zoals bij stap 4 is het goed gelukt!

Voorbeelden machientjes van niks!

Hier vind je verschillende voorbeelden van machientjes van niks.

12 krukassen maken een golvende zee.


Een vogel komt achter de boom vandaan.

Praktijk: hydroliek en pneumatiek

Werkstuk: Pneumatisch & Hydrauliek

Met dit laatste werkstuk van het jaar ga je aan de slag met hydrauliek en pneumatiek! Je krijgt van de docent 2 spuiten en een slang. Hiermee ontwerp je een bewegend apparaat die gebruik maakt van hydrauliek of pneumatiek (dat mag je zelf weten).

Heb je geen inspiratie? Kijk dan op de pagina van voorbeelden!

Eisen:

  • Er is een goedgekeurd ontwerp aanwezig.
  • Het werkstuk maakt gebruik van pneumatiek of hydrauliek.
  • De leerlingen kan de keuze (hydrauliek of pneumatiek) verklaren.
  • De bediening van de spuiten gaat gemakkelijk.
  • Het werkstuk is netjes afgewerkt.

Voorbeelden werkstuk hydrauliek en pneumatiek

Extra: gekke overbrengingen!!

Een krukas zoals die in de motor van een auto wordt gebruikt.

Deze rond naar rond overbrenging gaat via raar uitziende tandwielen. Je kan de hoek instellen, en het werkt nog steeds!

Hoevaak moet je draaien, voordat de 2e ring 1 keer rond is?

Extra: Nog meer Gearsket.ch!