Gelijkheid en groei
Introductie
Niet iedereen verdient evenveel. Inkomensverschillen kun je in beeld brengen met de Lorenzcurve. Aan de grafische weergave van de personele inkomensverdeling met behulp van de Lorenzcurve wordt vaak een getal gekoppeld, de zogenaamde Gini-coëfficiënt. De Gini-coëfficiënt zegt iets over de gelijkmatigheid van de inkomensverdeling.
Inkomensverschillen zijn niet statisch, ze zullen steeds veranderen. Bijvoorbeeld door belastingen of uitkeringen en ook economische groei kan effect hebben op inkomensverschillen.
In deze (examen)opgave kijk je naar de primaire en secundaire inkomensverschillen, maar ook de inkomensontwikkeling in het land Alpha.
Eindtermen
Deze opdracht behoort tot concept H: Welvaart en groei.
Na het maken van de opdracht kun je:
Kernbegrippen:
-
inkomensverdeling
-
Gini-coëfficient
-
economische groei
Activiteiten
Oriëntatie
Kennisbank: Inkomensverdeling
Bestudeer het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
Kennisbank: Economische groei
Bestudeer het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
Examenvragen
Gelijkheid en groei
Econoom Pikets onderzoekt primaire en secundaire inkomensverschillen, maar ook de inkomensontwikkeling in het land Alpha. In zijn onderzoek zijn alle geldbedragen genoteerd in de valuta van Alpha, de Alphaanse dollar (A$). Tabel 1 schetst de primaire inkomensverdeling in 2016.
tabel 1 primaire inkomensverdeling in land Alpha in 2016
inkomensklasse |
aantal personen |
gemiddeld primair jaarinkomen in A$ per persoon |
1 |
3 mln |
2.500 |
2 |
2 mln |
7.500 |
3 |
1 mln |
15.000 |
4 |
0,75 mln |
30.000 |
5 |
0,5 mln |
50.000 |
Voor de inkomstenbelasting geldt één algemeen tarief van 30% voor primaire jaarinkomens en één algemene heffingskorting van A$ 250 per belastingplichtige. Mensen zonder enig primair inkomen kunnen in dit land aanspraak maken op een bijstandsuitkering van A$ 1.200 per jaar. De bijstandsuitkering is belastingvrij. De financiering loopt via de begroting van de overheid. Als maatstaf voor inkomensongelijkheid gebruikt Pikets de Ginicoëfficiënt.
1
Is de Ginicoëfficiënt in dit land lager bij de primaire of bij de secundaire inkomensverdeling? Geef twee argumenten voor je keuze.
Pikets meent dat de bijstandswet ongewenste effecten kan hebben: “Sommige mensen met inkomen uit arbeid of vermogen zijn nu door de werking van het belastingstelsel slechter af dan mensen met een bijstandsuitkering.”
2
Bereken onder welke hoogte van het primaire jaarinkomen iemand na aftrek van inkomstenbelasting minder ontvangt dan een bijstandsuitkering.
In de jaren 1980-1990 behoorde Alpha tot de groep landen met de laagste inkomens ter wereld. De overheid van Alpha heeft daarom in 1990 besloten om een leerplicht in te voeren en scholing financieel te ondersteunen. Deze investeringen hebben geleid tot een toename van de economische groei.
3
Leg uit hoe het invoeren van de leerplicht heeft geleid tot een toename van de economische groei.
Daarnaast is het kapitaalverkeer sinds 2010 veel vrijer geworden, waardoor de wisselkoers van de Alphaanse valuta ten opzichte van de Amerikaanse dollar aanmerkelijk is veranderd. Pikets veronderstelt dat door de wisselkoersverandering het saldo lopende rekening is gestegen en hierdoor het nationaal inkomen in Alpha is gestegen.
4
Is op basis van deze vooronderstelling de valuta van Alpha tegenover de Amerikaanse dollar tussen 2010 en 2016 gestegen of gedaald? Licht het antwoord toe.
Na jaren van economische groei voorziet de regering van Alpha in 2017 een neergang van de conjunctuur en wil stimulerend begrotingsbeleid voeren. Er worden twee maatregelen bediscussieerd:
I. verlaging van het algemene tarief van de inkomstenbelasting, met afschaffing van de algemene heffingskorting en
II. gelijk houden van het algemene tarief van de inkomstenbelasting, met verhoging van de algemene heffingskorting.
Pikets gaat uit van de volgende aanname: mensen met een hoog inkomen sparen meer van een extra Alphaanse dollar netto-inkomen dan mensen met een laag inkomen.
5
Welke maatregel is volgens de aanname van Pikets het meest effectief in de bestrijding van de neergaande conjunctuur? Betrek het effect van beide maatregelen in je antwoord.
Correctiemodel
1
bij de secundaire inkomensverdeling
Een voorbeeld van een juiste argumentatie is:
• Bijstandsuitkeringen worden verstrekt aan mensen zonder primair inkomen. De secundaire inkomensverdeling is dus gelijker dan de primaire en de waarde van de Ginicoëfficiënt is daarbij lager
• De algemene heffingskorting geeft relatief meer voordeel aan mensen in de laagste inkomensklassen, waardoor de secundaire inkomensverdeling gelijker is dan de primaire en de waarde van de Ginicoëfficiënt is daarbij lager
2
Een voorbeeld van een juiste berekening is:
A$ 1.200 = (1 - 0,3) x primair inkomen + A$ 250
0,7 x primair inkomen = A$ 950 dus primair inkomen = A$ 1.357,14
3
Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
• De leerplicht zorgt ervoor dat jongeren langer naar school gaan en zich hierdoor specialiseren / meer kennis vergaren waardoor hun arbeidsproductiviteit stijgt. Dit leidt tot een toename van de productie (en kan tot een toename van de lonen leiden) waardoor de economische groei toeneemt.
• De leerplicht zorgt ervoor dat jongeren langer naar school gaan en zich hierdoor specialiseren / meer kennis vergaren waardoor hun arbeidsproductiviteit stijgt. Dit zorgt voor lagere loonkosten per product waardoor de concurrentiepositie verbetert, de export toeneemt en de stijging van de productie leidt tot een toename van de economische groei.
4
gedaald
Een voorbeeld van een juiste toelichting is: Door de waardedaling van de eigen valuta ten opzichte van de US$ worden de exportprijzen voor buitenlandse klanten (in US$) lager, en kan het exportvolume toenemen / worden de importprijzen in eigen valuta hoger, en kan het importvolume afnemen. De binnenlandse productie en het nationaal inkomen kunnen hierdoor toenemen.
5
Maatregel II
Een voorbeeld van een juiste argumentatie is:
• Maatregel II komt relatief meer ten goede aan de lagere inkomensklassen, terwijl maatregel I per saldo de hogere inkomensklassen het meest bevoordeelt
• De consumptieve bestedingen zullen bij maatregel II meer stijgen dan bij maatregel I. De totale bestedingen en het bruto binnenlands product vertonen hierdoor een sterkere stijging