Tijdens de dreumestijd neemt het gewicht fors toe, terwijl de dreumes in de lengte minder hard groeit dan in de babytijd. Een bol buikje is dan ook kenmerkend voor een dreumes.
Bovendien zien we, als we de dreumes vergelijken met de baby, dat er duidelijk een hals is gevormd.
Omdat vanaf ongeveer 1,5 jaar het groeitempo van de dreumes sterk afneemt, neemt ook de eetlust af. Doorgaans voelt een dreumes goed zelf aan wanneer hij genoeg heeft gegeten.
Gemiddeld slaapt de dreumes 's nachts twaalf uur en overdag nog een of twee uur.
Motorische ontwikkeling:
Tijdens het tweede levensjaar gaan kinderen beginnen met lopen. De meeste kinderen gaan vanaf twaalf maanden voor het eerst met steun staan. Daarna kunnen ze los staan en vervolgens leren ze lopen. De beheersing van het lopen ontwikkelt zich zo snel dat aan het eind van het tweede jaar bijna alle kinderen goed kunnen lopen.
Seksuele ontwikkeling:
De dreumes heeft veel behoefte aan lichamelijk contact. Hij wordt graag geknuffeld. Ook in de contacten onderling is de dreumes heel lichamelijk ingesteld.
Kinderen leren op het potje of op de wc plassen en merken dat ze lichamelijk van elkaar en van hun ouders verschillen. Kinderen in deze leeftijdsfase zijn vaak zeer open in het ontdekken van hun eigen lichaam en dat van anderen. Ze willen zichzelf en elkaar bekijken en aanraken.
Seksualiteit is voor hen nog geen beladen thema.
Sociale ontwikkeling:
Een dreumes is nieuwsgierig naar anderen. Hij bekijkt de ander (en de situatie) vanuit zijn eigen punt. Bij alles wat de dreumes doet, krijgt hij steeds beter in de gaten dat hij het is die iets doet. Hierdoor raakt hij vol van zichzelf: de dreumes is egocentrisch. De wereld draait om hem. In zijn denken en voelen is geen ruimte voor anderen. Dit komt ook tot uiting in zijn spel: een dreumes kan zich goed vermaken in zijn eentje. Samen spelen gaat door zijn egocentrisme nog niet zo goed.
Emotionele ontwikkeling:
Dreumesen zijn naarmate ze ouder worden, steeds beter in staat om een korte tijd gescheiden te zijn van hun ouders. Dit heeft te maken met een belangrijk besef dat zo rond de twaalfde maand tot ze doordringt. Vanaf die tijd weten ze dat als mensen en dingen uit hun blikveld zijn, ze nog wel blijven bestaan. De mensen en dingen zijn dan niet weg, maar alleen even ergens anders. Dit heet objectpermanentie.
Voor kinderen betekent dit dat ze niet meer erg schrikken als vader even de kamer uit loopt, omdat ze weten dat hij weer terugkomt. Tegen het einde van het tweede jaar leert een dreumes dat hij zelf ook een object is in zijn omgeving. Behalve objectpermanentie is het ook belangrijk dat een dreumes vanaf ongeveer achttien maanden meer in staat is om zelf dingen te doen zonder hulp van anderen. Het idee in te kunnen grijpen in de omgeving geeft een dreumes het gevoel dat hij een zelfstandig object in die omgeving is.
Morele ontwikkeling:
Vanaf ongeveer een jaar begint een kind de wereld om zich heen actief te ontdekken en laten ouders zien welke regels er zijn. Dat zijn vaak praktische regels, zoals niet aan het tafelkleed trekken. Langzaam maar zeker komen er ook de regels ten aanzien van de omgang met elkaar, zoals andere kinderen geen pijn doen. Een dreumes leert dat zijn moeder boos wordt wanneer hij het buurjongetje slaat en zal dit dus laten wanneer moeder in de buurt is. Zodra moeder echter uit het zicht is, kan hij zomaar het jongetje wel gaan slaan. Hij beseft niet waarom hij niet mag slaan.
Ontwikkeling van het denken:
De dreumes leert door experimenteren eenvoudige 'problemen' oplossen. Denk bijvoorbeeld aan het speelgoedblokje dat in een daarvoor bestemd gat moet worden gestopt. De dreumes leert steeds beter gedrag van anderen te kopiëren. Dit is het begin van het 'doen alsof'-spel, waarbij het kind alledaags gedrag van de opvoeder nadoet tijdens het spelen.
Ontwikkeling van de taal:
De fase van de taalontwikkeling van de dreumes wordt de vroeg linguale fase genoemd. Deze fase bestaat uit het leren van woorden en zinnen, waarbij de zinsopbouw steeds ingewikkelder wordt.
Als kinderen ongeveer twaalf maanden oud zijn, beginnen ze eenvoudige woorden te zeggen, zoals mama, papa, poes en bal. Ook het woordje nee is een van de eerste woorden die een dreumes leert zeggen. Het aantal woorden neemt op deze leeftijd snel toe. Vanaf ongeveer achttien maanden begint de dreumes tweewoordzinnen te gebruiken. Vaak bestaan deze zinnen uit een werkwoord en een zelfstandig naamwoord, zoals “Kijk, poesje!”. Dit wordt ook wel de telegramstijl genoemd.
Colofon
Het arrangement Les over dreumes is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
fenna konijn
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-06-14 13:10:25
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.