1. Inleiding
Wij mensen hebben 5 zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen.
Het zintuig 'smaak' is 1 van de 5 zintuigen die mensen hebben. Het smaakzintuig werkt samen met andere zintuigen om ervoor te zorgen dat jij eten en drinken kan proeven en ruiken. Hierdoor weten we precies wat we wel of niet kunnen eten.
Met je tong proef je je eten. Op je tong zitten namelijk smaakpapillen waarmee we kunnen proeven. Met die smaakpapillen kun je 5 smaken herkennen: zoet, zuur, zout, bitter en hartig.
Daarnaast heb je ook tastzintuigen in je tong. Die zorgen ervoor dat je voelt of iets hard, zacht, glad, korrelig, warm of koud is.
Het klinkt misschien gek, maar je proeft het eten niet alleen met je tong. Er zijn namelijk nog meer zintuigen die ervoor zorgen dat je wat proeft.
Om er achter te komen welke zintuigen dat zijn en hoe het zintuig smaak werkt in jouw mond, ga je in tweetallen aan de slag om het antwoord te vinden!
2. Opdracht
In tweetallen gaan jullie je smaakzintuigen testen: kun je proeven door alleen je smaakzintuig te gebruiken?
Daarna gaan jullie onderzoek doen. Hoe kan het dat je het wel of niet proefde? Je gebruikt hiervoor de informatie onder het kopje 'bronnen'.
Bij het kopje 'stappenplan' vind je een uitgebreidere opdracht. Succes en veel plezier!
3. Stappenplan proeven
Je bent in een tweetal. Jullie gaan samen onderzoeken of je kunt proeven met alleen je smaakzintuig.
Dit gaan jullie doen door drie verschillende ranja’s te proeven met je ogen en neus dicht!
Jullie hebben nodig:
- Een schema
- Een handdoek
- 6 bekers
- 3 verschillende smaken ranja
- Water
Voorspelling:
Voordat jullie gaan starten geven jullie antwoord op onze onderzoeksvraag:
Zou je kunnen proeven met alleen je smaakzintuig?
Schrijf dit op jullie papier.
Lees hieronder verder hoe jullie dat gaan aanpakken:
- Vul 6 bekers met ranja en water. 2 bekers vul je met rode ranja, 2 bekers vul je met oranje ranja en 2 bekers vul je met gele ranja.
- Zet de bekers voor jullie op een tafel.
- 1 iemand doet een blinddoek om en knijpt met 1 hand zijn of haar neus dicht.
- Degene van jouw tweetal geeft je 1 beker met ranja aan.
- Neem een slok van de ranja. Laat het even in je mond zitten, slik het door en probeer er achter te komen welke smaak ranja jij had. Let er op dat je je neus en ogen dichthoudt!
- Vertel aan je maatje welke smaak jij dacht te proeven. Je maatje vult dit in op het schema.
- Doe hetzelfde met de andere twee smaken.
- Wanneer je alle drie de smaken gehad hebt, mag je de blinddoek afdoen en hoef je niet meer je neus dicht te knijpen. Kijk nu samen met jouw maatje of je het goed had.
- Wissel nu met elkaar! De ander mag nu gaan proeven.
4. Onderzoeken
Jullie hebben net getest of je kon proeven met alleen je smaakzintuig. Nu gaan jullie je antwoorden onderzoeken: hoe kan het dat ik het wel of niet proefde?
Met behulp van de bronnen gaan jullie antwoord geven op de volgende vragen (maak ze op het werkblad uit google classroom):
Welke zintuigen heb je nodig om te kunnen proeven?
………………………………………………………………………………………………………………
Heb jij bij de test toch nog ranja geproefd?
Ja: vul in hoe in hoe dat zou kunnen
Nee: vul in hoe dat kan
Ja/nee:…………………………………………………………………………………………………………
Noem de 5 smaken die wij kunnen proeven en geef er een voorbeeld bij:
1.……………………………………………………………………………………………………………
2.……………………………………………………………………………………………………………
3.……………………………………………………………………………………………………………
4........………………………………………………………………………………………………………
5............……………………………………………………………………………………………………
Geef aan waar op de tong je die smaken kunt proeven:

Klopt dit? Leg uit:
………………………………………………………………………………………………………
5. Bronnen