Portfolio Peter Zijlstra
Welkom in mijn portfolio. Ik volg de studie Maatschappelijke Zorg, specifieke doelgroepen aan het Noorderpoort te Groningen. In dit portfolio hou ik mijn studievoortgang bij, verdeeld in overzichtelijke blokken.
Stage
Ik loop stage bij de dagbesteding van Factor 5 aan de Ulgersmaweg op de maandag, dinsdag en vrijdag
Misschien leuke dingen over mij:
Ik hou onwijs veel van sport. Ik sport sinds ik klein ben, en heb verschillende sporten beoefend. Voorbeelden hiervan zijn:
- Zwemmen
- Voetbal
- Shishundo
- Volleybal
Portfolio SLB
Handleiding van mijzelf
Schrijf een handleiding over jezelf. Hoe werk jij en hoe kunnen anderen het beste met jou omgaan? Enkele voorbeeldvragen zijn:
- Wie ben jij?
- Wat moet iemand van jou weten wanneer hij jou leert kennen? Hoe maak jij het makkelijkste contact, met welke eigenschappen moet de ander rekening houden, hoe kan de ander jou écht raken?
- Wat zijn jou sterke kanten minder sterke kanten?
- Hoe ga je zelf om met jou kwaliteiten en minder sterke kanten?
- Wat motiveert jou?
- Hoe kunnen anderen jou motiveren?
- Wanneer ben jij op je best, en wat doe jij om jezelf in topvorm te houden? Wat moet je vooral wel en niet doen? Hoe kun jij jezelf opladen? Hoe kunnen anderen jou helpen om in topvorm te blijven? Wat moeten zij juist en wel en niet van je vragen?
- Hoe merk je bijvoorbeeld wanneer je het te druk hebt, wanneer je ‘batterij’ snel leeg gaat, wanneer je vastloopt? Wat doe je dan, wie kan je dan helpen en hoe kan diegene jou helpen?
- Wat zijn “ik ben op de goede weg”-signalen?
- Wanneer merk je dat je afdwaalt en moet bijsturen?
- Hoe hou je jezelf scherp? Wie kunnen je daarbij helpen en hoe?
- Wat heb jij nodig om goed te kunnen functioneren?
- In welke omstandigheden was jij op je best?
Lijst gewenst gedrag
Cijfers en resultaten jaar 2
Cijfers en resultaten jaar 3
Portfolio BPV
Urenverantwoording stage
Stagegesprekken jaar 2
Stagegesprekken jaar 3
360 graden feedback jaar 2
360 graden feedback jaar 3
Oefenopdrachten
Portfolio Burgerschap
Burgerschap jaar 2
Burgerschap jaar 3
B1-K1-W1
1. Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?
2. Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?
3. Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?
4. Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse?
5. Hoe rapporteer je?
6. Met wie werk je samen? (verschillende disciplines)
7. Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?
B1-K1-W2
1. Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?
2. Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?
3. Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?
4. Hoe bouw je een vertrouwensband op?
5. Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?
6. Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?
7. Wat is regie op eigen leven?
8. Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?
9. Hoe ga je om met intieme situaties?
10. Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?
11. Hoe waarborg je de privacy van een client?
12. Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?
B1-K1-W3
1. Hoe ga je in gesprek met de cliënt?
2. Vanuit welke methodiek ga je het gesprek voeren?
3. Hoe zet je de cliënt in de eigen kracht?
4. Wat is een optimaal (huishoudelijk) leefklimaat?
5. Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?
6. Welke mogelijkheden zijn er om een cliënt te ondersteunen/begeleiden in gedrag?
7. Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?
8. Hoe geef je feedback?
B1-K1-W4
1. Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?
2. Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?
3. Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?
4. Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?
5. Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?
6. Hoe motiveer je een cliënt?
7. Welke motivatietechnieken zijn er?
8. Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?
9. Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?
10. Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?
11. Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?
B1-K1-W5
1. Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?
2. Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?
3. Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?
4. Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?
5. Hoe maak ik een risicoanalyse?
6. Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?
7. Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?
8. Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf?
9. Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?
10. Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?
11. Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?
12. Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?
13. Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie?
B1-K1-W6
1.1. Welke overlegvormen zijn er?
1.2. Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?
2. Wat is effectief communiceren?
3. Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?
4. Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?
5. Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?
6. Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?
7. Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?
8. Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking?
B1-K1-W7
1. Onderzoek verschillende methoden van evalueren
2. Hoe maak je een evaluatieverslag en wat staat daar in?
3. Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?
4. Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?
5. Hoe structureer je de gegevens?
6. Maak een schriftelijke rapportage nav evaluatiegegevens.