Belangrijke begrippen tijdens jouw examen
Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.
Verbranding (NASK2.K.5)
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
-
een aantal verbrandingsverschijnselen beschrijven, verbrandingsvoorwaarden noemen, en toelichten dat blussen of voorkomen van brand berust op de beïnvloeding van deze voorwaarden.
-
de gevolgen van overvloedig energieverbruik noemen voor gezondheid en milieu.
-
de bewerking van aardolie in raffinaderijen en het gebruik van aardolie als grondstof voor chemische producten beschrijven.
|
De begrippen die je bij dit het domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
rook, roet; vlam, vonk, warmteontwikkeling; verontreiniging van de lucht
|
|
aanwezigheid van brandstof en zuurstof; ontbrandingstemperatuur;
|
|
blusmiddelen: water, zand, schuim, koolstofdioxide, blusdeken
|
|
milieueffecten: SO2: zure regen, NOx: zure regen, CO2: broeikaseffect, CFK's:
|
|
aantasting ozonlaag; gezondheidseffecten: aantasting van de luchtwegen
|
|
(fossiele) brandstoffen: steenkool, cokes, koolwaterstoffen:
|
|
aardgas (met als belangrijkste deel methaan), benzine
|
|
onvolledige verbranding: reactieproducten, o.a. koolstofmono-oxide (giftig) en koolstof;
|
|
volledige verbranding: reactieproducten, o.a. koolstofdioxide en water
|
|
destillatie, kraken, brandstoffen: LPG, benzine, kerosine, diesel, stookolie,
|
|
andere producten: asfaltbeton, kunststoffen (polymerisatie van monomeren tot polymeren, thermoharders en thermoplasten), smeermiddelen, medicijnen
|
|
Water, zuren en basen (NASK2.K.7)
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
-
van leidingwater en van in de natuur voorkomende watersoorten de samenstelling, functie en toepassing beschrijven
-
van een aantal zuren en basen de naam en formule geven
-
van een aantal zure en basische oplossingen de formules geven van de deeltjes die daarin voorkomen
-
de eigenschappen en toepassingen van zure en basische oplossingen noemen
|
De begrippen die je bij dit het domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Begrippen en onderwerpen
|
Dit weet ik
|
oplosbaarheid van krijt, suiker, keukenzout, olie, vet, alcohol, zuurstof en ammoniak; spoelmiddel bij gebruik van zeep en wasmiddelen
|
|
ketelsteen, gebruik van wasmiddelen, vorming van kalkzeep
|
|
ontharden door: koken van water, ionenwisselaar, waterontharder, neerslagreactie
|
|
zuren: HCl(g), HNO3(l), H2SO4(l), HAc(l)
|
|
basen: ammoniak: NH3(g), zouten met OH-, zouten met O2-, zouten met CO32-
|
|
zoutzuur: H+(aq) en Cl-(aq), verdund salpeterzuur: H+(aq) en NO3 - (aq), verdund zwavelzuur (accuzuur): H+(aq) en SO4 2 (aq), koolzuurhoudend water: H+(aq) en CO3 2-(aq), azijn: H+(aq) en Ac- (aq), natronloog: Na+(aq) en OH-(aq), kalkwater: Ca2+(aq) en OH-(aq), ammonia: NH3(aq)
|
|
zure oplossingen: stroomgeleiding; vorming van waterstof aan de negatieve elektrode
|
|
etsende werking; kleuring van indicatoren; aantasting van kalksteen
|
|
basische oplossingen: stroomgeleiding; ontvettende werking; irriterend voor de huid; kleuring van indicatoren
|
|
lakmoespapier bevochtigen met vloeistof; zuur: blauw wordt rood; basisch: rood wordt blauw; neutraal: rood en blauw verkleuren niet
|
|
fenolftaleïen in vloeistof doen: zuur: verkleurt niet; basisch wordt paars
|
|
neutraal: verkleurt niet; rode koolsap; universeel indicatorpapier
|
|
Basischemie voor vervolgopleiding en beroep (NASK2.K.10)
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
-
eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden en die kennis toepassen in practicumsituaties.
-
onderzoeken of een stof een zuivere stof is of een mengsel, een aantal zuivere stoffen en soorten mengsels noemen, en de hoofdbestanddelen van een aantal mengsels noemen.
-
een aantal processen uit het dagelijks leven herkennen als een chemische reactie
-
van een aantal (soorten) reacties toepassingen noemen, de vergelijkingen opstellen en beschrijvingen geven
-
berekeningen uitvoeren aan reacties en beschrijven hoe bepaalde factoren de reactiesnelheid beïnvloeden
|
De begrippen die je bij dit het domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
fase bij normale druk en kamertemperatuur, kleur, geur, oplosbaarheid in water, kookpunt, smeltpunt, elektrische geleiding
|
|
van enkele stoffen / oplossingen de kleur en/of geur noemen
|
|
koolstofdioxide: kleurloos en reukloos, koolstofmonoxide: kleurloos en reukloos, oplossing van koper(II)zout: blauw
|
|
beginstoffen, reactieproducten
|
|
smelt- cq stol- en kookpunt, smelt- cq stol- en kooktraject
|
|
suiker, keukenzout, gedestilleerd water; drinkwater, melk, limonade, wijn, bier, jenever, spiritus, azijn, reinigingscrème, tandpasta, shampoo en lucht; legeringen: amalgaam, brons, messing, soldeer
|
|
emulsie: boter, melk, crème; suspensie: modder, verf; schuim, rook, nevel, legering, oplossing
|
|
chemische processen bij de voedselbereiding, verteren van voedsel, rotten, bederven, verkleuren, haar permanenten, haar verven, ontsmetten, harden van cement
|
|
water, waterstofperoxide, ammoniak, koolstofmonoxide, koolstofdioxide, zwaveldioxide, zwaveltrioxide, zuurstof, waterstof, halogenen, soda, keukenzout, alcohol, glucose en elders in de syllabus genoemde stoffen
|
|
neutraliseren, ontkalken
|
|
snelheid, reactie, soort stof, temperatuur, verdelingsgraad, katalysator, concentratie
|
|
moleculen, atomen, ionen, toestand van een stof, zuivere stof, mengsel, niet-ontleedbare stof, ontleedbare stof, zouten, moleculaire stof, atomaire stof
|
|
scheiden van mengsels, elektrische geleiding, oplossen, smelten, chemische reactie, ontleden, verbranden, neerslaan, neutraliseren
|
|
neerslagreacties
|
|
oplosbaarheidstabel, neerslag, zoutoplossingen
|
|
Bouw van materie (NASK2.K.11)
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
-
de bouw van stoffen beschrijven, en reacties beschrijven met gebruikmaking van de begrippen moleculen, atomen en ionen
-
de namen en symbolen van een aantal elementen geven en beschrijven hoe de atoomsoorten zijn gerangschikt in het periodiek systeem
-
van een aantal moleculaire stoffen en zouten de naam geven als de formule is gegeven en omgekeerd
|
De begrippen die je bij dit het domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
moleculen, atomen, ionen
|
|
moleculaire stof, naamgeving, molecuulformules
|
|
naamgeving, ionen, romeins cijfer
|
|
scheikundige reacties, hergroepering
|
|
scheikundige symbolen, notatie
|
|
periodiek systeem, atoomsoorten, groepen, perioden, elementen, overeenkomstige chemische eigenschappen
|
|