Basischemie voor vervolgopleiding en beroep (NASK2.K.10)

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • eigenschappen noemen waaraan stoffen herkend kunnen worden en die kennis toepassen in practicumsituaties.

  • onderzoeken of een stof een zuivere stof is of een mengsel, een aantal zuivere stoffen en soorten mengsels noemen, en de hoofdbestanddelen van een aantal mengsels noemen.

  • een aantal processen uit het dagelijks leven herkennen als een chemische reactie

  • van een aantal (soorten) reacties toepassingen noemen, de vergelijkingen opstellen en beschrijvingen geven  

  • berekeningen uitvoeren aan reacties en beschrijven hoe bepaalde factoren de reactiesnelheid beïnvloeden

 

De begrippen die je bij dit het domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

fase bij normale druk en kamertemperatuur, kleur, geur, oplosbaarheid in water, kookpunt, smeltpunt, elektrische geleiding  

 

van enkele stoffen / oplossingen de kleur en/of geur noemen

 

koolstofdioxide: kleurloos en reukloos, koolstofmonoxide: kleurloos en reukloos, oplossing van koper(II)zout: blauw

 

beginstoffen, reactieproducten

 

smelt- cq stol- en kookpunt, smelt- cq stol- en kooktraject

 

suiker, keukenzout, gedestilleerd water; drinkwater, melk, limonade, wijn, bier, jenever, spiritus, azijn, reinigingscrème, tandpasta, shampoo en lucht; legeringen: amalgaam, brons, messing, soldeer

 

emulsie: boter, melk, crème; suspensie: modder, verf; schuim, rook, nevel, legering, oplossing

 

chemische processen bij de voedselbereiding, verteren van voedsel, rotten, bederven, verkleuren, haar permanenten, haar verven, ontsmetten, harden van cement

 

water, waterstofperoxide, ammoniak, koolstofmonoxide, koolstofdioxide, zwaveldioxide, zwaveltrioxide, zuurstof, waterstof, halogenen, soda, keukenzout, alcohol, glucose en elders in de syllabus genoemde stoffen

 

neutraliseren, ontkalken

 

snelheid, reactie, soort stof, temperatuur, verdelingsgraad, katalysator, concentratie

 

moleculen, atomen, ionen, toestand van een stof, zuivere stof, mengsel, niet-ontleedbare stof, ontleedbare stof, zouten, moleculaire stof, atomaire stof

 

scheiden van mengsels, elektrische geleiding, oplossen, smelten, chemische reactie, ontleden, verbranden, neerslaan, neutraliseren

 

neerslagreacties

 

oplosbaarheidstabel, neerslag, zoutoplossingen