Vwo economie: wat moet je weten

Vwo economie: wat moet je weten

Belangrijke begrippen tijdens jouw examen

Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.

D. Markt

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • in contexten analyseren dat keuzes en ruil die plaatsvinden worden gecoördineerd via de markt. Prijsvorming is het coördinatiemechanisme waarmee vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. De manier waarop prijsvorming plaatsvindt, is afhankelijk van de marktstructuur (marktvormen) en heeft gevolgen voor toetreding, welvaart en economische politiek.  

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

betalingsbereidheid, (maximale) prijs

 

individuele vraaglijn, collectieve vraaglijn  
prijselasticiteit, segmentelasticiteit, prijsverandering  
inkomenselasticiteit, segmentelasticiteit, relatieve verandering, inkomensverandering  

inferieure goederen, normale goederen, luxe goederen

 

substitueerbaarheid, complementariteit van goederen, kruislingse elasticiteit

 

individuele aanbodlijn, collectieve aanbodlijn

 
productiefactoren, technische ontwikkeling, aanta aanbieders  

heffingen, subsidie

 

afzet, opbrengst

 

totale kosten, vaste/constante kosten, variabele kosten

 
gemiddelde kosten, marginale kosten  
opbrengst, kosten, gemiddelde winst, totale winst, maximale winst  

break-even-afzet

 

marginale opbrengst

 

marktevenwicht, evenwichtsprijs, coördinatiemechanisme

 

mededinging, concurrentie

 
volledige mededinging/ volkomen concurrentie, monopolistische concurrentie, oligopolie, monopolie, heterogeniteit, homogeniteit  

prijsdiscriminatie

 

consumentensurplus, producentensurplus, totale surplus

 

doelmatigheid, economische uitkomst, Pareto efficiënt

 

Harberger-driehoek, dead weight loss

 

prijsdiscriminatie, overheidsingrijpen

 

prijsregulering, minimumprijzen, maximumprijzen

 

octrooien, patenten, marktgedrag, marktresultaat

 

 

E. Ruilen over de tijd

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • binnen de contexten van gezinshuishoudingen, bedrijfshuishoudingen en overheidshuishoudingen, analyseren dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt, maar ook over de tijd. De prijs die deze intertemporele ruil coördineert is de rente

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

intertemporele ruil, tijd, rendement 

lenen, sparen, koopkracht

tijdsvoorkeur, risico-aversie, vragen / aanbieden van vermogen

rente, looptijd, liquiditeit

staatsobligaties, bedrijfslening, consumentenkrediet

financiële sector, spaarders, investeerders

(dreiging van) wanbetaling, informatieasymmetrie

nominale grootheden, reële grootheden

 

publiek kapitaal, infrastructuur, privaat kapitaal, menselijk kapitaal, kapitaalgoederen

staatsschuld, overheidstekort, financieringstekort, belastingheffing, uitgestelde belastingheffing  

belastingspreiding, welvaartsverlies

 

gezinshuishoudingen, bedrijfshuishoudingen

 
intergenerationele ruil  
welvaartsvaste pensioenen, waardevaste pensioenen, kapitaaldekkingsstelsel, omslagstelsel  
staatsschuld, begrotingsaldo, begrotingstekort, begrotingsoverschot  
BBP, stabiliteitspact, groeipact  

 

F. Samenwerken en onderhandelen

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • analyseren dat, wanneer belangen van individuele actoren conflicteren, samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor (markt)partijen dan vertrouwen op individuele acties. Centralisatie, waarbij (collectieve) dwang het middel is om acties tot stand te brengen, kan een alternatief coördinatiemechanisme zijn voor keuzes. 

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik 

voldoende informatie, gelijke informatie

spelboom, beslisboom, pay-off matrix

simultaan spel, sequentieel spel,  herhaald (simultaan) spel

Nash-evenwicht 

gevangenendilemma, dominante strategie, suboptimaal, Nash-evenwicht 

dominante strategie, spelsituatie 

zelfbinding

sociale normen

reputatie

zelfbinding, geloofwaardigheid, dreiging, prijzenoorlog, arbeidsrelatie, kartel 

berovingsprobleem, verzonken kosten 

individueel belang, collectief belang, collectieve goederen 

meeliftersgedrag, dominante strategie, collectief goed 

positieve externe effecten, negatieve externe effecten

 

G. Risico en informatie

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • analyseren dat gezinnen en bedrijven bij het maken van keuzes informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen. Aangezien de informatie vaak een beperkt karakter zal hebben moeten transactiepartijen een inschatting maken van mogelijke gebeurtenissen (risico) en de mate waarin transactiepartners gebeurtenissen beïnvloeden of informatie achterhouden die relevant is voor het tot stand brengen van een transactie (asymmetrische informatie).

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik 

risico, onzekerheid

risicoaversie, transactiepartners 

onvolledige informatie, transactiekosten, ruilsituatie 

informatie, informatievoorsprong, informatieachterstand, transactiepartij, informatieasymmetrie 

ondernemer, eigen vermogen, vreemd vermogen, onderpand, krediet 

opdrachtgever, opdrachtnemer, vermogensverschaffer, ondernemer, kredietgever, kredietnemer

contracten, principaal-agentrelatie, prikkels 

toezichthouders, financiële markten 

risicoaversie, verzekering 

verzekeren, transactiepartijen 

(verplichte) solidariteit, risicomanagement, verzekering 

averechtse selectie, verplichte verzekering, collectieve verzekering 

moral hazard, bonus-malussysteem, eigen risico 

rendement, beleggingen 

obligaties, aandelen, verwacht rendement

 

H. Welvaart en groei

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op microniveau werken door op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik 

inkomen, bestedingsmethode, objectieve methode, subjectieve methode, categorale inkomensverdeling, loonkosten, arbeidsinkomensquote (AIQ), nationaal inkomen

reële kringloop, financiële kringloop, evenwicht goederenmarkt, vermogensmarkt, open economie

 

betalingsbalans, lopende rekening, financiële rekening, buitenland, financiële instellingen, saldo, spaarsaldo

 

economische groei, productiefactoren, technologie

 

productiefunctie, Y = Af(K, L), potentiële productie, meeropbrengsten, constante schaalopbrengsten

 

factorproductiviteit,  R&D, learning-by-doing, onderwijs, onderzoek, handel, betere instituties, betere infrastructuur, beter milieu, gunstige geografische ligging politieke stabiliteit

 

kwaliteit overheid, eigendomsrechten, rechtsstaat, regels voor eerlijke mededinging

 

welvaart van een gezinshuishouden, maatschappelijke welvaart, welzijn, brede welvaart, (niet) schaarse goederen, overheidspaternalisme

 

(maximale) maatschappelijke welvaart, Pareto-optimum

 

groen bbp per hoofd

 

Gini-coëfficiënt, percentielenratio, inkomensongelijkheid

 

huishouden, individu, arbeidsinkomen, totaalinkomen, kapitaalinkomen, uitkering, primair en secundair inkomen

 

ongelijkheid van vermogen

 

nivelleren, denivelleren

 

doelmatigheid, rechtvaardigheid, herverdeling van inkomen, vermogen, economische activiteiten

 

belasting, gemiddeld tarief, marginaal tarief, belastingwig, progressief /degressief belastingstelsel, vlaktaks, belasting op inkomen uit arbeid, belasting op vermogen, heffingskortingen, aftrekposten en bijtellingen, vennootschapsbelasting, indirecte belastingen

 

arbeidsaanbod (= beroepsbevolking), arbeidsvraag (werkgelegenheid + openstaande vacatures) , werkloosheid, vacatures, loonontwikkeling, flexwerk, zzp

 

structurele werkloosheid, frictiewerkloosheid, conjuncturele werkloosheid

 

 

I. Goede tijden, slechte tijden

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • analyseren waarom er sprake is van korte termijn schommelingen in economische activiteiten en welke mogelijkheden en grenzen er zijn voor conjunctuurbeleid. Markten laten zich niet gemakkelijk reguleren mede door toedoen van rigiditeiten. 

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik 

conjunctuur, bbp-groei en niveau, output gap, werkloosheid en werkgelegenheid, inflatie en prijspeil, nominale rente centrale bank, reële rente

output gap en werkloosheid, structureel aanbod op lange termijn, geaggregeerde vraag, natuurlijke werkloosheid, hoogconjunctuur, laagconjunctuur

reële grootheden, nominale grootheden, koopkracht, inflatie, deflatie, reële rente, geldillusie

conjunctuurpolitiek, monetair beleid, begrotingsbeleid

anticyclisch conjunctuurbeleid, procyclisch conjunctuurbeleid

automatische stabilisatoren, hoogcunjunctuur, laagconjunctuur, sociale uitkeringen, belastingen

fiscaal beleid, inverdieneffect, uitverdieneffect

Europese Centrale Bank, ECB, toezichthouder, monetair beleid, enkelvoudig mandaat, duaal mandaat,

 

geldschepping, simultane kredietverlening, bankdeposito’s, deposito, geldvernietiging, financieringskosten

 

monetair beleid, rentebeleid, wisselkoersbeleid, geldhoeveelheidsbeleid, kredietverlening

 

effectieve ondergrens nominale rente, geldeconomie

 

financieel toezicht, bankrun, depositogarantiestelsel, lener-in-laatste-instantie

 
rente, wisselkoersen, kapitaalverkeer, buitenlands prijspeil, binnenlands prijspeil,  
depreciatie, appreciatie, wisselkoersregimes, kapitaalinstroom, Trilemma monetair beleid  
conjunctuuranalyse, IS-MB-GA-model, Keynesiaanse kruis  
consumentenvertrouwen, producentenvertrouwen  
goederenmarkt, vermogensmarkt, marginale consumptiequote, marginale spaarquote, bestedingslijn, spaarlek, belastinglek  
IS-curve, MB-curve, GA-Curve, monetaire beleidsregel  
centrale bank, inflatie, loon- en prijsflexibiliteit, loon- en prijsrigiditeit, inflatie, reële lonen, reële productiekosten  
conjuncturele werkloosheid, negatieve output gap  
Keynesianen, monetaristen, Neo klassieken, Nieuw klassieken  

 

 

  • Het arrangement Vwo economie: wat moet je weten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-12-29 10:07:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Wat moet je weten voor het centraal eindexamen? Je kunt hier per examenonderdeel lezen wat je globaal moet kunnen. De begrippen, onderwerpen en/of opvattingen die je in ieder geval moet kennen, vind je hier. Maar let goed op! Deze begrippen, onderwerpen, en/of opvattingen moet je altijd kunnen duiden. Je moet de begrippen met elkaar verbinden, in een specifieke context herkennen en toepassen of elders weer gebruiken. Sec alleen het uit je hoofd leren van de begrippen is lang niet voldoende om je examen te halen. Vraag dus altijd aan je docent om je bij het leren te helpen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    centraal eindexamen, eindexamen, voexamen, watmoetjeweten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Wat moet je kennen - LVHE. (z.d.).

    Disclaimer

    https://maken.wikiwijs.nl/176566/Disclaimer

    Wat moet je kennen - LVHE. (2021).

    Vmbo bb Wiskunde: wat moet je weten

    https://maken.wikiwijs.nl/174441/Vmbo_bb_Wiskunde__wat_moet_je_weten

    Wat moet je kennen - LVHE. (2023).

    Vwo economie: wat moet je weten

    https://maken.wikiwijs.nl/174443/Vwo_economie__wat_moet_je_weten