In deze periode gaan we aan de slag met schrijven.
De komende weken gaan we oefenen met grammatica en spelling die je nodig hebt voor het schrijven.
Tijdbesteding
15 uur
Begeleiding
Schrijven een vaardigheid die je vaak moet oefenen en herhalen. Je hebt 1x per week in een groep tijd om samen met mij te oefenen en uitleg te krijgen.
Daarnaast is het belangrijk dat je elke week oefent met schrijven.
Mate van vrijheid
Dit is een gestructureerde Quest. Deze Quest wordt afgesloten met een SE, schoolexamen,met een cijfer. Deze telt dus mee voor jouw eindexamencijfer. Je krijgt een weekschema, houd je aan dit schema dan komt het goed.
Routeplanner
Deze routeplanner kan je gebruiken om te kijken welke opdrachten je per week moet afronden, zodat je op tijd klaar bent voor het SE ook wel het PTA(=programma van toetsing en afsluiting) genoemd.
In de onderstaande tabel zie je welke opdrachten je per week moet maken om je goed te kunnen voorbereiden. In de BloX examenroute krijg je uitleg en maak je een opdracht!
Je maakt een "tegel" aan in Egodact met de titel Duits SE 2 Schrijfvaardigheid en vult hem in gedurende deze periode. Jouw gemaakte opdrachten lever je in op Seesaw en een link naar Egodact
Week
Data
Welk onderdeel moet je doen?
Hoe laat je jouw leren zien in Seesaw en een link naar Egodact?
Zoals je al in de introductie las gaat deze SE over schrijfvaardigheid.
Je kunt een praktisch formulier invullen en een aantal korte persoonlijke berichten schrijven op A1 niveau
Je gaat elke week opdrachten maken die je nodig hebt voor je schrijfvaardigheid. Dat houdt in dat je elke week grammatica en een schrijfopdracht krijgt. Deze moet voordat je de BloX hebt, hebben gemaakt. In de Blox krijg je dan nog een keer uitleg en gaan we in de BloX meteen een schrijfopdracht maken, die je die week geoefend hebt. Een checkmoment voor jou!
In het vorige SE spreekvaardigheid heb je al een aantal persoonlijke zinnen geschreven, deze kan je gebruiken. Alleen let ik nu op het schrijven van de woorden!
Tussendoor mag je altijd feedback vragen over je schrijfopdrachten.
In week 7 is een herhalingsweek, in die week kunnen we nog een aantal zaken herhalen/oefenen die jullie nog lastig vinden.
Het SE bestaat uit een schriftelijke toets. Je moet een formulier kunnen invullen en wat persoonlijke berichten kunnen schrijven.
Week 1
Zelfstandig naamwoorden en lidwoorden
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoordvoor kunt zetten. Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen, aardrijkskundige namen (plaatsen, rivieren etc.) en voor (eigen)namen, ook al kun je daar soms geen lidwoord voor zetten.
Voorbeelden
de kat
de plant
de neus
Bart
Nederland
Eindhoven
het werk
de orchidee
de liefde
Zelfstandig naamwoorden hebben bijna altijd een lidwoord, je kunt ze meestal in het meervoud zetten en je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
de stoel - de stoelen
de perzik - de perziken
het huis - het huisje
de vergadering - het vergaderingetje
Namen zijn ook zelfstandignaamwoorden, aardrijkskundige namen, eigennamen maar dus ook namen van bijvoorbeeld bedrijven. Ook gevoelens en abstracte zaken zijn zelfstandig naamwoorden.
Waal
Groningen
Texel
Jim
Hema
verdriet
vrede
In het Nederlands zijn de lidwoorden de, het en een. In het Duits zijn dat der, die en das. En voor een= ein(e).
De Duitse lidwoorden zijn er dus 3, der, die en das. Elk lidwoord heeft een eigen regel. Hieronder wordt het uitgelegd in de video.
Voor als je het wil lezen:
der
die
das
mannelijke
der Vater
der Onkel
der Sohn
vrouwelijk
die Mutter
die Tante
die Tochter
-chen
das Mädchen
das Männchen
das Weibchen
beroepen
der Arzt
der Lehrer
der Polizist
die Ärztin
die Lehrerin
die Polizistin
-um
das Museum
das Aquarium
Dagen
van de week
der Montag
der Dienstag
…
der Feiertag
getallen
die Eins
die Zwei
die Drei
das A
das S
das Z
(-er)
der Hammer
der Eimer
-e
die Zange
die Kanne
die Sonne
(-er)
das Wetter
das Gitter
das Wasser
-ling
der Schmetterling
-schaft
die Mannschaft
-en
das Essen
das Trinken
das Laufen
1 Silbe
der Baum
der Raum
der Sand
-ung
die Zeitung
die Umleitung
1 Silbe
das Kind
das Salz
das Meer
Opdrachten
Maak de volgende oefeningen, maak een screenshot van het resultaat. Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Wat is een Steckbrief eigenlijk? Het is een formulier waarin persoonlijke kenmerken van een persoon staan. Je kent ze misschien nog van vroeger, het vriend en vriendinnenboekje.
Zet de Steckbrief in Seesaw en een link in Egodact.
Week 2
Zelfstandig naamwoorden en hoofdletters
Vorige week heb je geleerd over zelfstandig naamwoorden en lidwoorden. Je hebt ook geleerd over Duitse lidwoorden der, die en das. Dit is belangrijk, omdat je in het Duits alle zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter schrijft.
Dus alle woorden, waar je der, die of das voor kunt zetten: bijv. der Mann, die Frau, das Kind, das Schönste [=het mooiste], das Wichtigste [= het belangrijkste]
Opdrachten
Maak de volgende oefeningen, maak een screenshot van het resultaat. Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Zet deze formulieren in Seesaw en een link in Egodact.
Week 3
Persoonlijke voornaamwoorden en werkwoorden haben en sein
Je hebt geleerd dat zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter worden geschreven in het Duits. Je weet dat de Duitse lidwoorden der, die en das zijn.
Het volgende onderwerpen zijn de persoonlijke voornaamwoorden en werkwoorden. Deze heb je nodig om een perssonlijk bericht te kunnen schrijven in het Duits.
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze bij naam te noemen. Persoonlijke voornaamwoorden zijn onder andere: ik, je, jij, jou, u, hij, zij, ze, het, wij, we, jullie, zij (meervoud), mij, me, hem, haar, ons, hen, hun en ze (meervoud).
Opdrachten
Maak de volgende oefeningen, maak een screenshot van het resultaat. Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Even een brief naar een vriend, of een goede kennis. Het klinkt wat ouderwets, maar gebeurt in Duitsland toch nog steeds. Lees hier wat goede tips om een goede ansichtkarte /informele brief te schrijven. Viel Glück!
Aanhef
De aanhef, waarbij je je richt aan de geadresseerde, staat altijd in de eerste naamval en kan op verschillende manieren worden weergegeven. Bijvoorbeeld:
Bij een meisje: “Liebe Christel,” (beste Christel)
Bij een jongen: “Lieber Jochem,” (beste Jochem)
Ook kun je “Hallo” schrijven of bij geliefden “Mein(e) Liebe(r)” gebruiken.
Let erop dat het altijd gevolgd wordt door een komma en dat daardoor de eerste letter van de brief met een kleine letter wordt geschreven.
Inleiding
In de inleiding van de brief schrijf je vaak de aanleiding of het doel van de brief. Je kunt bijvoorbeeld schrijven:
“Vielen Dank für Deinen Brief” (Hartelijk dank voor jouw brief)
“Ich habe mich gefreut, wieder von Dir zu hören” (Ik vond het erg leuk van jou te horen)
Inhoud brief
Schrijf vervolgens in enkele alinea’s op wat je wilt zeggen in de brief. Je kunt bijvoorbeeld iemand uitnodigen wat te gaan doen, bedanken of informatie geven. Enkele voorbeeldzinnen:
“Hast du schon Pläne für..?” (Heb je al plannen voor..?”)
“Ich bin dir seh dankbar für die Information” (Ik ben je zeer dankbaar voor de informatie)
“Ich freue mich, dir zu berichten, dass…” (Ik ben verheugd aan te kondigen dat…)
In de slotalinea kun je nog aangeven dat je graag wat wilt horen of iemand de groeten doen. Bijvoorbeeld: “Bitte grüße….von mir” (Doe…de groeten namens mij)
“Ich freue mich, bald von dir zu hören” (Ik hoop snel van jou te horen)
“Bitte schreib mir zurück, wenn..” (Schrijf me snel terug wanneer…)
Afsluiting
Als afsluiting van de brief schrijf je een groet, gevolgd door jouw naam. Enkele voorbeelden:
“Tschüs!” (=doei), “Mach’s gut!” (=het ga je goed), “Viele Grüße” (=groetjes), “Alles Gute!” (=het ga je goed).
Iets formeler, maar nog steeds persoonlijk, zijn bijvoorbeld “Mit besten Grüßen” of “Herzliche Grüßen”. Iets informeler, vaak naar familie, is bijvoorbeeld “Alles Liebe”.
Opdrachten
Schrijf een Ansichtskarte met daarin de volgende onderwerpen: Adres, aanhef, hoe gaat het? wat voor weer? en afsluiting.
Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Week 4
Zwakke en sterke werkwoorden
Je hebt de vorige week de werkwoorden sein en haben geleerd. Deze moet je goed uit je hoofd weten.
Nu zijn de sterke en zwakke werkwoorden aan de beurt.
Zwakke werkwoorden worden regelmatig (= altijd hetzelfde) vervoegd. Dat maakt het makkelijker ze te leren. Om deze werkwoorden te kunnen vervoegen is het wel belangrijk de stam van het werkwoord te bepalen. Dat doe je in het Duits meestal door -en van het werkwoord af te halen. Sommige werkwoorden hebben geen -en maar alleen een -n als uitgang en wordt alleen de -n eraf gehaald.
Als je de stam van het werkwoord hebt bepaald is het alleen noodzakelijk de juiste uitgang te gebruiken. Omdat elke persoon een vaste uitgang heeft kun je deze gewoon leren. Zie de volgende pagina voor voorbeelden.
Het werkwoord spielen:
Sterke werkwoorden
Opdrachten
Maak de volgende oefeningen, maak een screenshot van het resultaat. Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Je schrijft weer een Ansichtskarte. Met de volgende onderwerpen:
aanhef,
hoe gaat het? Met jou goed?
Hoe gaat het op school?
Welk vak vind je leuk?
afsluiting
Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Week 5
Toets
Deze week krijg je een formatieve toets, oftewel begrijp je tot nu toe wat er is uitgelegd. Deze krijg je in de BloX. Je moet dus oefenen.
In de toets komen de volgende onderwerpen:
Zelfstandig naamwoorden, wanneer een hoofdletter?
De lidwoorden der, die, das, wanneer gebruik je ze?
Persoonlijke voornaamwoorden
Werkwoorden haben en sein
Zwakke en sterke werkwoorden.
Chat
Opdracht
Je gaat een Chat schrijven naar je klasgenoot. Je begroet elkaar, je vraagt hoe het gaat, en hoe het met jou gaat, je bedankt de ander voor het berichtje, zegt gedag.
Je gaat een Chat schrijven naar je vriend(in). Je vraagt aan haar/hem wat ze zondag gaat doen. Je stelt voor om naar de bioscoop te gaan. Of ze tijd heeft en hoe laat jullie zullen gaan. Hieronder heb ik wat zinnen gezet die je kan gebruiken.
Denk bij het schrijven aan de hoofdletters, werkwoorden vervoegen.
Zet dit in Seesaw en een link in Egodact.
Zinnen
Lieber /Liebe
Danke für deine Nachricht
Wie geht es dir?
Mir geht es gut/ so lala/ schlecht
Viele/ Liebe Grüße
Was machst du am Sonntag?
Am Sonntag … ich …
Möchtest du … ?
Das ist eine super Idee.
Nein, nicht so gern.
Gehen wir am Sonntag zum/nach …?
Ja/Nein, …
Wann hast du denn Zeit?
Am …
Um …
Wann wollen wir … ?
Am …
Um
Week 6
Naamvallen 3e en 4e
Je zal het weleens van je ouders of broer of zus gehoord hebben. Die naamvallen van Duits........
Ja we gaan er mee aan de slag.
Maar wat zijn naamvallen eigenlijk? In het Duits hebben we het over de 1e naamval oftewel het onderwerp, 3e naamval is het meewerkend voorwerp en de 4e naamval is het lijdend voorwerp.
Het lastige is dat de Duitse lidwoorden veranderen in de verschillende naamvallen.Hieronder wordt het uitgelegd.
Het arrangement Duits SE 2- Kader schrijfvaardigheid is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.