Hoe kom je aan je geld? - kgt2

Hoe kom je aan je geld? - kgt2

Hoe kom je aan je geld?

Intro

Of het nu thuis in de zaak is, auto's wassen, oppassen, de krant rondbrengen of tomatenplukken, veel scholieren hebben naast hun schoolwerk een betaald baantje of gebruiken een deel van de zomervakantie om wat bij te verdienen. 

Wat denk jij?
Bespreek de antwoorden op de volgende vragen met een klasgenoot.

  • Welke baantjes zijn het populairst onder scholieren?
  • Kinderarbeid is in Nederland verboden.
    Vallen dit soort baantjes eigenlijk niet onder kinderarbeid?

Bekijk (een stukje van) deze video.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat inkomstenbronnen zijn.
  • een eenvoudige loonstrook lezen.
  • uitleggen waarom je soms een deel van de belasting die je hebt betaald als je werkt terug kunt krijgen.
  • voorbeelden van regels noemen waar een werknemer en een werkgever zich aan moeten houden als ze werken.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met minimumjeugdloon.
  • uitleggen wat het verschil is tussen ‘wit’ en ‘zwart’ werken en minimaal twee nadelen noemen van ‘zwart’ werken.

Als je de leerdoelen hebt bekeken, doe dan de volgende oefening.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Leervragen
Stap 1 Welke manieren zijn er om aan een inkomen te komen?
Waarom moet je soms sparen voor je iets kunt kopen?
Stap 2 Welke regels gelden er voor jongeren als ze aan het werk gaan?
Stap 3 Wat is een arbeidsovereenkomst?
Wat voor soort afspraken staan er in een arbeidsovereenkomst?
Stap 4 Wat staat er op je loonstrook?
Stap 5 Wat zijn voorbeelden van werk in de informele sector?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvatting Samenvattende sleepoefening maken.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Inkomstenbronnen

Veel jongeren hebben een bijbaantje. Populaire bijbaantjes zijn:

  • oppassen,
  • werken in de supermarkt,
  • krant/folder bezorgen,
  • werken in de horeca.

Een bijbaantje is voor jongeren een belangrijke inkomstenbron.

Er zijn verschillende manieren om een inkomen te verkrijgen.
Belangrijke inkomenstenbronnen zijn:

  • arbeid: je werkt voor een loon of salaris.
  • bezit: je krijgt rente over het geld op je spaarrekening of je krijgt de huur als een woning verhuurt.
  • een eigen bedrijf: je krijgt de winst.

Met je inkomen kun je:

  • consumeren: je koopt producten.
  • sparen: je geeft een deel van het geld niet uit.

Soms krijg je een inkomen zonder dat je daar iets voor hoeft te doen.
Denk bijvoorbeeld aan het krijgen van zakgeld.
Maar ook kindertoeslag (bijdrage van de overheid voor de kosten voor kinderen) en een bijstandsuitkering (uitkering van de overheid voor iemand die geen werk heeft) zijn voorbeelden van inkomen zonder tegenprestatie.


Maak de volgende opdrachten.

Stap 2: Jongeren en werk

Veel jongeren werken, maar het soort werk dat zij mogen doen en het aantal uren dat zij mogen werken, is aan regels gebonden. Deze regels staan in de Arbeidstijdenwet (ATW).

In de Arbeidstijdenwet staat dat kinderarbeid verboden is. Kinderen zijn in deze wet personen die jonger zijn dan 16 jaar. De Arbeidstijdenwet maakt voor kinderen vanaf 13 jaar een aantal uitzonderingen. Maar wat kinderen wel en niet mogen is aan strenge regels gebonden.

Hoe ouder je wordt, hoe meer er kan. Zo mogen kinderen van 13 en 14 jaar maximaal 2 uur werken op dagen dat ze naar school moeten. En jongeren van 13 en 14 jaar mogen slechts in enkele gevallen (uitvoeringen toneelstuk) op zondagen werken.

Ook over de hoogte van het loon dat jongeren moeten verdienen, zijn afspraken gemaakt. Personen die jonger zijn dan 22 jaar krijgen in Nederland minimaal het minimumjeugdloon.

Doe de oefeningen.

Stap 3: Arbeidsovereenkomst

Iemand die voor een ander werkt, is een werknemer.
Een werkgever heeft één of meer werknemers in dienst.

Als een werknemer gaat werken bij een werkgever sluiten ze een arbeidsovereenkomst.

In deze overeenkomst staan de afspraken die de werknemer en de werkgever hebben gemaakt. Deze afspraken noem je arbeidsvoorwaarden.

Voorbeelden van arbeidsvoorwaarden zijn:

  • afspraken over lonen en werktijden;
  • afspraken over het aantal vakantiedagen;
  • afspraken over reiskosten;
  • afspraken studiemogelijkheden.

Maak de oefening.

Gebruik de arbeidsovereenkomst bij het beantwoorden van de vragen in de volgende twee oefeningen.

OVEREENKOMST

De ondergetekende,

  • de heer J. de Boer, bedrijfsleider Supermarkt A400, gevestigd te Aalsmeer aan de Julianadreef 25, en

  • de heer A. Schuurman, woonachtig te Aalsmeer, Singel 22,

verklaren te zijn overeengekomen dat:

  1. de Anton Schuurman per 15 februari voor 12 uur per week in dienst treedt als kassamedewerker bij supermarkt A400;

  2. het loon € 600,- bruto per maand bedraagt; bij werk na 19 uur en in het weekend geldt een opslag van 25%.

  3. het aantal vakantiedagen 5 dagen per jaar is;

  4. de reiskostenvergoeding € 25,- per maand bedraagt;

  5. deze overeenkomst is aangegaan voor één jaar.

Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Aalsmeer, 15 februari 2021,
J. de Boer:                        A. Schuurmans:

 

Stap 4: Loonstrook

Als je werkt, is je werkgever verplicht je een loonstrook te geven. Op je loonstrook staat welk salaris je op je rekening gestort krijgt.

Op de loonstrook staan echter verschillende termen en cijfers die misschien niet voor iedereen bekend zijn. Om je loonstrook te kunnen controleren, is het natuurlijk wel handig om te begrijpen wat er staat.

Wat staat er op de loonstrook?

Op je loonstrook staan je persoonlijke gegevens. Ook staat er informatie over je werkgever op je loonstrook.
Op de strook staat hoeveel uren je hebt gewerkt, het fulltime brutosalaris en de maand waarover het loon wordt uitbetaald.

Verder zie je op je loonstrook:

  • Je brutoloon.
  • Toeslagen en vergoedingen, bijvoorbeeld onregelmatigheidstoeslag omdat je ook in de avond of het weekend werkt.
  • Bruto SV(W): dit is het sv-loon (sociale verzekeringsloon), je brutoloon inclusief toeslagen.
    Over dit bedrag betaal je premies voor ziektekosten en verzekeringen.
  • Het belastbaar loon: Loon LH. Dit is het loon waarover je loonheffing (belasting) betaalt.
  • Nettoloon: het belastbaar loon min de betaalde belasting.
    Dit is het bedrag dat op je bankrekening wordt gestort.

Als je een reiskostenvergoeding krijgt, staat dit ook op het loonstrookje.

Goed bewaren!
Loonstrookjes zijn belangrijk om te bewaren. Je hebt ze nodig als je geld wilt terugvragen bij de Belastingdienst. Bovendien kun je zo altijd controleren of het aantal gewerkte uren klopt.


Maak de twee opdrachten.

Stap 5: Formele en informele sector

Betaald werk waarbij over het inkomen belasting wordt betaald, is werk in de formele sector.

Werk in de informele sector is onbetaald werk of werk waarbij over de verdiensten geen belasting wordt betaald. Voorbeelden van werk in de informele sector zijn vrijwilligerswerk, werk in de eigen huishouding en zwart werken.

Zwartwerken is betaald werken zonder belasting te betalen. Zwartwerken is verboden. Als je zwartwerkt, krijgt je geen geld als je ziek wordt. Je krijgt ook geen werkloosheidsuitkering als je ontslagen wordt.

 

Afronding

Samenvatting

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Bekijk de begrippen op de pagina 'Wat kan ik straks?' nog eens.
    Doe de opdracht eventueel opnieuw.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Het arrangement Hoe kom je aan je geld? - kgt2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-04-26 10:33:49
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Consumptie en consumenten-organisaties; Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Individuele overeenkomst - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62272/Opdracht__Individuele_overeenkomst___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2018).

    Opdracht: Inkomstenbronnen - kgt2

    https://maken.wikiwijs.nl/127458/Opdracht__Inkomstenbronnen___kgt2

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Jongeren - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62274/Opdracht__Jongeren___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Soorten werk - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/73800/Opdracht__Soorten_werk___vmbo_kgt34