EHBSO

EHBSO

Sport blessure vrij

Inleiding

EHBO (Eerste Hulp Bij Ongevallen) richt zich op het verlenen van hulp aan men- sen met een plotselinge stoornis in hun gezondheid. Het gaat bij EHBO vooral om levensbedreigende stoornissen. Of stoornissen die ervoor kunnen zorgen dat mensen blijvend invalide raken. Zulke stoornissen worden bij voorkeur behandeld door hulpverleners (EHBO’ers) met een EHBO-opleiding. Zij weten hoe dit op de juiste manier gebeurt. En beperken daardoor zoveel mogelijk schade aan iemands gezondheid.

EHBSO (Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen) richt zich op het verlenen van hulp aan mensen die zich blesseren tijdens het sporten. Sportongevallen verschillen niet veel van andere ongevallen. De instelling van de sporter maakt echter het verschil. Deze is vaak eigenwijs en wil daardoor doorgaan met sporten. Ook al heeft hij een blessure opgelopen. Als hulpverlener (EHBSO’er) heb je hierbij een belangrijke taak. Je moet de ernst van de situatie kunnen inschatten. En daarnaast weten hoe je een blessure juist behandelt. De communicatie met een sporter is daarbij van groot belang. Ook hoor je als EHBSO’er te weten hoe je sportonge- vallen voorkomt.

Doel van de informatie EHBSO

Grotere sportevenementen zijn vaak goed georganiseerd met een goede medi- sche opvang en EHB(S)O. Bij kleinere sportevenementen, binnen sportverenigin- gen of als je met een groep vrienden sport is dit vaak niet zo. Daar zorgen meestal mensen zonder EHBO-opleiding of –ervaring voor de eerste opvang van sporton- gevallen. Wil je weten wat je moet doen als er in zo’n situatie een sportongeval plaatsvindt? Lees dan de informatie EHBSO in deze lessen goed door. Je leest hoe je een sportongeval aanpakt. En hoe je veelvoorkomende sportblessures herkent en op de juiste manier behandelt. Samen met een flinke dosis gezond verstand kom je als EHBSO’er een heel eind. Zo voorkom je schade aan iemands gezondheid!

Alarmeren

Ongevallen & Alarmeren

Schat je in dat het een ernstig sportongeval is? En dat de situatie bedreigend is voor het leven of de gezondheid van de sporter op langere termijn? Of is er risico op zo’n situatie? (zie ook pagina 4). Dan is met spoed deskundige hulp nodig en moet je alarmeren.

 

Hoe handel je?

  • Bel 1-1-2! Je oproep komt dan binnen bij één van de alarmcentrales.

  • Vertel waar hulp nodig is, het adres.

  • Vertel welke dienst je nodig hebt: politie, brandweer of

    ambulance. Je wordt dan doorverbonden met die hulpverleningsdienst.

  • Vertel wat er aan de hand is.

 

Alle gesprekken die via 1-1-2 binnenkomen, worden opgenomen. De alarmcentrale maakt gebruik van nummerherkenning zodat de meldkamercentralist het nummer altijd kan terugbellen. 1-1-2 kan ook met een mobiele telefoon worden gebeld. Zelfs wanneer het toetsenbord van de mobiele telefoon geblokkeerd is. Of als het beltegoed op is.

Blaren

Hoe herken je blaren?

Een blaar is een blaasje op de huid dat met vocht is gevuld. Het vocht kan hel- dergeel van kleur zijn of bloedkleurig. In dit laatste geval is er sprake van een bloedbaar.

 

Oorzaken blaren

Een blaar kan ontstaan door verbranding, bevriezing, voortdurende druk of wrij- ving. Bij sporters komt de oorzaak wrijving het meeste voor. Zijn blaren ontstaan door druk of wrijving? En is de onderhuidse druk te groot en de pijn te erg? Dan mogen blaren worden doorgeprikt. Volg hiervoor onderstaande stappen.

 

Hoe handel je?

  1. Plak een dichte blaar dakpansgewijs af met reepjes kleefpleister of andere speciale blarenpleisters (zie linkertekening hieronder).

  2. Prik de blaar door als de druk te groot en te pijnlijk is (zie hierna stap 3 tot en met 7).

  3. Ontsmet de blaar vooraf met ontsmettingsmiddel (jodium of alcohol).

  4. Prik de blaar door met een blarenprikker of steriele naald. Houd de naald

    vooraf even in een vlam om te ontsmetten. Laat deze niet zwart worden.

  5. Prik de blaar op twee plaatsen aan de rand door (zie rechtertekening).

  6. Druk het vocht eruit met een steriel gaasje.

  7. Ontsmet de blaar achteraf met ontsmettingsmiddel (jodium of alcohol).

  8. Dek de doorgeprikte blaar af met een wondpleister. Of met een steriel gaasje

    met reepjes kleefpleister.

 

 

Hoe voorkom je blaren?

- Draag sokken zonder naden.
- Zorg voor goed passende schoenen. Schuift de sporter te veel in de schoe- nen? Zorg dan voor een aangepaste inlegzool.
- Voor sporters kan het prettig zijn om de gevoelige huid te beschermen met bijvoorbeeld second skin of duoderm.
- Gebruik droge en schone sokken.
- Plak wat stroken (sport)tape op de ‘risicoplek’ (bijvoorbeeld de hiel of tussen de tenen) en smeer een laagje vaseline over de tape.

Bloedhygiene en wonden

Hoe herken je wonden?

Een wond herken je aan bloedverlies. Is er sprake van een schaafwond of snij- wond met weinig bloedverlies? Dan is dit een oppervlakkige wond. Is er sprake van een snijwond met veel bloedverlies? Dan is dit een diepe wond. Als EHBSO’er schat je de ernst van de wond in door hiernaar te kijken.

Bloedhygiëne: hoe handel je?

Bloed kan een transportbron zijn voor allerlei infectieziekten zoals AIDS en He- patitis B. Goede bloedhygiëne is daarom zeer belangrijk. Er bestaat namelijk een reëel besmettingsgevaar bij het verzorgen van wonden. Je eigen veiligheid zet je voorop door bloedcontact te vermijden!

  1. Zorg voor een complete EHBSO-kit, zodat je voldoende materialen hebt om wonden te behandelen (zie pagina 29).

  2. Was je handen met zeep voor en na het verzorgen van de wond.

  3. Was je handen met desinfecterende zeep voor en na het verzorgen van de

    wond.

  4. Stelp de bloeding door rechtstreeks druk op de wond uit te oefenen.

  5. Zorg altijd voor een extra schoon shirt, dat een sporter kan aantrekken als zijn

    eigen shirt bloedvlekken bevat (zogenoemd ‘bloedshirt’).

 

Diepe wonden met veel bloedverlies: hoe handel je?

Heeft iemand een wond met veel bloedverlies in korte tijd? Stop of verminder dit bloedverlies dan zo snel als mogelijk.

  1. Laat de sporter altijd liggen.

  2. Breng het gewonde lichaamsdeel omhoog en oefen met je hand druk uit op

    de wond met een steriel wonddrukverband. Is er geen EHBSO-kit aanwezig? Zoek dan naar alternatieven waarmee je druk op de wond kunt uitoefenen (bijvoorbeeld een kledingstuk).

  3. Stopt de bloeding? Leg dan een kompres (bij voorkeur niet-verklevend) aan.

  4. Stop de bloeding niet en verslechtert de situatie? Geef iemand dan opdracht

    1-1-2 (zie pagina 5) te bellen.

  5. Stopt de bloeding niet en verslechtert daarbij de situatie niet? Ga dan samen

    naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf naar toe gaat.

Oppervlakkige wonden met weinig bloedverlies: hoe handel je?

 

 

1. Is de oppervlakkige wond klein? Spoel deze dan schoon met water.
2. Is de oppervlakkige wond groot? Dek deze dan steriel af met een verband of pleister.
3. Laat de wond daarna zoveel mogelijk drogen aan de lucht. Dit bevordert het genezingsproces.
4. Heb je het vermoeden dat een snijwond gehecht moet worden? Ga dan sa- men naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf naar toe gaat.

Bloedneus en neusbreuk

Hoe herken je een bloedneus en neusbreuk?

Een bloedneus kan ontstaan door bijvoorbeeld een val of een hoog opkomende knie, elleboog of vuist. In ernstige gevallen kan een bloeduitstorting in het neus- tussenschot ontstaan. Of de neusbotjes kunnen breken. We spreken dan van een neusbreuk, herkenbaar aan het scheef staan van de neus.

Hoe handel je?

Als EHBSO’er kun je begeleiding geven bij het stoppen van een bloedneus. Het vaststellen van een neusbreuk wordt niet van je verwacht. Je kunt natuurlijk wel het vermoeden hebben van een breuk door een afwijkende stand van de neus. Of na een krakend geluid bij een botsing.

Bloed kan besmettelijk zijn. Vermijd daarom bloedcontact (zie pagina 8). Gebruik handschoenen of vraag de sporter om zelf de bloedneus te stoppen (als dit mo- gelijk is).

  1. Laat de sporter zitten met het hoofd iets voorover (zoals in een schrijfhou- ding).

  2. Vraag de sporter eventueel om één keer de neus te snuiten. Let op: is de bloedneus veroorzaakt door een slag of een stoot tegen het hoofd (niet te- gen de neus)? Dan mag de neus niet worden gesnoten! Schedel- en aange- zichtsletsel kunnen ook een bloeding uit de neus veroorzaken. Is er sprake van een schedelbasisbreuk? Dan kan het snuiten slijm en bloed in de schedel- holte persen.

  3. Knijp de neusvleugels op het neustussenschot dicht (onder het harde ge- deelte van de neus).

  4. Houd dit 10 minuten vol.

  5. Gebruik witte watten, steriele gaasjes of een schone handdoek om het bloed

    uit de neus op te vangen.

  6. Is de bloeding na 10 minuten nog niet gestopt? Of vermoed je een neus-

    breuk? Raadpleeg dan een (huis)arts of de spoedeisende hulp van een zie- kenhuis.

Toets: Bloedneus

Start

Epilepsie

Hoe herken je epilepsie?

Een epilepsieaanval ontstaat door een abnormale prikkeling van een gebied in de hersenen.

Een epilepsieaanval kun je herkennen aan schoksgewijze bewegingen in één of meer spieren. Soms verliezen sporters het bewustzijn gedurende 3 tot 15 minuten. En krijgen zij (bloederig) schuim om de mond. Bij een epilepsieaanval laten zij vaak hun urine lopen. De meeste aanvallen zijn na enkele minuten voorbij.

Hoe handel je?

1. Zorg dat de sporter zich niet kan verwonden. Maak de directe omgeving vrij van obstakels. En leg iets zachts onder het hoofd. Of houd het hoofd zo vast dat tegen de grond stoten onmogelijk is.

2. Probeer de sporter niet in bedwang te houden, maar begeleid bewegingen van armen, benen en hoofd.

3. Zorg er na een aanval voor dat de sporter goed kan blijven ademen. Leg hem op zijn zij (zie tekening hieronder).

4. Maak knellende kleding los.

5. Blijven de aanvallen elkaar opvolgen? Laat iemand dan 1-1-2 bellen (zie pagina 5).

Toets: Epilepsie

Start

Hersenschudding

Hoe herken je een hersenschudding?

Door een val of een harde klap op het hoofd kan een wond, bult en/of een hersenschudding ontstaan. Maar het kan ook zijn dat er niets aan het hoofd van een sporter te zien is. De eerste dagen kunnen samengaan met wat hoofdpijn, duizeligheid of vermindering van de concentratie. Deze klachten gaan meestal vanzelf over. Een heel enkele keer kan door een val of klap een zwelling of bloeding in de schedel ontstaan. Dit gebeurt zelden. Als het gebeurt, dan bestaat het gevaar dat de hersenen onder druk komen te staan. Een bloeding of zwelling in de schedel is niet zichtbaar en kan heel geleidelijk ontstaan. Het is daarom belangrijk de eerste 24 uur op onderstaande verschijnselen te letten (zie hieronder: ‘Hoe handel je?’).

Hoe handel je?

Constateer je één (of meer) van onderstaande verschijnselen bij de sporter? Raadpleeg dan een (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. En volg zijn advies op.

- Fors toenemende hoofdpijn

- Aanhoudende misselijkheid

- Herhaald braken

- Verwardheid

- Sufheid.

 

 

Medicijnen

Heeft een sporter hoofdpijn bij een hersenschudding? Dan mag hij alleen Paracetamol hiervoor gebruiken. Slaaptabletten en alcohol zijn verboden.

 

Weer beginnen met sporten

De arts (medisch personeel) bepaalt in overleg met de sporter wanneer hij weer mag beginnen met sporten.

Toets: Hersenschudding

Start

Kneuzingen

Kneuzing, ontwrichting of breuk?

 

Hoe herken je een kneuzing, ontwrichting of breuk?

Het is lastig om als leek een botbreuk van een kneuzing of ontwrichting te onderscheiden. Dit wordt ook niet van je verwacht. Een kneuzing, ontwrichting of breuk herken je direct aan:

+pijn;

+zwelling;

+het niet kunnen gebruiken gebruiken of belasten van het lichaamsdeel;

+(blauwe) verkleuring.

Bij een ontwrichting of botbreuk staat het lichaamsdeel soms ook in een abnormale stand met een abnormale beweeglijkheid.

 

Hoe handel je bij een kneuzing?

Als EHBSO’er verleen je eerste hulp als een sporter gewond geraakt door een kneuzing of verstuiking. Je past dan de ICE-regel toe:

1. Koel de verwonding minimaal 10 minuten met water, ijs of een cold-pack. Leg altijd een doek tussen de huid en het ijs of de cold-pack. Als het goed is, geeft koelen een prettig gevoel en vermindert dit de zwelling. Vermeerdert de pijn juist door het koelen? Doe dit dan niet;

2. I = Immobiliseren. Zorg ervoor dat de sporter het lichaamsdeel niet beweegt of gebruikt om op te steunen;

3. C = Compressie. Leg een drukverband aan. Bij voorkeur door een EHBO’er (zie tekening op pagina 11);

4. E = Elevatie. Plaats het lichaamsdeel omhoog;

5. Twijfel je over de ernst van de verwonding? Ga dan samen naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf naar toe gaat.

6. Je mag een kneuzing of verstuiking in ieder geval niet masseren. Hierdoor kunnen klachten langer aanhouden.

 

 

Hoe handel je bij een botbreuk of ontwrichting?

1. Houd het gewonde lichaamsdeel zo onbeweeglijk mogelijk.

2. Bel bij een gebroken been 1-1-2 (zie pagina 5) zodat je het slachtoffer op een verantwoorde manier kan laten vervoeren. Bij een beenbreuk kan er namelijk sprake zijn van veel onzichtbaar bloedverlies.

3. Ga met een gebroken arm of enkel direct samen naar de (huis)arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Of zorg ervoor dat de sporter hier zelf direct naar toe gaat. Laat het slachtoffer zelf de gewonde arm ondersteunen.

4. Pas de ICE-regel nooit toe bij een botbreuk of ontwrichting.

Toets: Kneuzing & ontwrichting

Start

Kramp

Hoe herken je kramp?

Kramp komt heel vaak voor bij sporters. Het kan duiden op oververmoeidheid van de spier. Maar kan ook ontstaan door verwonding van de spier. Bij kramp trekken bepaalde spieren zich voortdurend samen. Kramp komt vaak voor in de kuitspier.

 

Hoe handel je?

1. Laat de persoon ontspannen zitten of liggen.

2. Probeer de verkramping eruit te krijgen door de getroffen spier losjes te schudden.

3. Helpt schudden niet? Probeer dan het volgende bij kramp:

+ in de kuitspier: strek het been en trek de tenen op. Laat daarna even los. Herhaal deze handeling als het nodig is. Verdwijnt de kramp niet op deze manier? Vraag de sporter dan voorzichtig de kuitspier te rekken door zijn tenen richting het gezicht te drukken (zie tekening hieronder);

+ onder de voet: breng de tenen zoveel mogelijk richting het scheenbeen;

+ achterkant van het bovenbeen: strek het been en breng de romp (neus) van je voet richting het gestrekte been.

 

 

Hoe voorkom je kramp?

1. Zorg voor een goede warming-up (inclusief dynamische rekoefeningen; zie pagina 20). Dit verkleint de kans op kramp.

2. Drink voldoende water bij hoge temperaturen.

3. Zorg voor een goede trainingsopbouw en bouw voldoende herstelmomenten in.

4. Heeft een sporter vaak last van kramp in de kuiten? Laat hem dan een specialist bezoeken, zoals een sportarts, sportfysiotherapeut of orthopeed. Zij kunnen bijvoorbeeld adviseren de oorzaak van de kramp achterhalen. En op basis daarvan een gericht advies uitbrengen. In sommige gevallen kan kramp worden voorkomen door bijvoorbeeld een verandering in de stand van de voet, waardoor de kuit minder zwaar wordt belast.

 

 

 

Kramp in de kuitspier.
Kramp in de kuitspier.

Toets: Kramp

Start

Astma-aanval

Hoe herken je een astma-aanval?

Hebben mensen astma of een andere chronische ziekte aan de luchtwegen? Dan kunnen zij last krijgen van plotselinge benauwdheid en een piepende ademhaling. Deze benauwdheid ontstaat door een vernauwing van de luchtwegen, die veel verschillende oorzaken kan hebben.

Heeft een sporter aan het begin van het sporten moeite met ademhalen? Dan is er sprake van een inspanningsastma. Deze herken je aan:

veel moeite met ademhalen (alsof iemand adem haalt door een rietje);

piepend, zagend of brommend geluid bij uitademen (doordat lucht de vernauwde luchtwegen passeert);

beklemmend, pijnlijk of drukkend gevoel op de borst;

niet in staat om te kunnen praten;

in zeer zeldzame gevallen ontstaat een levensbedreigde situatie waarin de sporter niet genoeg lucht krijgt. Blauwe verkleuring van de nagels, lippen en tong zijn dan het gevolg. Daarna kan de sporter bleek worden. De hartslag van de sporter loopt op, en hij kan zich suf en slap gaan voelen.

 

Hoe handel je?

1. Vraag de sporter (of omstanders die de sporter kennen) of hij astma heeft of COPD, een chronische longziekte genaamd Chronic Obstructive Pulmonary Disease. En of hij medicatie bij zich heeft, zoals een inhalatiepufje met luchtwegverwijdend medicijn. Zo ja, blijf dan bij de sporter en geef een ander de taak deze medicatie te halen.

2. Probeer de sporter te kalmeren. Laat hem rustig ademen. Het helpt om dit voor te doen aan de sporter.

3. Verdwijnt de aanval van benauwdheid bij de sporter niet snel en is er geen medicatie beschikbaar? Neem dan zo snel mogelijk contact op met een (huis) arts of de spoedeisende hulp van een ziekenhuis.

Heeft je arts je verteld dat je astma hebt?

Dan herken je vast de situatie dat je longen soms erg gevoelig reageren op prikkels, zoals rook, uitlaatgassen, huisstofmijt of huisdieren. Je kunt hierdoor benauwd worden of gaan hoesten. Als dit plotseling opkomt, noemen we dat een astma-aanval. Niet iedereen reageert op dezelfde prikkels en het verschilt per persoon hoe erg astma is. Er zijn verschillende soorten astma.

Hoe voorkom je moeite met ademhalen?

Heeft een sporter een longziekte zoals astma of COPD?

Adviseer hem dan om altijd medicatie op zak te dragen. Ook de plaats waar de sporter deze medicatie bewaart (bijvoorbeeld in de sporttas), moet bekend zijn. Bijvoorbeeld bij teamgenoten maar ook bij de coach en/of begeleider. Laat de sporter in het vervolg voldoende tijd nemen voor een warming-up. Zo neemt de kans op een aanval af.

Toets: Astma

Start

Oogletsel

Vuiltje in het oog

Hoe herken je een vuiltje in het oog?

Veel sporten worden buiten uitgeoefend. Het kan daardoor voorkomen dat een sporter een vuiltje in het oog krijgt. Dit wordt als een irriterend gevoel in het oog ervaren. Daarnaast wordt het oog rood en gaat dit tranen.

Hoe handel je?

1. Adviseer de sporter niet in het oog te wrijven.

2. Help de sporter het vuiltje uit het oog te verwijderen. Doe dit alleen als het vuiltje op het oogwit zit. Gebruik hiervoor de punt van een schone zakdoek. Is het vuiltje verwijderd? Dan verdwijnt de irritatie meestal binnen 24 uur. Kleine, oppervlakkige beschadigingen van het bindvlies en hoornvlies genezen vaak heel snel.

3. Kan het vuiltje niet worden verwijderd? Zit het vuiltje op het oog zelf? Of blijven de klachten van het oog aanhouden? Raadpleeg dan een arts voor advies.

4. Is het oogletsel ernstiger dan een vuiltje in het oog? Schakel dan altijd direct een (oog)arts in. Doe dit voor ieder ernstig oogletsel.

Oogletsel: Blauw oog en kneuzing

Hoe herken je een blauw oog?

Krijgt een sporter een klap op of rond het oog? Dan kan een kneuzing optreden van het weefsel rondom het oog. Je herkent deze aan een blauwe verkleuring en zwelling. Daarnaast kan een bloeding ontstaan in het binnenste van je oog.

Hoe handel je?

1. Koel het weefsel rondom het oog. Dit kun je doen met een cold-pack, zak met koud water en/of ijsblokjes. Oefen hierbij geen druk uit op de oogbol. Let op: bescherm de huid door het koude oppervlak niet direct op de huid te leggen. Leg hiertussen een stuk textiel, zoals een theedoek of kleding.

2. Laat het oog van de sporter beoordelen door een arts of gediplomeerde EHBO’er. Zo sluit je schade aan de oogbol uit. En bepaal je of verder sporten mogelijk is.

Toets: Oog

Start

Pijn op de borst

Steken in de zij

Suikerziekte

Tand eruit

Opbouwen

Fairplay

Sportuitrusting

Gezonde levensstijl

Veiligheid

Starten na een blessure

Sportkeuringen

de EHBSO-kit

  • Het arrangement EHBSO is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Esther van Meurs
    Laatst gewijzigd
    2021-07-02 10:58:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    EHBSO voor Aloysius Kompas College MBO-1 en MBO-2
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Alarmeren

    Blaren

    Bloedhygiene en wonden

    Bloedneus

    Epilepsie

    Hersenschudding

    Kneuzing & ontwrichting

    Kramp

    Astma

    Oog

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.