Werkvormen Muziek en bewegen:
Muziek luisteren
Kies een muziekstuk (dit kan klassiek, a capella, cultureel of top 40 zijn).
Iedereen zit in stilte (eventueel met de ogen dicht) en luistert het hele muziekstuk uit.
Laat na de muziek even een stilte vallen en start rustig je les op met vragen als:
‘wat doet deze muziek met jou?’ of ‘wat vind jij van deze muziek?’ of ‘waar denk je aan als je dit hoort?’ en ‘wat zou dit met de doelgroep… kunnen doen, zou je dit kunnen gebruiken?’ o.i.d.
(Tip: houd het bij 1 of 2 vragen per keer)
Doel: Luisteren en muziek laten binnenkomen, tot een diepere laag van betekenis komen (iedereen gelijk in de muziek stemming en met het hoofd bij de les)
*Zet je deze werkvorm elke les weer in, kies dan uiteenlopende stijlen en soorten van muziek. Let er goed op dat deze opening de toon kan zetten voor je les, kies dus bewust.
Muziek memorie
Een spel waarin studenten elkaar beter leren kennen.
Laat de studenten (zonder overleggen) allemaal hun naam en 2 nummers (met artiest) waar ze iets mee hebben op een post-it schrijven en in een zak/emmer/hoed doen. Bewaar deze gedurende je lessenserie.
Sluit elke les af met een feestje. Aan het eind van iedere les grabbel je er een paar uit en zet dit liedje kort op. De klas moet raden wie dit nummer heeft opgeschreven, deze vertelt waarom hij dit nummer heeft opgeschreven en wat deze voor hem betekent. Vervolgens mag diegene de volgende post-it grabbelen. Enz.
Bepaal zelf hoeveel je per les doet, leukste is dat iedereen een keer aan bod komt in je lessenserie.
Kazoo’s
Een Kazoo is een blaasinstrument waar je niet alleen in moet blazen om er geluid uit te krijgen, maar ook geluid moet maken (hummen).
https://www.youtube.com/watch?v=JofXJWsCWtE
Voorbeeld filmpjes:
https://www.youtube.com/watch?v=5cGmZ0IyQFU
https://www.youtube.com/watch?v=3U36zas52wk
Eerst even oefenen dat iedereen er geluid uit krijgt. Daarna moet iedereen een kinderliedje of reclame jingle of muziekje erop spelen, de rest moet raden.
Tot slot zet je een liedje in en moet iedereen meedoen, mag gekke uithalen bedenken enz.
Doel is om samen met heel veel plezier herkenbare muziek te maken.
Boomwhackers!
Activerende werkvorm, energizer. Ook gemakkelijk te gebruiken door de studenten zelf.
Boomwhackers zie je steeds vaker terugkomen in het basisonderwijs en kinderopvang. Het zijn gekleurde buizen van verschillende lengtes, als hiermee in je handen slaat komt er een geluid uit. Dit is een noot/toon. Op de buis staat een sticker met welke noot dit dan is. Boomwhackers komt van het woord Boom (als in boem) en to Whack (slaan). Een Boomwhacker is een percussie instrument en wordt ook veel door jeugdgroepen gebruikt in het naspelen van herkenbare muziek.
Je kunt er voor kiezen filmpjes te laten zien, maar het is ook leuk om zelf te experimenteren met je klas op verschillende ritmes. Op aansturen van de docent (voordoen-nadoen), dan ieder om de beurt een ander ritme (deze doorzetten), zo komt er steeds een ritme bij en spelen jullie met elkaar een muziekstuk. Speel hierbij ook met harder een zachter, hand, hoofd, been, voet enz.
Uitlegfilmpje https://www.youtube.com/watch?v=OPui09CW-dw
Voorbeeld https://www.youtube.com/watch?v=cG0jprCQ6Ak
Playalong https://www.youtube.com/watch?v=eSSBfVhPiNc
Playalong chalange https://www.youtube.com/watch?v=nVPDOvaVH1Q
It’s all-in the mix
Laat studenten in groepjes werken. Ieder groepje kiest 2 liedjes uit. Dan moeten ze de tekst van het ene liedje op de melodie van het andere liedje zingen. Even kort oefenen in groepjes en daarna voor de klas doen. De klas moet raden welke 2 liedjes het zijn.
Doel: experimenteren en plezier maken terwijl ze oefenen met ritmes en integreren van teksten.
Raad de plaat
In groepjes kiezen de studenten een bekend kinderliedje uit welke ze zonder muziek en tekst moeten uitbeelden aan de groep. Dit kan met een dansje, dit kan door bewegingen, dit kan door woorden uit te beelden uit het liedje, een toneelstukje zonder geluid of door te klappen. Hoe dan ook moeten ze in beweging om het liedjes uit te beelden. Het groepje beeldt het liedje in zijn geheel uit, daarna moet de klas het liedje raden.
Doel: betekenis met bewegingen uitbeelden
Dans maar raak
In groepjes een dansje laten bedenken bij een kinderliedje. Oefenen en daarna aan de klas leren.
Laat ook vertellen voor welke doelgroep dit is en hoe je dit dansje aanleren begeleidt.
Doel: experimenteren en koppelen aan de theorie, oefenen met groepen begeleiden.
Stopdans
De klas danst/beweegt op muziek. Je moet stilstaan als de muziek stopt. Als je nog beweegt, ben je af.
Follow the leader
Een van de studenten is ‘dirigent’ en zit voor de groep. Hij/zij geeft met armbewegingen aan hoe zacht (handen dicht bij elkaar), hard (handen ver uit elkaar) of stil (vinger voor de mond) het moet zijn. Je kunt deze werkvorm met instrumenten doen of met klappen/stampen of klanken zingen.
Met name voor peuters/kleuters is dit een erg leuke activiteit.
Thematisch zingen
De studenten krijgen in groepjes een thema/kinderboek mee. Ze moeten op een bestaand liedje een nieuwe tekst, passend bij het thema, schrijven.
Draw the song
De klas wordt verdeeld in twee groepen die tegenover elkaar gaan zitten. Van ieder groepje komt steeds één student naar voren. Zij moeten hetzelfde liedje gaan tekenen. De groep die het het eerst raadt, heeft een punt. Het team met de meeste punten wint.
Song guess
De groep wordt in kleine groepjes verdeeld. Op het digibord staan steeds vier kleuren met hierin of namen van artiesten of titels van liedjes. Er wordt een lied afgespeeld. De groep die als eerste de juiste kleur omhoog houdt, krijgt een punt. Het groepje met de meeste punten wint.
Zeg eens aaaaa....
De klas wordt in groepjes verdeeld. Iedere speelronde staat er een thema/categorie centraal. De teams komen één voor één aan de beurt. Het volgende team moet beginnen met de laatste letter van het eerste team. Het team dat het langste door kan blijven gaan, heeft een punt. Het team met de meeste punten wint het spel.
Zingo
De klas wordt verdeeld in groepjes. Ieder groepje krijgt een lijst met liedjes en een zingokaart met hierop getallen tussen de 1 en 45. De spelleider noemt een getal, de groepjes kijken of ze dit geval op hun zingokaart hebben staan. Wanneer dit zo is, steken ze hun hand in de lucht en zingen een klein stukje van het liedje. Zij mogen als enige dit getal afstrepen. We spelen voor een volle rij.
Muziekbingo
Voorbereiding:
- Iedere deelnemer krijgt een bingokaart met hierop liedjes die passen bij de doelgroep.
- De begeleider speelt een liedje af.
- Degenen die het desbetreffende liedje heeft, mag deze afstrepen op de zijn/haar bingokaart.
- Spreek van tevoren af wanneer je gewonnen hebt. Bijvoorbeeld een volle rij, 10 liedjes etc.
- Zorg dat je als begeleider de liedjes kent.
Uitvoering:
- Zorg voor een duidelijke taakverdeling. Zorg ervoor dat je soms liedjes samen zingt en deelnemers positief stimuleert.
Liedjes op de goede volgorde leggen
Voorbereiding:
- Kies drie liedjes die de doelgroep aanspreken.
- Zoek de tekst op van dit liedje (de hele tekst of een deel ervan).
- Maak kaartjes met een gedeelte van de tekst erop.
Uitvoering:
- Verdeel alle deelnemers in groepjes. Ieder groepje krijgt een stukje tekst.
- De deelnemers moeten ervoor zorgen dat ze op de goede volgorde staan.
- Variaties:
- Eerst luisteren naar het originele liedje en dan op de goede volgorde gaan staan.
- Ieder groepje zingt hun zin en gaat dan op de goede volgorde staan.
- Er mag niet gepraat worden, alleen de zin mag door een groepje worden gezongen.
- Enzovoorts.
Tekenen op muziek
Voorbereiding:
- Kies drie instrumentale muziekstukken uit die de doelgroep aanspreekt.
- Bedenk per muziekstuk een thema dat belangrijk kan zijn in leven van de doelgroep, bijvoorbeeld ‘mijn toekomst’.
- Maak per muziekstuk van tevoren een voorbeeld passend bij jullie en het thema.
Uitvoering
- Iedere deelnemers krijgt drie vellen papier.
- Zorg voor voldoende kleurpotloden, stiften en gummen voor de deelnemers.
- Laat de deelnemers tekenen op de muziek die ze horen aan de hand van het thema.
- Bespreek na ieder stuk na wat er is getekend en waarom.
- Stimuleer als begeleider dat de deelnemers geconcentreerd zijn op hun eigen werk en dat ze respectvol met elkaar omgaan.
Tas met voorwerpen
Voorbereiding:
- Stop minimaal 15 voorwerpen in een tas waarbij je een liedje zou kunnen zingen. Bijv. een knuffelaapje à liedje ‘Dance monkey’.
- Zorg dat je als begeleider bij ieder voorwerp een liedje weet dat de doelgroep aanspreekt.
- Bij het uitvoeren van de activiteit zitten alle deelnemers in een kring. Om de beurt mag iemand een voorwerp pakken uit de tas en hier een liedje bij bedenken. Als een deelnemer er niet uitkomt, mag hij/zij om hulp vragen.
- Oefen hoe je als begeleider deelnemers helpt en stimuleert. Oefen op mogelijke liedjes zodat je ze samen met de deelnemers kunt zingen.
Uitvoering:
- Zorg voor een duidelijke taakverdeling. Zorg ervoor dat je soms liedjes samen zingt en deelnemers positief stimuleert.
Grafische partituur maken
“In moderne en experimentele muziek wordt soms gebruikgemaakt van grafische partituren, waarin (soms naast de traditionele notatiewijzen) zelfbedachte tekens of grafieken voorkomen. Een grafische partituur kan gebruikt worden om bijvoorbeeld het verloop van elektronisch voortgebrachte klanken grafisch weer te geven, om de musicus een grotere speelvrijheid te geven, of om muziek weer te geven die niet met behulp van het traditionele notenbeeld kan worden genoteerd.”
Liedjes in beeld
Wanneer je een liedje aanleert aan jonge kinderen, gebruik je vaak plaatjes om de tekst te ondersteunen. Laat studenten een kinderliedje voorzien van passende plaatjes. De deelnemers kunnen de plaatjes al luisterend op de goede volgorde leggen.
Art of foley
The art of foley is de kunst van filmmuziek/geluiden. Kies een kort filmfragment en zet het geluid uit. De studenten moeten in groepjes het geluid/de muziek maken bij het fragment. Bij de presentaties zit het uitvoerende groepje achter de toeschouwers. Er zijn ook filmpjes te vinden waarbij je foleyartists aan het werk ziet.
Raad het instrument
Laat verschillende instrumenten horen/afspelen. De klas moet raden welk instrument het is.
Keyboard spelen met youtube-tutorial
Op youtube staan talloze tutorials waarmee je een liedje kunt leren spelen op keyboard. Laat de studenten er zelf 1 uitkiezen (in instellingen kunnen ze zonodig de afspeelsnelheid verlagen). Voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=ZEpBI9AARGs
Je muzikale levensloop
Laat studenten een playlist samenstellen van hun muzikale levensloop. Wat was jouw favoriete kinderliedje? Wat was je eerste single? Etc
Muzikale herinnering/verhaal
Laat studenten een herinnering of fictief verhaal helemaal uitschrijven. Laat hen hier vervolgens een klassiek/instrumentaal muziekstuk bij zoeken dat het verhaal ondersteunt/versterkt.
Make a loop
Iemand die akkoorden kan spelen speelt steeds eenzelfde akkoordenschema van 4x4 tellen. Alle andere studenten hebben een (ritme)instrument. Iedere student mag een stukje ritme toevoegen aan het geheel. Als je eenmaal begint, blijf je dit herhalen. Op die manier maak je samen een groot muziekstuk.
Canon zingen
Er zijn talloze canons en canon zingen is een van meest eenvoudige manieren om meerstemmig te zingen. De samenklank is vaak heel mooi en om die reden leuk om te doen.
Hoorspel maken
Zorg zelf voor een groot verhaal. Verdeel de studenten in groepjes en laat hen bij een deel van het verhaal een hoorspel maken. Lees uiteindelijk het gehele verhaal voor terwijl de studenten het hoorspel spelen.
|