Adolf Hitler werd in 1889 in de Oostenrijkse stad Braunau am Inn geboren. Hij was een bekende Duitse dictator en de leider van de politieke partij NSDAP (Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Partij). Hij was de man die gekozen werd door het volk en de macht had om de Tweede Wereldoorlog te stichten en doodde meer dan tien miljoen mensen uit verschillende landen. Ook is hij bekend geworden met het boek Mein Kampf, dat hij schreef tijdens zijn gevangenschap in 1924.
Adolf Hitler was ook als jonge man een fanatieke Nationalist. Hij moest niets hebben van socialisten. Hij bewonderde wel de manier waaop socialisten propaganda gebruikte om tot de massa door te dringen. Hier nam hij tijdens zijn macht een voorbeeld aan.
Adolf Hitler heeft zelf in het leger gezeten. Hij was in de Eerste Wereldoorlog korporaal en daardoor wist hij veel van het leger en de oorlog. In de oorlog was hij erg dapper. Hij raakte er ook gewond door gifgas, dat tijdens deze oorlog veel gebruikt werd. Later wilde Hitler kunstschilder worden. Maar hij mocht niet naar de academie voor Beeldende Kunsten. Je ziet hem daarom vaak in spotprenten als een mislukte schilder.
Hitler hield veel van dieren. Hij was geheelonthouder (dronk geen alcohol), was strikt vegetarisch (at geen vlees) en rookte niet. Hij was erg dol op zijn herdershond Blondi. Als soldaat in de loopgraven had hij ook al een hondje, dat was zomaar naar hem toe komen lopen.
Toen Hitler 30 was, (in het jaar 1919) werd hij lid van de NSDAP (toen nog DAP geheten). Toen hij 32 was (1921) werd hij leider van deze partij. Op zijn 35ste kwam de partij in het Duitse parlement (1924).
In 1923 probeerde Hitler met geweld de baas te worden. Hij hoopte dat de politie en het leger aan zijn kant zouden staan. Maar dat was niet zo, en hij werd tegengehouden. Hij werd opgepakt en in de gevangenis gezet. De rechter veroordeelde hem tot 5 jaar gevangenisstraf. Hij zat echter maar een jaar in de gevangenis. Na zijn straf probeerde hij het op een andere manier. Hier schreef hij zijn boek "Mein Kampf".
Adolf Hitler krijgt steeds meer macht in Duitsland
In 1929 raakte de wereldeconomie in een diepe crisis. Ook de Duitse economie kwam bijna stil te liggen. De werkloosheid steeg en de onvrede groeide snel.
In die sfeer groeide de aanhang van de partij van Adolf Hitler.
Veel Duitsers steunden Hitler, omdat hij economische hervormingen beloofde die een einde zouden maken aan de crisis. Hitler beloofde ook de mensen te straffen die verantwoordelijk waren voor de crisis, zoals de joden.
De partij van Hitler heette de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP). Bij de verkiezingen in 1932 werd Hitlers partij de grootste partij. Adolf Hitler werd rijkskanselier (minister president).
Totalitaire staat en oorlogseconomie
Hitler kwam in 1933 aan de macht. Hij vormde Duitsland om tot een totalitaire staat:
de grondwet werd afgeschaft.
veel tegenstanders werden opgesloten.
De aanhangers van de partij van Hitler werden nazi's genoemd.
Voor de maatregelen die Hitler nam, wordt daarom de term nazificatie gebruikt.
Hitler hervormde de economie.
De Duitse economie werd een oorlogseconomie:
er werden nieuwe snelwegen aangelegd.
er werd veel geld geïnvesteerd in de wapenindustrie.
werkloosheid werd 'opgelost' door de invoering van de dienstplicht.
Rassenwetten - Lebensraum
Rassenwetten
In 1935 werden in Duitsland de rassenwetten ingevoerd. Deze rassenwetten waren bedoeld om een 'zuiver volk' te maken. In de praktijk waren de wetten vooral gericht tegen Joden.
Joden mochten geen ambtenaren meer zijn. Ze mochten ook niet meer werkzaam zijn in het theater of in de bioscoop en mochten geen beroep meer uitoefenen zoals schrijver of dokter.
De nazi's hoopten dat door de rassenwetten de Joden 'vrijwillig' Duitsland zouden verlaten.
Lebensraum
Geweld werd door de nazi's verheerlijkt. Volgens veel nazi's was er een oorlog nodig om de 'schande van 1918' ongedaan te maken.
De nazi's wilden ook meer Lebensraum (levensruimte) voor het Duitse volk veroveren. Ze streefden naar een Groot Duitsland. Dit grote Duitsland kon natuurlijk alleen komen als landen vrijwillig zouden aansluiten of door deze landen te veroveren.
Propaganda: Jeugd en radio
Jeugd
Veel verenigingen werden omgevormd tot nationaal-socialistische verenigingen. Een voorbeeld is de Hitlerjugend. Met de Hitlerjugend probeerde de partij van Hitler invloed te hebben op de Duitse jeugd.De jeugd moest opgevoed worden tot ideale Duitse Arische mensen.
Radio
De radio en televisie waren nog een vrij nieuwe media. Het werd door de partij van Hitler gebruikt voor propaganda.
Via radio, maar ook televisie uitzendingen, probeerden de NSDAP de Duitsers te overtuigen van de nationaal-socialistische boodschap.
De Duitsers hadden vaak al een radio. Maar in Duitsland had men ook een nieuw medium, de televisie. Vanuit de studio in Berlijn-Witzleben werden de woningen van 75 nazi-toppers in de regio Berlijn bereikt: ze hadden een toestel gekregen om in de salon te zetten. Daarnaast waren er enkele tientallen "Fernsehstuben", televisielokalen, waar per uitzending naar schatting 10.000 Duitsers dit wonder der techniek kwamen bewonderen. Erg veel hebben ze niet kunnen zien, want de beeldschermen waren ongeveer 20 bij 25 centimeter groot.
De Tweede Wereldoorlog
In 1939 viel Duitsland Tsjechië en Polen binnen. Toen ging het pas echt mis. Deze landen waren altijd onschuldig geweest en dat Hitler hen binnen viel had niets met het Verdrag van Versailles te maken. Frankrijk en Engeland verklaarde Duitsland hierom de oorlog.
Op 10 mei 1940 reden Duitse tanksNederland binnen. Vier dagen later bombardeerden Duitse vliegtuigen het centrum van Rotterdam. Meer dan 600 mensen werden gedood en 80.000 mensen werden dakloos. De Duitse legerleiding dreigde ook andere Nederlandse steden te bombarderen. Op 15 mei 1940 gaf het Nederlandse leger de strijd op; Nederland werd bezet. De koningin en de regering hadden het land al kort na de Duitse inval verlaten en hadden de wijk genomen naar Engeland. Ze kwamen pas terug in 1945, toen Nederland was bevrijd en de oorlog was afgelopen.
Hitler was van plan om heel Europa te veroveren. Dit kon hem heel goed lukken omdat hij een bondgenootschap had gesloten met Italië en Japan. Toen Duitsland in oorlog ging moesten japan en Italië meedoen. Er zou dan één groot Duitsland ontstaan.
Lange tijd leek dit te lukken, maar uiteindelijk werden de geallieerden sterker. De geallieerden waren landen die met elkaar samen vochten tegen Duitsland. Hierbij zaten onder andere de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk en Rusland.
De val van Adolf Hitler
Vanaf 1942 verloren de Duitsers steeds vaker van de geallieerden. Langzaam maar zeker werden de Duitsers uit de door hun veroverde gebieden verjaagd. Uiteindelijk werd ook Duitsland veroverd.
Op 30 april 1945 pleegde Hitler in zijn bunker in Berlijn, samen met zijn vrouw Eva Braun zelfmoord, door een gifpil door te slikken en daarna zichzelf in het hoofd te schieten. Hun lijken zijn daarna mogelijk verbrand en in een rivier gegooid, maar niemand weet dat zeker. Volgens de Russen hebben ze het lijf van Hitler en de anderen gevonden in de bunker. Ze zouden het hebben bewaard tot 1971, om het daarna alsnog te vernietigen.
Miljoenen doden in concentratie- en vernietigingskampen
Hitler was, hoewel nooit bewezen, de bedenker van de Holocaust oftewel de Jodenvervolging, de systematische moord op de Joden. De Holocaust heeft aan ongeveer zes miljoen Joodse mensen het leven gekost.
De oorlog kostte trouwens aan vele andere miljoenen mensen ook het leven. Deze mensen kwamen om in concentratie- en vernietigingskampen, waarvan Auschwitz het bekendste is. Ook zijn er ruim twee miljoen door zogenaamde Einsatzgruppen gedood. Dit waren groepen Duitsers die alle Joden en communisten na de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in (Wit-)Rusland doodschoten.
Hitler en zijn aanhangers haatten niet alleen de joden, maar ook de zigeuners, gehandicapten (die kostten de maatschappij alleen maar geld volgens hen) en homo's. Al deze groepen werden in concentratiekampen opgesloten. Na 1942 werden de zigeuners en gehandicapten gewoon vermoord.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.