Project Overheid

Project Overheid

Introductie

Inleiding

We starten vandaag met het project overheid. Je gaat kennismaken met de Nederlandse democratie en gaat ontdekken hoe de Nederlandse politiek werkt. Meer dan ooit speelt de overheid een grote rol in ons leven. Denk bijvoorbeeld aan alle corona-maatregelen van de afgelopen 1,5 jaar. Zo heeft het kabinet besloten dat de horeca dicht moest, de scholen moesten dicht en mensen moesten zo veel mogelijk thuis werken. Ook is er een mondkapjesplicht ingevoerd in alle openbare ruimtes. Nadat deze weer was afgeschaft, moeten we in de supermarkten en andere winkels weer een mondkapje dragen.

Hoe komen deze maatregelen nou tot stand? Ofwel wie beslist hierover? Mag de overheid dat zomaar beslissen? Hoe zit het met onze grondrechten? Je gaat het allemaal ontdekken de komende weken.

Wie bedoelen we nou precies met de overheid? Met de overheid bedoelen we alle politici en ambtenaren samen. Politici zijn mensen die in de politiek werken. Bijvoorbeeld; de minister-president, minister, Tweede-Kamerlid, Eerste-Kamerlid, wethouder, burgemeester, gemeenteraadslid enz.

 

 

Leerdoelen

Leerdoelen
Aan het eind van dit kun je:

  • uitleggen wat er bedoeld wordt met de overheid.

  • benoemen wat de naam is voor iemand die voor de overheid werkt.

  • in eigen woorden omschrijven wat het begrip democratie inhoudt.

  • de verschillen benoemen tussen democratie in Athene en in Nederland nu.

  • uitleggen hoe in Nederland besluiten tot stand komen.

  • de politieke partijen benoemen die de komende verkiezingen mee doen.

  • een menig vormen en onderbouwen over maatschappelijk onderwerpen.

Planning

Introductieopdracht

Artikel 9: Vrijheid van vergadering en betoging

In de grondwet staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers en overheid. Voorbeelden van grondrechten zijn:

  • het recht op vrijheid van meningsuiting
  • het recht op gelijke behandeling:
  • het recht op demonstratie

In artikel 9 van de Grondwet staat het grondrecht vrijheid van vergadering en betoging. Afgelopen weekend heeft de politie in Rotterdam en Den Haag het druk gehad met rellende en vernielende jongeren. Wat vinden jullie? Valt dit nog onder het grondrecht vrijheid van demonstratie?

Opdracht (samen):

  1. Zoek op het internet vier nieuwsartikelen die gingen over de protesten en rellen.
  2. Geef per nieuwsartikel een samenvatting van de inhoud. 
  3. Geef per nieuwsartikel je mening.
  4. Wat hebben deze artikelen te maken met de overheid?

Beantwoord bovenstaande vragen in google-documenten.

 

Reminder: Heb je al een nieuwe map gemaakt voor het project Overheid?

 

Projectdeel 1: Democratie

1. Democratie

1848: Nederland werd een democratie
In 1848 waren er overal in Europa rellen. De mensen wilden democratie. Ze waren het zat door koningen en keizers te worden geregeerd. In Nederland schrok koning Willem II hiervan. Hij wilde geen opstand. Daarom gaf hij opdracht tot het schrijven van een nieuwe grondwet.

In deze grondwet staan twee dingen:

  • De mensen kregen veel meer grondrechten dan vroeger.

  • De macht ligt niet meer bij de koning maar bij het volk.

    Nederland werd op dat moment een democratie. Het volk had het voor het zeggen. Tenminste dat deel van het volk dat genoeg belasting betaalde en man was. Dat was ongeveer tien procent van de bevolking. Deze mannen mochten zich verkiesbaar stellen (passief kiesrecht) en mochten ook kiezen (actief kiesrecht).

    In de nieuwe grondwet is o.a. geregeld dat:

  • in een democratie mensen actief en passief kiesrecht hebben en dus inspraak hebben.  

  • in de Eerste en Tweede kamer de meerderheid besluit.

  • de macht niet bij 1 persoon of een kleine groep, maar bij het volk en Eerste en Tweede Kamer ligt.  

  • er een scheiding is tussen kerk en staat.

  • iedereen grondrechten heeft. Denk daarbij aan vrijheid van meningsuiting, recht op privacy en het recht om je eigen geloof uit te oefenen.  

Tussenopdracht 1

Opdracht (alleen):

Bekijk de twee filmpjes.

Tussenopdracht 2

Opdracht: (samen)

- Maak een mindmap over democratie.

- Jullie mindmap moet bestaan uit minimaal 10 begrippen.

- Geef van elk begrip in jullie mindmap ook een omschrijving.

Maak deze mindmap en de begrippenomschrijving in hetzelfde Google-document als van de introductieopdracht.

Mindmap

 

Tussenopdracht 3

Opdracht: (samen)

De grondwetswijziging van 1848 was een grote stap richting de democratie die we nu in 2021 kennen. Een aantal belangrijke nieuwe grondrechten zorgde er voor dat de Koning een groot deel van zijn macht verloor.

Zo hebben alle inwoners in Nederland grondrechten. Deze grondrechten zijn zo belangrijk, dat ze in de Nederlandse grondwet zijn opgenomen. Bijvoorbeeld artikel 1 van de grondwet is: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

1. Download en bekijk de zoekplaat. Jullie krijgen ook een exemplaar van de docent. 

2. Pak een A3- formaat blad en plak de zoekplaat in het midden. 

3. Schrijf op het A3 welke grondrechten jullie zien op de zoekplaat. Probeer in je groep om de beurt een grondrecht te herkennen en aan de ander uit te leggen hoe je deze herkent. Welk groepje weet de meeste grondrechten te herkennen? Geef jullie aantal door aan de docent.

 

 

Eindopdracht PD1

Eindopdracht (samen):

Athene is de plaats waar de democratie is geboren. Toch was die anders dan onze democratie nu hier in Nederland. Vergelijk de democratie in het oude Athene met die in Nederland nu. De eindopdracht in stappen:

1. Bekijk het schema hieronder en zoek eerste de antwoorden op de vragen. Gebruik hiervoor de informatieknop democratie. 

2. Met de gevonden antwoorden en informatie maken jullie een infographic. 

Democratie       Infografic

  Athene toen Nederland nu
Wie mogen er stemmen?    
Waar wordt er gestemd?    
Wie besturen er?    
Wie stemmen er over nieuwe wetten?    
Is er een Koning?    
Hoe heet de democratie?    

 

 

Projectdeel 2: Overheid lokaal

1. Overheid en bestuur

Een samenleving kan niet zonder regels en niet zonder controle op de naleving van die regels.
In Nederland stelt de overheid de regels op waar de inwoners van Nederland zich aan moeten houden.
Er zijn in Nederland drie overheden:

  • het Rijk

  • de provincies

  • de gemeenten

Daarnaast worden er regels gemaakt door de Europese Unie.

De overheid is verreweg de grootste werkgever van Nederland. Een werknemer in dienst van de overheid noem je een ambtenaar.

2. Het Rijk

De rijksoverheid is de landelijke overheid in Den Haag. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor wetgeving en zaken die voor het hele land belangrijk zijn, denk aan:

  • ons onderwijssysteem

  • de inzet van Nederlandse militairen

  • de hoogte van de belastingen.

De wetgeving moet worden uitgevoerd door de regering. De Nederlandse regering bestaat uit de Koning plus de ministers. De minister-president is de voorzitter van de ministerraad.
Het beleid van de ministers wordt gecontroleerd door de Eerste en de Tweede Kamer. Wie er in de Tweede Kamer zit, wordt bepaald door verkiezingen. Iedere vier jaar mogen inwoners van 18 jaar en ouder hun stem uitbrengen op de politieke partij van hun voorkeur. De Tweede-Kamerverkiezing heeft eerder dit jaar plaatsgevonden op woensdag 17 maart 2021.

3. Provincies

Nederland is opgedeeld in 12 provincies. De provincies worden bestuurd door de Gedeputeerde Staten. De Gedeputeerde Staten worden gecontroleerd door de Provinciale Staten. 
De commissaris van de koning is de voorzitter van de Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten.
Wie er in de Provinciale Staten zitten, wordt bepaald door verkiezingen.
De Provinciale Staten beslissen over zaken waarvoor de provincie verantwoordelijk is, denk aan:

  • provinciale wegen
  • meren, vaarwegen en recreatiegebieden
  • ligging en inrichting industrieterreinen in de provincie.

4. Gemeenten

Per 1 januari 2018 zijn er 380 gemeenten in Nederland. Een gemeente kan een stad zijn of kan bestaan uit meerdere steden/dorpen.
Een gemeente wordt bestuurd door de burgemeester en wethouders.
Het beleid wordt gecontroleerd door de gemeenteraad, die is gekozen door de bevolking van de gemeente.

Eén van de belangrijkste taken van de gemeente is het zorgen voor voldoende woonruimte in de gemeente. Daarnaast bemoeit de gemeente zich met zaken als gezondheidszorg, cultuur, sport en recreatie in de gemeente.

Tussenopdracht 1

Tussenopdracht 2

Tussenopdracht 3

Eindopdracht PD2A

Eindopdracht PD2A: (individueel)

Gemeente Helmond heeft sinds een paar jaar een jeugdburgemeester. Een jeugdburgemeester zet zich in om de gemeente en de jeugd dichter bij elkaar te brengen. Om voor de jeugd op te komen en leuke activiteiten te bedenken geeft de jeugdburgemeester leiding aan een jongerenpanel. Er is in het nieuwe jongerenpanel ruimte voor 15 jongeren en jij wilt daar graag een onderdeel van zijn. Je gaat een email schrijven naar de jeugdburgemeester. 
Je probeert de jeugdburgemeester over te halen dat jij een plek in het panel moet krijgen.

Bekijk eerst hoe je een email moet schrijven en lees daarna wat de eisen zijn voor deze email.

Email schrijven

Opdracht

  • Schrijf een email naar de jeugdburgemeester van Helmond, Noël Silalahi.

  • Jouw email moet minimaal 150 woorden bevatten.

  • Jouw email bestaat uit de volgende onderdelen;

    • Een aanhef
    • Een inleiding (uitleg waarom je de email schrijft)
    • De kern
    • Een slot
    • Een afsluiting (Bijv. Met vriendelijke groet, )
    • Je naam

 

De inhoud bestaat uit meerdere alinea's:

  • Alinea 1 de inleiding: Geef aan waarom je mailt. Doel van email is om de jeugdburgemeester te overtuigen. Ook moet je uitzoeken wat het jongerenpanel doet.

  • Alinea 2 de kern: Geef aan waarom jij geschikt bent om deel te nemen. Benoem hierbij jouw sterke punten die je  nodig hebt om jongeren te vertegenwoordigen. Minimaal 2 sterke punten. Verwijs ook naar jouw plan in de mail[ eindopdracht B].

  • Alinea 3 het slot: Eindig met een positief krachtige stuk waarbij je terugkomt op het doel van je email.

  • Vergeet niet om zakelijk af te sluiten.

  • Controleer je email op volledigheid, juistheid en zorg dat er geen spelfouten in zitten.


De docent zal letten op:

  • de inhoud: staan er goede argumenten in je email om de jeugdburgemeester te overtuigen.

  • de vorm: is de email geschreven volgens de regels voor het schrijven van een email.

  • taalfouten: bevat de email geen taalfouten

Eindopdracht PD2B

Eindopdracht PD2B: (samen)

De jeugdvriendelijke stad Helmond heeft 5 belangrijke onderwerpen waar aandacht voor moeten komen. Het is de bedoeling dat jullie een plan maken waarin jullie uitgebreid aangeven wat jullie ideeën zijn ten aanzien van deze 5 onderwerpen. Jullie benoemen niet alleen de ideeën, maar jullie onderbouwen ook hoe en waarom dit idee het beste is.

Jullie plan maak je in Google-documenten of in Google-presentaties. Wees creatief en denk goed na over jullie ideeën.

De onderwerpen voor jullie plan zijn :

  • Armoede

Welke ideeën heb jij om de armoede aan te pakken in Helmond? Vooral voor jongeren wiens ouders nauwelijks rond kunnen komen. Minimaal 3 ideeën. Werk je ideeën uit. Hoe ga je het doen en waarom?

  • Veiligheid

Afgelopen jaar is het aantal keren in Helmond uit de hand gelopen met jongeren op straat. De politie heeft moeten ingrijpen. Welke ideeën heb jij om die aan te pakken? Minimaal 3 ideeën. Werk je ideeën uit.

  • Discriminatie

Jammer genoeg wordt er nog steeds gediscrimineerd in Nederland. Ook in Helmond. Het gebeurt nog steeds dat jongeren vanwege hun huidskleur, godsdienst, seksuele geaardheid etc. gediscrimineerd worden. Welke ideeën heb jij om dit aan te pakken? Minimaal 3 ideeën. Werk je ideeën uit.

  • Onderwijs

Stel dat de school open gaat vanaf maart en dat binnen de scholen alle leerlingen onderling 1.5 meter afstand moeten bewaren. Welke ideeën heb jij zodat het goed verloopt? Minimaal 2 ideeën.

  • Gezondheid

Gezonde voeding en voldoende bewegen is erg belangrijk voor de gezondheid van jongeren. Welke ideeën heb jij om ervoor zorgen dat dit goed onder de aandacht komt van jongeren en dat zij zich ervan bewust worden. Minimaal 2 ideeën.

Projectdeel 3: Jouw gemeente

Gemeentebestuur

De gemeente

Zorgen dat er een veilig en schoonzwembad is, gras, bomen en planten bijhouden, mensen helpen met zoeken naar werk, afval ophalen, straten maken; het zijn allemaal taken die door de gemeente opgepakt moeten worden. De gemeente staat veel dichter bij de mensen en kan hierdoor beter beoordelen wat er in de gemeente aangepakt moet worden. Er zijn grote verschillen tussen gemeentes. Gemeente Helmond is bijvoorbeeld veel kleiner dan gemeente Rotterdam en heeft totaal andere problemen. Daarom heeft elke gemeente een eigen bestuur. 

Het gemeentebestuur moet ervoor zorgen dat het openbaren leven in een goed verloopt. Elke gemeente krijgt daarvoor geld van de landelijke overheid in Den Haag. Je hebt als burger toch veel te maken met de gemeente. Zie hieronder een overzicht van taken van de gemeente:

  • Afval ophalen
  • Straten maken
  • Huwelijken sluiten
  • Geld geven aan sportverenigingen
  • Een nieuw winkelcentrum laten bouwen
  • Toestemming geven voor evenementen

Naast geld van de landelijke overheid is een gemeente ook afhankelijk van de gemeentelijke belastingen. Voorbeelden van gemeentelijke belastingen zijn: rioolbelasting, onroerende zaakbelasting, hondenbelasting en parkeerbelasting. 

 

 

Eindopdracht3A: Politieke partijen

Opdracht (individueel):

Politieke partijen
Er zijn, zoals je weet, veel verschillende politieke partijen. Ze brengen hun ideeën via de media naar voren en proberen via verkiezingen meer macht te krijgen. Hoe meer stemmen een politieke partij krijgt van de burgers, hoe meer zij te zeggen hebben. Maar waar staan al die politieke partijen voor. Wat zijn hun plannen en ideeën?

Jij gaat dit onderzoeken. Jij verzamelt gegevens van 5 politieke partijen die meedoen met de Gemeenteraadverkiezingen in Helmond. 
Maak gebruik van het werkblad.

Eindopdracht 3B: Gemeente Helmond

Opdracht (Samen)

Maak een informatiefolder over de gemeentepolitiek in Helmond. In jullie folder moet de volgende informatie terug komen:

  • Wie is de burgemeester van Helmond?
  • Wat zijn de taken van de burgemeester?
  • Wie zijn de wethouders van Helmond? En met welke onderwerpen houden zij zich bezig?
  • Welke partijen vormen samen het College van B&W?
  • Wat zijn de taken van het College van B&W?
  • Welke politieke partijen zitten in de gemeenteraad? En hoeveel zetels hebben ze.
  • Wat zijn de taken van de gemeenteraad?

Voor het vinden van de juiste informatie, kunnen jullie gebruik maken van de volgende website bestuur Helmond

Projectdeel 4: Corona

1. Het 'Nieuwe normaal'

Het nieuwe normaal: wat is dat eigenlijk?

In het begin van de coronacrisis had Mark Rutte het over het samen zoeken naar het nieuwe normaal. Eén van de maatregelen toen was de anderhalvemetersamenleving. We moesten anderhalve meter afstand nemen van elkaar en we mochten elkaar geen hand geven en knuffelen was helemaal uit den boze.

Tijdens de coronacrisis hoorde je van alle kanten: na de ­coronacrisis zal het leven nooit meer hetzelfde worden. Er komt een ‘nieuw normaal’, en daar zullen we ons op moeten voorbereiden.
Maar wat is dat eigenlijk dan, dat 'nieuwe normaal'? 

Opdracht (alleen)

Hieronder zie je een aantal begrippen:

  • thuiswerken
  • online winkelen
  • betalen met de pinpas
  • online lesgeven
  • reizen
  • boodschappen doen
  • verjaardagsfeestje organiseren
  • quarantaine

Kies drie van bovenstaande begrippen uit.
Schrijf met behulp van deze drie begrippen een verslag of er door de coronacrisis zaken voor jou zijn veranderd. 

 

2. Verschillende sectoren

Al een maand na het begin van de coronacrisis was het duidelijk dat de coronacrisis economische gevolgen zou hebben. Er zou sprake zijn van een krimpende economie: door de lockdown zou de consumptie afnemen en de werkloosheid zou waarschijnlijk stijgen.
Maar het was ook toen al duidelijk dat gevolgen per sector zeer verschillend zouden zijn. Een sector is een groep bedrijven die dezelfde producten en diensten verkopen. De supermarktsector bijvoorbeeld, daar wordt mee bedoeld alle supermarkten bij elkaar. De Lidl, Aldi, Nettorama, Jumbo en Albert Heijn doen hetzelfde werk. Deze supermarkten hebben in coronacrisis hun winsten flink zien stijgen. Omdat mensen veel meer thuis waren, moesten ze veel meer en vaker boodschappen doen. Boodschappen doen was naast wandelen de enige activiteit die je kon doen. Maar er zijn ook sectoren die het echt moeilijk hebben gehad. 

Opdracht (samen):

Maak samen met je groepje een Google-presentatie met voorbeelden van sectoren:

  • die door de coronacrisis juist meer winst hebben gemaakt;
  • en die door de coronacrisis juist minder winst zijn gaan maken.

Geef per sector een korte uitleg waarom ze wel, geen of minder winst hebben gemaakt. 

 

 

Eindopdracht PD4

Eindopdracht PD4

Het kabinet heeft besloten dat de scholen open blijven. Wel moeten alle leerlingen vanaf groep 6 een mondkapje dragen. Dit zijn zomaar voorbeelden van maatregelen waar je als scholier mee te maken. Maar wie beslist wat? Hoe wordt een beslissing genomen en wat is de rol van de Tweede Kamer en het RIVM? En mogen deze beslissingen wel genomen worden? Wat staat erover in de grondwet? Dit gaan jullie allemaal de komende tijd leren. Je gaat een werkstuk maken over de corona-maatregelen.

  • Het werkstuk is voor jou al ingedeeld in een aantal vragen.
  • Gebruik het internet en zoek de antwoorden op de vragen.

 

 

Afsluiting

Eindopdracht: Jullie eigen politieke partij

Groepsopdracht:

Als leerling heb je het maar zwaar: de hele dag wordt er van alles voor je beslist. Hoe laat je op moet staan, wanneer je op je telefoon mag kijken, of je een pet mag dragen, wanneer je weer naar school moet en wanneer je weer naar de kapper mag. En als dan ook nog de politiek gaat besluiten dat het sporten in groepsverband tijdelijk niet mag gebeuren dan is je leven helemaal een hel op aarde.

Tijd om die frustraties van jullie af te gaan schrijven in deze eindopdracht, door een eigen politieke partij op te richten. Dat zal ze leren!

Opdracht: Oprichten van jullie eigen politieke partij

Maak deze opdracht in Google-documenten.

Inhoud van de opdracht:

  • De naam van de partij:

Verzin een naam voor jullie partij. Een goede naam is kort en krachtig. Dus een korte uitspraak die iets over de partij zegt over de inhoud van de partij, zoals GroenLinks of 50PLUS, of een (liefst makkelijk te onthouden) afkorting, zoals VVD, SP, PVV.

Leg uit waarom jullie voor deze naam gekozen hebben en wat de gedachte erachter is.

 

  • Logo van de partij

Een logo is een plaatje of symbool dat iets zegt over jullie partij. Zoals een koe (dieren, Partij voor de Dieren) of een tomaat (protest, SP).

Leg uit waarom jullie voor dit logo hebben gekozen en wat de gedachte erachter is.

 

  • De standpunten

Je partij zal naast het uiterlijk, natuurlijk ook een innerlijk moeten hebben: de standpunten. De argumentatie is het belangrijkste onderdeel van de opdracht. Leg dus uit waarom jullie iets vinden!

Let op: een politieke partij is er voor heel Nederland!

Per groep bedenken jullie 16 standpunten en werken deze uit.

Voorbeeld:

Standpunt: Meer geld naar het onderwijs.

Uitleg: Door meer geld aan onderwijs te geven, kunnen de klassen kleiner worden. Kleinere klassen betekent meer aandacht voor de leerling.