Dit arrangement gaat over koopkracht en inflatie. Na het doorlopen van dit arrangement zal jij bewust zijn van wat koopkracht en inflatie is. Wat koop jij allemaal met je inkomen? Wat als de prijzen veranderen van brood bijvoorbeeld, kun je dan nog steeds de zelfde aantal kopen? En hoe bereken je deze procentuele verandering? Koopkracht en inflatie en indexcijfers spelen een grote rol in onze financiële leven.
Leerdoelen
Leerdoelen van dit arrangement weet jij:
Voorkennis
Wat koopkracht is en waardoor je koopkracht verandert
Wat inflatie is en wat de gevolgen ervan zijn
Je kunt rekenen met indexcijfers
Na het doorlopen van de lesstof staat er een oefentoets voor je klaar. Heb jij een voldoende voor de oefentoets?
Ga dan verder naar de verdiepende opdracht. Heb jij een onvoldoende voor de oefentoets? Herhaal de stof nog een keer! Uiteindelijk kom je bij de eindtoets. Nadat je de eindtoets heb gemaakt vraag ik jullie om een evaluatie in te vullen
Heel veel succes en veel plezier!
Voorkennis
Beste studenten de vorige les hadden wij het over de BTW(Belasting toegevoegde waarde). In Nederland betaal je als burger belasting dit kan inkomstenbelasting zijn, maar ook de BTW. Zodra jij in de supermarkt een appel koop betaal je BTW(laag) en wanneer je een fiets koopt betaal je ook BTW(hoog want het is een luxe). Met al dat belasting geld zorgt de overheid voor alle collectieve voorzieningen.
Heb jij de vorige les je best gedaan? Maak dan even de quiz en meet je kennis!
Hier gaan wij even de termen Koopkracht, inflatie, deflatie en indexcijfer behandelen je krijgt ter ondersteuning een filmpje erbij, veel succes!
Leerdoelen:
-Koopkracht
- Inflatie en Deflatie
- Indexcijfers
- Uitgebreide video's hierover
Koopkracht:
Je koopkracht is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.
Je koopkracht is dus afhankelijk van:
•De prijzen
•Je inkomen
Als je inkomen in procenten meer stijgt dan de prijzen, neemt je koopkracht toe.
Inflatie:
Inflatie is een algemene stijging van de prijzen.Het gevolg van inflatie is dat je voor het zelfde bedrag minder kunt kopen. Het geld wordt dus minder waard. Als je inkomen gelijk blijft, daalt door
inflatie je koopkracht.
Deflatie:
Deflatie is een algemene daling van de prijzen. Het gevolg van deflatie is dat je voor hetzelfde
bedrag meer kunt kopen. Het geld wordt dus meer waard. Als je inkomen gelijk blijft, stijgt door deflatie je koopkracht.
Indexcijfer:
Veranderingen kun je makkelijk vergelijken met indexcijfers.
Een indexcijfer laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een bepaalde periode.
Die afgesproken periode heet het basisjaar. De gegevens van het basisjaar krijgen altijd het
Beste studenten jullie krijgen nu een oefentoets van 7 vragen. Je kunt in totaal 10 punten halen. Bij 6punten heb je een voldoende. Heb jij 6 punten of hoger? Ga dan verder naar de verdiepte stof. Heb jij onder de 6 punten kies dan voor herhaling voor extra stof!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Nou goed dat je de vorige stappen bent doorgelopen. Nou gaan we een stukje verder!
Koopkracht is het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die ermee gekocht kan worden.
Koopkracht is één van de belangrijkste kengetallen in de economie.
Koopkracht bepaalt de omvang van de bestedingen, bepaalt in belangrijke mate het consumentenvertrouwen, is leidend bij de CAO-onderhandelingen en staat centraal bij het opstellen van nieuw regeringsbeleid.
Maar vooral: koopkracht is voor de consument de mate waarin hij/zij producten kan kopen. Het bepaalt de welvaart van iemand.
Inflatie laat de koopkracht dalen
Wanneer iemand 5% salarisverhoging krijgt, klinkt dat heel leuk. Je gaat er eigenlijk vanuit dat je dan meer kunt kopen. Maar óf je ook meer kan kopen, hangt af van de stijging van de prijzen. Zolang de inflatie maar minder is dan 5% kun je inderdaad meer kopen. Maar als de prijzen met 10% stijgen, kun je ondanks dat extra geld tóch minder kopen.
Een ander woord voor koopkracht is reëel inkomen.
Een verandering in dat reële inkomen hangt dus af van twee factoren:
hoeveel salaris/inkomen/uitkering iemand extra krijgt (= stijging nominale inkomen)
hoeveel de prijzen in deze periode zijn gestegen (=inflatie)
Een verandering van het reële loon kun je met de volgende formule uitrekenen:
Met dit inkomen en deze prijs, kan iemand 100 stuks kopen.
Met dit inkomen en deze prijs kan iemand 103,96 stuks kopen.
Koopkracht nam toe van 100 stuks naar 103,96 stuks:
+ 3,96%
NB.
Prijs is zodanig gekozen iemand 100 producten kan kopen, dat hoeft niet, maar rekent gemakkelijk.
NB.
Doordat in de uitgangssituatie 100 producten gekocht konden worden, kan de procentuele verandering zó worden afgelezen.
Gebruik je andere getallen in het begin, dan moet je de procentuele verandering nog extra uitrekenen.
In bovenstaand voorbeeld krijgt deze persoon er dus wel 7,86% aan geld bij, maar hij kan ‘maar’ 3,96% extra kopen.
Door de stijging van de prijzen stijgt de koopkracht dus minder. Inflatie tast de koopkracht aan.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Koopkracht en indexcijfers is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Enes Koyucu
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-04-17 15:04:14
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets
Eindtoets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.