In de vorige les hebben we gekeken naar het proces van goederen. Hierbij gingen we kijken, welke stappen een product doorloopt alvorens het klaar is voor verkoop. In deze les gaan we ons richten op de productiefactoren, de bedrijven om ons heen en winst.
Wat?
In deze wikiwijs gaan je aan de slag met hoofdstuk 3 paragraaf 2.
Hoe?
1. Je start eerst bij voorkennis
2. Aan de slag met lesmateriaal
3. Maken oefenmateriaal
4. Extra oefenen / verdiepende stof
Heb je 2 of meer fouten bij oefenmateriaal? Dan ga je verder met de extra oefenopdrachten.
Heb je minder dan 2 fouten? Dan ga je aan de slag met verdiepende stof.
5. Maken afsluiting paragraaf
6. Evaluatie invullen ( verplicht! )
Hulp?
Via teams kan je mij berichten als je tegen iets aanloopt. Tijd?
Je krijgt hiervoor 50 minuten de tijd.
Uitkomst?
De resultaten ontvang ik automatisch, hiermee hoef je dus niks mee te doen.
Klaar?
Ben je eerder klaar met de les, dan is de les voor jou afegelopen. Wat je niet af hebt, neem je mee als huiswerk voor de volgende les.
Veel succes toppers!
Lesdoelen
Aan het einde van deze les
Kan je verschillende vormen van reclames benoemen.
Na het doorlopen van deze Wikiwijs kan je winst berkenen.
Na het doorlopen van deze Wikiwijs weet je wat concurrentie is.
Na het doorlopen van deze Wikiwijs kan je verlies berekenen
Na het doorlopen van deze Wikiwijs kan je de drie productiefactoren benoemen.
Voorkennis
voor we beginnen met de oefenmateriaal, gaan we eerst kijken wat je al weet over deze pargaraaf. Dit doen we doormiddel van Quizlet. Je ziet straks een vraag staan je gaat dan in je hoofd nadenken of de vraag juist is of onjuist. Denk je het te weten? Dan klik je op het kaart voor het antwoord.
Als wat je nodig hebt om te producren noemen we productiefactoren.
Productiefactoren kunnen we verdelen in drie groepen:
-Natuur --> al hetgeen wat uit de natuur komt
- Arbeid --> al het werk dat mensen doen
- kapitaal --> middelen die nodig zijn om te producren zoals een machine.
In het onderstaande filmpje, worden er vier productiefactoren genoemd. Wij richten ons voornamelijk op de eerste drie.
Welke bedrijf moet ik kiezen?
Heb jij ook weleens gehad, dat je niet kon kiezen tussen verschillende eettenten? Dat is niet zo gek! Er zijn zoveel verschillende eettenten. Als we om ons heen kijken, zien we veel verschillende bedrijven. En tussen deze bedrijven, zijn er een aantal bedrijven die dezelfde soorten producten maken of dezelfde diensten leveren. De bedrijven die dezelfde producten maken of dezelfde diensten leveren, zijn elkaars concurrenten.
Al deze bedrijven willen dat jij voor hun bedrijf kiest. Door gebruik te maken van reclame en lage prijzen proberen ze meer klanten binnen te halen. Dat komt je vast bekend voor!
Winst
Wanneer je als ondernemer goederen verkoopt of een dienst levert, verdien je geld. Het geld wat je ontvangt noemen we opbrengsten. Als bedrijf heb je ook te maken met kosten zoals bijvoorbeeld personeelskosten. Deze kosten haal je af van de opbrengsten. Het bedrag wat er overblijft, is je winst.
Om winst te berekenen hebben we deze handige formule voor
Verlies
Maar soms kan je als bedrijf ook te maken hebben met verlies. Je maakt als bedrijf verlies, wanneer de kosten hoger zijn dan je opbrengsten.
Voorbeeld
Kosten--> €300
Opbrengsten --> €265
Formule: opbrengsten - kosten = winst
€265-€300= -35
Als bedrijf heb je dus in dit geval te maken met verlies
oefenmateriaal
Maak de test jezelf
Heb je 2 fouten of meer? Maak dan de extra oefenopdrachten.
Heb je minder fouten? Ga dan naar verdiepende stof
Het arrangement Wat levert het op? is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Maryama Rifi
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-04-20 22:32:26
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Aan het einde van de les moeten de leerlingen weten wat de drie productiefactoren zijn. Wat een ondernemer, verlies en concurrent. Daarnaast kan de leerling aan de hand van gegeven gegevens de winst berekenen.
Klas 2 basis Vmbo
Aan het einde van de les moeten de leerlingen weten wat de drie productiefactoren zijn. Wat een ondernemer, verlies en concurrent. Daarnaast kan de leerling aan de hand van gegeven gegevens de winst berekenen.
Klas 2 basis Vmbo
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.