Werkwoorden. Gereedschapskist.
Welk gereedschap heb je nodig?
In deze les leer je welke soorten werkwoorden er zijn en wat voor vormen werkwoorden kunnen hebben.
Je krijgt daarvoor het volgende gereedschap:
Vormen van werkwoorden:
Je leert een persoonsvorm in een zin te herkennen.
Je weet wat een gebeidende wijs is.
Je leert het verschil herkennen tussen een voltooid en onvoltooid deelwoord.
Je kunt een infinitief herkennen in een zin.
Soorten werkwoorden:
Je leert wat hulpwerkwoorden zijn en hoe je ze kunt herkennen.
Je kunt een zelfstandig werkwoord vinden in een zin.
Je leert wat een koppelwerkwoor is en waarvoor je het gebruikt.
Wat is een werkwoord. Bekijk eerst het filmpje!
Wat weet je nog? Beantwoord onderstaande vragen.
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Controleer antwoord
Reset antwoord
Overzicht van werkwoordsvormen
Persoonsvorm
Gereedschap om de persoonsvorm in een zin te herkennen.
Heb je voldoende gereedschap? Maak de oefening persoonsvorm!
Persoonsvorm
Deelwoorden
Gereedschap om het voltooid en onvoltooid deelwoord in een zin te herkennen.
Filmpje met uitleg over onvoltooid deelwoord
Maak oefeningen voltooid en onvoltooid deelwoord
Oefening onvoltooid deelwoord
Gebiedende wijs
Gereedschap dat nodig is om een gebiedende wijs in een zin te herkennen.
Infinitief
Welk gereedschap heb je nodig om een infinitief te herkennen?
Oefenen met meerdere werkwoordsvormen
Soorten werkwoorden
Welke soorten zijn er?
Benodigd gereedschap:
Je moet weten wat een werkwoord is.
Je moet een persoonsvorm in de zin kunnen vinden.
Nieuw gereedschap:
1) zelfstandige werkwoorden
2) hulpwerkwoorden
3) koppelwerkwoorden (vanaf klas 2)
Klas 2: Bekijk filmpje zelfstandig en hulp- en koppelwerkwoord
3 soorten werkwoorden. Bekijk het filmpje aandachtig!
Gereedschap om zelfstandig en hulpwerkwoord te herkennen.
Extra gereedschap voor herkennen zelfstandig werkwoord
Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin en zegt het meest over het onderwerp!
Voorbeeld:
Hij fietste gisteren naar huis.
1 werkwoord=fietste.
fietste = pv en zww.
Voorbeeld:
Hij zou gisteren naar huis fietsen .
2 werkwoorden=zou fietsen
zou=pv en hww
fietsen=zww
Voorbeeld:
Hij zou gisteren naar huis gaan fietsen.
3 werkwoorden=zou gaan fietsen
zou=pv en hww
Overige werkwoorden om de beurt invullen op plek persoonsvorm:
Hij ging gisteren naar huis.
Hij fietste gisteren naar huis.
Het werkwoord FIETSEN maakt het duidelijkst wat het onderwerp doet.
DUS in de zin: Hij zou gisteren naar huis gaat fietsen=
zou=pv en hww
gaan=hww
fietsen=zww
Gereedschap om het koppelwerkwoord in een zin te herkennen.
Overzicht hulpwerkwoord/zelfstandig werkwoord/koppelwerkwoord
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-werkwoorden-benoemen-niveau-brugklas/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/werkwoorden/
Test jezelf
Toets: Test jezelf. Wat weet jij van werkwoorden?
Start
Welk gereedschap heb jij nu in voorraad?
Gereedschap dat je vanaf nu kunt gebruiken
Gereedschap :
Je kunt een persoonsvorm in de zin herkennen.
Je weet hoe een gebiedende wijs eruit ziet.
Je herkent een infintief in de zin.
Je kunt een voltooid deelwoord herkennen in de zin.
Je weet hoe een onvoltooid deelwoord eruit ziet.
Vormen van het werkwoord:
persoonsvorm
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
gebiedende wijs
infinitief
Wat zijn werkwoorden:
Werkwoorden geven een actie of een gebeurtenis aan.
Een werkwoord geeft aan wat het onderwerp doet of wat er met het onderwerp gebeurt.
Een werkwoord kan ook aangeven wat het onderwerp IS.
Soorten werkwoorden:
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Koppelwerkwoord
Gereedschap:
Je weet dat er meer dan 1 hulpwerkwoord in de zin kan staan.
Je weet hoe je een hulpwerkwoord in een zin kunt vinden.
Je hebt geleerd dat er maar 1 zelfstandig werkwoord in de zin kan staan.
Je weet dat een zelfstandig werkwoord duidelijk maakt wat het onderwerp doet of wat er met het onderwerp gebeurt.
Je weet dat een koppelwerkwoord hoort bij een naamwoordelijk gezegde.
Je weet dat een koppelwerkwoord aangeeft wat het onderwerp IS.
Je kent de negen belangrijkste koppelwerkwoorden.
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/werkwoorden/
