3 soorten werkwoorden. Bekijk het filmpje aandachtig! https://www.youtube.com/watch?v=5QpRXT6xELs
Extra gereedschap voor herkennen zelfstandig werkwoord
Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin en zegt het meest over het onderwerp!
Voorbeeld:
Hij fietste gisteren naar huis.
1 werkwoord=fietste.
fietste = pv en zww.
Voorbeeld:
Hij zou gisteren naar huis fietsen.
2 werkwoorden=zou fietsen
zou=pv en hww
fietsen=zww
Voorbeeld:
Hij zou gisteren naar huis gaan fietsen.
3 werkwoorden=zou gaan fietsen
zou=pv en hww
Overige werkwoorden om de beurt invullen op plek persoonsvorm:
Hij ging gisteren naar huis.
Hij fietste gisteren naar huis.
Het werkwoord FIETSEN maakt het duidelijkst wat het onderwerp doet.
DUS in de zin: Hij zou gisteren naar huis gaat fietsen=
zou=pv en hww
gaan=hww
fietsen=zww
Oefening over zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord en koppelwerkwoord. 2 sterren.
Oefening zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord en koppelwerkwoord. 1 ster.