Europa en de wereld

Europa en de wereld

Paragraaf 3.3

Inleiding

In de 17e eeuw was de Republiek het rijkste land in Europa. De 17e eeuw was voor de Nederlanders een gouden eeuw, een lange bloeiperiode. Deze eeuw wordt in Nederland daarom 'de Gouden Eeuw' genoemd. De Gouden Eeuw was een bloeiperiode voor de Republiek op het gebied van handel, wetenschap en kunst. Maar ook de politieke en militaire macht zorgde voor een vooraanstaande posititie van de Republiek in de wereld. Een tijd waarin de Nederlanders mee gaat doen met de Europese expansie en een groeiende wereleconomie hier het gevolg van is.

Paragraaf 3.3 Europa en de wereld, gaat vooral over de de deelnamen van Nederland in de Europese expansie en het ontstaan van een wereldeconomie.

 

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen

In deze paragraaf leer je:

- hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw.

- hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden. 

- hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden. 

 

Wat ga ik doen?

Leerstof

Handel op de hele wereld

In 1665 wordt een groot pakhuis is Amsterdam gebouwd: het Oost-Indische Zeemagazijn. Dit werd gebruikt voor de opslag van goederen uit Zuidoost-Azië. De handel tussen de Republiek en Zuidoost-Azië begon al rond 1595. In dit jaar wordt ook de eerste compagnie opgericht. Deze compagnie bouwden schepen en nam zeellieden in dienst om vervolgens handel te drijven met Azië.

Door deze internationale handel ontstond er in de 17e eeuw een wereldeconomie. Wereldeconomie is een economisch systeem met wereldwijde handelscontacten. Op de hele wereld kreeg vraag en aanbod invloed op elkaar.

Dit gebeurde ook bij de productie van het product suiker. In Amerika werd in de 16e eeuw voor het eerst een suikerplantages gesticht, dit was toen nog erg duur en alleen rijke Europeanen konden suiker kopen. Maar in de 17e eeuw daalde de prijs voortdurend, waardoor steeds meer mensen suiker konden kopen. Hierdoor kwam er een grotere vraag naar suiker en hierdoor stichten de Europeanen meer suikerplantages in Amerika. Maar de Europeanen gingen dus ook meer slaven halen uit Afrika halen, om op de plantages te laten werken. 

De groeiende vraag naar suiker leidde in Europa tot werkgelegenheid. In Amsterdam werd ruwe suiker in suikerrafiinaderijen gezuiverd, zodat deze kon worden gegeten. Ook werd suiker in werkplaatsen verwerkt in likeur, gebak en andere nieuwe zoetigheden.

Door deze wereldeconomie werden andere producten ook populairder, zoals thee en koffie. Dit werd eerst alleen door de rijke Europeanen gedronken, maar later ook door de normale bevolking. Door de groeiende vraag naar thee en koffie, bouwen de Europeanen hier ook meer plantages voor. zo kwamen er theeplantages in India en koffieplantages in Zuid-Amerika en op Java.

Ook het product tabak werd populair onder de Europeanen, dit kwam eerst alleen voor in Amerika. Mensen rookten de gedroogde tabak bladeren, maar snoven en kauwde het ook.

Kleding veranderde ook, in plaats van wol gingen Europeanen katoen dragen. Katoen kwam uit India. Maar door de groter vraag, bouwde de Europeanen ook katoenplantages in Amerika.

Door deze wereldwijde handel, groeide de kennis over de wereld. Er werd steeds meer informatie verzameld over hoe de wereld eruitzag en met deze kennis werden wereldkaarten en wereldbollen gemaakt. De vraag naar een wereldkaart of wereldbol was groot. Land- en zeekaarten werden verkocht aan reizigers en kunstig uitgevoerde kaarten aan rijke burgers, edelen en vorsten.

Europese expansie in Azië

De groeiende wereldeconomie was een gevolg van de Europese expansie.

Zo hadden de Portugezen in de 16e eeuw in Zuid- en Oost-Azië, handelsposten en kleine kolonies gesticht. In de 17e eeuw werden de Portugezen op veel plaatsen verdrongen door de Engelsen en Nederlanders, die volop gingen meedoen met de Europese expansie. 

In 1602 liet de Staten-Generaal alle compagnieën die handeldreven met Zuidoost-Azië, opgaan in een bedrijf: de VOC (verenigde Oost-Indische Compagnie). Nederlanders mochten voortaan alleen in dienst van de VOC handeldrijven in Azië. Door dit monopolie bleven de prijzen en dus de winsten hoog. De VOC mocht ook verdragen met vorsten sluiten en oorlog voeren. 

De VOC werd geleid door gouverneur-generaal. En hij bestuurden vanuit het hoofdkwartier in Batavia op Java. Batavia was de VOC-stad en werd in 1619 opgericht door de gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen, nadat hij daar de Javaanse stad Jacarta had veroverd en verwoest. 

De VOC werd het grootste bedrijf ter wereld, met meer dan 20000 zeelieden, soldaten en andere werknemers. De VOC was in de Republiek de grootste werkgever, met enorme scheepswerven en pakhuizen in steden als Middelburg en Amsterdam. 

De compagnie vestigde aan de kusten van Azië tientallen factorijen. Eerst bracht ze vooral peper en andere specerijen naar Europa, maar later werd andere koopwaar belangrijker. Zoals koffie, suiker, zijde, katoen en porselein.

Vaak handelde de VOC met toestemming en steun van plaatselijke vorsten, maar de compagnie gebruikte ook geweld om haar zin te krijgen. De VOC maakte winst op de handel in de specerijen nootmuskaat en kruidnagel, omdat deze alleen groeiden op de Molukken. De VOC wilde dat de Molukkers deze specerijen alleen aan hen leverden. Maar toen de bewoners van het eiland Banda zich daar niet aanhielden, liet de gouverneur-generaal Coen de inwoners vermoorden, uithongeren of vervoeren als slaaf.

Ook de Engelsen stichtten factorijen en kleine kolonies in Azië. Hun East Indian Company (EIC) werd door de VOC van de Molukken en Java verjaagd en richtte zich daarna vooral op India. In India werden de Engelsen steeds machtiger. Ze haalden er onder meer katoen en lieten er thee verbouwen. 

Europese expansie in Amerika en Afrika

De Spanjaarden en Portugezen hadden in de 17e eeuw grote kolonies in Midden- en Zuid-Amerika en factorijen in Afrika. Maar ook in deze gebieden gaan andere Europese landen meedoen.

Zo werd in Zuid-Afrika door de VOC een kolonie gesticht om voedsel te verbouwen voor de passerende schepen.

In Amerika stichten Engelse, Fransen en Nederlanders kolonies met plantages en factorijen aan de kust van West-Afrika.

In 1621 wordt de WIC (West-Indische Compagnie) opgericht door de Nederlanden. De WIC werd opgericht voor de oorlog tegen Spanje en de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Europa.

De WIC veroverd vanaf 1634 zes kleine Caribische eilanden, de latere Nederlandse Antillen (Aruba, Bonaire, curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten).

De WIC-commandant Piet Hein behaalden in 1628 een groot succes, hij veroverde namelijk bij Cuba 9 beladen Spaanse schepen. De Spaanse schepen waren beladen met heel veel zilver. Kort daarna verdreef de WIC de Portugezen uit het noorden van Brazilië, maar dit succes duurde niet lang. De WIC hield uiteindelijk op het Zuid-Amerikaanse vaste land alleen de kolonie Suriname over. In Surinae worden koffie- en suikerplantages gesticht. 

De WIC wilde meedoen met de driehoekshandel, hierdoor veroverde de WIC fort Elmina in Ghana van de Portugezen. Vanuit hier werden de slaven naar Amerika gevoerd en dit hebben de Nederlanders zo’n 200 jaar gedaan. De Nederlanders hebben zo’n half miljoen slaven vervoerd naar Amerika.

In Noord-Amerika sticht de WIC de kolonie Nieuw-Nederland, met de hoofdplaats Nieuw-Amsterdam. In 1664 veroverden de Engelse deze kolonie en gaven haar de naam New York. 

Begrippen

Batavia = hoofdkwartier van de VOC op Java. 

Compagnie = handelsbedrijf.

Factorij = handelspost met kantoren en pakhuizen. 

Gouverneur-generaal = hoogste bestuurder.

Monopolie = alleenrecht. 

VOC = Verenigde Oost-Indische Compagnie.

WIC = West-Indische Compagnie. 

Wereldeconomie = economische systeem van wereldwijde handelscontacten. 

Werkgever = iemand ide mensen tegen loon in dienst heeft. 

Werknemer = iemand die in loondienst is bij een werkgever. 

 

Opdracht

  • Het arrangement Europa en de wereld is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Julia Gussenhoven
    Laatst gewijzigd
    2020-12-18 11:29:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Geschiedenis, havo/vwo 2. Tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten, 1600-1700.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.