De groeiende wereldeconomie was een gevolg van de Europese expansie.
Zo hadden de Portugezen in de 16e eeuw in Zuid- en Oost-Azië, handelsposten en kleine kolonies gesticht. In de 17e eeuw werden de Portugezen op veel plaatsen verdrongen door de Engelsen en Nederlanders, die volop gingen meedoen met de Europese expansie.
In 1602 liet de Staten-Generaal alle compagnieën die handeldreven met Zuidoost-Azië, opgaan in een bedrijf: de VOC (verenigde Oost-Indische Compagnie). Nederlanders mochten voortaan alleen in dienst van de VOC handeldrijven in Azië. Door dit monopolie bleven de prijzen en dus de winsten hoog. De VOC mocht ook verdragen met vorsten sluiten en oorlog voeren.
De VOC werd geleid door gouverneur-generaal. En hij bestuurden vanuit het hoofdkwartier in Batavia op Java. Batavia was de VOC-stad en werd in 1619 opgericht door de gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen, nadat hij daar de Javaanse stad Jacarta had veroverd en verwoest.
De VOC werd het grootste bedrijf ter wereld, met meer dan 20000 zeelieden, soldaten en andere werknemers. De VOC was in de Republiek de grootste werkgever, met enorme scheepswerven en pakhuizen in steden als Middelburg en Amsterdam.
De compagnie vestigde aan de kusten van Azië tientallen factorijen. Eerst bracht ze vooral peper en andere specerijen naar Europa, maar later werd andere koopwaar belangrijker. Zoals koffie, suiker, zijde, katoen en porselein.
Vaak handelde de VOC met toestemming en steun van plaatselijke vorsten, maar de compagnie gebruikte ook geweld om haar zin te krijgen. De VOC maakte winst op de handel in de specerijen nootmuskaat en kruidnagel, omdat deze alleen groeiden op de Molukken. De VOC wilde dat de Molukkers deze specerijen alleen aan hen leverden. Maar toen de bewoners van het eiland Banda zich daar niet aanhielden, liet de gouverneur-generaal Coen de inwoners vermoorden, uithongeren of vervoeren als slaaf.
Ook de Engelsen stichtten factorijen en kleine kolonies in Azië. Hun East Indian Company (EIC) werd door de VOC van de Molukken en Java verjaagd en richtte zich daarna vooral op India. In India werden de Engelsen steeds machtiger. Ze haalden er onder meer katoen en lieten er thee verbouwen.

