Deze les ga je aan de hand van deze website aan de slag met de stof van 4.2 Wat levert het op. Je loopt de kopjes af van boven naar beneden en maakt de opdrachten die je ondertussen tegenkomt. Je hebt 40 minuten de tijd. Heb je meer tijd nodig? Dan is dat het huiswerk voor de volgende les. Ben je eerder klaar? Dan mag je aan de slag met een ander vak.
Voor vragen kun je me een berichtje sturen in teams.
De eindtoets telt niet mee voor een cijfer maar gebruiken we om te kijken waar jullie nog extra mee kunnen oefenen. Succes!
Welkom op deze Wikiwijs!
Als je denkt aan een manier om veel geld te verdienen, dan denk je misschien ook wel aan het beginnen van een eigen onderneming. Daar komen heel wat dingen bij kijken. Wat moet je allemaal in huis halen om te beginnen? Waar moet je aan denken bij het starten van een onderneming? Waarom is het nodig om te investeren? In deze les gaan we dieper in op de bovenstaande vragen zodat jij straks weet wat er allemaal komt kijken bij het starten van een onderneming.
Aan het einde van de les
• Kun je uitleggen wat een ondernemer is.
• Kun je benoemen welke drie productiefactoren er zijn.
• Kun je in eigen woorden uitleggen waarom investeren nodig is.
• Kun je beargumenteren hoe je je kan onderscheiden van concurrenten.
• Kun je winst of verlies van een onderneming berekenen.
Wat weet je al?
Oefening: Wat weet je al?
0%
Als je denkt aan een manier om veel geld te verdienen, dan denk je misschien ook wel aan het beginnen van een eigen onderneming. Daar komen heel wat dingen bij kijken.
Voordat we de nieuwe stof gaan behandelen ben ik heel benieuwd wat jij al weet over ondernemerschap. Vul in wat je al weet. Weet je het nog niet? Geen probleem, daar komt na vandaag verandering in!
Kijk naar het volgende filmpje en beantwoord de vragen die tussendoor in beeld verschijnen. Weet je het antwoord niet? Spoel het filmpje dan een stukje terug en kijk en luister goed. Je komt er dan vast en zeker uit!
Test jezelf
Test: Test jezelf!
0%
Jullie weten nu al een stuk meer over ondernemerschap en wat daar zoal bij komt kijken. Maak de volgende oefeningen om te kijken waar je nog extra aandacht aan moet besteden.
Na het maken van deze opdrachten krijg je feedback. Hierin staat of je verder mag met "extra uitleg", "oefenen" of "extra verdieping"
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de beschreven situatie hieronder komen de belangrijke begrippen van deze paragraaf nog eens terug. Lees het verhaal rustig door en kijk of je de begrippen kunt begrijpen.
Mika is een ondernemer. Ze heeft een eigen bedrijfje opgericht met als doel om inkomen te verdienen. Ze heeft een eigen veehouderij met melkkoeien.
Om zich te onderscheiden van haar concurrenten heeft ze een speciale ophaaldienst die lege flessen ophalen en weer volle flessen afleveren. De flessen worden hergebruikt en dat is goed voor het milieu.
Mika heeft een groot weiland waar de koeien op grazen. Het grootste deel van het voer haalt ze van haar eigen land. Melk krijgt ze doordat de koeien gras eten. Dit hoort dus bij de productiefactor natuur.
Mika heeft een schoonmaakmachine voor het schoonmaken van de gerecycelde flessen. Ze investeert dit jaar in een melkmachines zodat de koeien sneller gemolken kunnen worden en ze veel tijd bespaart. 'Tijd is geld' dus hier bespaart ze op lange termijn op haar kosten. De waarde van deze kapitaalgoederen/ productiemiddelen noemen we kapitaal.
Ze heeft 8 mensen in dienst voor het het onderhouden van de koeien, het verpakken van de melk en het bezorgen van de flessen. Het personeel moet goed met dieren kunnen hebben. Twee mensen van de bezorgdienst moeten een rijbewijs hebben. Dit hoort bij de productiefactor arbeid.
Check of je de begrippen kent!
Welke kaartjes horen er bij elkaar? Klik telkens op de twee kaarten die bij elkaar horen.
Winst berekenen
Vind je rekenen met opbrengsten, kosten en winst nog lastig? Kijk dan naar dit filmpje waarbij de winstberekening uitgebreid wordt besproken.
Oefenen
Productiefactoren, investeren en concurrentie
Oefening: Verder oefenen
0%
Je loopt goed op schema en bent lekker bezig. Oefen op deze pagina verder met de stof door het maken van de opdrachten. Succes!
Als je klaar bent met de opdracht sla je je werk op zodat je het kunt laten zien aan je docent.
Klik op 'bewijs van deelname'.
Klik dan op afdrukken en selecteer bij destination 'Opslaan als pdf'
Test: Op naar de winst!
0%
Nu is het aan jouw om een prachtig idee te verzinnen. Als een echte ondernemer kijk naar mogelijkheden op de markt om geld te verdienen. Schrijf eerst het idee uit. Wat voor product ga je maken of welke dienst ga je leveren. Denk vervolgens na over alle verschillende productiefactoren die je nodig hebt om te kunnen ondernemen. Tenslotte denk je na over een plan om je te onderscheiden van je concurrenten zodat jij straks met een dikke winst naar huis gaat.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Maak de volgende toets om na te gaan of je de lesdoelen hebt behaald.
Evaluatie
Laat je horen! Laat weten wat je van deze les vond. Wat vond je goed en wat zie je volgende keer graag anders?
Bronnen
De inhoud van de lesstof is gebaseerd op informatie uit de methode Pincode 2 VMBO-KGT 6e editie leerboek van Noordhoff Uitgevers. Alle teksten en opdrachten zijn eigen materiaal ontwikkeld door Sophie Hillemans.
Alle gebruikte afbeeldingen zijn rechtenvrij.
Het arrangement Wat levert het op? is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sophie Hillemans
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-04-19 18:55:57
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.