De krachtige mentor

De krachtige mentor

Respect en vertrouwen

Les 1: Wie ben ik

Thema kennismaken met respect en vertrouwen

Duur: 3 lessen

In deze les krijgen alle leerlingen van de mentor een vel papier. Op het vel papier staan de volgende thema’s: naam, leeftijd, hobby’s, sport, lievelingseten, wat doe ik het liefst op zaterdagavond, favoriete kleding, etc. Vervolgens vult elke leerling in 5 minuten voor zichzelf deze thema’s in door middel van voorbeelden. Nadat iedereen het papier heeft ingevuld, gaan de leerlingen in een kring zitten en leggen zij hun vel papier in het midden van de kring.

 

Als alle leerlingen in een kring zitten pakt elke leerling om de beurt een vel papier en omschrijft de beschreven thema’s op het vel papier. Wie is deze leerling? Kunnen de klasgenoten aanwijzen over wie dit gaat? Als de juiste leerling is aangewezen omschrijft de leerling zijn vel papier met de thema’s. Hierna pakt deze leerling een nieuw vel en omschrijft opnieuw een andere leerling. Wie is deze leerling?

Na 15/20 minuten geeft de mentor een seintje om te stoppen en verteld de klas wat hij/zij gehoord heeft. Deze opdracht kan een volgende mentorles weer opgepakt worden.

Na ongeveer 2 a 3 mentorlessen zijn alle vellen papier besproken. Neem dan het stapeltje eerder ingevulde papieren en lees van elk vel voor wat de daarbij behorende leerling bij de thema’s heeft opgeschreven, zonder de naam te noemen. Het gaat erom dat de leerlingen nu de juiste naam kunnen geven van de leerling die dit heeft opgeschreven.

 

Lesdoelen

  1. De leerling weet wie hij/zij is
  2. De leerling weet wie zijn klasgenoot is
  3. De leerling kan iets over een klasgenoot vertellen
  4. De leerlingen werken aan groepsvorming

 

­Benodigdheden

  • Stencils met thema’s
  • Timer
  • 3 lessen

 

 

Les 2: Fijne klasgenoot

Thema Kennismaken met respect en vertrouwen

Duur: 30 min.

In deze les wordt de klas in 5 groepen verdeeld. Elke groep krijgt van de mentor een vel papier. Dit papier wordt verdeeld in 4 vlakken. In de vlakken staan de volgende 4 woorden: doet, zegt, zegt nooit, doet niet. In het midden van het vel staat ‘een fijne klasgenoot’.

 

Elke groep krijgt 10 minuten om met elkaar de vlakken in te vullen. Na 10 minuten presenteert ieder groepje het blad aan de klas. De mentor stelt vragen tussendoor en noteert de meest voorkomende punten op het bord. Na de presentaties bespreek je dit na met de klas. Als mentor zou je na deze les leefregels en/of afspraken kunnen maken a.d.h.v. de fijne klasgenoot opdracht.

Voorbeeld blad:

Lesdoelen

  1. De leerling weet wat een fijne klasgenoot is
  2. De leerling kan benoemen wat geen fijne klasgenoot is
  3. De klas zoekt verbinding met elkaar
  4. De klas leert elkaar kennen
  5. De klas maakt leefregels met elkaar

­Benodigdheden

  • Grote vellen papier
  • Stiften

Les 3: Grenzen van pesten

Thema Kennismaken met respect en vertrouwen

Duur: 30 min.

Deze les kan je als mentor kiezen tussen:

1. Een groepsgesprek in een kring. Alle leerlingen kunnen elkaar aankijken. Door deze setting creëer je een klassengesprek.
2. Een over de streep setting. De klas wordt hierbij in tweeën verdeeld. De ene helft van de klas aan de ene kant van de lijn, de andere helft aan de andere kant. Kies je voor deze vorm kan je de leerlingen uitleggen dat zij naar voren kunnen stappen als zij iets willen delen. Voor het in beeld krijgen van pesten in de klas zou je de onderstaande suggesties kunnen gebruiken om te vragen tijdens deze oefening. Voel je vrij om hier een eigen invulling aan te geven en vragen aan te vullen.

 

Vragen:
1. Wie heeft zich wel eens gepest gevoeld?

2. Wie heeft er wel eens gepest?

3. Wie wilt er iets over pesten vertellen (pester/ontvanger)?

4. Wat ervaar je als pester?

5. Wanneer is iets pesten?

6. Wat is plagen/pesten?

7. Hoe geef je aan dat je het plagen/pesten niet leuk vindt?

8. ………

 

De mentor stelt verdiepingsvragen aan de leerlingen en vat na ongeveer 20/30 minuten de les samen. Stel controle vragen aan de klas. Je sluit de les af met het maken van leefregels.

Lesdoelen

  1. De leerling krijgt inzicht in wat plagen/pesten is
  2. De leerling krijgt inzicht in eigen aandeel bij het plagen/pesten
  3. De leerling heeft inzicht over hoe zijn klasgenoot over plagen/pesten denkt
  4. De leerling is zich bewust van de leefregels
  5. De leerlingen luisteren naar elkaars verhaal
  6. De klas zoekt verbinding met elkaar

 

­Benodigdheden

  • Tape (voor lijn)

Les 4: In welke schoenen sta jij?

Thema Kennismaken met respect en vertrouwen

Duur: 30 min.

In deze les starten alle leerlingen in een kring en krijgen alle leerlingen van de mentor een vel papier. Elke leerling legt het vel papier op zijn stoel met zijn schoen ernaast.  Vervolgens vraagt de mentor elke leerling een positieve eigenschap van de leerling op te schrijven op de bladen. Na de eerste ronde hebben alle leerlingen bij elkaar een positieve eigenschap beschreven. De mentor vraagt de leerlingen de bladen om te draaien. De leerlingen lopen nogmaals een ronde langs elkaars schoenen en schrijven dan een negatieve eigenschap op.

Als alle leerlingen in een kring zitten pakt elke leerling zijn eigen vel en kiest twee positieve en twee negatieve eigenschappen uit die de leerling het meest hij hem/haar vindt passen. Elke leerling ligt kort toe in welke schoenen hij/zij staat en welke twee positieve en twee negatieve eigenschappen het beste bij hem/haar passen en waarom.

 

Lesdoelen

  1. De leerling kan een positieve eigenschap van zijn klasgenoot benoemen
  2. De leerling kan een negatieve eigenschap van zijn klasgenoot benoemen
  3. De leerling kan zijn eigen positieve en negatieve eigenschappen herkennen
  4. De leerling krijgt inzicht in de eigenschappen van zijn klasgenoten
  5. De leerling verteld wie er in zijn schoenen staat
  6. De leerlingen luisteren naar elkaar

 

­Benodigdheden

  • Vellen papier
  • Pen/potlood
  • Eigen schoen

Studievaardigheden

Les 1: Fijne werkplek

Thema: Studievaardigheden

Duur: 15 minuten

Jij kiest als mentor welke les het beste bij jou past binnen het thema ‘studievaardigheden.’

Les 1:   Fijne werkplek

Les 2:   Leren leren

Les 3:   Begrijpend lezen

 

Les 1: Fijne werkplek

In deze les gaan de leerlingen ontdekken hoe zij voor zichzelf een goede werkplek kunnen creëren. De docent maakt gebruik van de website www.answergarden.ch om de voorkennis van leerlingen te activeren en te verzamelen. De docent deelt de link en leerlingen beantwoorden de vraag.

Hierna bespreekt de docent de input van de leerlingen. Hierbij kan de docent vragen stellen als; wat werkt voor jou wel en voor de ander niet, wat kan jij nog meer doen om de ideale werkplek in te richten, hoe doe je dit thuis/op school?

Vervolgens laat de docent de leerlingen, in hun mentorschrift of op een blaadje, hun ideale werkplek beschrijven. Laat de leerlingen ook beschrijven waarom en of zij denken dat dit hun leerprestaties bevordert.

Lesdoelen

  • Aan het eind van de les weten leerlingen hoe zij de juiste omstandigheden kunnen creëren om goed te kunnen werken.
  • Aan het eind van de les zijn de leerlingen zich bewust van hun rol bij het hebben van een fijne/goede werkplek.

­Benodigdheden

­Opmerkingen/voorbereiding

  • Op de website www.answergarden.ch maak je een bord aan waarop leerlingen hun input kunnen invullen. Dit doe je door op het +’je te klikken en verder in te vullen. De vraag die je stelt is: “Wat is voor jou de ideale werkplek?” Deze link deel je met de leerlingen.

Les 2: Leren leren

Thema: Studievaardigheden

Duur: 25 minuten

Jij kiest als mentor welke les het beste bij jou past binnen het thema ‘studievaardigheden.’

Les 1:   Fijne werkplek

Les 2:   Leren leren

Les 3:   Begrijpend lezen

Les 2: Leren leren

In deze les gaan leerlingen er achter komen welke leerstrategieën er per schoolvak zijn en de manieren waarop zij kunnen leren. Tijdens deze opdracht werken de leerlingen in tweetallen. Maak klassikaal een woordweb op het bord waarop alle schoolvakken staan.

In tweetallen nemen de leerlingen het woordweb waarin alle schoolvakken staan over op een eigen A3. Vervolgens schrijven de leerlingen per schoolvak vier manieren om te leren op. Hier geef je ongeveer tien minuten voor.

Na het maken van de woordwebs in tweetallen, doe je de opdracht klassikaal op het bord. De leerlingen geven de input voor wat de docent op het bord schrijft. Noteer per vak wat de manieren om te leren zijn. Uiteindelijk heb je alle schoolvakken en leerstrategieën genoteerd.

Bespreek nu wat de leerlingen opvalt. Zetten zij de manieren om te leren zelf altijd in? Waar zijn verbeterpunten voor henzelf? Laat ontstaan dat zij er achter komen dat zij hierin nog stappen te maken hebben.

Om af te sluiten: laat de leerlingen de manieren die zij willen gebruiken per vak arceren. Benoem de verschillen en vertel hierbij dat het goed is dat de leerling nu meer inzicht heeft in wat voor diegene werkt.

Idee voor een vervolg van deze les: laat de leerlingen hun leerstrategieën uitwerken + wat zij hierbij nodig hebben.

Lesdoelen

  • Aan het eind van de les kan de leerling vier manieren benomen hoe zij kunnen leren.
  • Aan het eind van de les kan de leerling per schoolvak een leerstrategie benoemen.

­Benodigdheden

  • A3 papier en stiften.

­Opmerkingen/voorbereiding

  • De mentor moet weten hoe leerlingen per schoolvak kunnen leren en wat zij leren.

Les 3: Begrijpend lezen

Thema: Studievaardigheden

Duur: 25 minuten

Jij kiest als mentor welke les het beste bij jou past binnen het thema ‘studievaardigheden.’

Les 1:   Fijne werkplek

Les 2:   Leren leren

Les 3:   Begrijpend lezen

Les 3: Begrijpend lezen

In deze les gaan de leerlingen werken aan de studievaardigheid begrijpend lezen. Dit is een vaardigheid die bij alle vakken zowel op het schoolexamen als op het eindexamen terug komt. De leerlingen werken tijdens de les in tweetallen.

De leerlingen zoeken voor de les een artikel/tekst dat aansluit op hun interesses en nemen deze geprint mee naar de les. Zij maken vooraf vijf open vragen met antwoorden over de leestekst.

Tijdens de les wisselen de leerlingen, in duo’s, het artikel uit. Zij lezen de tekst van de ander door en maken de vijf vragen. Na het lezen van de tekst en het maken van de vragen geven wisselen zij de artikelen + beantwoorden vragen terug en kijken elkaars werk na. Hier krijgen zij tien minuten voor.

Vervolgens bespreek je klassikaal hoe de leerlingen het hebben gedaan en waar de aandachtspunten in zitten. Dit biedt ook een mooie gelegenheid voor de leerlingen om elkaars interesses te leren kennen.

Afsluitend vraag je van de leerlingen welke randvoorwaarden er zijn voor het lezen van de tekst, het doel is dat zij zelf bedenken wat ervoor nodig is om de vaardigheid begrijpend lezen onder de knie te krijgen.

Lesdoelen

  • Aan het eind van de les weten leerlingen meer over de interesses van elkaar.
  • Aan het eind van de les kennen de leerlingen de randvoorwaarden van begrijpend lezen.

­Benodigdheden

  • Eigen teksten
  • Vijf vragen over eigen tekst

­Opmerkingen/voorbereiding

  • Vooraf moet de docent met de leerlingen communiceren dat zij een eigen tekst mee moeten nemen en hierover vijf toetsvragen moet bedenken.

Groepsvorming

Les 1: Speeddaten

Thema: Groepsvorming

Duur: 20 minuten


Om koppels te maken, wordt een kaartspel gehalveerd. De halve kaarten worden willekeurig uitgedeeld. Leerlingen moeten op zoek naar degene die de andere helft van de kaart heeft. Wanneer de gesprekspartners elkaar hebben gevonden, praten zij een aantal minuten met elkaar. Om het gesprek op gang te helpen kun je gespreksonderwerpen- of vragen aanrijken


Lesdoelen

1. De leerlingen kunnen klasgenoten bij naam noemen

2. De leerlingen kunnen over drie medeleerlingen iets persoonlijks vertellen

3. De leerlingen hebben verschillende klasgenoten gesproken waar zij doorgaans niet mee om gaan

 

­Benodigdheden

1. Kaartspel

2. Gespreksonderwerpen of vragen

3. Timer

 

Opmerkingen:

In deze lesbrief worden koppels gevormd doormiddel van een kaartspel. Dit kan natuurlijk ook met andere voorwerpen. Bijvoorbeeld theezakjesvragen, kleurtjes, nummers, schoenmaat, sterrenbeelden etc.

Les 2: Klassenplattegrond

Thema: Groepsvorming

Duur: 20 minuten


Docent maakt groepjes op basis van gedrag. Bijvoorbeeld:

  1. Leerlingen die zich minder goed kunnen concentreren
  2. Leerlingen die teveel kletsen
  3. Rustige leerlingen
  4. Leerlingen met goede cijfers/werkhouding

 

Op bovenstaande volgorde worden leerlingen gevraagd een plek in het klaslokaal te zoeken:

  1. Waar hij/zij geconcentreerd kan werken
  2. Niet kan worden afgeleid door bepaalde klasgenoten
  3. Naast iemand die je nog niet zo goed kent
  4. Waar nog plek is

 

Eindig de oefening met de vraag of iedereen tevreden is. Zoek samen naar een passende oplossing of begin opnieuw.

Lesdoelen

1. Leerlingen kunnen benoemen wat zij nodig hebben om actief mee te kunnen doen in de les

2. Leerlingen stellen zich respectvol op tegenover elkaar wanneer zij samenwerken

3. Leerling wordt verantwoordelijk gehouden voor een deel van zijn/haar leerproces

 

­Benodigdheden

1. Leeg klaslokaal

2. Pen en papier

3.

 

Opmerkingen:

Werk de klassenplattegrond uit. Deel hem eventueel met lesgevende docenten en met de klas zelf. Print kan natuurlijk ook op agendaformaat zodat iedereen hem bij zich kan houden.

 

 

Les 3: Klassenuitje organiseren

Thema: Groepsvorming

Duur: 30 minuten (meerdere lessen)

 

Leerlingen werken in samengestelde groepjes aan idee voor een klassenuitje uit. Hier mogen zij een x-aantal lessen aan werken. Uiteindelijk pitchen zij hun idee voor de klas en stemmen zij op elkaars plan. Het plan met de meeste stemmen wordt aan teamleider gepresenteerd doormiddel van een filmpje.

Afhankelijk van de docent kan ervoor gekozen worden om taken en rollen met de leerlingen te bespreken/te bedelen. Taken en rollen die bestaan zijn: tijdbewaker, notulist, voorzitter. Dit kan vooraf maar ook achteraf om leerlingen bewust te maken van hun kwaliteiten.

Je kunt dit uitbreiden met het opstellen van een informatieve mail die aan ouders verstuurd kan worden. Afhankelijk van je groep kun je ze verantwoordelijk maken voor het uitvoering. Zoals de reservering, regelen van de route, etc.
 

Lesdoelen

1. Leerlingen kunnen minimaal één kwaliteit van zichzelf benoemen

2. Leerlingen kunnen minimaal één kwaliteit van een groepsgenoot benoemen

3. Er is een plan gemaakt voor een klassenuitje. (wie, wat, waar, wanneer, budget)

 

­Benodigdheden

1. Telefoons met internet of computers

2. (Telefoon met) camera

3. Evt. materiaal voor woordspin

Opmerkingen:
 

Je kunt zelf bepalen hoeveel sturing je de groep geeft. Dit is natuurlijk afhankelijk van de groep als de docent. Een tijdsplanning en randvoorwaarden kunnen een groep houvast geven. Het is handig vooraf het budget vast te stellen.

 

Onderstaand filmpje kun je gebruiken om uit te leggen hoe ze een pitch moeten houden

 

Extra inspiratie

Hieronder vind je lessen die eerder door mentoren zijn gegeven. Voel je vrij ze aan te passen en te gebruiken in je eigen mentorlessen.

Inspiratielessen groepsvorming

- De spaghettitoren

Les: de Spaghettitoren

In kleine groepen een zo hoog mogelijke toren maken binnen 5 minuten

Materialen


Duur: 15 - 20 minuten

Lesdoelen:

  1. Leerlingen leren naam, werkhouding en rol van (onbekende klasgenoten kennen
  2. Iedere leerling neemt actief deel aan het gemeenschappelijke doel
  3. Leerlingen worden zich bewust van eigen rol, houding en omgang met klasgenoten
  4. De docent bespreekt zijn/haar observaties met de klas

 

Wat heb je nodig:

  1. 1 pak Spaghetti
  2. 1 zak Marshmallows
  3. Rol plakband/tape per groepje
  4. Spelregels
    (denk van te voren na over de randvoorwaarden van de toren. Wat mag wel en wat mag niet)

- Bekers stapelen

Les: Bekers stapelen

In kleine groepen een toren van bekers maken d.m.v. een elastiek met hieraan draadjes.


Duur: 15 - 20 minuten

Lesdoelen:

  1. Leerlingen leren naam, werkhouding, en rol van (onbekende) klasgenoten kennen
  2. Iedere leerling neemt actief deel aan het gemeenschappelijke doel
  3. Leerlingen worden zich bewust van eigen rol, houding en omgang met klasgenoten
  4. De docent bespreekt zijn/haar observaties met de klas


Wat heb je nodig:

Tip! Vraag ernaar bij Karien. 

  1. Per groepje 10 bekertjes
  2. Per groepje 1 elastiek
  3. Per leerling een draadje (wol)
  4. Spelregels
    (denk van te voren na over de randvoorwaarden van de toren. Wat mag wel en wat mag niet)
  5. Bereid vragen voor om over de omgangsregels te praten
  6. Evt. spullen om aantekeningen te maken

  • Het arrangement De krachtige mentor is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Iris de Ridder
    Laatst gewijzigd
    2020-12-17 13:08:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Inspiratie voor een effectief mentoruur voor leerjaar 3 mentoren.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.