Opdracht: Spellingregels 3 - v456

Opdracht: Spellingregels 3 - v456

Spellingregels 3

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • herkennen wanneer je wel of geen -n als eindletter gebruikt in zelfstandig of bijvoeglijk gebruikte naamwoorden;
  • zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden aan elkaar of los schrijven;  
  • herkennen hoe je afkortingen schrijft: met of zonder punt en/of hoofdletters.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Zelfstandig gebruik

Lees over zelfstandig of bijvoeglijk gebruikte naamwoorden, telwoorden een voornaamwoorden.

★ Aan de slag 1

Maak de oefening over het gebruik van -e of -en.

Aan elkaar of los?

Lees welke zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden je aan elkaar schrijft en welke los.

★ Aan de slag 2+3

Oefen met het aan elkaar of los schrijven van woorden.

Afkortingen

Lees de uitleg over het gebruik van afkortingen.

★ Aan de slag 4

Maak de oefeningen met afkortingen.

★ Aan de slag 5

Schrijf de Latijnse afkortingen voluit.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de toets.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staan ongeveer 2 SLU.

Aan de slag

Zelfstandig of bijvoeglijk gebruik

  • Zelfstandig gebruikte woorden krijgen -n als ze op mensen slaan die niet in dezelfde zin genoemd worden.
  • Zelfstandig gebruikte woorden krijgen geen -n als ze op mensen slaan die wel in dezelfde zin genoemd worden.
  • Zelfstandig gebruikte woorden krijgen geen -n als ze op dieren, planten of dingen slaan.
  • Bijvoeglijk gebruikte woorden krijgen geen –n: vele aanwezigen, beide gemeenten, alle medewerkers, enkele glazen bier.

Bekijk de video.


Bekijk de voorbeelden in de Kennisbank.

Zelfstandig gebruik

★ Aan de slag 1

Maak de oefening.

Aan elkaar of los?

Welke zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden schrijf je aan elkaar en welke los? Wanneer schrijf je tekort, teveel en tegoed aan elkaar en wanneer schrijf je het los van elkaar?

Bestudeer de Kennisbank.

Aan elkaar of los?

Bekijk ook de video.

★ Aan de slag 2

Maak de oefening.

★ Aan de slag 3

Maak de oefening.

Afkortingen

Hoofdregel: Als je een woord afkort, eindig je de afkorting met een punt. Per afgekort woord gebruik je een punt. Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het woord voorkomt:

  • hr. = heer
  • p. = pagina
  • m.b.t. = met betrekking tot
  • jl. = jongstleden
  • blz. = bladzijde
  • Z.K.H. = Zijne Koninklijke Hoogheid

Een paar uitzonderingen zijn:

  • dhr. = de heer
  • z.o.z. = zie ommezijde
  • a.s. = aanstaande

Kleine letters - geen punten
Veel gebruikte afkortingen krijgen kleine letters en geen punten:

  • cao
  • wc
  • btw
  • dvd
  • apk
  • mbo
  • pc
  • havo
  • info

Hoofdletters - geen punten
Afgekorte eigennamen van bedrijven en instellingen schrijf je met hoofdletters en zonder punten:

  • EU
  • VVD
  • NAVO
  • UMC
  • NS

Afgekorte namen
Afgekorte namen van ziekten schrijven we met hoofdletters behalve als ze tot het dagelijks taalgebruik behoren.

  • ME (myalgische encefalomyelitis of Mobiele Eenheid)
  • MKZ (mond-en-klauwzeer), maar soa en aids

Afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletter.

  • AOW = Algemene ouderdomswet
  • WAO = Wet op de Arbeidsongeschiktheid verzekering
  • KB = Koninklijk Besluit
  • VUT = vervroegde uittreding

Internationaal
Internationaal erkende afkortingen voor eenheden, maten, gewichten en chemische elementen krijgen geen punt:

  • kWh = kilowattuur
  • cm = centimeter
  • kg = kilogram
  • MB = Megabyte
  • H = waterstof

Er blijven een aantal uitzonderingen over waarvoor moeilijk en regel valt te geven.
Handig zijn in dat geval de websites: Woordenlijst Nederlandse taal en www.afkortingen.nl

 

★ Aan de slag 4

Maak beide oefeningen.

★ Aan de slag 5

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Zelfstandig gebruik

Aan elkaar of los?

Eindopdracht

Deze opdracht sluit je af met een toets.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je woorden afkorten en bestaande afkortingen herkennen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Veel van de spellingsregels ben je al eerder tegengekomen.
    Wist je het meeste nog? Dan heb je de oefeningen vast goed gemaakt!
  • Eindopdracht
    Had je een goede score voor de toets?
  • Het arrangement Opdracht: Spellingregels 3 - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-19 09:51:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema Spelling en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vwo456. In deze opdracht ontwikkel je het vermogen om te bepalen wanneer je wel of geen -n als eindletter gebruikt bij zelfstandig of bijvoeglijk gebruikte naamwoorden. Je leert ook wanneer zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden aan elkaar geschreven moeten worden en wanneer ze los geschreven dienen te worden. Bovendien krijg je inzicht in de correcte wijze van het schrijven van afkortingen, inclusief het gebruik van punten en/of hoofdletters. Om de opdracht af te maken maak je een toets. veel succes!
    Leerniveau
    VWO 6; HAVO 3; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    afkortingen, arrangeerbaar, bijvoeglijk naamwoord, eindletter, nederlands, spelling, spellingsregels 3, stercollectie, vwo456, zelfstandig naamwoord

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Spellingregels 3 - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/164002/Spellingregels_3___h45