Voortplanting & DNA

Voortplanting & DNA

Startpagina

Wat houdt DNA precies in? Hoeveel chromosomenparen hebben mensen? Weet je nog hoe al je geslachtsorganen heten? Tijdens deze les gaan we oefenen met de lesstoffen voortplanting, dna en erfelijkheid. 

Links in het kolom zien jullie verschillende koppen staan. Je kunt ze op volgorde bekijken. Daar tref je handige oefeningen, kennisclips en aan het einde een oefentoets. Aan de hand van deze oefentoets krijg ik een inzicht in hoe ver jullie zijn met de lesstof. In het volgende lesuur zullen we de onderwerpen waar jullie moeite mee hebben klassikaal herhalen.

Het onderdeel ''EXTRA'' is voor degenen die al vooruit willen gaan werken. Mocht je dus eerder klaar zijn met de rest, kun je daar nog extra oefenen.

Aan het einde van de les zou ik graag willen weten hoe jullie deze vorm van les krijgen hebben ervaren. Hierom staat er nog een korte vragenlijst voor jullie klaar.

 

Succes!

Leerdoelen

Aan het einde van deze les leer je:

- Het verschil tussen de twee vormen van celdelingen: meiose en mitose

- Wat bevruchting inhoud

- De mannelijke voortplantingsorganen

- De vrouwelijke voortplantingsorganen

- DNA & erfelijkheid

Meiose

Meiose is een vorm van celdeling. We noemen het ook wel reductiedeling. Tijdens meiose worden de hoeveelheid chromosomen gehalveerd in de cellen. Een cel die meiose ondergaat verandert van een 2n cel in een n cel. Er worden geslachtscellen gevormd.

De cel van de mens heeft in totaal 46 chromosomen (=23 paar). Voor de mens betekent meiose dus eigenlijk dat een cel met 46 chromosomen verandert in een cel met 23 chromosomen.

Let op: meiose vindt alleen plaats in de geslachtsorganen. Bij de man in de teelballen en bij de vrouw in de eierstokken. In de rest van het lichaam vindt geen meiose maar mitose plaats.

Mitose

Bij het delen van de gewone lichaamscellen van de mens hebben we het over mitose. Dochtercellen die ontstaan uit deling van moedercellen bevatten uiteindelijk evenveel chromosomen als de moedercel. 

Filmpje

Filmpje meiose en mitose
Hier kunnen jullie een korte filmpje bekijken over meiose en mitose.

Bevruchting

Om ervoor te zorgen dat er een nageslacht ontstaat is het de bedoeling dat de twee kernen van de geslachtscellen van de man en vrouw bij elkaar komen. Zo ontstaat bevruchting. De zaadcel van de man smelt samen met de eicel van de vrouw. In dat geval hebben we het over inwendige bevruchting. Er bestaat ook uitwendige bevruchting. Ook is er verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Zoals de naam het al zegt: bij geslachtelijke voortplanting zijn geslachtsorganen betrokken. Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn geen geslachtsorganen betrokken en daar bestaan meerdere vormen van. Daar zullen we het de volgende les over hebben.

Mannelijke voortplantingsorganen

Neem alle geslachtsorganen eens even door en probeer ze uit je hoofd te leren. Vervolgens krijg je de mogelijkheid om te oefenen door op het linkje te klikken onderaan de pagina. 

Oefening mannelijke geslachtsorganen

Vrouwelijke voortplantingsorganen

Neem alle geslachtsorganen eens even door en probeer ze uit je hoofd te leren. Vervolgens krijg je de mogelijkheid om te oefenen door op het linkje te klikken onderaan de pagina. 

Oefening vrouwelijke geslachtsorganen

DNA en ERFELIJKHEID

Al onze erfelijke informatie zit opgeslagen in de celkern in onze chromosomen. De chromosomen bestaan weer uit DNA. Chromosomen zijn niet zichtbaar, behalve als de cel zich gaat delen.

We hebben allemaal eigenschappen. Eigenschappen kun je soms zien en soms niet. Fenotypen zijn alle waarneembare eigenschappen en de genotype is de erfelijke informatie in onze DNA.

We hebben het eerder ook over gehad dat onze lichaamscellen 23 paar chromosomen bevatten. 22 paar daarvan zijn gewone chromosomen en 1 paar zijn geslachtschromosomen.

Bij de man = XY en bij de vrouw = XX.

In een geslachtscel komt een gen maar een keer voor. Wanneer slechts een van beide genen (van de chromosomenpaar) tot uiting komt in het fenotype hebben we het over een dominante gen. De andere is het recessieve gen.

AA=homozygoot dominant
Aa=heterozygoot
aa=homozygoot recessief

In de kennisclip die jullie hieronder kunnen bekijken, leg ik jullie uit hoe je een kruisingstabel kunt maken.

 

https://youtu.be/84IBEZWfLIc

QUIZLET

https://quizlet.com/nl/178138948/erfelijkheid-flash-cards/
Oefening Erfelijkheid Quizlet

OEFENTOETS

Klik op onderstaande link om de oefentoets te maken. De juiste antwoorden bespreken we in het volgende lesuur. Succes!

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=DQSIkWdsW0yxEjajBLZtrQAAAAAAAAAAAAMAAKQNznJUOEg3WE9HNzBVRFlIRllRUllaRUpBNUowWS4u

BEOORDELING

Zouden jullie zo vriendelijk willen zijn om onderstaande link te gebruiken voor een korte vragenlijst met betrekking tot deze les. Ik ben namelijk erg benieuwd naar hoe jullie het hebben ervaren om de les op deze manier te volgen. Alle tips en tops zijn van harte welkom! 

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=DQSIkWdsW0yxEjajBLZtrQAAAAAAAAAAAAMAAKQNznJUOFZTSjM0WlpRRkJRNk5PQjhDN1dXOEdXVy4u

EXTRA

https://youtu.be/fZZiSnlRQLk

Bronnen

Biologiepagina. (z.d.). Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. https://biologiepagina.nl/34mavo/3Erfelijkheid/samenvatting.htm

Bioweetjes (2013, 30 oktober) Mitose en meiose. Youtube. https://www.youtube.com/watch?v=6I1hAfqhqNQ