"De aankoop van een eigen huis is nog altijd een beter spaarvarken dan sparen bij de bank."
"De verwachting is dat de rente op een hypothecaire lening de komende periode verder zal dalen."
"Hoge inflatie betekent een flinke bonus voor de huizenbezitter."
"Het politieke debat over beperking van de hypotheekrenteaftrek heeft de woningmarkt geen goed gedaan."
In deze opdracht staat het eigen huis centraal.
Er zijn verschillende ontwikkelingen die invloed hebben op huizenprijzen.
In deze opdracht zetten jullie die ontwikkelingen op een rijtje en geven jullie antwoord op de vraag wanneer de aankoop van een eigen huis een beter spaarvarken is dan sparen bij de bank.
Eindtermen
Concept E: Ruilen over tijd
Huis en hypotheek is binnen het HAVO-programma een verplichte context binnen het concept ruilen over tijd.
Kernbegrippen
hypotheek;
hypotheekrente;
hypotheekrenteaftrek.
Activiteiten
Hypotheek
Oriëntatie
Inhoud
Kennisbank
Ruilen over tijd - Sparen
Ruilen over tijd - Lenen
Ruilen over tijd - Hypotheek
Welvaart en groei - Belastingstelsle
Aan de slag
Inhoud
Onderzoeksvraag
Welke (economische) factoren bepalen of de aankoop van een eigen huis een betere investering is dan sparen bij een bank?
Stappen
Wat bepaalt de waarde van een huis?
Wat is hypotheekrenteaftrek?
Eindproduct
Maak een tabel/schema waarin je antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
Afronding
Inhoud
Samenvatten
Kennisbank Sparen + toets
Kennisbank Lenen + toets
Kennisbank Hypotheek + toets
Kennisbank Belastingstelsel + toets
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 4 à 5 uur nodig.
1 uur voor het bestuderen van de vier onderwerpen in de Kennisbank.
2 uur voor het doorlopen van de stappen en het maken van het schema.
1,5 uur voor de afronding: Samenvatten en Terugkijken.
Gebruik de informatie uit de Kennisbank bij het maken van de volgende opdrachten.
Aan de slag
Onderzoeksvraag
Hoofdvraag:
Welke (economische) factoren bepalen of de aankoop van een eigen huis een betere investering is dan sparen bij een bank?
Deelvragen:
Wat is de invloed van de hoogte van de hypotheekrente op de ontwikkeling van de huizenprijzen?
Wat is de invloed van de hoogte van de inflatie op de vraag naar en het aanbod van huizen op de woningmarkt?
Wat is het effect van de discussie over de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek op de vraag naar en het aanbod van huizen op de woningmarkt?
Stap 1: Eigen huis
Lees de volgende tekst.
Een eigen huis als spaarvarken
"De aankoop van een eigen huis is nog altijd een beter spaarvarken dan sparen bij de bank", zegt de voorzitter van de Vereniging Ons Eigen Huis (VOEH) in februari 2018. "In 2017 behoorden de Nederlandse huizenprijzen tot de hoogste in Europa. Er worden te weinig huizen gebouwd. De overheid zou de bow van meer huizen moeten stimuleren. Want steeds meer mensen willen een eigen huis kopen. De verwachting is dus dat in 2018 en 2019 de huizenprijzen zullen blijven stijgen."
Op welke twee argumenten baseert de voorzitter de verwachting dat de huizenprijzen zullen blijven stijgen?
Lees nu de tweede tekst: 'Hypotheek bepalende factor van waarde onroerend goed'.
Kunnen jullie elkaar uitleggen waarom de hoogte van de hypotheekrente de bepalende factor is voor de waarde van onroerend goed?
Bespreek samen welke factoren de hoogte van de hypotheekrente bepalen.
Hypotheek bepalende factor van waarde onroerend goed
De hoogte van hypotheekrente is een zeer bepalende factor op de prijs van een woning of huis. Een hoge hypotheekrente zal de vraag naar woningen temperen terwijl een lage hypotheekrente deze vraag juist weer doet aanwakkeren. Een hoge hypotheekrente heeft veel invloed op de hypotheeklasten die mensen hebben. Door deze hogere lasten is de maximale hypotheek ook lager en zal men minder snel een duurdere woning kopen.
De hoogte van de hypotheekrente die moet worden betaald over de hypotheek is afhankelijk van een aantal factoren. Dit zijn onder andere de rentevasteperiode, de zekerheid van uw onderpand en rente op de kapitaalmarkten.
Factor 1: Rentevastperiode in relatie tot hypotheekrente
Ten eerste is er de rentevasteperiodes waar tegen u uw hypotheekrente kunt vastzetten. Vaak heeft een hypotheek een looptijd van 30 jaar. Na 30 jaar dient u dan uw hypotheek af te lossen. Tijdens deze looptijd dient u een aantal (of veel) keren uw hypotheekrente vast te zetten voor een bepaalde periode.
Wanneer u bijvoorbeeld kiest om uw hypotheekrente voor een periode van 10 jaar vast te zetten tegen 5,4%, dan weet u zeker dat u 10 jaar lang 5,4% rente over uw lening betaald en komt u deze lange periode niet voor verrassingen te staan. U kunt ook kiezen voor een rentevasteperiode van 1 jaar of zelfs een variabel rentepercentage. U neemt dan meer risico omdat de kans op korte termijn aanwezig is dat de rente gaat stijgen en u dus snel meer hypotheekrente moet gaan betalen. De hypotheekrente over een langere rentevasteperiode is doorgaans lager dan voor een korte rentevasteperiode omdat de bank u voor een langere tijd zekerheid geeft tot uw hypotheeklasten en zij meer risico lopen op het gebied van hun tarieven voor funding (inkopen van gelden).
Factor 2: Hypotheekrente en zekerheid voor de geldverstrekker
De hoogte van hypotheekrente is ook afhankelijk van het feit hoe hoog uw lening (hypotheek) is ten opzichte van de waarde van uw woning. De bank is bereid u een korting op de hypotheekrente te geven wanneer het risico voor de Bank lager is (dat deze het geleende geld terugkrijgt..), Is de hypotheek die u gaat afsluiten hoger dan de waarde van het huis dan betaald u een hogere hypotheekrente dan wanneer u bijvoorbeeld slechts 75% van de waarde van de woning leent.
Vaak zijn er bepaalde categorien waar binnen u kunt vallen. Bijvoorbeeld tot 75% executiewaarde (het bedrag aan hypotheek is minder dan 75% van de executiewaarde van uw woning, een verstrekking van 75% tot 100% executiewaarde van uw woning en 100% tot 125% verstrekking van de executiewaarde van uw woning. Doorgaans wil een Bank niet meer dan 125% financieren. In sommige gevallen is dit met NHG echter wel weer mogelijk. De executiewaarde van uw woning is doorgaans 90% van de waarde zoals u deze kent, de vrije verkoopwaarde.
Factor 3: Hypotheekrente en de kapitaalmarkten
Sommige banken hebben genoeg gelden binnen hun balans om hypotheken te kunnen verstrekken zonder op de kapitaalmarkten geld te hoeven aantrekken. Zij hebben dan bijvoorbeeld veel spaargeld of pensioenpremies van consumenten ontvangen die zij kunnen uitzetten. Wanneer een bank niet genoeg geld in kas heeft om - nieuwe - hypotheken te kunnen verstrellen dan dienen zij dit geld op de geld- en kapitaalmarkt in te kopen. Doorgaans zijn de rentetarieven hiervoor vastgesteld door de Europese Centrale Bank (ECB). Op de rente van dit geleende geld wordt vervolgens een opslag door de bank geplaatst alvorens zij deze gelden weer aan de klant uitlenen in de vorm van hypotheken.
De ontwikkeling van de inflatie is van invloed op reële stijging van de huizenprijzen en op de reële hypotheekschuld.
Wat kun je zeggen over de reële waardevermeerdering van een woning als de inflatie kleiner is dan de stijging van de huizenprijzen?
Wat kun je zeggen over de reële hypotheekschuld als er sprake is van inflatie?
Stap 2: Hypotheekrente aftrek
Bekijk de onderstaande filmpjes over de hypotheekrenteaftrek.
Zorg dat jullie weten hoe de hypotheekrenteaftrek werkt. Leg elkaar uit wat het effect van het afschaffen van de hypotheekrente zou kunnen zijn op vraag naar en het aanbod van huizen op de woningmarkt.
Stap 3: Tabel/schema
Tabel/schema maken
Maak nu een tabel/schema waarin jullie een aantal factoren op een rijtje zetten die van invloed zijn op de vraag naar huizen op de woningmarkt.
Gebruik de informatie in het schema om antwoord te geven op de vraag
'Wanneer is de aankoop van een huis een betere investering dan sparen bij de bank?'
Gebruik voor het antwoord niet meer dan 200 woorden.
Klaar?
Lever het schema en het antwoord op de vraag in bij jullie docent.
Bij het beoordelen van het eindproduct gebruikt de docent het volgende schema:
Aantal punten
Eindproduct
50
voor het schema met factoren;
30
voor het antwoord op de hoofdvraag;
20
voor de verzorging van het eindproduct en de samenwerking.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Opdracht: Hypotheek - vwo456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Ruilen over tijd', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vwo456. De opdracht begint met een intro, daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. Eerst komt er een opdracht over sparen, lenen, hypotheek en belastingstelsel. De opdracht bestaat uit een onderzoeksvraag, drie stappen met bijbehorende opdrachten, een eindproduct, een toets en een reflectie. In deze opdracht geef je antwoord op de volgende onderzoeksvraag: Welke (economische) factoren bepalen of de aankoop van een eigen huis een betere investering is dan sparen bij een bank? De onderzoekvraag is onderverdeeld in meerdere deelvragen. Belangrijke onderwerpen zijn: hypotheekrente, huizenprijzen, inflatie en het aanbod van huizen op de woningmarkt. Bij de eerste stap ga je samen met een klasgenoot nadenken over de invloed van de inflatie op de reële stijging van de huizenprijzen en op de reële hypotheekschuld. Bij stap 2 ga je samen met een klasgenoot nadenken over de hypotheekrenteaftrek. Bij stap 3 ga je als eindproduct een tabel/schema maken waarin jullie een aantal factoren op een rijtje zetten die van invloed zijn op de vraag naar huizen op de woningmarkt. Ter afsluiting is er een toets over sparen, lenen, hypotheek en het belastingstelsel. Na de toets wordt er nog een keer teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het?
Leerniveau
VWO 6;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Sparen en investeren;
Ruilen over de tijd;
Economie;
Intertemporele ruil;
Deze opdracht hoort bij het thema 'Ruilen over tijd', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vwo456. De opdracht begint met een intro, daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. Eerst komt er een opdracht over sparen, lenen, hypotheek en belastingstelsel. De opdracht bestaat uit een onderzoeksvraag, drie stappen met bijbehorende opdrachten, een eindproduct, een toets en een reflectie. In deze opdracht geef je antwoord op de volgende onderzoeksvraag: Welke (economische) factoren bepalen of de aankoop van een eigen huis een betere investering is dan sparen bij een bank? De onderzoekvraag is onderverdeeld in meerdere deelvragen. Belangrijke onderwerpen zijn: hypotheekrente, huizenprijzen, inflatie en het aanbod van huizen op de woningmarkt. Bij de eerste stap ga je samen met een klasgenoot nadenken over de invloed van de inflatie op de reële stijging van de huizenprijzen en op de reële hypotheekschuld. Bij stap 2 ga je samen met een klasgenoot nadenken over de hypotheekrenteaftrek. Bij stap 3 ga je als eindproduct een tabel/schema maken waarin jullie een aantal factoren op een rijtje zetten die van invloed zijn op de vraag naar huizen op de woningmarkt. Ter afsluiting is er een toets over sparen, lenen, hypotheek en het belastingstelsel. Na de toets wordt er nog een keer teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Sparen
Lenen
Hypotheek
Belastingstelsel
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.