Inleiding
Welkom bij deze E-learning!
De e-learning gaat over het begeleiden van een student tijdens zijn/haar stage. U krijgt eerst informatie over het begeleiden van een student en wat er bij komt kijken, daarna volgt er een toets van 15 vragen.
Ons doel is jullie meer kennis geven over wat erbij komt kijken bij het begeleiden van studenten tijdens de stages.
Veel succes bij het maken van de e-learning!
Deel 1: Kwalificatiedossier
Kwalificatiedossier
Wat houdt het in?
Het kwalificatie dossier beschrijft de eisen waaraan de student aan moet voldoen om zijn diploma te behalen. Elk dossier bevat een of meer kwalificaties en iedere kwalificatie leidt tot een diploma. Alle kwalificatiedossiers samen, aangevuld met de keuze delen vormen de kwalificatiestructuur.
Wat zijn de kerntaken van een doktersassistent?
Triëren:
- Neemt de hulpvraag in behandeling
- Verwerkt patiënt gerelateerde informatie
Assisteren, begeleiden en afstemmen/medische handelingen
- Geeft voorlichting en advies
- Voort medische-technische handelingen uit
- Assisteert bij uitvoering van medische verrichtingen
Praktijkvoering:
- Logistiek en beheer
- Zorgt voor planning en administratie
Werkt aan kwaliteit en deskundigheid:
- Werkt aan de eigen deskundigheid
- Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
- Werkt (Multi-) disciplinair samen en stemt werkzaamheden af
- Begeleid nieuwe collega’s stagiaires en/ of vrijwilligers
Deze vaardigheden moet een goede doktersassistent beheersen:
- Vakkundig
- Gestructureerd
- Zorgvuldig
- Inlevingsvermogen
- Sociaal
- Geduldig
- Deze kwalificaties heeft een student nodig om zijn/ haar diploma te behalen. Dit komt ook weer terug in de examenopdrachten die kwalificerend zijn.
NVDA-beroepsprofiel
Wat is het beroepsprofiel van de doktersassistente?
Is duidelijk over wat ervaren doktersassistente in de praktijk moeten doen en kunnen, voor iedereen die met het beroep te maken heeft: werkgevers, de teams waarin de doktersassistentes werkzaam zijn.
Wat wordt hierin beschreven?
- Functie profiel
- Functioneringssystematiek
- Beoordeling
- Werving en selectie
- Loopbaan en opleidingsbeleid
De bron bij uitstek voor het competentiegericht beschrijven van het beroep als doktersassistenten en dient daarmee als richtpunt en standaard voor de MBO-4 opleiding Doktersassistent.
Kern van dit profiel zijn de competenties van de doktersassistent die werden beschreven volgens het CanMeds-model.
CanMeds-model
Wat is het CanMeds-model?
Dat staat voor Canadian Medical Education Directives for Specialists. Dit model is ontwikkeld in 1996 door het Royal College of Physicians and Surgeons of Canada en was in eerste instantie een manier om de 7 essentiële competenties of rollen van medisch specialisten te beschrijven. Het CanMeds onderscheidt 7 rollen.
De beroepskracht als zorgverlener is de centrale rol, de andere rollen horen daarbij.
|
CanMeds-rollen
|
Competentiegebieden
|
|
Zorgverlener
|
Vakinhoudelijk handelen
|
|
Communicator
|
Communiceren
|
|
Samenwerkingspartner
|
Samenwerken
|
|
Organisator
|
Organiseren
|
|
Gezondheidsbevorderaar
|
Maatschappelijk handelen
|
|
Reflectieve professional
|
Leren en ontwikkelen
|
|
Professional en kwaliteitsbevorderaar
|
Professioneel handelen
|
De 7 rollen van het CanMeds-model
Kwaliteitsregister
Wat houdt het kwaliteitsregister in?
Als doktersassistent kunt u zich laten registeren bij NVDA-kwaliteitsregister. Daar kunt u aantonen dat u het vak verstaat. Daardoor zien patiënten en zorgverzekeraars, politici en zorgverleners dat ze met professionals te maken hebben die hun kennis en kunde op peil houden. Dit lijkt op de BIG-registratie maar dan voor doktersassistent. De kosten voor de registratie zitten tussen de €75,00 en €250,00. Per 5 jaar moet u 100 punten halen en minimaal aantal uren hebben gewerkt.
Deel 2: Examenvormen
Ontwikkelingsgerichte opdrachten
Wat zijn ontwikkelingsgerichte opdrachten?
Het doktersassist-team aan docenten binnen onze school hebben een aantal opdrachten ontwikkeld om af te laten toetsen op de stage. Dat zijn verschillende soorten opdrachten. Hier behandel ik de ontwikkelingsgerichte opdrachten.
Die opdrachten hebben belang bij het ontwikkelen van jou als doktersassistent. Deze opdrachten zijn van belang bij het oefenen van de kennis en vaardigheden van het beroep doktersassistent. Dit is een tussenstap tussen het oefenen en het echte examen. Deze opdracht kun je vaker uitvoeren om een voldoende te kunnen halen. Het is belangrijk dat de student eerst de ontwikkelingsgerichte opdracht heeft uitgevoerd om het kwalificerend examen te kunnen uitvoeren en aftekenen.
Voorbeeld: Triëren
De student heeft twee soorten opdrachten: ontwikkelingsgericht en kwalificerend. Voor ontwikkelingsgericht kan de student oefenen met het voeren van telefoongesprekken. In deze opdracht mag de student nog fouten maken, en mag de begeleider ingrijpen als dat nodig is. Aan het eind van deze opdracht geeft de begeleider feedback aan de student, waar hij/zij nog aan kan werken voordat hij triëren kwalificerend aftekent.
Praktijkexamen
Wat houdt het praktijkexamen in?
In een beroepssituatie wordt vastgesteld in hoeverre de student de kennis, vaardigheden en gedrag die in het kwalificatiedossier staan, voldoende beheerst en kan toepassen. Hier wordt de student beoordeelt op zijn/haar ontwikkelingen in de praktijk. Voorbeelden zijn: medisch technische handelingen en triage.
Voorbeeld: oren uitspuiten
De student moet een aantal medisch technische handelingen aftekenen, waar onder andere oren uitspuiten moet worden afgetekend. Eerst krijgt de student een aantal keer de kans om deze handeling te oefenen. Als de student er klaar voor is en de handeling volledig kan worden uitgevoerd mag deze handeling worden beoordeeld door de beoordelaar.
Kwalificerende examen
Wat houdt het kwalificerende examen in?
Dit examen voldoet aan de kwalificaties van een beginnend doktersassistent. Hier moet de student kunnen bewijzen dat hij/zij deze beheerst. Deze examens kunnen eerst worden beoefend d.m.v. de ontwikkelingsgerichte opdrachten. De kwalificerende examens moeten voldoende behaald zijn om het diploma te ontvangen.
Voorbeeld: Assisteren, begeleiden en afstemmen
De student assisteert de huisarts/praktijkondersteuner bij een medische handeling. Hierbij begeleidt de student de patiënt voor, tijdens en na de handeling. Als hij/zij een aantal keer geoefend heeft en afgetekend heeft als ontwikkelingsgerichte opdracht kan de student dit laten aftekenen als kwalificerend examen. Hierbij mag de beoordelaar niet ingrijpen alleen beoordelen hoe het gaat.
CGI
Wat houdt het CGI in?
De afkorting CGI staat voor Criterium Gericht Interview. Gedurende de opleiding heen verzamelt elke student een aantal bewijsstukken voor de onderdelen: ‘Kwaliteit en deskundigheid’ en ‘Een nieuwe medewerker begeleiden’. Deze bewijsstukken laten zien dat de student zich steeds verder ontwikkeld. De student maakt aan de hand van de bewijsstukken een presentatie. Via een criteria zal de beoordelaar het gesprek beoordelen en kritische vragen stellen.
Simulatie
Wat wordt er bedoelt als er ‘simulatie’ in de opdracht staat?
Als er in een opdracht wordt gevraagd om een handeling uit te voeren of om een triagegesprek te behandelen is dat het prettigst als dat op de praktijk kan. Het kan zijn dat een student in een praktijk stageloopt, waar ze deze handeling niet (kunnen) doen. Dan is er de mogelijkheid dat de student het via een simulatie met een collega of op school kan uitvoeren. Zo kan de student laten zien dat hij/zij deze handeling wel kan uitvoeren. Zo kan de opdracht als een voldoende worden gerekend.
Voorbeeld: Hechtingen verwijderen
Tijdens stage kan het voorkomen dat de student bepaalde handelingen niet in de praktijk kan uitvoeren. De student mag dan samen met de begeleider/collega de handeling in simulatie uitvoeren. Hierbij speelt een collega de patiënt en een andere collega beoordeelt.
Deel 3: Begeleider of beoordelaar en de rol van de assessor
Rol van de BPV-begeleider
Wat is de rol van de BPV-begeleider?
De begeleider werkt samen met de student en kijkt over de schouder mee en stelt de vorderingen van de stagiaire vast. De begeleider is werkzaam in een erkend leerbedrijf. Zij beschikt voor haar rol over begeleidingsvaardigheden. De begleider ondersteunt, instrueert en coacht.
Rol van de BPV-beoordelaar
Wat is de rol van de BPV-beoordelaar?
Op het moment dat de student een kwalificerende toets op stage maakt, wordt de BPV-begeleider een beoordelaar. De beoordelaar richt zich op de waardering van het resultaat dat de stagiaire heeft behaald. De beoordelaar stelt met behulp van een beoordelingssysteem en op basis van in de voorafgaande periode behaalde resultaten vast:
- In welke mate een stagiair voldoet aan de gestelde eisen.
- Wat de gevolgen zijn voor het verdere leerproces van de student.
Rol van de assessor
Wat is de rol van de assessor?
Een assessor is ook een beoordelaar die verantwoordelijk is voor het beoordelen van studenten voor zowel de examens die op school worden afgenomen als examens die in de BPV worden afgenomen. Om de beoordeling op juiste wijze te laten verlopen, wordt gewerkt met de beoordelingsprotocollen. De assessor vult deze protocollen in, eventueel in overleg met de BPV-docent van de opleiding.
Competenties van de werkbegeleider
Competenties van een werkbegeleider:
De competenties van een werkbegeleider zijn: enthousiasme, verantwoordelijk voelt voor het meehelpen anderen het vak te leren, geduld, geen vooroordelen hebben, vertrouwen kunnen geven, aandacht hebben voor anderen, je kunnen concentreren op een ander, zelfbewust zijn, opmerkzaam zijn, planmatig/methodisch kunnen werken, vertrouwelijk kunnen omgaan met gegevens, consequent kunnen handelen, helder en duidelijk zijn in afspraken en ruimte kunnen geven aan een student binnen de aanwezige kaders.
Manieren van beoordelen
Manieren van beoordelen:
- Criteriumgerichte wijze, waarbij studenten een oordeel krijgen op basis van objectieve criteria en standaarden.
- Normgerichte beoordeling vindt plaats als een student een score krijgt die zijn positie ten opzichte van bijvoorbeeld een medestudent weergeeft
- Naar de voortgang van de student, dit is een sterk individueel getinte manier van beoordelen: de student wordt als het ware vergeleken met zichzelf op een eerder moment.
Hoe en waarop wordt er beoordeeld?
Waarop wordt er beoordeeld?
Doelen in termen van kennis, vaardigheden, attitudes en/of competenties. En die doelen op hun beurt zijn weer afgeleid van de gewenste vaardigheden in een beroep, zoals vastgelegd in de kwalificatiedossiers en aanvullende regels van de overheid.
Hoe wordt er beoordeeld?
Beoordelen is inzicht krijgen in de prestaties van de student, hier een waarde aan geven en te komen tot een beslissing. Er wordt beoordeeld volgens instrumenten: schriftelijke of computerondersteunde kennistoetsen met verschillende vraagvormen, mondelinge toetsen, proeve van bekwaamheid, peer assessments, reflectieverslagen en portfolio-assessments.
De toets
Toets: Toets student begeleiden
Start
