K3 Kijk en Meetkunde

K3 Kijk en Meetkunde

Inleiding thema kijkmeetkunde

Dit thema gaat over kijkmeetkunde.

 

 

De volgende onderdelen komen aan bod:

  • Lengte- en oppervlaktematen
  • Schaal
  • Uitslagen
  • Inhoud
  • Kijklijnen
  • Aanzichten

De meeste onderwerpen zijn in de onderbouw al een keer aan bod geweest, het wordt alleen verder uitgediept.

  • Aan het begin van ieder thema staan de leerdoelen vermeld.
  • Daarna volgt een link naar de uitleg of zijn er ondersteunende filmpjes.
  • Vervolgens maak je iedere keer de opgaven.
  • Je kijkt per opgave na, en geeft jezelf punten per vraag. Deze staan bij de antwoorden.
  • Je berekent de score van jouw oefening met de formule:
  • Score in procenten = aantal punten : totaal aantal punten x 100
  • De score vermeldt je op jouw werkplan, deze heb je altijd bij je. Je weet zo waar je bent gebleven en jouw docent kan jouw adviezen geven op basis van wat je gedaan hebt.

Onthoud: wiskunde leer je vooral door te doen, niet door alleen maar leren. Dus ons advies: zoveel mogelijk veel sommen maken!

Na de paragrafen zijn er 2 diagnostische toetsen.
De toets bestaat uit een aantal (meerkeuze)vragen. Probeer de toets zo goed mogelijk te maken.

Het thema sluit je af met een aantal examenvragen.
Deze vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema

Veel succes!

 

 

Veel succes!

Werkplan en werkbladen

Open bestand Werkbladen Thema 3 kijkmeetkunde K3

Open bestand K3 Werkplan Periode 2 Kijkmeetkunde (7).docx

A Lengte- en oppervlaktematen

Het eerste thema gaat over lengte- en oppervlaktematen. Dit heb je al eerder gehad, maar het is belangrijk dat je dit goed blijft oefenen.

 

Aan het eind van deze paragraaf kun je:

  • minimaal vier verschillende lengtematen noemen.
  • lengtematen omrekenen.
  • minimaal vier verschillende oppervlaktematen noemen.
  • oppervlaktematen omrekenen.

1 Lengtematen

Lengtematen

Metrieke stelsel

Metrieke stelsel leren

Oefening:1 Lengtematen (24 punten)

2 Oppervlaktematen

Oppervlaktematen

Oppervlaktematen omrekenen

Metriek stelsel
Metriek stelsel

Oefening:2 Oppervlaktematen (17 punten totaal)

B Schaal

Het werken met schaal blijven de meeste leerlingen lastig vinden. Toch is het een belangrijk onderdeel binnen de wiskunde.

 

Aan het eind van deze paragraaf kun je:

  • met behulp van een schaallijn de werkelijke afstand op een kaart tussen twee punten bepalen.
  • met behulp van de schaal de werkelijke afstand op een kaart tussen twee punten bepalen.
  • als je de werkelijke afstand tussen twee punten op een kaart weet de schaal uitrekenen.

3 Schaallijnen

Schaallijnen

Schaallijn tekenen

Oefening:3 Schaallijnen (24 punten totaal)

4 Op schaal

Uitleg Schaal:

Landkaarten zijn getekend op schaal. Een voorbeeld van een schaal is 1: 300 000.

1: 300 000 betekent 1 cm op de kaart is werkelijkheid 300 000 cm = 3 km.

 

Verhoudingen en schaal

Rekenen met schaal

Oefening:4 Op schaal (18 punten totaal)

C Uitslagen

Aan het eind van deze paragraaf kun je:

  • van een uitslag van een bekende ruimtelijke figuur aangeven om welke ruimtelijke figuur het gaat.
  • van enkele bekende ruimtelijke figuren zelf een uitslag tekenen.

5 Uitslagen

Uitslagen

Wat zijn uitslagen?

Uitslagen ruimtefiguren
Uitslagen ruimtefiguren

Uitslag en oppervlakte balk

Uitslag en oppervlakte kubus

Uitslag en oppervlakte cilinder

Oefening:5 Uitslagen (13 punten totaal)

D Inhoud

De volgende paragraaf gaat over inhoud.

Na deze paragraaf kun je:

  • omschrijven wat met de inhoud van een ruimtelijke figuur wordt bedoeld.
  • minimaal vier verschillende inhoudsmaten noemen.
  • inhoudsmaten omrekenen.

6 Inhoud

Inhoud

Inhoud omrekenen
Inhoud omrekenen

Inhoud kubus

Inhoud balk

Inhoud prisma en huis

Oefening:6 Inhoud (25 punten totaal)

E Kijklijnen

Na deze paragraaf kun je:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met een kijklijn.
  • in verschillende situaties met kijklijnen aangeven wat je kunt zien.

7 Kijklijnen

Kijklijnen en kijkhoeken

Kijklijnen

Waar sta je, werken met kijklijnen.

Oefening:7 Kijklijnen (11 punten totaal)

F Aanzichten

In deze paragraaf gaat het over aanzichten.

Je kunt na deze paragraaf:

  • van een aanzicht van een bekende ruimtelijke figuur aangeven om welke ruimtelijke figuur het gaat.
  • van enkele bekende ruimtelijke figuren zelf een aanzicht tekenen.
  • een drie-aanzicht van een ruimtelijk figuur aflezen.

 

8 Aanzichten

Aanzichten

Aanzichten

Oefening:8 Aanzichten (14 punten totaal)

Diagnostische toets

Je test je kennis met de diagnostische toets.

Deze test maak je via www.socrative.com.

Je logt als volgt in:

Roomname: P07F2P4R

 

UCK3 voor docent SEH

KLASKP3A

KLASKD3A

KLASKB3A

KLASKD3B...

......

 

Log in met je leerlingnummer!

 

Succes!