Inleiding psychopathologie

Inleiding psychopathologie

Psychiatrie, Psychiater, Patient

 

INLEIDING PSYCHIATRIE

 

Opdracht

  1. Wanneer moet iemand naar een psychiater?
  2. Wat kan een psychiater doen?
  3. Welke mensen komen op het spreekuur van een psychiater? Komen deze mensen uit een bepaalde bevolkingsgroep? Vooral mannen/ vrouwen?
  4. Wat was Freuds rol voor de psychiatrie?
  5. Wat houdt psychoanalyse in, wordt er nog vaak psychoanalyse ingezet, waarom?
  6. Wat houdt psychotherapie in?
  7. Welke term gebruikt de psychiater : patient, klant, client, zorgvrager…
  8. Moet een psychiater iemand aardig vinden om hem/haar te kunnen helpen?
  9. Wat is het verschil tussen een relatie tussen psychotherapeut en patient en een  relatie die je bv met je naaste hebt?
  10. Waarom zijn mensen vaak bang voor de psychiater?
  11. Wat is een klinische blik?
  12. Hoe ver gaat de betrokkenheid van de psychiater?
  13. Wat is empathie?
  14. Is een vriendschaps- of verliefdheidsrelatie mogelijk tussen psychiater en patient?
  15. Hoe dient de therapeut met deze gevoelens om te gaan?
  16. Wanneer kan de psychiater iemand niet (of heel moeilijk) helpen?

 

Bekijk daarna "kijken in de ziel: in therapie"

Het bewustzijn

Bram Vermeulen ... Wakker!

Aspecten van het bewustzijn

Inleiding in het bewustzijn en stoornissen van het bewustzijn

  1. -Verschil biologische en psychologische bewustzijn kunnen duiden
  2. -Drie aspecten (cognitieve, emotieve, conatieve) aspecten van het Psychologische bewustzijn kunnen duiden
  3. -Drie gerichtheden (positioneel, reflexief en pre-reflexief) van het psychologische bewustzijn kunnen duiden
  4. -Geef enkele voorbeelden van stoornissen van het biologische bewustzijn
  5. -Benoem tenminste drie vormen van bewustzijnsdaling
  6. -Wat is een syndroom? Geef de symptomen van het syndroom delier? Bij wie komt het syndroom voor?
  7. -Wat is bewustzijnsvernauwing?
  8. -Noem voorbeelden van stoornissen van het psychologische bewustzijn?
  9. -benoem tenminste zes voorbeelden van stoornissen waarbij dissociatie een belangrijke rol speelt?
  10. -Wat is depersonalisatie, wat derealisatie?
  11. -Beschrijf de volgende verschijnselen c.q. stoornissen: trance, psychische shock, hypnose, derealisatie/depersonalisatie, posttraumatische stress stoornis, dissociatieve amnesie, fugue, Gansersyndroom, amok, dissociatieve identiteitsstoornis.

 

Biologisch en psychologisch bewustzijn

 

 

We maken onderscheid tussen

 1.      Het biologische en

 2.      Het  psychologische bewustzijn.

 

Ad 1. Het biologische bewustzijn wordt ook wel genoemd het bewustzijn in engere zin.  In de betekenis van hoe “helder" ben je”, los van de context. Je zou het ook kunnen aanduiden als het Waak-slaapbewustzijn.

 

Ad 2. Het psychologische bewustzijn kan men verder onderverdelen in

a. Positioneel bewustzijn= gerichtheid op buitenwereld. Bewustzijn-van- (omgeving,wereld, vul maar in)

b. Reflexief bewustzijn= gerichtheid op jezelf, nadenken, stilstaan bij jezelf (Bewustzijn-van-jezelf)

c. Pre-reflexief bewustzijn= aan reflexie voorafgaand = ik-besef (weten dat je er bent voordat je er over nadenkt)

 

 

Welke betekenissen hebben de volgende beschrijvingen van het functioneren van het bewustzijn?

  1. Onbewuste Met 'het onbewuste worden psychische 'inhouden' aangeduid zoals gevoelens waarvan men zich niet bewust is en die ook nooit zullen doordringen tot het bewustzijn
  2. Voorbewuste. Hier zitten zaken die tijdelijk vergeten zijn, ze kunnen echter makkelijk opnieuw bewust gemaakt worden.
  3. Onder- of bovenbewuste? een bewustzijnsniveau tussen het onbewuste en het bewuste. Dit komt overeen met wat mensen in het dagelijks spraakgebruik bedoelen als ze van iets 'onbewust' of 'niet bewust' zijn. Soms ook wordt dit gerelateerd aan inspiratie in samenhang met geloof in een God of andere bron.

 

Psychologische Bewustzijn

Welke aspecten onderken je aan het psychologische bewustzijn?

Het Cognitieve aspect: kennis, weet hebben van …. (psychische functies: denken, waarnemen etc.)

Het Emotieve aspect: belevings/gevoelskant ...(psychische functies: voelen, beleven etc.)

Het Conatieve aspect: handelingsgerichtheid ...(psychische functies: willen, streven, handelen etc.)

 

 

Stoornissen in het biologische bewustzijn

 

1.      Stoornissen in het biologische bewustzijn

a.       Dagdromen,

b.      Concentratiestoornissen

c.        Bewustzijnsdaling

d.       Bewustzijnsvernauwing.

 

Vormen van Bewustzijnsdaling

-Somnolent(ie)= ernstig slaperig

-Sopor(eus)= met moeite te wekken

-Sub-comateus= niet te wekken, reactie op pijnprikkels

 Comateus=niet te wekken, geen reactie op pijnprikkels

 

 

Bij het delier staat ook de bewustzijnsdaling het centrale symptoom. 

Het delier is een syndroom: Een syndroom is een ziektebeeld waarbij vaste symptomen steeds tesamen voorkomen. Symptoom=ziekteverschijnsel

Bij het delier zijn er drie symptomen die tegelijkertijd voorkomen en daarmee het ziektebeeld delier typeren: Naast de bewustzijnsverlaging ziet men motorische onrust en stoornis in de waarneming.

Voorbeelden: Delirium tremens bij b.v. alcoholisme, Koortdelier (ijlen) bij het kind met hoge koorts.

 

Bij bewustzijnsvernauwing valt (een deel van) de werkelijkheid weg. Bij vermoeidheid, spanning, en dissociatie kan de concentratie ook beinvloed zijn, de essentie is dat wat doordringt tot het bewustzijn sterk is ingeperkt.

 

 

Stoornissen in het psychologische bewustzijn

1. Depersonalisatie
2. Derealisatie
3. Dissociatie

 
Depersonalisatie (afgekort als DP) is een bewuste ervaring waarin een persoon zichzelf of zijn eigen lichaam als vreemd, niet vertrouwd of onecht ervaart.

Veel mensen beschrijven deze ervaring als: angstaanjagend; het idee hebben dat je niet echt leeft; levend dood zijn; leven als een automaat; vervreemd zijn van je eigen lichaam en je gevoelens; denken dat je gek wordt; toeschouwer van jezelf zijn; jezelf horen praten alsof je iemand anders bent; jezelf nauwelijks herkennen in de spiegel. 

Derealisatie (afgekort als DR) is een bewuste ervaring waarin een persoon zijn vertrouwde omgeving als vreemd, niet vertrouwd of onecht ervaart.
Deze ervaring wordt vaak beschreven als: leven in een film; in een glazen kooi, in een stolp of achter glas zitten; de hele buitenwereld komt raar of onwerkelijk over. 

Dissociatie 
Bij dissociatie raakt een gecoördineerd geheel van gedachten of emoties afgescheiden van de rest van de persoonlijkheid als reactie op bedreigingen van buiten.  Deze gescheiden bewustzijnstoestanden kunnen interfereren en uiteindelijk ook weer integreren. Het heeft te  maken met ontoereikende integratieve vermogens die herinneringen aan trauma’s op zijspoor zetten.

 

 

 



 

 

Derealisatie en Depersonalisatie


Depersonalisatie en derealisatie komen meestal samen voor en het is niet altijd duidelijk te zeggen waar een ervaring bij ingedeeld moet worden.
"Normale" mensen kunnen depersonalisatie/derealisatie ervaren tengevolge van ernstige vermoeidheid; slaaptekort; extreme spanning of stress; angst; meditatie. Lichamelijke ziekten, alcohol en drugs (bijvoorbeeld cannabis, ecstasy en lsd) veroorzaken ook vaak gevoelens van depersonalisatie/derealisatie.
DP en DR komen echter vaker voor als symptoom bij bijna alle psychiatrische stoornissen, zoals bijvoorbeeld depressie en angststoornissen. Na angst- en stemmingsklachten is het zelfs het derde meest voorkomende symptoom. Ook bij een aantal neurologische condities, zoals migraine en epilepsie, treden deze ervaringen op. 

Bij een nog onbekend aantal personen zijn DP en DR geen kortstondige ervaringen die zo nu en dan optreden, maar treden zij heel regelmatig op of houden zelfs voortdurend aan. In dat geval worden DP en DR bijna altijd als een enorme belasting ervaren. Deze DP/DR-klachten zijn vaak zeer hardnekkig en kunnen vele jaren aanhouden.

Als deze klachten optreden als gevolg van een andere stoornis, dan gaat men er meestal vanuit dat een succesvolle behandeling van de primaire stoornis er ook voor zorgt dat de DP/DR-klachten zullen verdwijnen. In de praktijk komt het echter nogal eens voor dat DP/DR-klachten de neiging hebben te blijven voortbestaan.
Als depersonalisatieklachten optreden zonder dat er voldoende grond is voor het vaststellen van een andere stoornis, dan is er sprake van een primaire depersonalisatiestoornis.

 

vrouw vertelt over haar depersonalisatie verschijnselen

Stoornissen Dissociatie

DISSOCIATIE

Stoornissen waarbij dissociatie een belangrijke rol speelt.
Bij dissociatie raakt een gecoördineerd geheel van gedachten of emoties afgescheiden van de rest van de persoonlijkheid als reactie op bedreigingen van buiten.  Deze gescheiden bewustzijnstoestanden kunnen interfereren en uiteindelijk ook weer integreren. Het heeft te  maken met ontoereikende integratieve vermogens die herinneringen aan trauma’s op zijspoor zetten.

OPDRACHT
Zoek stoornissen en verschijnselen waarbij dissociatie naar voren komt en bespreek deze in de groep

Vragen betreffende dissociatieve stoornissen

 

1  Wat is trance?

2. Wat is een psychische shock?

3. Wat is hypnose?

4. Wat is derealisatie?

5. Wat is een depersonalisatie(stoornis)?

6. Wat is PTSS?

7. Wat is Dissociatieve (vroeger Psychogene) amnesie?

8. Wat is Fugue?

9  Wat is het Ganser-syndroom?

10. Wat is Amok?

11. Wat is DIS  (dissociatieve identiteitsstoornis)?

12: Wat is verdringing?

 

Trance

Een trance is een dissociatief verschijnsel waarbij iemand een ander bewustzijnsniveau heeft. Wie in trance is, is minder gevoelig voor prikkels van buitenaf, maar is niet bewusteloos en slaapt ook niet. Het persoonlijke identiteitsgevoel kan verminderd zijn. Er zijn verschillende omstandigheden waaronder iemand in trance kan raken. Het verschijnsel kan optreden bij een tekort aan slaap of zuurstof en bij koorts, ondervoeding en medicijngebruik. In bepaalde gevallen beschouwt men een trance als gewenst, omdat de toestand wordt gezien als een "poort naar het onbewuste". Hypnose kent bijvoorbeeld een aantal technieken om mensen in trance te brengen. Ook bij verschillende vormen van meditatie kan een trance optreden. Een trance kan ook worden ervaren als religieus fenomeen. 
Als een trance optreedt buiten een religieuze of culturele context, kan deze een symptoom zijn van een psychische aandoening, vaak gediagnosticeerd als dissociatieve stoornis niet anderszins omschreven (DSM-IV-code 300.15) of trance- en bezetenheidsstoornis (ICD-10-code F44.3). In het handboek DSM-IV wordt dissociatieve trancestoornis voorgesteld voor verder onderzoek.
Overigens is trance een heel alledaags verschijnsel. Iedereen die wel eens helemaal verdiept is in een boek kent het - of althans maakt het mee. Want ook dan treden trance-verschijnselen op: je hebt even wat minder aandacht voor je omgeving, en ben je helemaal geconcentreerd op jezelf. Ook als je vaak dezelfde weg aflegt per auto of fiets treedt soms als vanzelf trance op: je merkt dan ineens dat je een heel stuk weg "gemist" hebt. Terwijl je ook weet dat als er zich iets ongewoons zou hebben voorgedaan je meteen weer helemaal alert geweest zou zijn.

 

Shock

Van alle vormen van emotiebeheer is een (tijdelijke) kortsluiting het laatste redmiddel. Zoals bij te veel pijn het lichaam zichzelf uitschakelt door flauw te vallen, kan een situatie emotioneel zo overweldigend zijn, dat acute verdoving optreedt. Het is de emotionele equivalent van flauwvallen. Zo een psychische shock kan afhankelijk van de situatie minuten tot uren duren voor een dergelijke verdoving wegtrekt. De kans op overleving is groter als je verdoofd bent, dan wanneer je in paniek raakt.

Ook wanneer iemand onder traumatische omstandigheden lang machteloos is, kan het lichaam overgaan op overlevingsmodus. Je distantieert je van de gebeurtenissen, ook wel dissociatie genoemd. Het gevoel wordt verdoofd, zodat de angst het niet overneemt waardoor je gekke dingen gaat doen.

Het plotselinge verlies van een partner of een kind kan je wel dagen watten in het hoofd opleveren. Je hebt de bloemen geregeld, met de dominee gesproken en zorgvuldig kleding voor de begrafenis uitgezocht, maar het is alsof je er zelf niet bij bent. Pas als alles achter de rug is, komen het besef en het verdriet, en kan het verwerkingsproces beginnen.

Hypnose

Hypnose (uit het Grieks ?πνος hupnos, slaap) is een kunstmatig gecreëerde staat van bewustzijn waarin men ontspannen is en geconcentreerd op een bepaald onderwerp. 

Er bestaan twee soorten hypnose zijn:

  • zelfhypnose, waarbij men zichzelf in de hypnotische toestand brengt, ook autosuggestie genoemd.
  • hypnose waarbij een hypnotiseur de hypnotische toestand tot stand brengt.

Sommige mensen zijn van mening dat er slechts één soort hypnose is: zelfhypnose.
Er zijn verschillende stadia van hypnose, van licht zoals een lichte roes tot een zeer zware hypnotische toestand met een totaal verlies van (zelf)bewustzijn en waarbij zelfs een blokkade van zintuiglijke en pijnprikkels kan optreden. Een lichte hypnotische toestand kan vergeleken worden met een situatie waarin men alles om zich heen even vergeet, zoals het diep verzonken zitten in een boek of het kijken naar een spannende film waar men helemaal in opgaat.

Hypnose is geen therapie, hoogstens een hulpmiddel om therapeutische doelen te bereiken.

Post Traumatische Stress Stoornis

De klap die pijn blijft doen

Jaarlijks worden naar schatting 1,5 miljoen mensen slachtoffer van geweld of bedreiging. Verder raken elk jaar veel mensen betrokken bij ongelukken. Van alle mensen die slachtoffer zijn van deze of andere schokkende gebeurtenissen ontwikkelt ongeveer 20 % een posttraumatische stress-stoornis. Drie keer zoveel vrouwen als mannen krijgen in hun leven te maken met PTSS. Dit komt vooral door de grotere kans op verkrachting of aanranding en andere vormen van geweld. Ook kinderen en jongeren kunnen PTSS ontwikkelen.

 

Een posttraumatische stress-stoornis heeft de volgende kenmerken: 

  • Extreem verlies aan controle. Mensen zijn hun greep op het dagelijks leven kwijt. Veel slachtoffers voelen zich machteloos
  • Ontwrichting: vanzelfsprekende verwachtingen gelden niet meer. Het vertrouwen in zichzelf, andere mensen en het dagelijkse bestaan is verdwenen. Men wordt geconfronteerd met eigen kwetsbaarheid.

Zo'n schokkende gebeurtenis kan een verstoring van het psychobiologische evenwicht veroorzaken. Mensen blijven ingesteld op gevaar. De angst is permanent. Deze toestand verstoort hun dagelijkse leven, met als mogelijke gevolgen:

  • Chronische stress
  • Overmatige waakzaamheid
  • Lichamelijke klachten

Dissociatieve Amnesie

Dissociatieve amnesie (ook wel dissociatief geheugenverlies) is een psychische aandoening. In  De aandoening werd vroeger psychogene amnesie genoemd.

Wie dissociatieve amnesie heeft, kan bepaalde herinneringen, vooral over zichzelf, niet terughalen. Dit gebeurt als verdedigingsmechanisme tegen gebeurtenissen die de psyche ernstig in verwarring brengen of schaden. Een episode kan enige minuten duren, maar in ernstige gevallen zelfs het hele leven. Er kan een groot aantal oorzaken ten grondslag aan de stoornis liggen, bijvoorbeeld (jeugd)trauma's, ongelukken of rampen, overlijden van een dierbare, oorlogservaringen of druggebruik. De stoornis kan ook optreden als een persoon een sterk schuldgevoel heeft.

Het DSM-IV vermeldt de volgende criteria voor dissociatieve amnesie:

  • De patiënt heeft een of meer episoden waarin hij geen persoonlijke herinneringen heeft, meestal veroorzaakt door een trauma of stress. Het geheugenverlies is te uitgebreid om aan gewone vergeetachtigheid te kunnen worden toegeschreven.
  • De stoornis is niet uitsluitend onderdeel van een dissociatieve identiteitsstoornis, dissociatieve fugue, posttraumatische stressstoornis, acute stressstoornis of somatisatiestoornis. Ook is de aandoening geen gevolg van directe fysiologische bijwerkingen van een substantie (bijvoorbeeld een drug of geneesmiddel) of een lichamelijke aandoening (bijvoorbeeld hoofdletsel).
  • Het geheugenverlies veroorzaakt ernstig lijden en de patiënt is niet meer in staat om sociaal of anderszins normaal te functioneren.

Fugue

Dissociatieve fugue (ook wel dissociatieve vlucht) is een psychische aandoening. In het DSM-IV is deze stoornis ingedeeld bij de dissociatieve stoornissen. De aandoening werd vroeger psychogene fugue genoemd.

Kenmerkend voor de aandoening is dat de persoon problemen met de identiteit ondervindt en probeert weg te lopen (geestelijk of fysiek) voor een dreiging. Een patiënt kan op de vlucht slaan, soms naar een heel andere regio, of een andere identiteit aannemen. Vaak is een verbaasde gelaatsuitdrukking een symptoom. Het vluchtgedrag wordt meestal veroorzaakt door een trauma of stress. De aandoening kan ontstaan als de patiënt wordt geconfronteerd met woede van anderen, bedreigingen van zijn eigenwaarde en bedreigingen van zijn normale impulsbeheersing. Net als bij dissociatieve amnesie treedt geheugenverlies op. Bij dissociatieve fugue is de patiënt zich er echter niet van bewust dat hij gaten in het geheugen heeft.

Het DSM-IV vermeldt de volgende criteria voor dissociatieve fugue:

  • Het hoofdkenmerk is het plotseling, onverwacht op reis gaan, weg van huis of werk, en het onvermogen zich het eigen verleden te herinneren.
  • Verwarring over de persoonlijke identiteit of aanname van een nieuwe identiteit (gedeeltelijk of volledig).
  • De stoornis is niet uitsluitend onderdeel van de dissociatieve identiteitsstoornis. Ook is de aandoening geen gevolg van directe fysiologische bijwerkingen van een substantie (bijvoorbeeld een drug of geneesmiddel) of een lichamelijke aandoening (bijvoorbeeld epilepsie).
  • De symptomen veroorzaken ernstig lijden en de patiënt is niet meer in staat om sociaal of anderszins normaal te functioneren.

Syndroom van Ganser

Het syndroom van Ganser is een zeldzame psychische aandoening die wordt gekenmerkt door het geven van 'bijna-juiste' antwoorden op vragen of het geven van een verdraaide of cryptische uitleg. (zie ook het syndroom van Soenen) Iemand die aan het syndroom lijdt, kan desgevraagd bijvoorbeeld 'drie plus drie is zeven' antwoorden, waarmee hij aangeeft wel het antwoord te weten, maar niet alle informatie te willen prijsgeven. Het syndroom treedt doorgaans op in gevallen van ernstige stress, bijvoorbeeld gevangenschap of oorlog, maar kan ook het gevolg zijn van hoofdletsel. Soms treden naast het syndroom ook symptomen van een conversiestoornis op.

De aandoening werd aan het eind van de negentiende eeuw voor het eerst beschreven door de Duitse arts Sigbert Ganser, die werkte in de gevangenis in Halle. Hij beschouwde de aandoening als een vorm van hysterie. Tegenwoordig bestaan er verschillende inzichten over het indelen van het syndroom. Sommigen vinden dat de aandoening niet anders dan aandachttrekkerij en aanstellerij is en het best gezien kan worden als simulatie om straf of conflict te ontlopen, waarbij een psychose of andere aandoening wordt geveinsd. De symptomen worden ook wel eens uitgelegd als nagebootste stoornis als psychische reactie op de zware levensomstandigheden.

Anderen menen dat er wel degelijk een psychose aan het verschijnsel ten grondslag ligt, omdat er vaak ook depressies, hallucinaties en angstgevoelens voorkomen.

Ook zou het syndroom gezien kunnen worden als een dissociatieve stoornis niet anderszins omschreven (in de DSM-IV-terminologie), omdat de aandoening vaak gepaard gaat met een aantal dissociatieve verschijnselen, zoals geheugenverlies, onoplettendheid en versuftheid.

toelichting (engels) Ganser syndroom

Amok

Dissociatieve trancestoornis: Eenmalige of episodische stoornissen in het bewustzijn, identiteit of geheugen die op bepaalde plaatsen en culturen inheems zijn. Bij dissociatieve trance is er sprake van een vernauwing van het besef van de direkte omgeving of stereotype gedragingen of bewegingen die beleefd worden als buiten de eigen controle te liggen. Bij bezetenheidstrance is er sprake van de vervanging van het normale besef van de eigen identiteit door een nieuwe identiteit, hetgeen toegeschreven wordt aan de invloed van een geest, macht, godheid, of ander persoon en gaat samen met stereotype 'onwillekeurige' bewegingen of amnesie. Tot de voorbeelden horen:

  • 'amok'[Indonesië]
  • 'bebainan' [Indonesië]
  • 'latah' [Maleisië]
  • 'pibloktoq' [Noordelijke poolstreken]
  • 'ataque de nervios' [Latijns-Amerika]
  • bezetenheid [India]

De dissociatieve stoornis of trancestoornis is niet een normaal fenomeen van een breed geaccepteerde collectief cultureel of religieus gebruik.

Dissociatieve identiteitsstoornis

A. De aanwezigheid van twee of meer scherp van elkaar te onderscheiden identiteiten of persoonlijkheidstoestanden [elk met een eigen betrekkelijk langdurig patroon van het waarnemen van, het omgaan met en het denken over de omgeving en zichzelf].

B. Ten minste twee van deze identiteiten of persoonlijkheidstoestanden bepalen geregeld het gedrag van betrokkene.

C. Onvermogen zich belangrijke persoonlijke gegevens te herinneren dat te uitgebreid is om verklaard te kunnen worden door gewone vergeetachtigheid.

D. De stoornis is niet het gevolg van de direkte fysiologische effecten van een middel [bv. blackouts of chaotisch gedrag tijdens een alcoholintoxicatie] of een somatische aandoening [bv. complexe partiële insulten]. N.B.: Bij kinderen zijn de symptomen niet toe te schrijven aan denkbeeldige speelkameraadjes of andere fantasiespelletjes.

Verdringing

Verdringing is een term uit de psychologie, die voor het eerst werd gebruikt door Sigmund Freud als een van de afweermechanismen van het bewuste Ich.

Als bepaalde wensen of behoeften zouden worden uitgeleefd, zou dit aanleiding geven tot conflicten met de buitenwereld of met het Über-ich. Het Ich kan dit voorkomen door ervoor te zorgen dat die wensen of behoeften niet worden omgezet in handelingen. Dit is een onbewust proces.

Tussen behoefte en handelen blijft een zekere spanning bestaan. Het Ich zal trachten deze spanning te verminderen door te zorgen dat de behoefte niet bewust wordt. Het Ich kan daarbij proberen de wens of behoefte in het voorbewuste te houden. De persoon is zich nog wel bewust van de behoefte als hij zijn aandacht hierop richt, maar tracht dit laatste te vermijden. Dit heet onderdrukking.

Een langer durende onderdrukking blijft echter steeds energie kosten. Het Ich kan derhalve nog een stap verder gaan door de wens of behoefte niet eens bewust te laten worden en naar het onbewuste terug te dringen. Deze is aanvankelijk bewust geweest maar wordt nu onbewust. Dat heet verdringing. De verdringing treedt onbewust in werking. Is de verdringing geslaagd dan weet de persoon niets meer van zijn verdrongen behoefte. Het niet aanwezig zijn in het onbewuste betekent niet dat deze behoefte niet meer leeft, integendeel, deze werkt door in het onbewuste en hoe langer hoe sterker. Vanuit het onbewuste beïnvloeden de verdrongen verlangens het gedrag van het individu. Niet de drift zelf maar bepaalde externe doelstellingen worden gecensureerd. Bijvoorbeeld niet de seksuele drift is vernietigd bij een bepaalde persoon, maar wel heteroseksueel contact als bevredigingsmogelijkheid.

Welke gevolgen de verdringing van een conflict zal hebben hangt af van de betekenis welke dit conflict voor de persoonlijke ontplooiing van de mens en voor zijn inschakeling in de omgeving had. De verdringing betekent niets anders dan een uitstellen van het conflict. Op een dag kunnen eigenaardigheden in de gedragingen en in het handelen van de mens zichtbaar worden die niet meer zonder meer begrijpelijk zijn.

 

 

Verdringing en dissociatie

Verdringing : Het ego schermt zich af (tegen sexuele en agressieve impulsen)

dissociatie: De oorzaak ligt buiten het ego. De persoon krijgt het probleem niet geintegreerd binnen het "ik".

dissociatie kan je ook helpen...!?

Toets bewustzijnsstoornissen

Het waarnemen

Doelen

- Verschil tussen waarnemen, voorstellen, dromen en paranormaal waarnemen kunnen duiden

- Kunnen duiden van kwantitatieve waarnemingsstoornissen (anesthesie, hypesthesie, hyperesthesie, paresthesie)

- Kunnen duiden van synesthesie met voorbeelden

- Kunnen duiden van kwalitatieve waarnemingsstoornissen (illusie, hallucinatie, pseudohallucinatie, waanwaarneming)

- Voorbeelden kunnen geven en kunnen duiden van hallucinaties op verschillende zintuigen

- Het verschijnsel van het "horen van stemmen" en het verschijnsel van het dissimuleren van hallucinaties kunnen duiden

Selectief waarnemen

waarnemingstest

 

Onze waarneming is selectief. Een illustratie van dit fenomeen wordt met bovenstaand korte filmpje inzichtelijk gemaakt.

 


 

Gorilla gezien?

Heb je de gorilla ook gezien….?

Heb je de gorilla ook gezien?
Dat was de vraag die een aantal van mijn collega’s  en ook mij verraste:  Hoezo gorilla, Waar gaat dit over… een gorilla???
Het speelde zich af in onze docentenkamer waar de teamleden gezamenlijk een joutube-filmpje bekeken. Eerst werd ons een vraag gesteld, dan moesten we een kort filmpje bekijken. De vraag was: “Attentie, Hoe vaak wordt de bal overgespeeld?”
We kregen vervolgens in anderhalve minuut een stuk of 8 in sportkleren geklede jongens en meisjes te zien. Ze liepen door elkaar en speelden elkaar af en toe een bal toe. Er waren meerdere ballen in het spel,dus je moest wel opletten. Na die anderhalve minuut kwam de vraag terug: hoe vaak werd de bal overgespeeld?
Antwoord: 15 keer! Ja heb ik, o, ik had er maar 13…
En toen werd een tweede vraag gesteld.. als klap op de vuurpijl: en…heb je de gorilla ook gezien? Nee, hoezo….een gorilla?
In feite was ongeveer na 20 seconden in de film een persoon verkleed als gorilla in beeld gekomen, deze aap ging pontificaal in het midden van de groep een beetje op zijn borst rammen en liep daarna doodgemoedereerd weer het beeld uit.
Gelach natuurlijk! Je let niet op zo’n aap, om geen balbeweging te missen. Een voorbeeld van selectief waarnemen! Leuk…

Wie weet, wanneer we gezellig samen winkelen in de stad, en het is druk, zouden er ook vreemde sujetten van een andere planeet tussen het publiek kunnen lopen; van die aliens?
Je verwacht ze niet!
Maar zouden we ze juist daarom niet waarnemen?
Maar ja, anderzijds, ik kan me niet voorstellen dat ik in de klas geen gorilla zou opmerken, omdat ik er geen verwacht. Het idee! Ik zou me rot schrikken!!  Nee,  gorilla’s zullen we toch niet snel missen als ze plots tussen onze leerlingen opduiken, veronderstelt Marieke..; Marieke is een collega van me die samen met mij en enkele collega’s meer het youtubefilmpje had bekeken en er even over door filosofeerde.
Ach, zei Paula, nog een collega,  het zal toch allemaal wel meevallen? En ik had die gorilla wel gezien hoor. Trouwens het filmpje had ik ook al vaker gezien…
.. o ja, Paula? Die met gorilla, of die zonder gorilla, Paula?
Haha…leuk hoor!

Maar toch..…ik  bleef twijfelen….
In mijn gedachten was ik even weer een jonge papa. Ik bedacht me ineens: toen ik zelf achter de kinderwagen liep vielen mij pas andere gorilla’s op (…vaders) achter de kinderwagen. Voor die tijd had ik er nooit een gezien… papa’s achter kinderwagens..!
 

In de namiddag zou er nog in de docentenkamer nog een soort symbolische gorilla langskomen, en opnieuw misten we hem.
Wat gebeurde er namelijk?
Enkele van de teamleden wachtten in lichte gespannenheid de uitslag af van de beoordeling van hun proeve van bekwaamheid, die ze hadden deze moeten afleggen om aan te tonen dat zij beschikten over de bekwaamheid van assessor ; dat is de beoordelaar deelnemers of zij in een gesprek helder kunnen maken dat zij beschikken over verpleegkundige competenties.
Dus de collega’s hadden als assessor opgetreden en de gesprekken met de leerlingen waren gefilmd. Vervolgens beoordeelt een  landelijke commissie  deze filmpjes, dus keken naar het optreden van de assessoren, en hun oordeel hierover liet al 6 weken op zich wachten
 

In de namiddag kwam er eindelijk een brief van de beoordelende commissie. Paula had de brief te pakken, opende de envelop en zag de namen van de betrokken teamleden in een overzichtje opdoemen. …. Oei, spannend….

Ha, zei ze opgewonden, hee, Bertie jij bent er door, jij hebt een V, en ik ook.
Bertie die niet gerust was geweest op de uitslag, straalde van oor tot oor: haha, dat is goed nieuws, laat eens kijken.
En Leonne heeft een M , haha, een Matig voor zijn proeve, die Leonne. Geert heeft ook een M, de anderen allen een V, dus niemand heeft onvoldoende!!
Om een lang verhaal in te korten, het heeft ongeveer een halve dag geduurd, Paula was inmiddels thuis voor we de niet te missen gorilla in het vizier kregen.
Het overzicht van de kandidaten was verzonden om alle kandidaten uit te nodigen voor een evaluatiedag. Mijn collega’s waren helemaal nog niet beoordeeld! De V en M stonden niet voor Voldoende en Matig, nee, de V en de M stonden voor het geslacht: Vrouwelijk/Mannelijk.

 We hebben er stiekem toch nog wel om gelachen …

Frank van Lieshout, docent ROC

Waarnemen, voorstellen, dromen

Wat is het verschil tussen het waarnemen en het voorstellen, dromen en paranormaal waarnemen?


Het waarnemen betrekt zich op het zintuiglijk ontvangen van de werkelijk bestaande wereld, Het (zichzelf) voorstellen is de gefantaseerde wereld, een ontworpen wereld, verbeelding.

 

 

Het waarnemen maakt gebruik van de vijf zintuigen: zien, horen, voelen, ruiken, smaak.

 

Droombeelden zijn een soort hallucinaties die optreden tijdens het inslapen en ontwaken. Ze worden als normale verschijnselen beschouwd.


Het paranormaal waarnemen is een feitelijkheid waarnemen die zich buiten de werkelijke wereld afspeelt.


Afwijkingen prikkelsterkte waarneming

Bij o.a. neurologische problemen kan de gevoeligheid voor prikkels uit de buitenwereld versterkt of juist verzwakt zijn. 

Hyperesthesie : verhoogde gevoeligheid

Hypesthesie: verzwakte gevoeligheid

Paresthesie: verandering in gevoeligheid

Anesthesie: niet-voelen

Synesthesie: Bij sommmige mensen is de waarneming waarbij meerdere zintuigen een rol spelen b.v. woorden/taal roepen tegelijkertijd ook kleuren op.

 

Synesthesie presentatie

synesthesie

instructie

Kijk even naar een korte presentatie hierboven. De presentatie eindigt met een filmpje van een synesthetische pianiste.
Om het te kunnen bekijken druk je in jouw tempo steeds op de knop die je in het midden ziet (onder SYNESTHESIE) tot alle informatie is gepasseerd.

voorbeelden synesthesie

figuur-geluid synesthesie

 

Letter-kleursynesthesie: sommigen zien de kleur direct op de letter geprojecteerd, anderen associëren meer indirect de letter met de kleur?

figuur en kleur
figuur en kleur

 

 

Test. Welke figuur is een kiki, welke figuur is een boeba?
Zelfs kinderen van tweeenhalf jaar laten het boeba-kiki-effect zien.

Waarnemingsstoornissen

Grofweg worden viertal stoornissen van de waarneming beschreven t.w.

  1. De illusie
  2. De illusionaire vervalsing
  3. De pseudohallucinatie
  4. De hallucinatie

 Ad 1/4

 
  1. De Illusie is een waarnemingsstoornis die gebaseerd is op prikkels en wordt gecorrigeerd
  2. De Waanwaarneming of illusionaire vervalsing is net zoals bij een illusie gebaseerd op prikkels, doch de "vergissing" wordt niet gecorrigeerd.
  3. De Pseudo-hallucinatie is een stoornis in de voorstelling, Er zijn geen zintuiglijke gegevens. Het gaat om een onwerkelijk iets dat zich tegen onze wil kan opdringen. B.v. angstige fantasie met veel zintuigelijke details. Bv bij amfetamine intoxicatie, delirium tremens, koortsdelier. Er volgt doorgaans snel een correctie. Vaak is tijdens de gestoorde waarneming al het besef aanwezig dat hzet waargenomene niet echt kan zijn! Daarom wordt ook wel gesproken van een alsof-hallucinatie.
  4. De Hallucinatie is tenslotte een ook een stoornis in de voorstelling, de prikkels ontbreken immers, dus een waarneming van iets dat er niet is, met realiteitskarakter beleefd. Er volgt geen correctie. Een hallucinatie is een symptoom bij een psychose.

Waarnemingsstoornis

Gebaseerd op prikkels?

Voor correctie vatbaar?

Hallucinatie

Nee

Nee

Pseudohallucinatie

Nee

Ja

Waanwaarneming

Ja

Nee

Illusie

Ja

Ja

Voorbeelden illusies

Kan een dergelijk figuur bestaan?

what's on a man's mind? Of vergis ik me?

what's on a man's mind? Of vergis ik me?

Als je de hond eenmaal gevonden hebt, is ie niet meer weg te denken!

Is de middelste stip evengroot in beide gevallen?

Wat je in de natuur zoal niet kunt ontdekken?

De illusie wordt opgeroepen alsof deze lijnen niet evenwijdig zouden zijn. Dat zijn ze wel!

Tja, de lijnstukken zijn echt even lang!

Soorten hallucinaties

 

Soorten hallucinaties

 

Bij visuele hallucinaties ziet men beelden die niet met de realiteit overeenkomen. Wanneer er geluiden worden gehoord die er niet zijn, spreekt men van akoestischeauditieve of gehoorshallucinaties. Onder deze vorm valt ook het horen van stemmen zonder dat er iemand spreekt,de meest voorkomende vorm van hallucinatie. Olfactorische of reukhallucinaties uiten zich door geuren te ruiken die niet aanwezig zijn.Bij gustatoire of smaakhallucinaties worden niet aanwezige smaken geproefd. Haptische of Somatische hallucinaties hebben betrekking op het gevoel. Deze "waarnemingen" kunnen zowel binnen het lichaam zijn alswel bovenop doch ook vlak onder de huid. In het laatste geval spreekt men van tactiele hallucinaties

onderzoek naar het horen van stemmen

Oorzaken van hallucinaties

Oorzaak hallucinaties

Hallucinaties en pseudo-hallucinaties kunnen optreden na gebruik van bepaalde drugs, alcohol, slaapdeprivatie, sensorische deprivatie, oververmoeidheid, hevige emoties, psychosen, neurologische stoornissen als delier.

Hallucinogenen zijn stoffen die tijdelijk hallucinaties kunnen opwekken Zo is bijvoorbeeld gebleken dat bij visuele hallucinaties en gehoorshallucinaties dezelfde gebieden in de hersenen actief zijn als bij mensen die gewoon beelden zien of geluiden horen.

Hallucinaties en wanen komen vaak in combinatie voor bij schizofrenie. De patiënten zijn zich daarbij meestal niet bewust dat zijzelf de hallucinaties (bijv. stemmen) produceren. Vooral stemhallucinaties worden vaak als vreemd en 'niet-van jezelf' ervaren, wat mogelijk ook oorzaak kan zijn van het bedreigend karakter. Ook kunnen de stemmen die men hoort daardoor het karakter krijgen van waanideeën als: ‘ mijn gedachten worden van buitenaf gecontroleerd’, of ‘men probeert mijn hersenen te manipuleren’. Medicatie zoals antipsychhotica kunnen helpen om de waanideeën en hallucinaties te onderdukken.

Wetenschap: Hallucinaties en hersenactiviteit

wetenschap: stemmen horen

Cabaret: Stemmen horen

Toets waarnemingsstoornissen

Om de toets te maken, moet je onderstaand linkje beroeren.

-Kies start, en vink elke vraag het goede antwoord aan

-Na het antwoord, kies "submit"

-Na de uitslag van de toets, druk je de toets weg met  (rechtsboven)

 

De rijdende psychiater

selectieve waarneming 2