Leeruitkomst MZA 2.1 Lesgeven met inzet van digitale didactiek.

Leeruitkomst MZA 2.1 Lesgeven met inzet van digitale didactiek.

Introductie

Deze wikiwijs is gemaakt in het kader van thuisonderwijs. Bij de opleiding ‘Leraar gezondheidszorg en welzijn’ aan de HAN, heb ik de opdracht gekregen om een wiki te maken over eerste hulp bij ongelukken.

Hier heb ik de handleiding van de kennisbasis aangehouden en daarnaast het oranje kruis boekje. (de officiële handleiding)

Bij deze Wiki heb ik vier tools gebruikt.

  • Quizlet
  • Een woordzoeker
  • Kahoot
  • Quizizz

Naast deze tools heb ik ook gebruik gemaakt van de tools die de wiki zelf aanbiedt. Dit zorgde tussendoor voor een kleine afwisseling.

Doelen

Aan het einde van deze les ken je:

  • De vijf belangrijke punten van EHBO
  • Stoornissen in de vitale functies
  • Herkennen van letsels

 

Basisinfo

Wat is eerste hulp?

Eerst de hulp is de noodzakelijke hulp die naar het oordeel van de eerste hulpverlener aan de slachtoffer moet worden verleend op een manier die aansluit bij de professionele hulpverlening.

 

Wat is een eerstehulpverlener?

Een eerstehulpverlener is diegene die in staat is en bereid is om met zijn beschikbare kennis, vaardigheden en ervaring aan een slachtoffer de noodzakelijke eerste hulp te verlenen.

 

Wat is een slachtoffer?

Een slachtoffer is iemand die een acuut optredende, al of niet levensbedreigende, stoornis in zijn lichaam en/of geestelijke gezondheidstoestand heeft en naar zijn oordeel of dat van betrokkenen hulp nodig heeft  

Eerste hulp verlenen.

Wat hebben we in het filmpje gezien?

  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij/zij ligt

Wanneer het niet veilig voor jou is, kan je geen hulp verlenen! Je wacht dan tot de plaats van het ongeval is vrijgegeven door de brandweer of politie.

Hier gaan we nu wat dieper op in.

Let op gevaar.

Tijdens de hulpverlening moet je je vooral bewust zijn van de mogelijke gevaren. Wanneer het niet veilig voor jou is, kan je geen hulpverlener.

Je moet met de eerste hulpverlening wachten tot de plaats van het ongeval is vrijgegeven door de brandweer of de politie.

Zorg ervoor dat je zelf, omstanders en slachtoffer geen gevaar loopt en neem zo nodig maatregelen.

 

Voorbeelden hiervan zijn:

  • het aan doen van een veiligheidsvest,
  • het verkeer omleiden,
  • een beginnende brand blussen,
  • de motor van een auto uitzetten en de handrem erop zetten (Pas op bij airbags, ze kunnen alsnog afgaan) blijf zoveel mogelijk buiten de cabine.

Volg de aanwijzingen op van politie, ambulance, brandweer of Rijkswaterstaat zodra zij aanwezig zijn.  

Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert

Ga eerst na wat er is gebeurd.

Beoordeel de situatie door te kijken en te vragen. Vraag aan het slachtoffer of de omstanders wat er is gebeurd, als je het ongeval niet zelf hebt zien gebeuren.

Informatie over de wijze waarop het ongeval plaatsvond en de inschatting van de krachten waaraan het slachtoffer is blootgesteld, geven aanwijzingen voor mogelijk letsel. Dit is belangrijke informatie voor de professionele hulpverlening. Het is niet altijd direct zichtbaar hoe ernstig het letsel is. Denk bijvoorbeeld aan letsel door elektriciteit.

Ga vervolgens na wat het slachtoffer mankeert. Je begint bij de beoordeling van het slachtoffer met het bewustzijn. Een bewusteloos slachtoffer is in onmiddellijk levensgevaar . Er zijn dreigingen voor een vrije luchtweg, een normale ademhaling en een goed werkende circulatie (de bloedsomloop). Anderson kan bewusteloosheid ook door stoornissen in de zogeheten ABC worden veroorzaakt.

  • De A staat voor air (luchtweg)
  • De B staat voor breathing (ademhaling)
  • De C staat voor circulation (circulatie)

Als eerste moet je reageren op wat het meest levensbedreigend is. De abc methodiek geeft de volgorde van de beoordeling en handelingen aan .

Het slachtoffer zou eerder kunnen overlijden aan ernstig belemmerde luchtwegen dan aan niet normaal ademen of aan ernstig bloedverlies.

Als het slachtoffer adequaat reageert is er nog geen bedreiging in de ABC en kan je onderzoeken of hij ergens letsel van heeft zoals wonden, kneuzingen of botbreuken. Blijf wel steeds alert op de veranderingen in het bewustzijn en veranderingen in de vitale functies.

Bij meerdere slachtoffers geef je voorrang aan een bewusteloos slachtoffer of een slachtoffer met actieve bloedingen. Het kan zijn dat je tijdens de hulpverlening een S.O.S. ketting of vergelijkbare gegevensdrager tegenkomt. Dit heeft het slachtoffer als het niet goed kan communiceren in verband met zijn leeftijd of een lichamelijke of verstandelijke beperking heeft. Hier staat een contactpersoon op.

Opdracht

Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

Een slachtoffer is vaak geschrokken en angstig, soms geprikkeld of agressief. Hij heeft iemand nodig die hem opvangt en geruststelt. Veel bloed is een naar gezicht en kan een paniekreactie geven bij het slachtoffer en bij omstanders. Het is dus beter om een ernstige bloeding direct met verband af te dekken.

Geef het slachtoffer het gevoel dat hij in goede handen is. Wees kalm en vriendelijk. Toon je betrokkenheid en heb respect. Heb begrip voor angst en boosheid, ook van omstanders.

Zorg dat het slachtoffer je kan zien, kniel naast hem als hij ligt, maak oogcontact, noem je naam. Vertel steeds wat je aan het doen bent of wat je gaat doen, zeker als de slachtoffer je niet kan zien.

Reageer altijd op vragen en opmerkingen en neem het slachtoffer serieus. Hou zo nodig de hand van het slachtoffer vast. Probeer in ieder geval dicht bij hem te blijven.

Spreek rustig en in begrijpelijke taal. Praat met het slachtoffer, ook als je denkt dat hij niet meer bij bewustzijn is. Mogelijk kan hij je wel horen.

Als het slachtoffer een kind is en het heeft een knuffel bij zich , probeer deze dan zichtbaar of voelbaar neer te leggen. U hoeft niet alles te vertellen, maar datgene wat je verteld moet wel waar zijn.

Beschutting

Zorg er altijd voor dat het slachtoffer voldoende beschut is. Bij koud weer, regen en wind en door een verblijf in het water, kan hij onderkoeld raken.

Onderkoeling na een ernstig ongeval vermindert de kans op overleven. Bescherm het slachtoffer daarom tegen kou, regen en wind. Dek en toe met een reddingsdeken of jas en vergeet daarbij zijn hoofd niet. Via het hoofd gaat veel warmte verloren.

Felle zonnenschijn en extreme warmte leveren gevaar op voor oververhitting. Zorg daarom voor voldoende schaduw of een koele omgeving.

Zorg voor professionele hulp

Bel 112 bij een ernstig ongeval om ambulance politie of brandweer opgeroepen of om bij ernstige ziekte huisarts of ambulance opgeroepen.

Een ambulance kan na spoedeisende handelingen zorgen voor een snel en verantwoord vervoer naar het ziekenhuis. Laat het slachtoffer bij voorkeur niet alleen. Als er geen mobiel aanwezig is, stuur je een omstander weg om 112 te bellen. Vraag de omstander dan na de melding terug te komen om te vertellen welke hulp komt en hoe snel. Ook vraag je of de omstander je eventueel verder kan assisteren. Wanneer er geen omstanders zijn en je hebt geen mobiel bij de hand, dan mag je het slachtoffer alleen laten om hulp te halen. Vertel dit dan duidelijk.

Wanneer je 112 belt vraag je duidelijk om een ambulance. Daarna wordt je doorverbonden met de meldkamer ambulancezorg.

Dit moet de centralist in ieder geval weten:

  • Waar het slachtoffer is.
  • Of er meerdere slachtoffers zijn.
  • Wat er gebeurd is.
  • Of het slachtoffer aanspreekbaar is.
  • Of het veilig is voor de slachtoffer melder omstanders een hulpverlening.
  • Op welk telefoonnummer terug gebeld kan worden.

Zorg er hierna voor dat je alle vragen van de centralist kan beantwoorden.

 

 

Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

Door een slachtoffer te verplaatsen, kan zijn toestand verslechteren.

Het beste is dus hem te helpen op de plaats waar hij ligt of zit. Soms wil het slachtoffer opstaan. Probeer hem ervan te overtuigen dat het beter is dat hij blijft liggen, maar hou hem niet tegen.

Het kan voorkomen dat je een slachtoffer van een ernstig ongeval toch moet verplaatsen. Bijvoorbeeld om hem en jezelf uit de gevaarlijke situatie te halen (Brand, gevaar voor instorting enz.) of omdat het slachtoffer op de plek zelf geen beschutting kunt geven en zijn toestand snel verslechtert. Verplaats een slachtoffer bij voorkeur met een noodvervoersgreep van Rautek.  

Quizlet

Maak nu deze quizlet om te kijken of de stof van net is blijven hangen.

Is dat niet het geval? Even oefenen met de kaarten nog!

 

Quizlet
Maak nu deze quizlet over de stof je je net gelezen hebt.

Stoornissen in het bewustzijn

Bewustzijnsverlies

Bijna iedereen heeft wel eens van het ene moment op het andere een licht gevoel in het hoofd, bijvoorbeeld als je te snel overeind komt uit een lage stoel. Het bloed stroomt uit je hoofd weg, je dreigt je evenwicht te verliezen en je moet je ergens aan vastgrijpen. Soms zak je ook daadwerkelijk in elkaar en hoor je later van iemand dat je even helemaal weg was.

Dit verlies van bewustzijn treedt plotseling op en duurt kort, hooguit een paar minuten. Nadat je bent bijgekomen, herstel je snel en kun je de draad weer oppakken.

 

 

Situatie

Het slachtoffer kreunt, jammert of praat onsamenhangens; hij kijkt niet gericht of maakt een slappe indruk.

Wat is er aan de hand?

Het slachtoffer is (nog) bij bewustzijn.

Doel beoordelen bewustzijn

  • Vaststellen bedreigingen ABC.

Eerste hulp

  • Roep de hulp in van een omstander.
  • Beoordeel de ademhaling.

 

Situatie

Het slachtoffer reageert niet. Zijn ogen zijn mogelijk gesloten. Hij voelt slap aan: er is nauwelijks spierspanning in armen of benen. Hij reageert niet op schudden aan de schouders of aanspreken.

Wat is er aan de hand?

Het slachtoffer is bewusteloos.

Doel beoordelen bewustzijn

  • Vaststellen bedreigingen ABC.

Eerste hulp

  • Roep de hulp in van een omstander.
  • Draai het slachtoffer zo nodig van de buik op de rug.
  • Beoordeel de ademhaling.

Flauwte

Een flauwte is een kortdurende stoornissen in het bewustzijn.

Het wordt veroorzaakt door een tijdelijk afgenomen bloedtoevoer naar de hersenen. Een flauwte kan ontstaan door te snel opstaan, uitputting, zoals bij vermoeidheid, honger of zwakte na ziekte; door psychische oorzaken, zoals plotselinge schrik, emoties, het zien van bloed; maar ook door een benauwde omgeving, bloedarmoede en medicijngebruik.

Jonge kinderen vallen bijna nooit flauw. Dat komt eigenlijk pas voor bij kinderen vanaf 6 jaar.

Flauwvallen kan ook door de hitte komen met kan ontstaan door een verkeerde bloed verdeling. Als gevolg van een combinatie van lang staan en hoge omgevingstemperatuur, stroomt het bloed voornamelijk naar de huid en de benen. De bloeddruk daalt en de hersenen ontvangen te weinig zuurstof. Dit komt in het bijzonder voor bij mensen die onder warme omstandigheden te lang staan, bijvoorbeeld publiek bij een voetbalwedstrijd.

 

 

 

 

 

Situatie

Het slachtoffer ziet bleek , hij zweet en geld vaak. Hij voelt zich slap, missen leuk en ziet zwarte vlekken voor de ogen. Na enige tijd reageert hij nauwelijks nog op aanspreken. Soms reageert het slachtoffer helemaal niet meer en kan hij trekkingen hebben die op epilepsie lijken.

Wat is er aan de hand?

Het slachtoffer heeft mogelijk een dreigende flauwte.

Doel eerste hulp bij flauwte

Door eerste hulp bij flauwte verkomen dat het slachtoffer het bewustzijn verliest.

Eerste hulp

  • Laat het slachtoffer gaan liggen en helpt hem daarbij eventueel.
  • Maak knellende kleding los.
  • Zorg voor frisse lucht.
  • Leg een nat washandje op het voorhoofd.
  • Geef pas eten of drinken wanneer het slachtoffer weer volledig bij is en niet misselijk is. Laat hem 10 minuten liggen.
  • Als het slachtoffer na 10 minuten bij het overeind komen opnieuw klachten krijg, laat hem dan nog eens 10 minuten liggen.
  • Als het slachtoffer flauw is gevallen, komt hij normaal gesproken binnen een minuut vanzelf bij. Als hij binnen twee minuten niet bij komt , is er iets anders aan de hand . Bel dan meteen 112.

Letsels en ziekten met stoornissen in het bewustzijn.

Schedelhersenletsel

Verschijnselen die op een hersenletsel kunnen duiden zijn: sufheid, hoofdpijn, duizeligheid, snel geïrriteerd zijn, overgevoelig voor licht en geluid , niet in staat zijn zich de komen kunt te concentreren , traag reageren, vermoeidheid, geheugenverlies , kortdurende bewusteloosheid, verwardheid, dubbelzien , oorsuizen en misselijkheid/ raken. Ook kan een epileptische aanval optreden, zonder dat het slachtoffer bekend was met epilepsie.

 

Je moet denken aan een schedelbasis breuk wanneer het slachtoffer blauwe plekken rond de ogen of achter het oor krijgt of wanneer hij vocht verlies uit zijn oor of neus. De blauwe plekken hoeven overigens niet gelijk zichtbaar te zijn punt daar het slachtoffer liggen en voorkomt verdere beweging: schedel hersenletsel kan voorkomen in combinatie met wervel letsel.

Bel 112 bij stoornissen in het bewustzijn.

Soms ontstaan klachten pas enige tijd na ongeval. Het slachtoffer kon zich ineens het ongeval niet goed meer herinneren. Er is dan waarschijnlijk sprake van een lichte hersenschudding. Neem contact op met de huisarts.

Bel 112 bij toenemende hoofdpijn, stoornissen in het bewustzijn en als het slachtoffer niet wakker te krijgen is. Een slachtoffer van een ongeval met mogelijke gevolgen voor de hersenen, moet bij klachten altijd rust nemen zowel geestelijk als lichamelijk tot dat de klachten verdwenen zijn.

Epileptie

Epileptie

Koortsstuipen

Koortsstuip

Suikerziekte

Mensen met suikerziekte(diabeten)kunnen zonder medicijnen geen goed bloedsuiker gehalte in het bloed handhaven.

Veel diabeten controleren zelf hun bloedsuikergehalte en kunnen daardoor tijdig problemen vaststellen. Een te hoog gehalte kan ontstaan door het innemen van te weinig medicijnen of bij veel vochtverlies.

Bij een oplopend bloedsuikergehalte wordt de diabeet langzamerhand steeds slaperiger. Meestal zal de huisarts medicijnen opnieuw instellen.

Bij een te laag suikerspiegel (een hypo bijvoorbeeld) door te weinig te eten bij normaal insuline gebruikt kan de diabeet plotseling bewusteloos raken . Soms voelt het aankomen: hij voelt zich licht in het hoofd, trilt, geeuwt en zweet.

De suikerspiegel herstelt snel door het drinken van zoete dranken en het eten van bijvoorbeeld een boterham met jam of het eten van suiker klontjes. Wanneer het slachtoffer door stoornissen in het bewustzijn niet meer kan drinken of eten, moet  je 112 bellen.

Beroerte

FAST

FAST

FAST is een afkorting voor: Face, Arms, Speech, Time.

  • Face staat voor gezicht. Een slachtoffer met een beroerte kan aan een zijde een afhangend gezicht hebben. Dit afhangen komt door verlamming van de spieren. Je test dit door het slachtoffer te vragen om de tanden te laten zien of te glimlachen. Let hierbij op een afhangende mondhoek of een scheve mond.
  • Arms staat voor armen. Vraag het slachtoffer de armen vooruit te steken en daarna de handpalmen naar boven te draaien. Let er nu op of een arm wegzakt of niet vloeiend draaien kan.
  • Speech staat voor spraak. Vraag het slachtoffer, kennissen of familie of er veranderingen zijn in het spreken, bijvoorbeeld klinken als dronken persoon of niet op woorden kunnen komen. Dit is zelf moeilijk in te schatten als je de persoon niet kent omdat je niet weet wat normaal is voor deze persoon.
  • Time staat voor tijd. Dit is de geschatte tijd dat de symptomen aanwezig zijn. Dit is van belang voor de professionele hulpverlening.

Een slachtoffer met een beroerte kan aan een zijde een afhangend gezicht hebben.

Opdracht

Stoornissen in de ademhaling

Stoornissen in de ademhaling

Om vast te kunnen stellen of er sprake is van een stoornis in de ademhaling moet je eerst weten wat een normale en een abnormale ademhaling is.

Normale ademhaling

Er is sprake van een normale ademhaling als:

    • De ademhaling vlakbij de mond en neus normaal klinkt.
    • Er een luchtstroom voelbaar is.
    • De borst en/of buik regelmatig op en neer gaan (gemiddeld 12 keer per minuut).
    • Het slachtoffer geen benauwde indruk maakt.

Abnormale ademhaling

Er is sprake van een abnormale ademhaling als:

    • De ademhaling rochelend of gierend klinkt.
    • De borst en/of buik onregelmatig op en neer gaan.
    • De ademhalingsfrequentie boven de 30 keer per minuut ligt.
    • Het slachtoffer een benauwde indruk maakt.
    • Het slachtoffereen blauwe kleur heeft.
    • Het slachtofferzeer langzaam ademt (minder dan 10 keer per minuut).

Gaspen of agonale ademhaling

Er kan ook sprake zijn van een agonale ademhaling. Dit is een moeilijke, zware, luidruchtige adembeweging. Dit is typisch voor een circulatiestilstand. Als je deze ademhaling hoort, moet je direct beginnen met de reanimatie.

Beoordelen van de ademhaling

Kijken, luisteren en voelen.

Beoordeel, na de controle van het bewustzijn, de ademhaling door hoogstens 10 seconderen te kijken, te luisteren en te voelen.

Je mag aannemen dat de ademhaling normaal is wanneer deze vlak bij de mond en neus van het slachtoffer normaal klinkt. Je hoort geen rochelende of gierende geluiden en de borst/buik gaan regelmatig op en neer.

 

De ademhaling in onvoldoende of afwezig wanneer de ademhaling onregelmatig is en/ of de buik en/of borst van het slachtoffer niet, of nauwelijks op en neer gaan en/of er geen, of slechts af en toe, luchtstroom bij mond en neus voelbaar is.

 

Kijken, luisteren en voelen

Kijk of het slachtoffer:

  • Een bewustzijnsstoornis heeft
  • een benauwde, anstige indruk maakt
  • naar zijn keel grijpt
  • naar adem snakt
  • een blauwe kleur heeft
  • letsel of verbranding in zijn gezicht heeft
  • een regelmatige op en neer gaande borst en buik heeft

Luister bij de bewusteloosheid naar de ademhalingsgeluiden bij neus en mond.

Voel met je wang of het bewusteloze slachtoffer er lucht tegen uitademt.

 

Luchtwegbelemmering

Bij een luchtwegbelemmering wordt de luchtpijp van het slachtoffer afgesloten door:

- een voorwerp → dit kan bijvoorbeeld ontstaan door een verslikking

- een stukje voedsel komt in de luchtpijp. → doordat de luchtweg wordt afgesloten krijgt het slachtoffer te weinig zuurstof waardoor er problemen kunnen optreden in de vitale functies.

Verslikken

Verslikken bij kinderen

Bewustzijnsverlies bij luchtwegbelemmering

De stabiele zijligging

Stabiele zijligging

Stabiele zijligging is een eerstehulptechniek die wordt gebruikt bij bewusteloze slachtoffers. Bij ieder bewusteloos slachtoffer is de luchtweg bedreigd doordat de tong als gevolg van verslapping van de spieren in de keelholte kan zakken en daarmee de luchtweg kan blokkeren.

 

Stoornissen in het bewustzijn en de ademhaling

Borstcompressies

Hoe voeren we borstcompressies uit:

  1. Plaats een hand op het midden van de borstkas.
  2. Plaats de andere hand op de eerste. Je kunt ervoor kiezen om de vingers van deze hand in die van de andere te haken en je onderste hand bij de vingers iets omhoog te trekken. Zo voorkom je dat je druk op de ribben kan uitvoeren. Druk ook niet op de bovenstreek van de buik of op het bovenste deel van het borstbeen.
  3. Ga nu met je schouders boven het slachtoffer hangen. Strek je armen volledig en zet je ellebogen "op slot".
  4. Druk met gestrekte armen de borstkas in. Voor een effectieve druk moet de borstkas 1/3 ingedrukt worden. Bij volwassenen is dit minimaal 5cm en maximaal 6cm.
  5. Laat elke keer de borstkas goed omhoog komen. Let op dat je niet op het slachtoffer blijft leunen.
  6. Er moeten 30 compressies achter elkaar gegeven worden in een tempo van minimaal 100 en maximaal 120 per minuut. Het indrukken en "loslaten" van de borstkas moet in hetzelfde tempo gaan.
  7. Professionele hulp bellen

Beademing

Beademing

Wanneer de borstkas omhoog komt, is de beademing effectief. Als je bij de eerste beademing de borstkas niet omhoog ziet komen. Controleer dan of het hoofd voldoende naar achter gekanteld is.

Controleer de ademhaling

  • Til de kin op door twee vingers onder de kin te plaatsen en het hoofd naar achter te kantelen.
  • Kijk, terwijl je de kin omhoog houdt, naar de borstkas om te zien of deze omhoog komt.
  • Luister of je een ademhaling hoort en voel of je de adem langs je wang voelt gaan.
  • Hoor je geen ademhaling? Start met reanimeren.

Begin met de reanimatie: de borstcompressies

  • Haak je handen in elkaar en zet ze midden op de borstkas.
  • Strek je ellebogen en breng je schouders recht boven je handen.
  • Druk het borstbeen loodrecht 5 tot 6 centimeter in.
  • Geef 30 borstcompressies in een tempo van 100 tot 120 keer per minuut. Het kan helpen om hardop te tellen.

Geef 2 beademingen

  • Maak de luchtweg vrij (kantel het hoofd en til de kin op) en knijp de neus dicht.
  • Adem normaal in, plaats je lippen rond de mond van het slachtoffer en sluit die goed af. Adem in één seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt.
  • Herhaal dit, zodat je totaal 2 beademingen geeft binnen 10 seconden.

Ga door met reanimatie

  • Blijf 30 borstcompressies en 2 beademingen afwisselen.
  • Ga door tot de AED er is.
  • Stop niet als de ambulance arriveert, maar ga door tot de ambulancezorgverleners zeggen dat je mag stoppen.

Reanimatie

AED

Mondinspectie en leegmaken van de mond

Mondcontrole

  1. Leg een hand op het voorhoofd en voer de kinlift uit (hetzelfde als bij ademhaling controleren)
  2. Maak met de duim van de hand die de kinlift uitvoert de mond open en kijk in de mond.
  3. Als je een voorwerp (bijvoorbeeld: voedsel, kunstgebit) ziet zitten dan kun je proberen dit eruit te halen
  4. Druk eerst de wang tussen de tanden. Hiermee voorkom je dat het slachtoffer in je vingers kan bijten mocht hij bij bewustzijn komen.
  5. Haal nu met een lepelende beweging (van ene wang naar andere wang waarbij de vingers een lepelvorm maken) het voorwep uit de mond. Draag hierbij handschoenen.
  6. Laat een kunstgebit wat goed op zijn plaats ligt zitten. Het geeft vorm en stevigheid bij de beademingen.

Overname reanimatie door tweede hulpverlener

Overname van de reanimatie

Stap 1: Tijdens een serie van 30 borstcompressies vraag je de andere hulpverlener om de reanimatie over te nemen.

Stap 2: De tweede hulpverlener gaat vervolgens aan de andere zijde van het slachtoffer zitten.

Stap 3: Beadem 2 maal, terwijl de tweede hulpverlener vast zijn handen op de borst van het slachtoffer plaatst.

Stap 4: Na de beademingen gaat de tweede hulpverlener door met de borstcompressies.

Stap 5: Wissel vervolgens iedere 2 minuten

Snelle kantelmethode

De snelle kantelmethode wordt gebruikt om een bewusteloos slachtoffer dat op de rug ligt snel op de zij te draaien als hij gaat braken. Het slachtoffer wordt hierbij bij de schouder en de heup gepakt en op de zij gedraaid richting de hulpverlener.

Gelaatsdoekje

Hoe werkt een beademingsdoekje

Het zijn van die situaties die je liever niet meemaakt, maar die soms onvermijdelijk zijn: er ligt een slachtoffer op de grond dat in grote nood is. Het slachtoffer moet beademd worden en dit is aan jou. In een EHBO-koffer vindt je beademingsdoekjes, die meestal met meerdere tegelijk in een verpakking zitten.

Als antwoord op de vraag: Hoe gebruik je een beademingsdoekje“: je plaatst dit doekje, dat eigenlijk een soort masker is, over de mond van het slachtoffer, waarna je je eigen mond hier tegenaan drukt. Hierna kunt je beginnen met de mond-op-mondbeademing.

 

Het nut van een beademingsdoekje

Misschien lijkt een beademingsdoekje u een overdreven manier om de hygiëne te waarborgen, zeker op een moment als dit. Echter, het is de ideale manier om voor zowel slachtoffer als hulpverlener te voorkomen dat er bacteriën overgebracht worden. Een beademingsdoekje is dan ook een nuttig hulpstuk.

Beademingsmasker

Veilig en hygiënisch te werk gaan tijdens een reanimatie?

Een beademingsmasker is dan onmisbaar tijdens een reanimatie. Het beademingsmasker voorkomt direct contact met de mond van het slachtoffer. Door het ingebouwde inblaasventiel is beademing van het slachtoffer mogelijk en dankzij de doorzichtige kleur van het masker blijft de kleur van de lippen van het slachtoffer zichtbaar.

 

Quizizz

https://quizizz.com/join?gc=17297944

Actieve bloedingen

Druk uitoefenen op de wond

  1. Gebruik, indien aanwezig, handschoenen en leg een steriel kompres of ander steriel dekverband op de wond.
  2. Houd het getroffen lichaamsdeel zo mogelijk omhoog.
  3. Druk gedurende minimaal 10 minuten met je hand op de plaats van de wond. Gebruik elk ander hulpmiddel als je geen handschoenen of verbandmateriaal hebt. (handdoek, theedoek, kleding, plastic zak of desnoods je hand).

Verwijder geen vreemde voorwerpen die uit de wond steken! Hierdoor kan het weefsel of inwendig ernstig beschadigd raken.

 

Aanleggen zwachtel

Aanleggen traumazwachtel

Shock

Letsels

Lichamelijk letsel door ongeval.

Lichamelijk letsel, welk soort letsel dit ook is, kan je dus op verschillende manieren oplopen. Zo kan je letselschade oplopen bij een ongeval in het verkeer of een bedrijfsongeval. Maar ook bij een medische fout, een dierenbeet of een fout product. Er zijn kortom verschillende soorten letsel waar je mee te maken kunt krijgen als gevolg van een ongeval. En door de lichamelijke en/of geestelijke gevolgen lijdt je schade.

Wonden

Soorten wonden

Je hebt verschillende soorten wonden:

  • Hoofdwond
  • Schaafwond
  • Snijwond
  • Splinters
  • Bijt, scheur en krabwonden
  • Brandwonden

Hoofdwond

Leg een kompres op de plek waar het bloedverlies is en waar je vermoed dat de plaats van het letsel is. Voer druk uit op de plaats van de wond.

 

Schaafwond

De bovenste laag van de huid is beschadigd. Deze wond kan al gauw een lichte infectie hebben. Spoel het met schoon water en laat het drogen aan de lucht.

 

Snijwonden

Snijwonden zijn diepe, pijnlijke, scherpe duidelijk begrensde wonden. Er kan veel bloedverlies zijn. Gebruik hiervoor hechtstrips. Biij grotere snijwonden en wanneer het bloeden niet stopt naar de huisarts.

 

Splinterverwondingen

Haal een splinter er alleen uit als deze uit de huid steekt. Is dit niet het geval zoek dan een huisarts op.

 

Bijt, scheur en krabwonden

Deze wonden zien er vaak rafelig en slordig uit. Soms mist een stuk weefsel. De huid erom heen is vaak gekneusd (rood en gezwollen).

Spoel bijtwonden ruim met water en raadpleeg de huisarts in verband met infectiegevaar en eventuele vaccinatie tegen tetanus of een andere ziekte.

 

Brandwonden

Brandwonden kunnen levensbedreigend zijn. Koel dit 10 tot 20 minuten met lauw water. Bij tweede en derde graads brandwonden raadpleeg dan een arts.

Klik op deze link en bekijk of jij al weet hoe je letsels het beste kan behandelen.

 

https://www.drillster.com/connector/player/wvYCkoe8I562WhOBpKY7hQ

Oefening

Hechtstrips

Electriciteitsletsel

Eerste hulp elektriciteitsletsels

Onder stroom staan lijkt iets onschuldigs maar er kunnen grote onderhuidse letsels optreden. Dit door de warmte en samentrekken van spieren. Letsels die kunnen optreden zijn bijvoorbeeld: brandwonden, botbreuken, bewusteloosheid of een hartstilstand.

Intrede en uittrede

Bij elektriciteitsongevallen heb je altijd een intrede en uittrede. De intrede is de plaats waar het slachtoffer in contact stond met de electriciteit. De uittrede is de plaats waar de stroom het lichaam heeft verlaten. Zowel bij de in- als uittrede is meestal een brandwond te zien.

Onderschat het onzichtbare niet

Vergis je niet in de ernst van elektriciteits wonden. Aan de buitenkant kan het een klein wondje lijken maar binnen in het lichaam kunnen ook brandwonden zijn ontstaan. Dit kan ernstige problemen geven zoals shok maar ook maakt het lichaam een stof (myoglobine) aan. Dit is schadelijk voor de nieren. De zichtbare brandwonden behandel je als iedere andere brandwond.

Spierkrampen

Bij hoge spanningen verkrampen spieren. Dit kan zelfs zo heftig zijn dat botten breken of spieren en pezen scheuren. Ook het hart en de ademhaling zijn een spieren. Kramp in de spieren kan dus grote gevolgen hebben.

Vitale functies

Let bij elektriciteitsongevallen op de ABC van het slachtoffer. De elektriciteit trekt door het lichaam en kan hierbij door het hart gaan. Een reanimatie is mogelijk.

Kruiswoordpuzzel

Kruiswoordpuzzel

Kneuzingen en verstuikingen

Wat is het verschil tussen kneuzing en verstuiking?

Kneuzingen en verstuikingen worden vaak door elkaar gehaald of juist als hetzelfde gezien, omdat bij beiden vaak een zwelling optreedt of een blauwe plek ontstaat door beschadigde bloedvaten. Maar toch zijn het twee verschillende verwondingen. 

Wat is een kneuzing?

Kneuzingen komen tot stand door een uitwendige reden. Mensen zijn gevallen of hebben zich gestoten en daardoor hebben ze zich pijn gedaan. Bij een kneuzing ontstaat er geen open wond, de opperhuid blijft heel, maar het onderhuidse weefsel raakt beschadigd. Bloedvaten en cellen gaan hierbij kapot en daardoor komt er bloed en vocht vrij, dat tot een zwelling en blauwe plekken leidt. Kneuzingen kunnen zich overal op een lichaam bevinden, ook op ribben en heupen.

Wat is een verstuiking?

In tegenstelling tot een kneuzing heeft een verstuiking juist een inwendige oorzaak en kan het alleen ontstaan bij een gewricht. Door een verkeerde beweging met dit gewricht, zoals een pols, knie of enkel, worden de gewrichtsbanden of spieren overrekt en raken hierdoor beschadigd. Ook hierbij komen net als bij een kneuzing dan vocht en bloed vrij, waardoor pijn en blauwe plekken of een zwelling ontstaan.

Hoe kunnen kneuzingen en verstuikingen het beste behandeld worden?

Zowel een kneuzing als een verstuiking kan het beste gelijk gekoeld worden. Dit reduceert de pijn en laat de zwelling afnemen. Koelen kan met lauw stromend water, maar ook met een instant coldpack.

Afhankelijk van de positie van de verwonding kan er vervolgens een drukverband of zwachtel worden aangelegd om bescherming te bieden en bij een verstuiking het betreffende gewricht te ondersteunen. Wanneer er twijfel is of er eventueel sprake kan zijn van een botbreuk, neem dan altijd contact op met een arts.

Botbreuken en ontwrichtingen

Botbreuken en ontwrichtingen

Bij een botbreuk of ontwrichting is het lichaamsdeel in een abnormale stand of is er beweeglijkheid. Als de huid door de breuk is beschadigd, is er sprake van een open botbreuk. Wanneer er geen sprake is van een abnormale stand of beweeglijkheid is een botbreuk niet altijd goed te onderscheiden van een kneuzing of verstuiking

 

 

Wervelletsel

Wervelletsel kan op verschillende manieren ontstaan. Door een auto ongeluk bijvoorbeeld of door vallen. Door deze krachten kunnen de wervels scheuren, breken of verschuiven. Daardoor kan het ruggenmerg beklemd of beschadigd raken.

Dit kan leiden tot een vreemd gevoel, verlamming en zelfs problemen met de ademhaling.

Neem bij een ongeluk waarbij er mogelijk wervelletsel kan zijn ontstaan het zekere voor het onzekere en laat het slachtoffer controleren door professionele hulp (ambulance).

Letsel van oog en neus

Oogletsel

Neusletsel

Tandletsel

Wat te doen bij tandletsel?

  • Pak een uitgeslagen tand alleen vast aan de kroon en niet aan de wortel
  • Spoel bij zichtbaar vuil de tand vluchtig schoon met bij voorkeur melk of eventueel water. Let er op dat je de tand niet door de gootsteen spoelt: gebruik de stop.
  • Plaats de tand terug. Melktanden mag je niet terugplaatsen.
  • Bewaar de tand in melk als terugplaatsen niet lukt in de mond van het slachtoffer of in een bekertje met wat speeksel
  • Bel bij tandletsel altijd direct een tandarts

Duw bij een bloedend (snij)wondje in de lip, deze met een gaasje dicht.

Oververhitting en onderkoeling

Iemand die oververhit is, heeft hoofdpijn en is misselijk. Het slachtoffer kan er erg verhit, rood uitzien, maar kan ook bleek zien met transpireren. Geef een oververhit persoon (bij voorkeur een sportdrank) te drinken.

 

Bevriezing

Bevriezing
De kou kan natuurlijk ook bevriezingswonden veroorzaken, als men de oren, neus of vingers bijvoorbeeld niet goed beschermt op de piste. Iemand met een eerstegraads bevriezing heeft een bleekgrijze en pijnlijke huid.

Bij een tweedegraads bevriezing is er ook sprake van blaren die gevuld zijn met helder of juist bloederig vocht. Warm de bevroren lichaamsdelen 20 tot 30 minuten op met warm water van maximaal 40ºC (handwarm) en dek eventuele blaren steriel af.

Zodra er ook na opwarmen geen gevoel meer is in de huid en deze spierwit blijft, spreken we van een derdegraads bevriezing. In het geval van een tweede- of derdegraads bevriezing is het belangrijk zo snel mogelijk professionele hulp in te schakelen.

 

Vergiftigingen

Wat te doen bij vergiftiging?

Bijtende, chemische stoffen op de huid kunnen vergiftigingsverschijnselen veroorzaken met gevolgen voor de belangrijke organen. Deze stoffen kunnen ook (diepe) brandwonden tot gevolg hebben. Kom als hulpverlener niet met deze stoffen in aanraking.

  • bel 112 bij giftige gassen/dampen in de lucht
  • verleen alleen hulp als je dat zonder gevaar voor je zelf kunt doen
  • bel 112 wanneer het slachtoffer suf, bewusteloos of benauwd is na vergiftiging
  • bel anders de huisarts of huisartsenpost om te vragen wat je moet doen

Neem of geef de verpakking of resten mee als het slachtoffer naar het ziekenhuis moet.

Steken en beten

Steken en beten van dieren en insecten:

  • Tekenbeet
  • Insectenbeet
  • Kwallensteken
  • Steek van de pieterman
  • Slangenbeten
  • Schorpoiensteek, spinnenbeet
  • Hondenbeet, kattenbeet
  • Eikenprocessierup

Kahoot oefentoets

https://create.kahoot.it/share/ehbo/60bb978b-0eeb-4419-8f33-079cabfc228c

Bronnen

van der Pols, H. (2011). Het oranje kruis boekje (26e druk, Vol. 26). ThiemeMeulenhoff.

2016 | Hechtstrips | Verbinden | E-learning Human Drive | geen voice-over. (2017, 4 januari). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=YX2rUVBLPaI&feature=emb_logo

De rautekgreep vanaf de grond. (2017, 4 januari). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=Zt9yqRmVPG8&feature=emb_logo

EHBO - Eerste hulp bij een bloedneus. (2013, 8 augustus). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=OcJkYTukGEE&feature=emb_logo

Epilepsie: café Het Kruisje. (2018, 11 juni). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=Ew4svR6-F1U&feature=youtu.be

EXAMENTRAINING // 5 BASISREGELS VAN E.H.B.O - E.H.B.O BIJ KINDEREN // C U R S E Y J. (2020, 6 mei). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=YTRMtaWbvpo&feature=emb_logo

Gebruik deken en thermodeken bij onderkoeling. (2017, 26 maart). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=kER9xXIPoQg&feature=emb_logo

Herken de signalen van een beroerte. Mond Spraak Arm. Beroerte-alarm! (2016, 3 mei). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?time_continue=2&v=O_NKNkJ1pLU&feature=emb_logo

Hoe leg je een slachtoffer in de stabiele zijligging? (2017, 4 januari). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?time_continue=2&v=7l0Qd1rb1fA&feature=emb_logo

Kinder EHBO || Een koortsstuip. (2018, 20 juli). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?time_continue=6&v=zOPGDpKYV9o&feature=emb_logo

Protocol bij bewustzijn D1 + D2. (2015, 14 september). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=F-h7NQ5aWNc&feature=emb_logo

Reanimatie volwassene - met uitleg. (2016, 4 september). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=1hpKO10mtNQ&feature=emb_logo

RODE KRUIS: Gebruik AED, reanimeren is niet moeilijk. (2018, 21 februari). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=Y-tE4yD0AWI&feature=emb_logo

Snelle kantelmethode. (2019, 8 september). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=kWX-FifFgBE&feature=emb_logo

Spoelen en bedekken van oogletsel. (2016, 27 september). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=Qv6gy54_AfM&feature=emb_logo

Traumazwachtel. (2016, 27 september). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=bEEcxtulfR8&feature=emb_logo

Tweedegraads bevriezing opwarmen en bedekken. (2017, 23 maart). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=Vuuuj3e0L8A&feature=emb_logo

van der Pols, H. (2011). Het oranje kruis boekje (26e druk, Vol. 26). ThiemeMeulenhoff.

Verslikking bij een volwassene: op de rug slaan en buikstoten geven. (2017, 3 november). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=aEO5r6OyDgc&feature=youtu.be

Wat doe je als een zuigeling zich ernstig verslikt heeft? (2017, 4 januari). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=lF8sn3JRH3M&feature=emb_logo

WAT DOE JE BIJ EEN BOTBREUK IN HET ONDERBEEN? | EHBO | Later als ik groot ben (RTL4). (2018, 27 oktober). [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=5hmzgBAG6Bo&feature=emb_logo