Ga eerst na wat er is gebeurd.
Beoordeel de situatie door te kijken en te vragen. Vraag aan het slachtoffer of de omstanders wat er is gebeurd, als je het ongeval niet zelf hebt zien gebeuren.
Informatie over de wijze waarop het ongeval plaatsvond en de inschatting van de krachten waaraan het slachtoffer is blootgesteld, geven aanwijzingen voor mogelijk letsel. Dit is belangrijke informatie voor de professionele hulpverlening. Het is niet altijd direct zichtbaar hoe ernstig het letsel is. Denk bijvoorbeeld aan letsel door elektriciteit.
Ga vervolgens na wat het slachtoffer mankeert. Je begint bij de beoordeling van het slachtoffer met het bewustzijn. Een bewusteloos slachtoffer is in onmiddellijk levensgevaar . Er zijn dreigingen voor een vrije luchtweg, een normale ademhaling en een goed werkende circulatie (de bloedsomloop). Anderson kan bewusteloosheid ook door stoornissen in de zogeheten ABC worden veroorzaakt.
Als eerste moet je reageren op wat het meest levensbedreigend is. De abc methodiek geeft de volgorde van de beoordeling en handelingen aan .
Het slachtoffer zou eerder kunnen overlijden aan ernstig belemmerde luchtwegen dan aan niet normaal ademen of aan ernstig bloedverlies.
Als het slachtoffer adequaat reageert is er nog geen bedreiging in de ABC en kan je onderzoeken of hij ergens letsel van heeft zoals wonden, kneuzingen of botbreuken. Blijf wel steeds alert op de veranderingen in het bewustzijn en veranderingen in de vitale functies.
Bij meerdere slachtoffers geef je voorrang aan een bewusteloos slachtoffer of een slachtoffer met actieve bloedingen. Het kan zijn dat je tijdens de hulpverlening een S.O.S. ketting of vergelijkbare gegevensdrager tegenkomt. Dit heeft het slachtoffer als het niet goed kan communiceren in verband met zijn leeftijd of een lichamelijke of verstandelijke beperking heeft. Hier staat een contactpersoon op.
