Wanneer de borstkas omhoog komt, is de beademing effectief. Als je bij de eerste beademing de borstkas niet omhoog ziet komen. Controleer dan of het hoofd voldoende naar achter gekanteld is.
Controleer de ademhaling
Til de kin op door twee vingers onder de kin te plaatsen en het hoofd naar achter te kantelen.
Kijk, terwijl je de kin omhoog houdt, naar de borstkas om te zien of deze omhoog komt.
Luister of je een ademhaling hoort en voel of je de adem langs je wang voelt gaan.
Hoor je geen ademhaling? Start met reanimeren.
Begin met de reanimatie: de borstcompressies
Haak je handen in elkaar en zet ze midden op de borstkas.
Strek je ellebogen en breng je schouders recht boven je handen.
Druk het borstbeen loodrecht 5 tot 6 centimeter in.
Geef 30 borstcompressies in een tempo van 100 tot 120 keer per minuut. Het kan helpen om hardop te tellen.
Geef 2 beademingen
Maak de luchtweg vrij (kantel het hoofd en til de kin op) en knijp de neus dicht.
Adem normaal in, plaats je lippen rond de mond van het slachtoffer en sluit die goed af. Adem in één seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt.
Herhaal dit, zodat je totaal 2 beademingen geeft binnen 10 seconden.
Ga door met reanimatie
Blijf 30 borstcompressies en 2 beademingen afwisselen.
Ga door tot de AED er is.
Stop niet als de ambulance arriveert, maar ga door tot de ambulancezorgverleners zeggen dat je mag stoppen.