FAST is een afkorting voor: Face, Arms, Speech, Time.
Face staat voor gezicht. Een slachtoffer met een beroerte kan aan een zijde een afhangend gezicht hebben. Dit afhangen komt door verlamming van de spieren. Je test dit door het slachtoffer te vragen om de tanden te laten zien of te glimlachen. Let hierbij op een afhangende mondhoek of een scheve mond.
Arms staat voor armen. Vraag het slachtoffer de armen vooruit te steken en daarna de handpalmen naar boven te draaien. Let er nu op of een arm wegzakt of niet vloeiend draaien kan.
Speech staat voor spraak. Vraag het slachtoffer, kennissen of familie of er veranderingen zijn in het spreken, bijvoorbeeld klinken als dronken persoon of niet op woorden kunnen komen. Dit is zelf moeilijk in te schatten als je de persoon niet kent omdat je niet weet wat normaal is voor deze persoon.
Time staat voor tijd. Dit is de geschatte tijd dat de symptomen aanwezig zijn. Dit is van belang voor de professionele hulpverlening.
Een slachtoffer met een beroerte kan aan een zijde een afhangend gezicht hebben.