Voeding en de beleving daarvan bij ouderen

Voeding en de beleving daarvan bij ouderen

Inleiding

Welkom bij deze wiki over het beleven van voeding!

Over een aantal weken gaan jullie starten practicum. Het opdoen van ervaring in de ouderzorg of in de gehandicaptenzorg. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een verzorgingshuis, verpleeghuis of thuiszorg.In de zorg komen veel verschillende dingen aan bod zoals het maken van contact, ergonomische werken maar ook voeding. Vandaag gaan we samen aan de slag met al deze punten. In deze wiki gaan jullie ontdekken dat voeding niet alleen belangrijk is voor het lichaam.

Het doorlopen van deze wiki inclusief opdrachten duurt ongeveer een half uur.

Heb je tijd over bezoek dan www.zorgvoorbeter.nl en ontdek wat er nog meer te leren valt over voeding.

 

Succes!

Het grote belang

Functies van voeding

Als mensen ouder worden (vanaf 70 jaar) zijn de groei en afbraak van cellen niet meer in evenwicht. Als er bijvoorbeeld twee cellen worden afgebroken door het lichaam, komt hier nog maar één voor terug. (Bij een volwassene komen hier gewoon twee voor terug; de groei en afbraak is dan in evenwicht.)

Voor ouderen is het dus heel belangrijk dat er genoeg bouwstoffen in het lichaam komen, dit omdat er bij een tekort aan deze stoffen geen nieuwe cellen meer worden aangemaakt.

Voeding kent verschillende functies die van belang zijn voor de algehele gezondheid van de mens. Sommige mensen houden van uitgebreid koken en vinden eten erg belangrijk. Andere mensen eten het liefst een kant en klaar maaltijd en eten omdat dit moet (5 eetprofielen).

Lichamelijke functie:

  • Voeding beschermt je tegen ziekten.
  • Voeding zorgt ervoor dat je groeit.
  • Voeding geeft je energie.

Psychische functie:

  • Voeding bepaald je dagindeling
  • Voeding kan zorgen voor een moment van ontspanning.
  • Met voeding kun je een ander of jezelf verwennen.
  • Met voeding kun je emoties “weg eten” omdat je eenzaam of verdrietig bent.

Sociale functie:

  • Met voeding kun je iets vieren (bv een verjaardag of een jubileum)
  • Voeding kan een communicatiemiddel zijn. (je praat onder het eten met elkaar)
  • Met voeding kun je laten zien waar je voor staat. (bv vegetarier of je geloof)

 

 

 

 

Atikel

Lees onderstaand artikel goed door.

Voeding voor lichaam en geest

De smaak van ouderen

De smaak van ouderen

De 5 eetprofielen

Er zijn 5 eetprofielen (typen eters). Inzicht in de eetprofielen van zorgvragers is voor zorgorganisaties van belang om hun dienstverlening op het gebied van eten en drinken beter te laten aansluiten op de voorkeuren en behoeften van hun zorgvragers. Het doel is om het plezier in eten en drinken en daarmee de kwaliteit van leven van zorgvrager te optimaliseren. Plezier hebben in eten en drinken zorgt er ook voor dat eten minder snel geweigert wordt.

  • Traditionele eter
    Eet het liefst wat hij van huis uit gewend is, hecht weinig belang aan een luxe maaltijd en houdt niet van gerechten uit de buitenlandse keuken.
  • Avontuurlijke eter
    Houdt van gerechten uit de buitenlandse keuken.
  • Gemakkelijke eter
    Lust bijna alles, vindt het fijn om samen met andere bewoners te eten en vindt een vriendelijke bejegening belangrijk.
  • Kritische eter
    Is kritisch en kieskeuring wat eten en drinken betreft en heeft een verfijnde smaak.
  • Dankbare eter
    Is niet erg kritisch of kieskeurig, klaagt nooit over het eten, heeft geen verfijnde smaak en vindt eten vooral een gezellige aangelegenheid.

Schijf van vijf

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen.

Het is belangrijk dat je het verschil weet tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen.

Voedingsstoffen zijn stoffen die je nodig hebt om gezond te blijven. Bijvoorbeeld koolhydraten en vitaminen.
Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen.

Voedingsmiddelen zijn producten zoals je ze koopt. We zeggen ook wel levensmiddelen.
Bijvoorbeeld; melk, kaas, eieren en chocolade.

Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft om gezond te blijven. Ze zitten in voedingsmiddelen. De voedingsstoffen hebben allemaal hun eigen taak.
Er zijn drie groepen voedingsmiddelen:

Energieleverende voedingsstoffen leveren energie. Energie heb je nodig om te kunnen werken, te bewegen en om goed na te kunnen denken. Ook zorgen ze ervoor dat je lichaamstemperatuur op peil blijft. De energieleverende stoffen zijn; Vetten, koolhydrathen en eiwitten.

Bouwstoffen heb je nodig om te groeien, om oude cellen door nieuwe te vervangen en voor je weerstand.
Bouwstoffen zijn; water, eiwitten en mineralen.

Regulerende stoffen zijn nodig om allerlei processen te regelen in je lichaam. Bijvoorbeeld de spijsvertering en ook voor je weerstand, ze beschermen je tegen ziekten. De regulerende stoffen zijn mineralen en vitamines. Ze hebben elk een eigen taak.

 

 

Energiebalans

Energiebalans na je 50ste

De energiebehoefte

De energiebehoefte

Door verlies van actief spierweefsel en doordat mensen minder lichamelijke activiteiten doen daalt de energiebehoefte geleidelijk bij het ouder worden.
Je bent als je ouder word dus steeds minder kilo calorieen nodig.

Voor de man:
(gewicht +/- 75 kg)

Tussen de 60 en 74 jaar 2400 kcal/dag
Boven de 74 jaar 2200 kcal/dag

Voor de vrouw:
(gewicht +/- 55 kg)

Tussen de 60 en 74 jaar 1850 kcal/dag
Boven de 74 jaar 1800 kcal/dag

De aanbevolen energiebehoefte is vastgesteld op:

  • 10-15 energie procent voor de eiwitten
  • Maximaal 30 procent voor de vetten
    Waarvan niet meer dan 10 procent uit verzadigd vet komt om hart en vaat ziekten te voorkomen.
    Het is belangrijk de goede vetten te kiezen om de vetzuren die je lichaam nodig heeft aan te voeren.
  • 55 procent uit koolhydraten

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Vochtinname

De vochtbehoefte

Het is belangrijk dat iemand die ouder is goed drinkt!

Het is belangrijk dat náást het vocht wat in de voeding zit nog 1,5 liter als drank bijgegeven moet worden.

Hierbij kun je denken aan:
water, koffie, thee, soep of bouillon, groente of vruchtensap
of wijn en bier.

TIP: Je kunt iemand beter de hele dag kleine beetjes laten drinken dan een paar keer per dag een grote hoeveelheid.

 

 

 

Effect van voeding

Groenten en fruit

Groente en fruit hebben niet voor niets een gezonde uitstraling. Eet je er genoeg van, dan verlagen ze het risico op hart- en vaatziekten. Ook is er een verband tussen het eten van groente en een lagere kans op darmkanker en tussen groene bladgroente en een lagere kans op diabetes type 2 (suikerziekte). Het eten van fruit hangt samen met een lager risico op diabetes, darmkanker en longkanker. 

Smeer- en bereidingsvet
Als je producten met veel verzadigd vet vervangt door producten met veel onverzadigd vet, dan heb je minder kans op hart- en vaatziekten.

Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Met het eten van vis verlaag je het risico op hart- en vaatziekten. Peulvruchten verlagen je LDL-cholesterol, wat helpt om je bloedvaten gezond te houden. In vlees en ei zitten veel goede voedingsstoffen, zoals ijzer en vitamine B12. Met je dagelijkse portie zuivel verklein je het risico op darmkanker. Eet je yoghurt, dan verklein je bovendien de kans op diabetes type 2 (suikerziekte). Daarnaast levert zuivel je onder andere calcium en vitamine B12. Noten verlagen net als peulvruchten het LDL-cholesterol, en dat is goed voor je bloedvaten. Noten verlagen ook het risico op hartziekten. Met een handje per dag krijg je flink wat onverzadigde vetten binnen die helpen je bloedvaten gezond te houden.

Brood graanproducten en aardappelen
Risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 (suikerziekte) en darmkanker maak je al kleiner door het eten van 2 opscheplepels volkoren graanproducten of 3 volkoren boterhammen per dag. Daarnaast leveren graanproducten energie en veel andere voedingstoffen, zoals vezel, eiwit, B-vitamines en ijzer. 

Dranken, zo veel men wil

Voor ongeveer 60% bestaat een mens uit water. Je verliest water onder andere door te plassen en te zweten. Door te plassen voer je afvalstoffen af en met zweten blijft je netjes op temperatuur. Wat je aan vocht verliest vul je vooral aan met drinken. Zwarte en groene thee verlagen de bloeddruk en verkleinen het risico op een beroerte.​

Opvullen van de gaten

Probleemsituaties

Slikproblemen

Als iemand ouder wordt, treden er veranderingen op in het slikken. Het kauwen van voedsel verloopt langzamer en moeilijker door krachtvermindering in de kauwspieren. Het coördineren van alle bewegingen wordt lastiger. Daarnaast kunnen problemen met het gebit er voor zorgen dat kauwen moeilijker gaat. Ook worden restjes niet meer goed en automatisch weggeslikt, waardoor iemand zich sneller kan verslikken. Wanneer eten, drinken of speeksel in de luchtpijp komt, spreken we van verslikken.

Maar hoe worden de slikproblemen bij ouderen veroorzaakt?

  • Doordat bij sommigen het strottenklepje in de luchtpijp niet goed afsluit, kan er eten in de luchtpijp terechtkomen. Normaal hoest je het eten op en is er niks aan de hand, maar de hoestreflex werkt niet altijd goed bij ouderen.
  • Beschadigde zenuwen die betrokken zijn bij het slikreflex kunnen ook een oorzaak zijn van slikproblemen bij ouderen.
  • Spieren van de mond, tong en keel kunnen verzwakt zijn.
  • Ouderen met bepaalde aandoeningen kunnen ook last krijgen bij het slikken, zoals ouderen met neurologische aandoeningen bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson of MS (Multiple sclerose), een tumor of bij ouderen die een beroerte of hersenbloeding hebben gehad.

Als je ook problemen hebt met je (kunst)gebit zorgt dit voor nog meer problemen, want dit kan naast het slikprobleem ook het kauwen in de weg zitten. Bij ouderen zijn dit veel voorkomende problemen. In overleg met de huisarts kan er in dit geval andere of medische voeding worden overwogen zodat toch voldoende voedingsstoffen worden ingenomen.
Om naast medische voeding toch ‘normaal’ te kunnen eten, is het zaak om de oorzaak van de slikproblemen of kauwproblemen aan te pakken. Als de oorzaak bekend is, kan je de zorgvrager begeleiding bieden. Zo kun helpen je bij het trainen van de spierfuncties. (met behulp van een fysiotherapeut of logopedist) Daarnaast kun je de zorgvrager handige tips geven, zoals de houding tijdens het eten. Voeding verdikken kan ook en dit wordt in zulke gevallen vaak gedaan bij vocht (drinken) om het minder vloeibaar te maken (je kunt dan denken aan om het te verdikken naar karnemelkdikte of yoghurtdikte). Dit om de kans op verslikken te verkleinen.  

Afweergedrag bij voeding

Afweergedrag bij eten en drinken van zorgvragers kan verschillende oorzaken hebben die te onderscheiden zijn in; het niet 
kunnen, niet willen, niet snappen.

Niet kunnen
De zorgvrager wil wel eten of drinken, maar kan de benodigde handelingen niet zelf uitvoeren, bijvoorbeeld door een 
aandoening van de spieren of van het zenuwstelsel.

Mogelijke oorzaken van niet kunnen eten of drinken
• De zv heeft een aandoening van het zenuwstelsel of de spieren, zoals
-apraxie (onvermogen om bewuste bewegingen uit te voeren);- kauw- of slikstoornissen.
• De zv heeft problemen met kauwen of slikken door andere oorzaken, zoals een droge mond, gebitsproblemen, of 
   ontstekingen in de mond.
• De zv heeft lichamelijke klachten zoals vermoeidheid of pijn
• De zv zit of ligt in een verkeerde houding.
• De verzorgende handelt niet adequaat, bijvoorbeeld:
- loopt weg tijdens het helpen;
- verliest de aandacht tijdens het helpen;
- haalt het eten (voortijdig) weg;
- biedt te volle lepels aan.
• De consistentie van het eten is niet geschikt.
• De zv kan niet kiezen (er is te veel keus).
• De zv heeft psychische problemen:
- angst, gevoel van onveiligheid, stress;
- snel afgeleid, concentratiestoornis.

Niet willen
De zv wil niet eten of drinken, of niet geholpen worden met eten of drinken. Het gaat hier om een opzettelijke 
weigering van eten.

Mogelijke oorzaken van niet willen eten of drinken
• De zv heeft een verminderde eetlust door bijvoorbeeld:
- depressieve klachten, somberheid;
- bijwerking van medicijnen;
- infectie, kanker, stofwisselingsziekte.
• De zv wil niet geholpen worden met eten of drinken:
- uit schaamte;
- wens om aan de eigen zelfstandigheid vast te houden.
• Het eten bevalt niet:
- de zv heeft liever iets anders;
- het eten ziet er niet lekker uit;
- de zv vindt het eten niet lekker;
- het eten is te warm of te koud.
• De zv heeft een doodswens.

Niet snappen
Het is mogelijk dat de zv de prikkels die te maken hebben met eten of drinken niet waarneemt, bijvoorbeeld omdat hij
slecht ziet of ruikt. Het is ook mogelijk dat de zv geuren, voorwerpen of personen wel waarneemt, maar niet herkent. 
Ten slotte is het mogelijk dat de zv niet begrijpt wat er van hem wordt verwacht.

Mogelijke oorzaken van niet snappen dat de bewoner moet eten of drinken
• De smaak of reuk zijn verminderd.
• De zv herkent het eten niet.
• De zv herkent gevoelens van honger of dorst niet.
• De zv ziet de verzorgende als een vreemde.
• De zv begrijpt de aanwijzingen van de verzorgende niet.

Eindopdracht

Bedenk vijf tips voor wanneer ouderen voeding weigeren en leg uit waarom. Denk hierbij b.v aan het crieeren van een fijne sfeer of het gebruiken van hulpmiddelen. Maak gebruik van onderstaande link voor informatie.

http://www.platformouderenzorg.nl/bestanden/afweergedragrichtlijn20091.pdf

De vijf tips werk je uit en lever je in op canvasgroep -> vaardigheden-> inleveropdracht; tips voor afweergedrag bij voeding -> dan uploaden van bestand.

 

  • Het arrangement Voeding en de beleving daarvan bij ouderen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Nancy ter Maat
    Laatst gewijzigd
    2020-10-08 22:45:37
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Voeding is meer dan alleen eten en drinken het draagt bij aan de algehele gezondheid van de mens
    Leerniveau
    MBO;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur 50 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    De smaak van ouderen
    https://youtu.be/RE-H40ntjTI
    Video
    Energiebalans na je 50ste
    https://youtu.be/a3hxs-vDMDk
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.