Als iemand ouder wordt, treden er veranderingen op in het slikken. Het kauwen van voedsel verloopt langzamer en moeilijker door krachtvermindering in de kauwspieren. Het coördineren van alle bewegingen wordt lastiger. Daarnaast kunnen problemen met het gebit er voor zorgen dat kauwen moeilijker gaat. Ook worden restjes niet meer goed en automatisch weggeslikt, waardoor iemand zich sneller kan verslikken. Wanneer eten, drinken of speeksel in de luchtpijp komt, spreken we van verslikken.
Maar hoe worden de slikproblemen bij ouderen veroorzaakt?
Als je ook problemen hebt met je (kunst)gebit zorgt dit voor nog meer problemen, want dit kan naast het slikprobleem ook het kauwen in de weg zitten. Bij ouderen zijn dit veel voorkomende problemen. In overleg met de huisarts kan er in dit geval andere of medische voeding worden overwogen zodat toch voldoende voedingsstoffen worden ingenomen.
Om naast medische voeding toch ‘normaal’ te kunnen eten, is het zaak om de oorzaak van de slikproblemen of kauwproblemen aan te pakken. Als de oorzaak bekend is, kan je de zorgvrager begeleiding bieden. Zo kun helpen je bij het trainen van de spierfuncties. (met behulp van een fysiotherapeut of logopedist) Daarnaast kun je de zorgvrager handige tips geven, zoals de houding tijdens het eten. Voeding verdikken kan ook en dit wordt in zulke gevallen vaak gedaan bij vocht (drinken) om het minder vloeibaar te maken (je kunt dan denken aan om het te verdikken naar karnemelkdikte of yoghurtdikte). Dit om de kans op verslikken te verkleinen.