Managment en ondernemerschap in de sector GW

Managment en ondernemerschap in de sector GW

Voorwoord

JINC Ondernemen doe je zo! - Stoomcursus ondernemen voor leerlingen

 

 

De lessenserie Managment en ondernemerschap is een onderdeel uit een reeks lessen, samengesteld door docenten van de deeltijdopleiding Gezondheidszorg & Welzijn van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). Met deze lessen kan de student zich online verdiepen in de Kennisbasis voor de tweedegraads leraar Zorg en Welzijn, het onderwerp "Managment en ondernemerschap”. Daarnaast zijn de lessen geschikt bij het voorbereiden en uitvoeren van een ondernemersplan.

 

 

 

Inleiding

Leuk dat je hebt gekozen voor Management en Ondernemersschap! Tijdens de lesenserie krijg je een goed beeld van hoe jij je eigen onderneming kan gaan opzetten en wat er allemaal bij komt kijken.

In de kennisbasis Gezondheidszorg en Welzijn zijn de volgende doelen gesteld:

  • De student legt voor de sector verschillende organisatie- en managementstructuren uit, inclusief organogrammen.
  • De student legt de voor- en nadelen uit van het uitbesteden of in eigen beheer uitvoeren van werkzaamheden.
  • De student formuleert vaardigheden van het ondernemerschap die essentieel zijn binnen de sector.
  • De student onderscheidt de stappen van een ondernemersplan.

In de hoofdstukken wordt bovengenoemd behandeld en krijgen de studenten Tools en vragen die ze maken met betrekking op de doelen. 

Leerdoelen

De volgende leerdoelen komen aan bod:

  • H.1. Het maken van een ondernemersscan. Beschrijving van een sterkte en zwakte analyse en het geven van een elevator pitch.
  • H.2. Missie, visie en strategie bepaling vanuit de onderneming. 
  • H.3. Marketingplan opstellen met een SWOT analyse
  • H.4. Het maken van een financieel plan, waarin de begroting en budgettering van een onderneming een belangrijke rol speelt.
  • H.5. Het opstellen van een ondernemersplan
  • H.6. De organisatie van een bedrijf met daarin de verschillende structuren. 

Handleiding

Deze handleiding is bedoeld voor docenten die de lessen gaan verzorgen van Management en Ondernemerschap in de sector gezondheidszorg en welzijn.

De Wikiwijs is een les die de studenten digitaal maken. Tijdens de les krijgen ze te maken met verschillende digitale Tools waar ze mee aan de slag gaan. Elk hoofdstuk heeft één of meerdere opdrachten die ondersteunend zijn voor het maken en opstellen van een marketingplan.

De e-learning zal minimaal één uur in beslag nemen.

Aan het einde van de e-learning hebben de studenten een marketingplan gemaakt en hebben kennis gemaakt met de organisatie binnen een bedrijf.  

 

1. Jij als ondernemer

1.1 Wat voor een ondernemer ben ik?

Om duidelijk te weten te komen wat voor een type ondernemer jij bent is het goed om te kijken waar jouw persoonlijke kwaliteiten of juist jouw zwaktes liggen. Zo kan je weten waar de kansen en mogelijkheden voor jou als ondernemer zitten.

Bekijk het filmpje en zie hoe jij je eigen onderneming kan starten!

 

 

 

 

 

 

Ondernemend gedrag:

Ondermend gedrag gaat over: wat kan ik veranderen en aanpakken? Het gaat om gedrag en vaardigheden die jij nodig hebt als ondernemer. De maatschappij vraagt om jongeren met een ondernemende mentaliteit. Dat wil zeggen: jongeren die initatief nemen, kansen zien en die
grijpen. Jongeren die voorzichzelf opkomen en hun eigen zaken regelen. Jongeren die doelen stellen en ergens voor durven gaan.

Ondermend gredrag betekent ook kansen benutten. Kansen die waarde geven aan je omgeving en aan jezelf. Bij je omgeving kun je denken aan klanten, maar ook aan de mensen die betrokken zijn bij jouw bedrijf. En bij waarde geven denk je misschien meteen aan geld. Maar het is meer dan geld alleen. Het kan ook voldoening betekenen. Of dingen doen die je echt leuk vindt.

Deze ondermerszin (ondernemend gedrag) heb je nodig om je eigen leven vorm te geven. Het helpt je om succesvol te zijn in je studie. Ook helpt het bij het vinden van een baan.

.

Opdracht 1.1.2 Maak een woordweb 'Ondernemend gedrag'

Maak een woordweb 'Ondernemend gedrag'

Je hebt zojuist het filmpje gekeken over ondernemend gedrag. Ook heb je kunnen lezen hoe je kansen kan benutten. Denk aan het filmpje. Waarom heb je ondernemend gedrag nodig? Welke woorden komen er in je op na het zien van het filmpje? Klik op de link en maak er een woordweb van.

 

Woordweb

1.2 Ondernemersscan

Zie jij jezelf als een echte ondernemer? Om hier een beter beeld van te krijgen, ga je een ondernemersscan invullen. Dit zijn een aantal stellingen waarbij je aangeeft in hoeverre de stelling wel of niet bij je past. Het is niet zo dat een hogere score beter is dan een lage score. Het schetst slechts een beeld van hoe jij jezelf ziet als ondernemer.

 

Ondernemerstest - Doe de gratis test

Opdracht 1.2.3 Opdracht ondernemerstest

Hoe goed beheers jij de ondernemende vaardigheden? Vul de ondernemerstest in. Als je de vragenlijst hebt ingevuld, zie je hoe jij nu scoort op de vaardigheden.

  • Ga naar: https://www.kvk.nl/krachtmeting/
  • Kies de uitspraak die het meest bij je past
  • Bekijk je uitkomst van de test en schrijf hieronder in het tabel wat daar is uitgekomen
  • De uitslag kun je naar jezelf mailen om 'm te bewaren

 

 

1.3 Sterkte en zwakte analyse

In jouw ondernemingsplan beschrijf je jezelf aan de hand van persoonlijke gegevens, opleiding, werkervaring, motivatie, doelstellingen en kwaliteiten. Met deze informatie kunnen belanghebbenden, zoals banken en investeerders, jouw slaagkans als ondernemer beoordelen. Probeer in het ondernemingsplan een realistisch beeld van jezelf te geven. Houd er rekening mee dat anderen, zoals familie en vrienden, jou vaak beter kunnen beoordelen dan jij zelf. Vraag daarom aan hen wat zij van jouw ondernemerskwaliteiten vinden voordat je jezelf gaat beschrijven.

 

Persoonlijkheidstest BIG five zelftest - Talentencampus

1.3.1 Opdracht sterkte en zwakte analyse

In deze opdracht vind je de link met daarin de persoonlijkheidstest. Kijk wat daar uitkomt en maak daarna de opdracht onderaan de pagina.

 

https://www.123test.nl/persoonlijkheidstest/

1.4 Wie ben ik?

Als ondernemer is het ook belangrijk om jezelf te kennen. Je moet namelijk jezelf als ondernemer én je idee ook zien te verkopen aan externen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de bank, bij wie je mogelijk een lening moet afsluiten. Je ondernemingsplan bevat dan ook altijd een soort van persoonlijk rijbewijs.

 

 

Elevator pitch

De elevator pitch is een kort maar krachtige presentatie waarin je jezelf in ongeveer zestig seconden presenteert. Hoe kun je in zo’n korte tijd een boodschap overbrengen op een manier waardoor de ander overtuigd raakt?

Tijdens elke sollicitatie, maar ook in het dagelijks leven, wordt ons vaak gevraagd: “Vertel eens wat over jezelf”. Het beantwoorden van deze vraag vinden de meeste mensen lastig. We zijn gewend om lang en veel te praten. Hierdoor is het ontzettend moeilijk om ineens alleen de het belangrijkste te vertellen. Daarom is het slim om je goed voor te bereiden.

De elevator pitch heeft zijn naam te danken aan de korte tijd die je hebt om je verhaal te doen. Deze tijdsduur stemt ongeveer overeen met de tijd die het duurt om in New York met de lift te gaan. Voordat de liftdeuren openen (30 – 60 seconden) moet het verhaal af zijn en moet je verhaal duidelijk zijn.

In de pitch vertel je kort maar krachtig:

  1. Wie je bent
  2. Wat je te bieden hebt (oplossing)
  3. Wat je toevoegt (voordelen)
  4. Wat je zoekt

Ben je op zoek naar tips over hoe je een elevator pitch moet maken? Klik hier.

Ben je op zoek naar een voorbeeld over hoe een elevator pitch eruit moet zien? Klik hier.

 

2. Starten van je eigen onderneming

2.1 Start je eigen onderneming op!

In dit hoofdstuk gaan we beginnen met het bedenken en uitdenken van je eigen onderneming.. Je gaat een ondernemingsplan schrijven en uitvoeren.

 

Missie en Visie formuleren: Zo doe je het! - 2021 editie

 

 

 

 

Visie

Je droomt misschien al een tijdje over een eigen onderneming en hebt vast nagedacht over hoe jouw onderneming er in de toekomst uit moet zien. Het toekomstbeeld van de onderneming vormt je visie. Een voorbeeld van een visie kan zijn:

"Over vijf jaar wil ik met mijn eetcafé een stabiele factor zijn in het plaatselijke horeca-aanbod. Een restaurant waarover wordt gepraat als je er geweest bent en waar mensen nieuwsgierig naar zijn als ze er nog niet geweest zijn. Het doel is om onze doelgroep te allen tijde weten te prikkelen en het ze keer op keer naar de zin te maken."

Deze visie is belangrijk omdat deze je richting geeft. Op basis van de visie maak je keuzes en formuleer je doelstellingen die je helpen op koers te blijven. Als je weet waar je naar toe wilt, dan kun je alle activiteiten die je onderneemt daarop afstemmen.

 

Missie

De missie geeft aan waarmee jouw onderneming zich bezighoudt en wil bezighouden. In de missie beschrijf je wat de belangrijkste activiteiten zijn van jouw onderneming. Ook beschrijf je op welke markt je actief bent en waar jij en je onderneming voor staan.

 

De missie geeft dus aan waarvoor je staat en de visie geeft aan wat je wil bereiken

Opdracht 2.1.1 Visie

2.2 Duurzaam ondernemen

Tijdens de video leggen wij jou uit wat duurzaam ondernemen betekent. In de video krijg je een aantal vragen die jij moet beantwoorden als toekomstige ondernemer. 

 

Duurzaam ondernemen begint van binnenuit | Mijn Zakengids

Opdracht 2.1.2 Duurzaam ondernemen

Bekijk de Edpuzzle over duurzaam ondernemen. Telkens als de video stopt dan vul je het juiste antwoord in (rechter kolom)

Veel plezier met het kijken naar de video!

Opdracht.2.1.2 Duurzaam ondernemen Edpuzzle

2.3 Johan Cruyff Foundation

In 1997 richtte Johan Cruyff de Johan Cruyff Foundation op. Hij wilde de jeugd in beweging brengen en houden. Daarvoor liet hij voetbalveldjes in steden aanleggen. Bij elk voetbalveldje hangen 14 regels. Regel 5 is 'Initiatief nemen'.

Klik op onderstaande link en bekijk het filmpje van Johan Cruyff

https://www.youtube.com/watch?v=Ac4gp1-nCBc

De bronafbeelding bekijken

 

 

 

 

Opdracht 2.3.1 Open vragen

2.4 Ontwerp je product en ga inkopen doen

Doelgroep
Elke ondernemer moet ervoor zorgen dat er voldoende producten zijn die verkocht kunnen worden. Bij het inkopen van de producten is het belangrijk dat er niet alleen wordt gekeken naar wat je zelf mooi vindt, maar die je klanten mooi vinden en aanspreken. Bij het inkoopproces moet je dus je doelgroep in het ’oog’ houden.

 

Inkopen
Veel bedrijven sturen vertegenwoordigers (accountmanagers) naar de detaillisten toe. Zij proberen zo hun artikelen aan de detaillisten te verkopen. Ook kan een detaillist naar een groothandel toegaan. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de ‘Makro’. Tegenwoordig worden ook veel producten ingekocht via internet. Dit bespaart veel tijd en geld voor de detaillist en de fabrikant.

Het is verstandig om verschillende artikelen met elkaar te vergelijken. Als je op zoek bent naar rode bankstellen, dan is het verstandig om als detaillist eerst verschillende fabrikanten te bezoeken, je wensen kenbaar te maken en te onderhandelen over de kwaliteit en de prijs. Je kunt ook navragen of het artikelen op een milieuvriendelijk manier wordt gemaakt .Als je inkoopt vanuit het buitenland is de kans aanwezig dat het product gemaakt is door kinderen die dit onder zware omstandigheden moesten doen (komt vooral voor in Azië en Afrika). Informeer hier eventueel ook naar. Vervolgens leg je de gegevens naast elkaar en maak je een keuze.

Er is een verschil tussen het product voor het eerst inkopen en herhalingsinkopen. Wanneer je een product voor het inkoopt, maak je goede afspraken met de leverancier over, onder andere, kosten en bespreek je de voorwaarden (eventueel onderhandel je daarover). Dit kost veel tijd. Bij een herhaalinkoop, bestel je de producten tegen de eerder afgesproken voorwaarden en kost het dus veel minder tijd.

 

Leverings-en betalingsvoorwaarden
Niet alleen de prijs en de kwaliteit zijn belangrijk. Wat net zo belangrijk is zijn de leverings-en betalingsvoorwaarden. In deze voorwaarden wordt vermeld hoe, waar en wanneer de levering zal plaatsvinden. Ook regels over de wijze van betalen kan je daarin terugvinden. Vrijwel elk bedrijf heeft leverings-en betalingsvoorwaarden opgesteld.

Opdracht 2.3.2 Inkopen doen

Klink op de onderstaande link aan maak de opdracht.

3 Het maken van je eigen marketingplan

3.1 Doel, markt en organisatie

Wat is marketing?

Simpel gezegd is het alles wat een bedrijf doet om meer producten te verkopen of diensten te leveren.

Als een ondernemer een geweldig idee heeft, dan wil hij daar zo veel mogelijk geld mee verdienen. Om dit te bereiken is het goed om onderzoek te doen, doelen op te stellen en na te denken over de marketingmix. Deze informatie wordt verwerkt in het marketingplan.

 

Het marketingplan

Om een marketingplan op te stellen, moet je een aantal stappen doorlopen. Deze worden hieronder beschreven.

 

Stap 1: Omgevingsonderzoek

In deze eerste stap onderzoekt de ondernemer de interne (binnen) en externe (buiten) omgeving van het bedrijf. Bij een intern onderzoek kijkt hij naar de sterke- en zwakke punten van de onderneming. Hij neemt de ondernemingskwaliteiten mee uit het persoonlijk plan, maar hij kijkt ook naar het product en/of de dienst.

 

Stap 2: Het maken van een SWOT-analyse

De SWOT-analyse is een sterkte en zwakte analyse. Je gaat dan kijken met welke sterke punten (strenghts), zwakke punten (weaknesses), kansen (opportunities) en bedreigingen (threats) jouw onderneming te maken heeft. Deze leid je onder andere af uit je omgevingsonderzoek. De ondernemer maakt een helder overzicht van deze SWOT-analyse door de informatie te plaatsen in een vierkant, zoals in het voorbeeld hieronder:

De interne analyse heeft te maken met wat er in je bedrijf gebeurt. Invloeden van buitenaf, waar je vaak minder vat op hebt, noemen we de externe analyse. De startende ondernemer kan hiermee in één oogopslag zien wat de sterke en zwakke punten zijn, maar ook welke kansen en bedreigingen er om hem heen zijn. De ondenemer bedenkt natuurlijk meteen hoe de zwakke punten op te lossen zijn.

 

 

Stap 3: Marketingdoelen opstellen

Jij als ondernemer hebt nu veel informatie die jij kan gebruiken om doelen te stellen. Marketingdoelen gaan over hoeveel geld je wilt verdienen (omzet), hoeveel producten je wilt verkopen (afzet), hoeveel winst je wilt behalen of bijvoorbeeld over hoeveel naamsbekendheid je wilt creëren.

Je kan doelen voor de korte termijn óf voor de lange termijn opstellen. Doelen op kort termijn zijn bijvoorbeeld: ik wil deze maand 50 x het product verkopen. Op lang termijn zou dit bijvoorbeeld kunnen zijn: ik wil over vier maanden het dubbele aantal van mijn product verkopen. Het is belangrijk dat je jouw doelen zo duidelijk mogelijk opschrijft. Zo weet iedereen binnen jouw bedrijf wat er bereikt moet worden. Als je zegt: "ik wil dat mijn klanten mijn product mooi vinden en thuis gaan gebruiken", dan is het niet duidelijk wanneer jouw doel behaald is. Ook is het niet duidelijk wat "mooi" is.

De doelen moet je dan ook SMART opschrijven. De afkorting SMART staat voor:

  • Specifiek: met specifiek wordt concreet maken bedoeld. "Zoveel mogelijk producten verkopen.", is niet specifiek genoeg, maar: "vandaag 50 producten verkopen" is wel duidelijk.
  • Meetbaar: Meetbaar gaan hand in hand met specifiek. Door te zeggen dat je 50 producten wilt verkopen, kan je precies zien wanneer je dit doel bereikt hebt.
  • Acceptabel: Jij moet zelf jouw doelen accepteren en erachter staan. Als iedereen meewerkt wordt het doel geaccepteerd.
  • Realistisch: Jouw doel moet haalbaar en realistisch zijn. Als 50 producten onmogelijk is om te verkopen in een bepaalde tijd, dan werkt dat niet motiverend. Maar als je te laag inzet is het geen uitdaging meer. Wat is mogelijk en doe daar een schepje bovenop.
  • Tijdgebonden: Door een tijd te binden aan het doel, is het niet meer vrijblijvend. Je wilt het doel namelijk binnen (bijvoorbeeld) één maand behalen. Daarbij is het handig een tijdsbestek te kiezen die niet al te lang duurt (maximaal één maand) of tussendoelen te stellen. Bijvoorbeeld als het uiteindelijke doel over één jaar behaald moet zijn. Op die manier verlies je minder snel je focus. Bovendien zijn kleine succesjes (doelen die behaald zijn) enorme motivators!

Opdracht 3.1.1 SWOT-Analyse

Maak van jouw bedrijf een SWOT-analyse. Schrijf minimaal twee sterke- en zwakke punten op én twee kansen en twee bedreigingen. Deze SWOT-analyse heb je later nodig in je ondernemingsplan

Schrijf minimaal twee marketingdoelstellingen op van jouw bedrijf volgens de SMART-methode.

3.2 Risico's van ondernemen

Risico's 

Er zijn twee misverstanden over lef. Het eerste is: als je lef hebt, trek je je niets aan van risico's. Dat is dus niet waar! Lef hebben is juist het nemen van risico's, niet doen alsof ze niet bestaan. Je brengt de risico's in kaart en bedenkt hoe je er het beste mee kunt omgaan. Net als stuntman Raffael Armbruster. 

Het tweede misverstand is dat mensen met lef niet bang zijn. Dat is dus ook onzin! Lef hebben is juist iets toch doen, ook al ben je bang. Je moet natuurlijk wel onderzoeken of je angst misschien terecht is. In het diepe springen terwijl je niet kunt zwemmen, is geen lef hebben. Dat is vooral dom. Maar ga je voor een groep een presenatie houden terwijl je dat eigenlijk eng vindt, dan heb je lef.

 

 

Opdracht 3.2.1 knikkende knieën

Opdracht knikkende knieën

Een strafschop nemen kan heel spannend zijn. Zeker als er een kampioenschap op het spel staat. Dan kun je wel wat lef gebruiken.

De Tsjechische voetballer Panenka nam een strafschop tijdens de finale van het Europees Kampioenschap in 1976. Als hij zou scoren, was zijn team Europees kampioen.

  • Klik op de link en bekijk het fragment:

 

 

 

 

3.3 De marketingmix toepassen

Ieder bedrijf probeert iets uit te straling, deze uitstraling moet altijd het en overal het zelfde zijn. Dit zorgt voor herkenning. Door alles goed op elkaar af te stemmen kom je het best over bij je doelgroep. Een doelgroep let hierbij op de zogenoemde marketingmix. De marketingmix bestaat uit 6 onderdelen die beginnen met de letter p beginnen.

 

Opdracht 3.3.1 Marketingmix

4. Het financieel plan

4.1 Investeringsplan

In je investeringsbegroting zet je op een rij wat je minimaal aan bedrijfsmiddelen en geld nodig hebt om je bedrijf te starten. Je kijkt 1 tot 3 jaar vooruit. Deze investeringsprognose helpt je om meer overzicht te krijgen. Hiermee krijg je grip op je financiën. Een investeringsbegroting is een onderdeel van je financieel plan.

Een investeringsbegroting bestaat uit bedrijfsmiddelen voor de lange termijn en de korte termijn. Bedrijfsmiddelen in je financiële administratie heten activa.

1. Vaste activa

Bepaal welke vaste activa je hebt. Vaste activa zijn bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in je bedrijf aanwezig zijn. Bijvoorbeeld je computer, inventaris, bedrijfsauto, gestorte waarborgsom of betaalde goodwill bij een overname. Voor sommige investeringen in bedrijfsmiddelen zijn er belastingregelingen die financieel voordeel opleveren.

2. Vlottende activa

Zet je vlottende activa in je investeringsbegroting. Vlottende activa zijn bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar in je bedrijf aanwezig zijn. Denk hierbij aan aanloop- en openingskosten, uitstaande rekeningen aan klanten, voorraden en voorfinanciering btw. Aanloop- en openingskosten zijn eenmalige kosten die je maakt voordat je omzet maakt. Denk aan kosten voor marktonderzoek, notariskosten, advieskosten en kosten voor het laten bouwen van je website. En vaak ook kosten van levensonderhoud in de eerste periode na je start. Terugkerende kosten zoals promotiekosten vallen niet onder aanloop- en openingskosten en staan dus niet op je investeringsbegroting. Deze kosten vermeld je op je exploitatiebegroting. Houd ook rekening met onvoorziene kosten.

3. Onderbouwing

Onderbouw grote investeringen met offertes. Zeker als je op zoek gaat naar externe financiers. Vraag offertes bij 2 tot 3 leveranciers om een keuze te maken.

Voorbeeld investeringsbegroting

Vaste activa    
Machines, apparatuur, gereedschap   8.000  
Computerapparatuur   5.000  
Bedrijfsauto 10.000  
Inventaris (bureau's, kasten)   5.000
TOTAAL Vaste Activa 28.000
     
Vlottende Activa    
Aanloop- en openingskosten   5.000  
Voorraden   5.000  
Voorfinanciering btw   6.000  
Kasgeld   3.000
TOTAAL Vlottende Activa 19.000
     
TOTAAL INVESTERINGEN 47.000

Opdracht 4.1.1

4.2 Financieringsplan

Het financieel plan is het financiële deel van je ondernemingsplan. Het is een hulpmiddel waarmee je voor jezelf bepaalt of je ondernemingsplan financieel haalbaar is. Ook gebruik je het om je financieringsaanvraag voor te leggen aan een of meer financiers. Met je plan overtuig je hen om geld in je bedrijf te investeren. Zo pak je het aan:

 

Wat zet je in een financieel plan?

In het financieel plan geef je in ieder geval antwoord op de volgende vragen:

  • Wat heb ik nodig om morgen een goede start te maken met mijn bedrijf?
  • Hoe zien de verwachte omzet, inkopen en andere kosten eruit?
  • Hoeveel winst verwacht ik de komende jaren te maken?
  • Is het financieel haalbaar?
  • Hoe ga ik mijn bedrijf financieren en tegen welke voorwaarden?
  • Wat gebeurt er per maand op mijn zakelijke bankrekening? Kom ik niet in de knoop met de inkomsten en uitgaven?

Bekijk hieronder het filmpje over het belang van een financieel plan.

4.3 Exploitatiebegroting

Bij de start van je bedrijf maak je begrotingen zodat je goed zicht hebt op je totale financiën. Je zakelijke financiën staan niet los van je bestaande privé-inkomsten en uitgaven. Je maakt een zakelijke begroting en een privébegroting. Dan heb je de basis voor je geldzaken op orde.Als ondernemer krijg je te maken met wisselende inkomsten. Een groot deel van je uitgaven ligt al vast. Maak daar een overzicht van in je privébegroting. Neem je huidige uitgaven als uitgangspunt. Dan weet je welk bedrag je nodig hebt om op dezelfde voet verder te leven als je een onderneming start.

Hierbij een voorbeeld van een exploitatiebegroting.

4.4 Liquiditeitsbegroting

Er moet geld zijn om producten te kunnen kopen of personeel te betalen. Vaak moet je eerst geld uitgeven, voordat je geld ontvangt. Er moet dus wel genoeg geld zijn om uitgaven te kunnen doen. In een liquiditeitsbegroting staan de verwachte ontvangsten en uitgaven in een periode.

Voorbeeld

Jan start een onderneming die kaarsen verkoopt aan consumenten. Hij voorspelt de volgende opbrengsten en uitgaven voor de komende 10 weken:

Opbrengsten

  1. Storting aandelenkapitaal 60 aandeelhouders, elk € 10,- (week 1);
  2. Verkoopopbrengsten week 2 t/m 9, elke week € 500,-;
  3. Rente week 10 à € 6,50,-.

Verwachte uitgaven

  1. Verpakkingsmateriaal € 120 (week 1) en € 150 (week 5);
  2. Personeelkosten 10 weken lang, elke week € 40,-;
  3. Overige kosten € 130 (week 1) en elke andere week € 30,-;
  4. Crediteuren (leveranciers) week 5, 7 en 9 steeds € 900,-
  5. Af te dragen BTW week 10 € 470,-

De liquiditeitsbegroting voor dit voorbeeld zou er als volgt uitzien:

Bij week 1 zie je bij saldo betalingsmiddelen staan: € -. De reden hiervan is omdat je dan nog geen geld hebt opgebouwd. Je begint als het ware met € 0. Er had in plaats van het "-" dan ook het getal "0" kunnen staan.

 

We schrijven als eerst de ontvangsten op en daarvan berekenen we het totaal onder totale ontvangsten. Vervolgens schrijven we de betalingen op en ook hier rekenen we het totaal vanuit. De som die we maken is dan vervolgens:

Saldo betalingsmiddelen (oud) +  totale ontvangsten - totale betalingen = saldo betalingsmiddelen (nieuw)

Vervolgens schrijven we het nieuwe saldo van de betalingsmiddelen bovenaan op bij de nieuwe week. De rekensom begint vervolgens weer opnieuw.

5. Ondernemersplan opstellen

5.1 Het ondernemersplan

Je gaat nu beginnen aan jou onderneminsplan. Een goede voorbereiding vergroot je kans op succes. Een ondernemingsplan geeft je inzicht in je ondernemersvaardigheden, doelen, marktpositie en de haalbaarheid van je idee.

En wat staat er in een ondernemingsplan?

De 3 belangrijkste onderdelen van je ondernemingsplan komen aan bod:

1. Jij en je onderneming

Je begint je ondernemingsplan met informatie over jou en je bedrijf. Wie ben jij? Wat is jouw drive? En wat zijn jouw ondernemersvaardigheden?

Persoonlijke gegevens

Met je ondernemingsplan presenteer jij jezelf aan bijvoorbeeld een bank of andere investeerders. Zij kijken namelijk niet alleen naar je idee, maar ook naar wie jij bent en wat je al gedaan hebt.

Schrijf je basisgegevens op, zoals je naam, adres, woonplaats, gezinssamenstelling, rijbewijs, opleidingen, vorige werkgevers. Eigenlijk staat in dit deel van je plan alles wat je ook in een cv zet.

2.  Je marketingplan

In dit deel van je ondernemingsplan ga je in op je doelgroep en de markt. Het marketingplan is een planmatige aanpak om je product of dienst onder de aandacht te brengen bij je (potentiële) klanten. Je maakt de doelstellingen uit je ondernemingsplan concreet.

3. Het financieel plan

Het financieel plan is het financiële deel van je ondernemingsplan.

Je financieel plan bestaat uit 4 deelbegrotingen. De investeringsbegroting en de financieringsbegroting vormen samen de beginbalans van je bedrijf. Hierin geef je aan welke investeringen nodig zijn om te starten en hoe je de financiering wilt regelen.
In de exploitatiebegroting staan de verwachte opbrengsten en kosten over een bepaalde periode. Met de liquiditeitsbegroting zie je of je op elk moment voldoende geld hebt om aan je betalingsverplichtingen te voldoen. Afhankelijk van je bedrijfsvorm en jouw situatie maak je ook een privé-begroting.

 

6. Organisatie van een bedrijf

6.1 Organisatie structuur

ORGANISATIESTRUCTUUR ORGANISATIE STRUCTUUR F M P G indeling  Matrix-organisatie Matrix divisie unit

 

Organisatiestructuur is de wijze waarop taken binnen een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop vervolgens afstemming tussen deeltaken tot stand is gebracht. Het heeft dus te maken met de verdeling van activiteiten over afdelingen en de taken van de werknemers.

6.2 Hiërarchische niveaus

Een hiërarchie is een manier om personen, objecten of gegevens te ordenen volgens asymmetrische relaties daartussen, waarbij meerderen met minderen worden verbonden. Deze activiteit wordt ook wel classificatie genoemd.

Elk element in een hiërarchie kan vanaf een ander element bereikt worden door een relatie in een bepaalde richting te volgen, maar het is niet mogelijk om bij een bepaald element terug te komen door de relaties altijd in een bepaalde richting te volgen. Een hiërarchie kan daarom worden weergegeven met behulp van een gerichte, acyclisch verbonden graaf.

Een hiërarchie heeft een boomstructuur.

Hiërarchisering is het proces dat ontstaat als er binnen een organisatie een hiërarchische rangschikking ontstaat.

SOORTEN PROCESSEN procesdenken procesindeling procesclassificatie  hierarchisch processchema HPS

6.3 Taken en verantwoordelijkheden van een manager

House of Control

Opdracht Quizlet

Hieronder zijn een aantal vragen die beschrijven wat een organisatie nodig heeft.

Vul de Quizlet in en kijk wat jij al weet van een organisatie

https://quizlet.com/_8qpxlp?x=1jqt&i=347mi9

Bronnen

Edpuzzle. (z.d.). www.edpuzzle.com https://edpuzzle.com/content

digitale didctiek. (2006, 20 april). digitale didactiek. https://www.digitaledidactiek.nl/index

Vernieuwenderwijs. (2015). Vernieuwenderwijs. https://www.vernieuwenderwijs.nl

Digitaal ondernemen (2019). Digitaal ondernemen. https://digataalondernemen.nl

Codenamefuture (z.d.) https://codenamefuture.nl/ondernemend gedrag

Mindmeister. www.mindmeister.com https://mindmeister/maps

 

  • Het arrangement Managment en ondernemerschap in de sector GW is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Yannick van de Pol
    Laatst gewijzigd
    2020-11-06 15:41:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Woordweb
    https://mm.tt/1218385978?t=9vgmawq6Od
    Link
    Opdracht.2.1.2 Duurzaam ondernemen Edpuzzle
    https://edpuzzle.com/media/5fa12f7dd60e7d4172624c2e
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.