Training Informatievaardigheden 1 - HRM

Training Informatievaardigheden 1 - HRM

Introductie

In deze training leer je hoe je, op een slimme en snelle manier, betrouwbare informatie vindt die relevant is voor je studie.
Bekijk het filmpje en/of neem de bijgevoegde kenniskaart door. Dan weet je wat je kunt verwachten.
En je hoeft het niet allemaal alleen te doen. Afhankelijk van wat er met jouw opleiding is afgesproken, staat er misschien al een webinar, online spreekuur of werksessie gepland.
Bovendien blijft deze training online beschikbaar dus je kunt altijd terugkomen om nog even iets terug te zoeken of een specifiek onderdeel nog eens te herhalen.

Succes!

Introductie (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Downloads:

Open bestand Kenniskaart Introductie

Open bestand DWD_Kenniskaart introductie

Voorkennis

In deze fase kun je testen hoeveel je zelf al weet. Dit doen we om te beginnen aan de hand van een korte quiz. Vervolgens bekijk je het introductiefilmpje onder Informatiebronnen. In plaats daarvan of daarnaast kun je ook de bijbehorende instructietekst/kenniskaart lezen.

Quiz

Informatiebronnen

Als je op zoek gaat naar informatiebronnen moet je om te beginnen weten welke soorten je kunt onderscheiden.

Informatie is er in verschillende soorten en maten. Bedenk wat voor soort informatie je zoekt, de meest recente kennis vind je niet in een encyclopedie.

Het is belangrijk dat de informatiebron die je kiest goed aansluit bij je vraag. Let op de inhoud. Heb je actuele informatie nodig, achtergrondinformatie, zijn feiten voldoende of ben je op zoek naar wetenschappelijk onderzoek?

Je kunt ook letten op het niveau van de informatie. Sommige publicaties zijn bedoeld voor de wetenschap, andere richten zich juist op een groot publiek. Misschien ben je op zoek naar vakinformatie?

Hieronder vind je een video over informatiebronnen en vervolgens uitgebreidere informatie over welke soorten informatiebronnen er zijn.

Informatiebronnen (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Verschillende soorten informatiebronnen
Voor je onderzoeksvraag kun je onder meer zoeken in de onderstaande bronnen:

Naslagwerken
Hierbij kun je denken aan (gedrukt en online) encyclopedieën of woordenboeken.
Encyclopedieën worden gebruikt om snel beknopte informatie over een onderwerp te vinden. De meest bekende internetencyclopedie is Wikipedia.
Voorbeeld van een woordenboek is Van Dale.

Databanken
Een databank is een digitale verzameling gegevens. In een databank vind je kwalitatief hoogwaardige informatie die op een gestructureerde manier wordt weergegeven. De mediatheek van Fontys sluit (betaalde) licenties af met uitgevers voor toegang. Je kunt ze op de campus benaderen en meestal ook vanuit huis. De mediatheek heeft licenties op zowel multidisciplinaire databanken als vakspecifieke databanken. Een selectie van de databanken kun je vinden op de pagina die we voor je opleiding hebben gemaakt (Moller Tilburg). Studenten van locatie de Witte Dame kunnen deze pagina bekijken.

Catalogi
In catalogi vind je bibliografische informatie. Dat wil zeggen dat je er de beschrijving van de bronnen (boeken, e-boeken, tijdschriften) en bijvoorbeeld ook de plaatsing van de bronnen vindt. Een voorbeeld is de Fontyscatalogus.

Tijdschriften
Tijdschriften zijn er in gedrukte en ook steeds meer in digitale vorm. Je kunt een onderverdeling maken:

  • Populaire tijdschriften richten zich op een breed publiek. Voorbeelden zijn Elsevier en Vrij Nederland.
  • Vaktijdschriften bevatten informatie over een bepaald vakgebied, gericht op beroepspraktijk.
  • In wetenschappelijke tijdschriften vind je artikelen geschreven door wetenschappers op een bepaald vakgebied. Deze zijn vaak voor de publicatie beoordeeld door vakgenoten; dat laatste noemen we 'peer review'.  Onderzoeksresultaten en nieuwe inzichten worden vaak het eerst verspreid via wetenschappelijke tijdschriften.

Kranten
Kranten bieden actuele informatie over recente gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld. Nederlandse kranten zijn online te vinden in Nexis Uni. Voor buitenlandse kranten kun je kijken in PressReader.

Scripties
Als je zelf met onderzoek aan de slag wilt gaan kun je voor inspiratie kijken naar scripties van oud studenten. Voor hbo-scripties kun je zoeken in de HBO Kennisbank.

Statistieken
Statistische gegevens gebruik je om je onderzoek of rapport met cijfermatig materiaal te onderbouwen. Kijk bij CBS voor Nederlandse en bij Statista voor internationale cijfers.

Websites
Je kunt veel verschillende soorten van informatiebronnen vinden op internet. Je moet zelf bepalen of de informatie bruikbaar (betrouwbaar!) is voor jouw doel.

Sociale media
Op internet vind je veel informatiebronnen via social media. Sociale mediakanalen die je kunt raadplegen zijn bijvoorbeeld interessante twitteraars, LinkedIngroepen of blogs op jouw vakgebied.

Boeken
Naast woordenboeken, handboeken en lesmethoden, vind je in de mediatheek vooral boeken met specifieke vakliteratuur die aansluit bij jouw opleiding. Je vindt zowel gedrukte als digitale boeken in de Fontyscatalogus.

Beeld en geluid
Informatie wordt natuurlijk niet alleen maar geschreven: audiovisueel materiaal kan ook heel veel nuttige informatie bevatten. Denk bijvoorbeeld aan documentaires en actualiteitenprogramma’s op televisie. De databank Beeld en Geluid op school biedt toegang tot streaming video, dat is audiovisueel materiaal dat je via het internet kunt bekijken.


Downloads:

Open bestand Kenniskaart Informatiebronnen

Open bestand DWD_Kenniskaart Informatiebronnen (HRM)

Afsluitende oefening Voorkennis

Definiëren

Een goed begin is het halve werk is een cliché maar daarom niet minder waar. Deze fase is een intensieve fase waarin je van het scherp formuleren van je onderwerp komt tot het opstellen van een zoekplan. Maar daar heb je dan ook heel je onderzoek profijt van!

 

Onderwerp formuleren

Om te komen tot je onderwerp, zul je je eerst zo breed mogelijk moeten oriënteren: Welk onderwerp ga je kiezen? En hoe pak je je eerste verkenning aan? Om dit in kaart te brengen, kun je bijvoorbeeld een mindmap maken. Onderaan de pagina kun je deze mindmap ook downloaden.

 

Gebruik de mindmap als checklist om je onderwerp beter in kaart te brengen.

Downloads:

Open bestand Mindmap Onderwerp oriënteren

Onderzoeksvraag vertalen naar literatuurvraag

In de vorige stap heb je je breed georiënteerd op je onderwerp. Om in de volgende stap in staat te zijn je onderwerp af te bakenen, moet je nu scherper gaan definiëren wat je precies zoekt. Bekijk het filmpje en download eventueel de kenniskaart als hulpmiddel.

Tip: Hierbij moet je er ook al rekening mee houden hoe je je eindresultaat wilt presenteren!

Je onderzoekvraag vertalen naar een literatuurvraag (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Fontysstudenten kunnen gebruik maken het programma van Mindmanager 2018 (te vinden in het Fontys Applicatieportaal, kijk hier voor meer info)

Downloads:

Open bestand Invulkaart Onderzoeksvraag vertalen naar literatuurvraag

Open bestand DWD_Invulkaart IV Fase 2 Onderzoeksvraag vertalen naar literatuurvraag

Onderwerp afbakenen

Als je je onderwerp hebt vastgesteld en je een eerste oriëntatie gedaan hebt, kom je er al snel achter dat je het onderzoek moet afbakenen. Afbakenen houdt in dat je de kernelementen van je vraag gaat definiëren. Hierdoor wordt het duidelijker waar je naar op zoek bent en kun je dus je zoekactie gerichter uitvoeren.

Er zijn verschillende manieren om je onderwerp af te bakenen. Bijvoorbeeld volgens de onderstaande aspecten:

Deelonderwerp: Definieer het onderwerp scherper, maak het meer specifiek;

Plaats: Kijk naar een bepaalde plaats, regio of land;

Tijd: Baken de periode af met een duidelijk begin en een eind;

Invalshoek: Bedenk vanuit welk perspectief je het onderzoek benadert. Je kunt denken aan het sociaal-economisch, statistisch, historisch of marketing-aspect;

Activiteit: Probeer te denken in relevante werkwoorden;

In onderstaand voorbeeld was het startpunt dat je een onderzoek wilt doen naar biologisch fruit. Dit kun je nog op deze manier afbakenen:

Voorbeeld

Deelonderwerp: Biologische appels is een net iets specifieker onderwerp.

Plaats: Je kijkt naar een bepaalde plaats, regio of land, in dit voorbeeld zou dit de Betuwe kunnen zijn.

Tijd: Je kunt afbakenen naar een bepaalde periode, bijvoorbeeld de laatste vijf jaar.

Invalshoek: Vanuit welk perspectief benader je het onderzoek. Je kunt denken aan het sociaal-economisch,   statistisch, historisch of marketing-aspect.

Activiteit: Hierbij kun je denken aan produceren, consumeren, distribueren enz.

Voorbeeldresultaat: De consumptie van biologische appels in  Nederland in de periode van 2010-2018.

Hoofd- en deelvragen formuleren

De belangrijkste onderzoeksvraag is de hoofdvraag. Hierop geef je antwoord in je scriptie door onderzoek te doen. Het is dus heel belangrijk deze vraag goed te formuleren

Hoofd- en deelvragen formuleren (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Hoofdvraag
Een goede onderzoeksvraag geeft antwoord op vragen als:

  • wie;
  • wat;
  • waar;
  • wanneer;
  • hoe.

Een goede vraag herken je aan de volgende aspecten:

  • De vraag is duidelijk. Ook de begrippen in de vraag zijn helder;
  • De vraag is specifiek. Je wilt immers gericht kunnen zoeken. Bij een te algemene, brede, slecht afgebakende vraag verdwaal je snel in een brij aan informatie;
  • De vraag is relevant. Het antwoord op de vraag moet dan ook direct bijdragen aan de oplossing van je “informatieprobleem” en het behalen van je doelstelling;
  • De vraag is “open” gesteld. Het is dus geen vraag waarop alleen “ja” of “nee” het antwoord kan zijn. Begin je vraag met: hoe, wat, waar, enzovoort.

Pas wanneer je een specifieke vraag hebt geformuleerd die duidelijk maakt wat je precies wilt weten, kun je gericht en effectief zoeken.

Deelvraag
Je hoofdvraag kan uiteenvallen in één of meer deelvragen. Een deelvraag kan je helpen bij het beantwoorden van je hoofdvraag.

Voorbeeld

Hoofdvraag

Welk beleid dient het bedrijf waar je werkt te hanteren om de internationale concurrentiepositie te versterken?

Deelvragen:

  1. Wat zijn de sterke en zwakke punten van je bedrijf vanuit internationaal perspectief?
  2. Wat is het huidige beleid van je bedrijf ten aanzien van het versterken van haar internationale concurrentiepositie?

Overzicht maken van zoektermen

Nu je je hoofd- en je deelvragen scherp hebt, moet je op zoek naar antwoorden. Hiervoor is een goede zoekterm het halve werk. Maar hoe kom je aan goede zoektermen? Bedenk er zoveel mogelijk en blijf variëren. Met onderstaande tips helpen we je op weg:

Tips voor het formuleren van goede zoektermen:

  1. Gebruik de kernwoorden uit je hoofd- en deelvragen;
  2. Bedenk en zoek op internet voor ieder woord synoniemen;
  3. Bedenk verwante termen;
  4. Noteer de kernwoorden uit bronnen die je al hebt gevonden;
  5. Bekijk de literatuurlijsten in bronnen die je al hebt gevonden;
  6. Verzamel namen van auteurs, tijdschriften en organisaties;
  7. Denk in termen van het te vinden stuk (bijvoorbeeld; interviews, beleidstukken);
  8. Let goed op schrijfwijzen van zoektermen. Is het bijvoorbeeld:
    fair trade, fair-trade of fairtrade?

Voor het zoeken naar synoniemen kun je gebruik maken van inleidingen op het onderwerp,
van woordenboeken maar ook van websites als Synoniemen.net. Ook Wikipedia kan in de oriënterende fase handig zijn om zoektermen te vinden die over jouw onderwerp gaan.

Engelstalige zoektermen
Maak hiervoor gebruik van:

Mindmap maken
Het maken van een Mindmap kan handig zijn bij het bedenken van goede zoektermen .
Kijk maar in het voorbeeld hieronder.

Downloads:

Open bestand Kenniskaart Overzicht zoektermen

Open bestand DWD_Kenniskaart IV Fase 2 Overzicht zoektermen

Open bestand Voorbeeld Mindmap zoektermen

Zoekplan opstellen

Zoeken naar betrouwbare informatie is het meest effectief wanneer je dit op een gestructureerde manier doet. De invulkaart voor het opstellen van een zoekplan, die je hieronder kunt downloaden, kan je hierbij helpen. Hiermee doorloop je de volgende stappen:

  1. Het formuleren van de zoekvraag;
  2. Globale afbakening van het onderwerp;
  3. Orientering op het onderwerp;
  4. Opstellen definitieve lijst 'zoekwoorden';
  5. Zoeken in catalogi, databanken, internet;
  6. Verzamelen publicaties/informatie.

Gebruik het als een hulpmiddel, je hoeft het niet helemaal in te vullen, gebruik alleen dat wat voor jou van toepassing is.

Downloads:

Open bestand Invulkaart zoekplan opstellen

Open bestand DWD_Invulkaart IV Fase 2 Zoekplan opstellen

Afsluitende oefening Definiëren

Zoeken

Met behulp van je zoekplan, weet je waar je naar wilt zoeken maar hoe ga je nu slim zoeken? In deze fase ga je je zoekmethode bepalen, een zoekstrategie formuleren en helpen we je op weg naar de juiste databanken. Vergeet niet alles wat je vindt goed vast te leggen, ook wáár je het gevonden hebt, daar heb je later in je onderzoek alleen maar profijt van!

Zoeken: een introductie (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Zoekmethode bepalen

Welke zoekmethode je het beste kunt gebruiken, hangt af van het onderwerp van je onderzoek en van de soort tekst die dit moet gaan opleveren (bijv. artikel, essay of scriptie). In veel gevallen zul je een combinatie van methodes gebruiken.

Bekijk dit filmpje om te starten met zoeken

Slim zoeken (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

In de volgende stap lichten we de verschillende zoekmethodes toe.

Zoekstrategie formuleren

In dit onderdeel lichten we verschillende zoekmethodes toe, zodat je weet welke zoekmethode of combinatie van zoekmethodes je het beste kunt gebruiken.

Best match methode / Quick & dirty

De best match methode is een goede methode om te gebruiken in de oriëntatiefase. Je weet dan misschien nog niet precies welke zoektermen te gebruiken. In de zoekbalk vul je zoveel mogelijk relevante termen achter elkaar in. De best match methode werkt het beste wanneer je veel termen intikt. Wanneer je nog niet systematisch zoekt kan deze methode al snel wat zoekresultaten opleveren.

Parelgroeimethode

Kijk of de zoekresultaten (websites/documenten), gevonden met de Best Match methode, misschien betere zoektermen bevatten die je dan vervolgens kunt gebruiken om verder te zoeken. Een auteur die vaak voorkomt bij de eerste zoekresultaten is bijvoorbeeld een goede zoekterm.

Bouwsteenmethode

Bij deze methode haal je de kernelementen (bouwstenen) uit de zoekvraag. Voor elk element ga je zoektermen bepalen. Denk o.a. aan verwante termen, bredere en nauwere termen, synoniemen etc. Zet deze elementen en termen in een schema.

Sneeuwbalmethode

Bij de sneeuwbalmethode maak je gebruik van literatuurverwijzingen. Bij veel publicaties, zowel online als op papier, vind je aan het einde een literatuurlijst. Hierin vind je een overzicht van de gebruikte literatuur en/of aanbevelingen van de auteur voor interessante literatuur over het onderwerp. Deze kun je gebruiken om verder te zoeken.

Citatiemethode

Er zijn zoekmachines (bv. Google Scholar) die bij de zoekresultaten aangeven door welke andere informatiebronnen de betreffende bron is geciteerd. Dit is een goede manier om actuelere relevante literatuur te zoeken.

Downloads:

Open bestand Kenniskaart Zoekstrategie formuleren

Open bestand DWD kenniskaart zoekstrategie

Informatiebronnen gebruiken

Je weet nu wat je wilt weten en je hebt je zoekstrategie bepaald. Maar welke informatiebronnen horen daarbij? Bekijk het filmpje, bekijk je opleidingspagina en gebruik de zoekhulp.

Introductie informatiebronnen HRM. Klik op de link voor de video.

Bronnenpagina
Voor de opleiding HRM is een speciale bronnenpagina gemaakt. Daar kun je beginnen. Kom je er met behulp van deze pagina nog niet uit, neem dan contact op met de mediatheek.

Zoekhulp: waar vind je welke informatie?
Bekijk onze suggesties voor het vinden van allerlei soorten materiaal in de digitale Fontys mediatheek in onderstaand document.

Open bestand Digitale Mediatheek DWD_Wat waar vinden

Geavanceerde zoekopties gebruiken

Simpelweg zoektermen intypen is niet genoeg om te vinden wat je zoekt, je moet daar goed over nadenken. Kies of combineer je zoektermen op een slimme manier. Bekijk het filmpje om te leren hoe je dit doet en ga aan de slag met de tips.

Booleaans zoeken (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Booleaanse operatoren

Voor het zoeken in diverse databanken kun je gebruik maken van zogenaamde Booleaanse operatoren. De belangrijkste zijn de onderstaande:

Booleaanse operatoren


Meer zoektips

  • “dubbele aanhalingstekens”
    Als je exact wilt zoeken op een bepaalde woordcombinatie kun je bij veel zoekmachines of databanken hier gebruik van maken.
    Voorbeeld: “circulaire economie”.
  • Tekens als * of ?
    Trunceren (* gebruiken) kun je doen door een of meer letters van een woord te vervangen.
    Voorbeeld: School*   staat dan in de zoekmachine gelijk aan schoolbank schoolklas schoolverzuim enz..
  • Wildcards (? gebruiken) kun je inzetten als je in een woord een of meer letters wilt vervangen.
    Voorbeeld: bur?stoel   beide schrijfwijzen ( burostoel en bureaustoel ) worden meegenomen door de zoekmachine.

Kijk in de handleiding van een zoekmachine of databank welke zoekopties worden ondersteund en hoe.

In de Kenniskaart zoekcommando’s hebben we de meest gebruikte zoekopties op een rij gezet.
Hoe goed kun jij zoeken in Google? Kijk eens naar de kenniskaart vol met tips en tricks over het zoeken in Google.

Downloads:

Open bestand Kenniskaart Zoekcommando's

Open bestand DWD_Kenniskaart Zoekcommando's

Open bestand Kenniskaart Google tips & tricks

Open bestand DWD_Kenniskaart IV Google tips en tricks

Informatie vastleggen

Let erop dat je een manier vindt die voor jou handig is om je informatie vast te leggen. Bijvoorbeeld maak een Word-document, maak bladwijzers aan, gebruik een tool zoals Mendeley of Endnote of een online notitieblok zoals OneNote. Noteer welke informatiebronnen je gebruikt en met welke zoektermen je gezocht hebt. Leg het zodanig vast dat je het later terug kunt vinden!

Wie niks heeft vastgelegd, heeft niet gezocht! Of in ieder geval niets gevonden...

Afsluitende oefening Zoeken

Selecteren en beoordelen

Je hebt in de vorige fase materiaal gezocht en gevonden op basis van het eerder geformuleerde onderwerp en op basis van een zoekplan. Maar is alles wat je gevonden hebt ook bruikbaar? Is het betrouwbaar? Actueel? Heb je voldoende om al je hoofd- en deelvragen te beantwoorden? En als bronnen elkaar tegenspreken hoe ga je daar dan mee om?

 

Betrouwbaarheid/bruikbaarheid beoordelen

Om een informatiebron te beoordelen kun je jezelf de onderstaande vragen stellen.
Hiervoor vind je onderaan deze pagina diverse checklists.

Actualiteit

  • Is de informatie nog geldig?
  • Wanneer is het materiaal uitgegeven? Is de inhoud daarmee verouderd?
  • Is deze informatie nog juist? Komt het overeen met andere bronnen?

Relevantie

  • Geeft de informatie antwoord op jouw onderzoeksvraag?
  • Is de informatie van het gewenste niveau?

Autoriteit

  • Wie is de auteur? Is dit een deskundige? Is hij/zij nog actief op dit vakgebied?
  • Van welke organisatie of instelling komt de informatie? Wat zegt dit over de kwaliteit?

Accuraatheid

  • Bevat de bron vooral feiten of meningen? Worden meningen met feiten onderbouwd?
  • Is de informatie volledig? (Alle invalshoeken worden benaderd)?
  • Is deze informatie juist? Komt het overeen met andere bronnen?
  • Is de informatie controleerbaar? Bevat deze literatuurverwijzingen?

Doel

  • Wat is de bedoeling van de informatie? (Informeren, verkopen, overtuigen)?
  • Wat is de doelgroep?
  • Is de bedoeling duidelijk?
  • Betreft het informatie, mening of propaganda?

 

Checklists

Er zijn per type bron verschillende checklists beschikbaar:

Open bestand Invulkaart website beoordelen

Open bestand DWD_Invulkaart-website-beoordelen

Open bestand Invulkaart boek beoordelen

Open bestand DWD_Checklist-boek-beoordelen

Open bestand Invulkaart tijdschriftartikel beoordelen

Open bestand DWD_Invulkaart-tijdschriftartikel-beoordelen (HRM)

Scannen op hoofdlijnen

Bij het lezen van een artikel of andere tekst, oftewel je informatiebron, gaat het om twee dingen: verwerken van informatie en zoeken naar antwoorden. Zoek daarvoor in de tekst naar de belangrijke stukken en begrippen. Om deze te vinden ga je de tekst om te beginnen globaal scannen op hoofdlijnen.

Om snel een beeld te krijgen, kun je bijvoorbeeld:

  • eerst de koppen van de alinea’s lezen;
  • de eerste en laatste zin van de alinea lezen;
  • zoeken in de tekst naar belangrijke woorden. Gebruik hiervoor bv. de functie ctrl-F.

Kernvraag is vervolgens: heb je in deze bron voldoende en de juiste informatie gevonden om je vragen te kunnen beantwoorden?

Vragen die hierbij kunnen helpen zijn:

  • sluit de informatie aan bij de vraag?
  • sluit het taalgebruik aan?
  • is de structuur van de tekst helder?
  • hoe actueel is de informatie?
  • voldoet de hoeveelheid geboden informatie?

 

Wil je hier meer over weten? Kijk dan eens op onderstaande website:

Ga voor verdieping naar de site van Academy of Minds

 

Afsluitende oefening Selecteren en beoordelen

In deze oefening ga je een webpagina beoordelen op mogelijke (on)betrouwbaarheid. 

Verwerken

In dit onderdeel leer je hoe je plagiaat voorkomt en leer je de correcte regels voor bronvermelding conform de APA-richtlijnen. Wanneer je informatie van anderen gebruikt, of dit nu informatie uit een boek of van een website is, een afbeelding of een gesprek met een deskundige, dan hoor je dit duidelijk te maken door de juiste bronvermelding. Vermeld je gebruikte bronnen niet, of incorrect, dan pleeg je plagiaat. Dit heeft consequenties o.a. voor de goedkeuring van je werk.

Richtlijnen voor bronvermelding

Doel van bronvermelding
In de tekst is duidelijk wat je zelf zegt en wat de gebruikte bronnen beweren. Daarmee doe je je bronnen recht.

Bronvermeldingen in de tekst en de bronnenlijst stellen de lezer van jouw werk in staat zelf de bronnen terug te vinden en te controleren of ze juist gebruikt zijn. Belangrijk dus om het op de juiste manier te doen.

Bronvermelding maakt duidelijk:

  • Welke bronnen je hebt gebruikt;
  • Of je de bronnen correct hebt weergegeven;
  • Of je gevarieerde bronnen hebt gebruikt;
  • Of er bronnen ontbreken.

 

Correcte bronvermelding
Er bestaan meerdere stijlen voor bronvermelding. Veel Fontysopleidingen hanteren de APA-richtlijnen. Deze zijn afkomstig van de American Psychological Association (APA). Op de pagina van Mediatheek Moller over bronvermelding vind je info over de publicatie: De APA-richtlijnen uitgelegd: Praktische handleiding voor bronvermelding in het hoger onderwijs. Hierin staan alle regels uitgelegd met voorbeelden uit de praktijk. Deze publicatie is gratis te downloaden.

Op dezelfde pagina vind je ook een handleiding over het toepassen van de APA-richtlijnen als je Word gebruikt.

Bij het verwerken volgens de APA-richtlijnen ga je als volgt te werk:

  1. Bepaal eerst het soort bron, bijvoorbeeld een boek of een tijdschriftartikel;
  2. Verwijs naar deze bron in de lopende tekst;
  3. Neem de bron op in de bronnenlijst.

Meer hierover in de volgende twee stappen.

Bronvermelding in lopende tekst

In een tekst kun je op twee manieren naar bronnen verwijzen: door een citaat of een parafrase.
In onderstaande clip en tekst leggen we je uit hoe je dit correct doet.

 

APA bronvermelding in tekst (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

 

Wanneer is er sprake van een citaat en wanneer van een parafrase?

Bij een citaat neemt de maker (een gedeelte van) het originele document letterlijk over, bij een parafrase wordt de inhoud van het originele document in eigen woorden beschreven. In beide gevallen is bronvermelding verplicht.

Hoe wordt in de tekst verwezen naar een citaat of parafrase?

Een kort citaat (40 woorden of minder) staat tussen dubbele aanhalingstekens “…”.
De tekst van een citaat langer dan 40 woorden wordt ingesprongen (blokcitaat). Tussen haakjes
worden auteur(s), jaartal en paginanummer genoemd.

Een parafrase staat nooit tussen aanhalingstekens. Tussen haakjes worden auteur(s) en jaartal genoemd. Het noemen van het paginanummer is niet verplicht maar mag wel.

Voorbeeld

  • Voorbeeld citaat “De eerste stap die je neemt, is in feite een probleem- en situatieanalyse”(Migchelbrink, 2012, p. 68)…
  • Voorbeeld parafrase Voor het onderzoek wordt aangeraden eerst het probleem of de situatie te analyseren (Migchelbrink, 2012).

 

Meer informatie over citaat en parafrase zie uitleg pag. 16 t/m 19 van De APA-richtlijnen.

Bronnenlijst samenstellen

In de bronnenlijst kan de lezer terugvinden welke bronnen je hebt gebruikt en waar deze te vinden zijn. In onderstaande clip en tekst leggen we je uit hoe je zo'n lijst correct samenstelt.

APA bronnenlijst (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)

Hoe stel je een bronnenlijst samen?

De bronnenlijst bevindt zich aan het einde van de tekst als nieuw hoofdstuk, voor de eventuele bijlagen. De lijst is alfabetisch, ongeacht de herkomst van de bron en bestaat dus niet uit aparte rubrieken met boeken, artikelen, webpagina’s, etc.

Het doel van de lijst is dat de lezer de bron waarnaar is verwezen kan terugvinden. In een bronnenlijst staan alleen verwijzingen die door de lezer kunnen worden geraadpleegd, daarom worden interviews, e-mails, persoonlijke gesprekken, lessen, workshops, etc. niet genoemd. Er kan wel naar verwezen worden in de tekst als persoonlijke communicatie.

Voorbeelden:

Boek:
Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het boek: Ondertitel. Uitgeverij.

Van Dam, N. H. M., & Marcus, J. A. (2015). Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management (8ste druk). Noordhoff.

Tijdschriftartikel:
Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het artikel: Ondertitel. Naam tijdschrift, jaargang(nummer), xx-xx.

Van Hulst, M. (2016). Politieverhalen in pauzes en de rol van leidinggevenden. Het Tijdschrift voor de Politie, 78(10), 16-20.

Website:
Auteur, A. (jaar, dag maand). Titel van de webpagina. Geraadpleegd op dag maand jaar, van http://url Webpagina

Mooy, G. (2014, 6 oktober). Wat moet Nederland doen tegen ebola? Geraadpleegd op 9 mei 2019, van http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/28908_wat_moet_nederland_doen_tegen_ebola/

Meer uitleg en voorbeelden vind je in de onderstaande Kenniskaart APA-richtlijnen.

Open bestand Kenniskaart APA-richtlijnen

Open bestand Verwijswijzer APA-richtlijnen

Afsluitende oefening Verwerken

Presenteren & Evalueren

Presenteren

Het onderwerp presenteren behoort niet tot deze basistraining informatievaardigheden 1, maar toch enkele opmerkingen hierover:

De manier van presenteren is afhankelijk van de instructies binnen je opleiding. Mischien is de opdracht een artikel te schrijven, vragen ze je een filmpje te maken of de gevonden informatie te verwerken in een andere vorm.

Ben je al bezig met afstuderen?
Je afstudeerscriptie kan, afhankelijk van de afspraken binnen je opleiding, gepubliceerd worden in de HBO-Kennisbank.

Evalueren

Evalueren is heel belangrijk. Ga hiervoor bij jezelf na of het gelukt is om de juiste bronnen te vinden en te verwerken. Misschien kom je erachter dat je toch nog een vraag hebt of aanvullende ondersteuning kunt gebruiken.

Daarvoor kun je terecht bij de Literatuurhelpdesk:

Literatuurhelpdesk

 

Eindopdracht

Met deze eindopdracht toon je aan dat je de wiki hebt doorlopen en de verschillende onderdelen hebt begrepen.

 

Naar Eindtoets

 

Evaluatie training Informatievaardigheden 1

Zoals gezegd: Evaluatie is heel belangrijk.
Voor jou om te weten wat je hebt geleerd.
Voor ons om te kijken waar we nog dingen kunnen verbeteren.


Daarom vragen we je om via onderstaande knop het evaluatieformulier in te vullen: alvast bedankt!

Evaluatieformulier

 

Informatie voor docenten

 Een verschuiving in de aanpak van Informatievaardigheden! Voortaan gaan jouw studenten op een blended manier aan de slag met dit belangrijke onderwerp. Passend bij de nieuwe 21-eeuwse vaardigheden en de leerlijn Digitale geletterdheid van Mediatheek Moller. Hoe ziet dat er uit?  

 

De basis is onze nieuwe online training Informatievaardigheden. Deze training is door studenten zelfstandig te volgen in een online omgeving. Jij kiest zelf welke onderdelen jouw studenten moeten volgen. Ter introductie komt een trainer van de mediatheek in je college om uit te leggen wat er van jouw studenten verwacht wordt.

Tijdens of na afloop van de online training zijn er verschillende mogelijkheden die we onder hebben gebracht in door ons aanbevolen toevoegingen en extra’s. Uiteraard kijken we graag samen met je naar de mogelijkheden en bieden we waar nodig maatwerk aan. Nieuwsgierig geworden? Voor meer informatie neem je contact op met Marijke Trienekens of Denise van de Pas.    

  • Het arrangement Training Informatievaardigheden 1 - HRM is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-08-29 15:04:06
    Licentie
    CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Deze basistraining Informatievaardigheden I is ontwikkeld door het team Training & Advies van Mediatheek Moller (Campus Stappegoor). Deze online training is onderdeel van een blended aanbod dat altijd wordt ingeleid met een fysieke kick-off en in overleg wordt aangevuld met online spreekuren, webinars of fysieke werksessies.

    Meer hulp nodig?

    Mail naar literatuurhelpdeskmoller@fontys.nl

    Kom naar het spreekuur op dinsdag- of donderdagmiddag van 13:30 tot 15:30.

    Of bezoek de website van Mediatheek Moller

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Basistraining voor studenten Fontys HRM in Eindhoven en Tilburg
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Introductie (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/RlN4eXLHLps
    Video
    Informatiebronnen (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/GgXejmc3nGw
    Video
    Je onderzoekvraag vertalen naar een literatuurvraag (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://vimeo.com/74721117
    Video
    Hoofd- en deelvragen formuleren (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/XxqN-7wANjg
    Video
    Zoeken: een introductie (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/tZW97hKeCrY
    Video
    Slim zoeken (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://vimeo.com/74721748
    Video
    Introductie informatiebronnen HRM. Klik op de link voor de video.
    https://youtu.be/rJ0WSAshiSo
    Video
    Booleaans zoeken (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/-ntHsTowUuU
    Video
    APA bronvermelding in tekst (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/bBdLdJ5GgLg
    Video
    APA bronnenlijst (klik rechtsonder voor openen in volledig scherm)
    https://youtu.be/9TY5WNyVD8o
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Blended training Informatievaardigheden I. (z.d.).

    Training Informatievaardigheden 1 - Domein Economie

    https://maken.wikiwijs.nl/144677/Training_Informatievaardigheden_1___Domein_Economie