Introductie op het thema
Een goede pedagogisch werker is de hele dag bezig met het aanbieden van activiteiten die aansluiten bij de ontwikkeling en belevingswereld van het kind. Als ze het kind verschoont, als ze een boekje voorleest, als ze kijkt wat de kinderen aan het doen zijn, als ze kinderen een ruzie zelfstandig laat uitvechten, als ze de stoelen klaarzet in een kring, als ze meedoet met een paar kinderen die winkeltje spelen, en ook als ze samen met de kinderen een kadootje voor moederdag knutselt.
Over al die activiteiten en over wat je moet weten en doen om dat goed te kunnen gaat het thema van deze periode.
PIT
Aan de slag, durf te vragen
Je begint aan de beroepspraktijkvorming (BPV).
Om te kunnen leren van je BPV is het belangrijk dat je je veilig voelt. Dat bereik je door een goede kennismaking die je vorige periode hebt voorbereid. Je zorgt er voor dat je er achter komt wat er van jou verwacht wordt door je werkbegeleider en je collega’s. Je zorgt er ook voor dat zij weten wat ze aan jou hebben, dat ze jou leren kennen.
De oefenopdracht van periode 3 gaat over het aanbieden van activiteiten. Je zet de activiteiten die op jouw stage worden aangeboden op een rijtje en je bereidt ook zelf een activiteit voor. Oefenopdrachten bestaan uit een aantal stappen:
- Je beantwoordt een aantal theoretische vragen als voorbereiding van de opdracht.
- Je maakt in overleg met je werkbegeleider en je BPV docent een planning
- Je voert de opdracht uit. Je werkbegeleider vult de gedragsbeoordeling in.
- Je levert je producten en het beoordelingsformulier in bij je BPV docent
- Beschrijving van 10 activiteiten
- Ingevuld activiteitenplan van de door jou uitgevoerde activitet
- Je schrijft een reflectieverslag.
De oefenopdrachten vind je in de BPV-wiki, Tijdens stage, stap 8 Opdrachten in de BPV
Voor de economische dimensie van Burgerschap onderzoek jij je gedraagt als werknemer en als collega. Hoe zet jij jezelf neer op jouw stageplaats, hoe gebruik jij feedback om te leren, wat zijn jouw taken en hoe (zelfstandig) voer je deze uit?
Stap 1 Gezamenlijke Leervragen
Kerntaken en werkprocessen:
Begeleiding van kinderen bij hun ontwikkeling B1-K1
- Inventariseert de wensen en behoeften van het kind B1-K1-W1
- Bereidt de uitvoering van activiteiten voor B1-K1-W2
- Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten B1-K1-W5
Economische Dimensie Burgerschap D2
Welke begrippen vallen op in de kerntaken en werkprocessen? Wat moet je kunnen om deze werkprocessen uit te voeren? Waaraan kan je zien dat je het goed doet? Hoe wil je dat oefenen?
Aan de hand van deze (of andere) vragen gaan jullie in de klas met elkaar in gesprek. Het doel van dit gesprek is duidelijk krijgen wat jullie nodig hebben om de werkprocessen aan te tonen. Jullie gaan gezamenlijk leervragen bedenken waar jullie komende periode aan gaan werken.
Voorbeelden van gezamenlijke leervragen:
-
Wat is de visie en missie van mijn BPV plek?
-
Hoe kan ik zien hoever een kind in zijn/haar ontwikkeling is?
-
Welke verschillen zie ik op mijn BPV plek in de ontwikkeling van de kinderen in dezelfde levensfase?
-
Wat valt er allemaal onder ‘activiteiten’?
-
Hoe kom ik er achter wat de kinderen graag willen? (Behoeften)
-
Hoe kan ik activiteiten laten aansluiten bij de ontwikkeling van een kind?
-
Hoe weet ik wat een kind normaal kan/zou moeten kunnen op een bepaalde leeftijd?
Stap 2 Persoonlijke leervragen
Kerntaken en werkprocessen:
Begeleiding van kinderen bij hun ontwikkeling B1-K1
- Inventariseert de wensen en behoeften van het kind B1-K1-W1
- Bereidt de uitvoering van activiteiten voor B1-K1-W2
- Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten B1-K1-W5
Economische Dimensie Burgerschap D2
Jullie hebben samen leervragen bedacht waar jullie mee aan de slag gaan. Kijk eens naar deze leervragen. En kijk dan nog eens naar de werkprocessen. Wat heb jij zelf nodig om te kunnen werken aan de werkprocessen? Jouw persoonlijke leervragen kunnen best anders zijn dan de gezamenlijke leervragen. Iedereen heeft zijn eigen unieke leerproces.
Voorbeelden van persoonlijke leervragen:
- Hoe kan ik bij de verzorging van de baby/dreumes/peuter contact leggen met het kind?
- Welke activiteiten sluiten aan bij de doelgroep van mijn stage?
- Hoe uitvoerig beschrijf ik de activiteiten in een activiteitenplan?
- Hoe kan ik mijn werkbegeleider tussentijds om feedback vragen?
Stap 3 Bronnen en leeractiviteiten
Muziek/Bewegen
|
Ontwikkeling stimuleren (OS)
|
Stap 4 Producten
1. Werkstuk Mijn BPV-plek en ik.
Uit het werkstuk blijkt
- dat je een goed beeld hebt van de instelling waar hij zijn BPV doet en laat zien dat hij zich bewust is van zijn rol als werknemer.
- dat je jezelf zo hebt laten zien dat je werkbegeleider/collega’s weten wat ze aan jou hebben. Je gebruikt (gevraagde en gekregen) feedback om te leren en overlegt over schoolopdrachten en andere werkzaamheden.
- dat je daardoor een positie hebt binnen de instelling waar je je veilig genoeg voelt om te durven leren.
- dat je je rechten en plichten als stagiaire kent en weet welk gedrag van een werknemer/collega verwacht wordt, of
dat je bewust omgaat met materialen en middelen.
2. Oefenopdracht periode 3: Activiteiten
- Beantwoording van vragen bij de theoretische voorbereiding
- Afspraken gemaakt met je werkbegeleider en BPV docent (praktische voorbereiding)
- Beschrijving van tien uitgevoerde activiteiten
- Ingevuld activiteitenplan
- Gedragsbeoordeling
- Beantwoording van minimaal vier reflectievragen
3. 360 graden feedback formulier
- Laat jouw stage dit formulier invullen en toelichten
Kwaliteitscriteria (toetsing):
Klik op de GO voor 'Beoordelingslijst PIT 3'
Stap 5 Waardering
Wat hebben jullie geleerd tijdens deze PIT? Hoe kan je laten zien dat je beter bent geworden?
T&R
Nederlands
Engels
Rekenen
Keuzedeel
Voor de wiki van Expressief Talent klik op een expressievorm hieronder.
SLB
Een goede pedagogisch werker is de hele dag bezig met het aanbieden van activiteiten die aansluiten bij de ontwikkeling en belevingswereld van het kind. Als ze het kind verschoont, als ze een boekje voorleest, als ze kijkt wat de kinderen aan het doen zijn, als ze kinderen een ruzie zelfstandig laat uitvechten, als ze de stoelen klaarzet in een kring, als ze meedoet met een paar kinderen die winkeltje spelen, en ook als ze samen met de kinderen een kadootje voor moederdag knutselt.
Over al die activiteiten en over wat je moet weten en doen om dat goed te kunnen gaat het thema van deze periode.