Ontwikkeling stimuleren; praktijklokaal les-inspiratie - 'Het huisje'
Ook het BO-vak ‘ontwikkeling stimuleren’ heeft zijn plek in de praktijkruimte ‘Het PW-huisje’. Deze ruimte is van grote meerwaarde in het experimenteren, oefenen en ontwikkelen van vaardigheden. Vaardigheden die voor een pedagogisch medewerker van belang zijn in het werken met baby’s in het werkveld. In dit document vind je per lesonderwerp een lesactiviteit/werkvorm die je kunt inzetten (of ter inspiratie), om het praktijklokaal te gebruiken. Voel je daarnaast ook vrij om creatief in te spelen op de mogelijkheden die deze praktijkruimte biedt in het betekenis geven aan jouw onderwijs.
Lees baby als pop.
Inleiding in het keuzedeel
- Maak groepjes, 1 heeft pen en papier
- Bespreek met elkaar wat je denkt aan spullen nodig te hebben wanneer je met baby’s gaat werken. Maak hiervan een lijstje, loop rond en vul je lijst aan.
- Overleg en kies op 4 items uit de ruimte die volgens jullie onmisbaar zijn in het werken met baby’s:
- 1 item voor verzorging
- 1 item voor ontwikkeling
- 1 item naar keuze
- En tot slot 1 item die volgens jou beter níet in een ruimte met baby’s kan
- Bespreek klassikaal welke 4 items jullie hebben gekozen en leg uit waarom. Wát is nu precies de meerwaarde van dát item bij baby’s?
- Deze opdracht kun je uitbouwen met een foto reportage met onderbouwing
Sociaal emotionele ontwikkeling
Er zijn 5 ruimtes (buitenruimte, eetruimte/keuken, speelruimte, verschoonruimte, slaapkamer)
- Maak 5 groepjes, 1 heeft pen en papier, elk groepje heeft een baby (pop)
- Rouleer iedere 5 minuten van ruimte
- Bekijk in iedere ruimte welke spullen je zou kunnen gebruiken (gebruik je wel altijd spullen?) en hoe je in die ruimte aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de baby kan werken.
- Aandachtspunten:
- Hoe wordt er met de baby en spullen omgegaan
- Wat voor interactie is er naar de baby en onder elkaar (respect voor autonomie)
- Deze opdracht kan uitgebreid worden met het maken van een video waar alle onderdelen in naar voren komen. Let wel dat iedere student aan bod komt.
Cognitieve ontwikkeling
- Laat de studenten groepjes maken en een ruimte en spullen kiezen, 1 met pen en papier
- Ieder groepje bedenkt een activiteit in die ruimte, met die spullen die de cognitieve ontwikkeling van baby’s stimuleert
- Je presenteert de activiteit aan de groep, aandachtspunt: wat maakt dan dat deze activiteit de cognitieve ontwikkeling stimuleert en past deze bij de leeftijd?
- Deze opdracht kun je uitbouwen met een foto reportage met onderbouwing
Taal ontwikkeling
- Je hebt buiten en je hebt binnen. Maak 2-tallen, 1 met pen en papier.
- Maak een beschrijving maken van spullen en onderwerpen die je zou gebruiken voor het stimuleren van de taalontwikkeling bij baby’s buiten en hetzelfde voor binnen.
- Hoe ga je dat dan doen?
- Kies een voorleesverhaaltje/boekje/liedje en lees deze voor (of zingen) op een manier van hoe je dit zou doen met een baby, doe dit met de baby (pop) en maak hier een filmpje van. Kijk dit filmpje terug en beschrijf wat in jouw gedrag en taal opvalt. Is dit effectief? Hoe voelt dit?
Fysieke ontwikkeling
- Maak 2-tallen. Voer om de beurt uit en bespreek met elkaar.
- Ga op de grond liggen. Je mag niet praten, wel geluiden maken:
- Eerst alleen op je rug en kijk om je heen. Hoe ver kan een baby zien? Wat zie jij nu dan? Wat zou jou uitdagen om iets te gaan pakken? En te gaan omrollen? Wat heb jij van de pedagogisch medewerker nodig?
- Dan mag je omrollen en op je rug of buik ronddraaien. Wat ervaar je? Wat zou jou uitdagen om te gaan kruipen? Wat heb jij van de pedagogisch medewerker nodig?
- Dan tijgerend of kruipend door de ruimte. Wat ervaar je? Wat zou jou uitdagen om te gaan staan? Wat heb jij van de pedagogisch medewerker nodig?
- De wereld door de ogen van een baby. Hoe heb jij deze opdracht ervaren? Wat valt je op? Welke gevaren komen hierbij kijken?
- Wat is de meerwaarde van ruimte en zélf laten doen?
- Waar zou jij nu rekening mee houden als pedagogisch medewerker?
Verzorging
Een roulatie opdracht. LET OP! Vergt voorbereiding!
- Iedere groep heeft 1 baby. Er zijn 6 onderdelen:
- Verschoonruimte; omkleden, verschonen, hygiëne, veiligheid en ergonomie
- Slaapkamer; bed opmaken, baby inbakeren, baby in/uit bed brengen/halen, veiligheid en ergonomie
- Keuken*; fles, fruithapje, en broodje maken, voedselbereiding, hygiëne, veiligheid
(*Dit onderdeel is zonder baby, dus aandacht voor de ontwikkelgebieden bij uitvoering)
- Eettafel/bank/wipstoel -> fruithapje en fles geven; veiligheid en ergonomie
- Box en speelkleed; spelen/beweegruimte, veiligheid, ergonomie
- Buiten; wandelen/slapen/spelen, wagen/buggy/bedje/spelen
- Bij ieder onderdeel moet aandacht gegeven worden aan: aandacht voor sociaal-emotionele, cognitieve, taal, fysieke ontwikkeling
- Deze opdracht kun je uitbouwen met een instructie filmpjes met onderbouwing
Dagschema
- Maak groepjes van 4. Maak op een groot papier een dagritme bord (mag ook om de beurt op het whiteboard in de entree/hal)
- Maak een presentatietafel voor ouders. Denk aan spulletjes, foto’s, verslagschriftjes, dagmap enz. wees creatief. Samen met het bord moet het 1 mooi geheel zijn wat jou helpt bij het voeren van de overdracht.
- Overdrachten uitvoeren: jullie zijn 4 leidsters, 2 klasgenoten van een ander groepje (ouders) komen hun baby ophalen. Voer het overdrachtsgesprek:
- Hoe ontvang je de ouders? (Rollen verdelen op de groep. Let op: je hebt meer kinderen)
- Wat vertel je? En hóe doe je dit?
- Hoe ging het? En hoe hebben de ‘ouders’ de overdracht ervaren?
- Wat is het allerbelangrijkste in de overdracht van baby’s?
- Deze opdracht kun je uitbouwen met een foto reportage met onderbouwing
|